Van kinderen mag je wonderen verwachten Een groen blaadje en een oude bok vertellen hun geheim 23 Jan Smeekens, onderwijzer met een hart zaterdag 26 augustus 2006 Een enkele keer mocht hij graag ondergronds gaan. Om te ontregelen. De klas ver dween ook wel eens van de aard bodem: kinderen zonder onder wijzer, onderwijzer zonder kinde ren. Het weerzien verliep minder statig dan ze van plan waren ge weest; wel feestelijk genoeg. Jan Smeekens, onderwijzer met een hart in zijn donder, stopt er mee. Een onorthodoxe pedagoog 'gaat met FPU', een afkorting waarvan de complete betekenis hem is ontschoten. Natuurlijk kent hij het verhaal over die frauderende meester in dat prachtige boek van Theo Thijssen, Schoolland. Het speelt zich af rond Leentje Roos, een smoezelig meisje uit een milieu waar niemand veel kansen heeft. Op een dag heeft Leentje in haar splin ternieuwe schrift een taallesje geschre ven; foutloos. Tót de laatste regel, daar glijdt ze even uit. De meester kijkt ernaar, be denkt dat Leentje niet zo veel heeft om trots op te zijn en waarschijnlijk in haar leven weinig keer de aanteke ning *0 fout' zal krijgen. Hij pleegt valsheid in geschrifte. Zet secuur de mankerende komma waar die moet staan. Een triomf voor Leentje Roos. Jawel, Jan Smeekens heeft ook wel eens de boel belazerd ten gunste van zijn leerlingen. Met het woordpakket van de week. De introductie van die verzameling van vijfentwintig woor den vond op maandag plaats. Op vrij dag werden de kinderen geacht de spelling te kennen. Smeekens: „Ik beloofde wel eens dat ik op een ijsje zou trakteren als ieder een alles goed zou hebben. Het was na tuurlijk godsonmogelijk dat dat zou lukken. En toch kregen we het voor elkaar. Er was er altijd wel eentje van wie ik wist dat die de opdracht fout loos zou uitvoeren. Van die leerling keek ik het dictee het eerst na. Die hielp vervolgens de anderen door ach ter mijn rug de goede antwoorden door te spelen. De kinderen van wie ik het proefwerkje had nagekeken, kwa men in een sliert achter me aan, zoals bij de rattenvanger van Hameien. Ze schermden af wat ik niet mocht zien: dat bij iedereen zo vlug mogelijk de fouten werden verbeterd op aanwij zing van de kinderen die al wisten hoe het moest. Hoe meer dictees foutloos waren, hoe dichter ze bij hun ijsje kwamen. Bij iedere keer dat ik de woorden was nagelopen, steeg gejuich op: weer een stapje dichterbij het doel. Zo kreeg ook het minst sterke kind het voor elkaar de toets zonder fouten te maken. En zo hadden de kin deren dubbel lol: ze hadden mij beso demieterd waar ik bij stond en ze had den een ijsje verdiend. Dat is dan mijn klein geluk. Een bijkomend, maar niet onbelangrijk effect was dat leerlingen zichzelf leerden solidair te zijn en re ken erop dat ze dat waren, ook zonder een traktatie in het vooruitzicht. Kin deren van zeven, acht, negen, tien, ze zijn zo argeloos. Ze geloofden echt dat ze mij in de maling namen en ze heb ben er, hoop ik, van opgestoken dat solidariteit, samenwerking en opko men voor de zwakste, goed voor je zijn." Migraine Hij zal ze missen, de kinderen. En de beleidsmakers, de goeroes die steeds het opnieuw uitgevonden wiel zijn klas probeerden binnen te rollen, de deskundologen, die zal hij ook missen. Als een zware aanval van migraine. Jan Smeekens zegt het onverhuld. „De laatste jaren is het onderwijs voor een complete generatie kapotge maakt. Mensen als Wallage en Nete lenbos hebben voor de kinderen hele maal niets gedaan. Ze zijn bezig ge weest voor hun eigen carrière, ze heb ben voor zichzelf standbeeldjes opge richt. Rond het eigenlijke onderwijs wemelt het van de opvreterg Bureaus met adviseurs die kinderen maar las tig vinden en die iets hebben tegen wat ze als lawaai en stank ervaren. Dames en heren die handenvol geld krijgen door in hun luxe, veel te dure kantoren dingen te verzinnen waar geen kind enig belang bij heeft. Dan werd ons weer eens een bijscholing aangesmeerd. Muziekles, een gezellige middag met honderden onderwijzers. Een leuke demonstratie werd er gege ven. Als je terug was in je klas wist je hoe het eerste uur moest worden inge vuld volgens die nieuwe methode, maar hoe het verder zou moeten, dat had je niet meegekregen. De deskundi ge was intussen ergens anders zijn boodschap aan het uitdragen. Je moet Naam: Johannes Gijsbertus Henricus Maria Smeekens Geboren: 24 mei 1945 in Oosterhout Woonplaats;- Middelburg Burgerlijke staat: getrouwd met Plonie Kinderen: zoon Neels Opleiding: 1957-1963 kleinseminarie Ca- dier en Keer 1963 - 1969 kweekschool Breda Werk: 1969 - 1972 sergeant OCMA (Op leidingscentrum Militaire Admi nistratie) Middelburg 1972 - 1973 van alles en nog wat 1973 - tot volgende week don derdag onderwijzer aan de open bare basisschool De Bijenburch, voorheen De Westburch in Mid delburg eens kijken wat voor termen er ge bruikt worden: early warning system, kidspiration, mindmapping, bench marking, dat soort onzin dat een rede lijk denkend mens niet wil weten, hoor je uitslaan op trainingen die der tienhonderd euro of meer per dag kos ten. Hersenloos is het. Taal om een ge brek aan vakkennis te versluieren. Terwijl het maar over één ding hoort te gaan: hoe laat je kinderen zo aange naam mogelijk de tijd doorbrengen die ze op school moeten zijn. Want ei genlijk is dat niet natuurlijk. Kinde ren moeten naar buiten, spelen, dro men, dingen ontdekken. Haast alle kinderen willen wel leren lezen, schrij ven en rekenen. Ze zijn nieuwsgierig. Maar buiten de school is nog zoveel meer te beleven. Huiswerk? Ik heb daar nooit aan gedaan. Ik klink trou wens wel erg bitter hè. Nou ja, met kinderen bezig zijn, maakte het hele maal goed. Zij vormen onze toe komst." Hij had eigenlijk paus willen worden. Dat leek hem, als kind, een leuke baan. Het decorum, het theater van de rooms-katholieke kerk trokken hem aan. Op het kleinseminarie in Cadier en Keer had hij het goed naar zijn zin. Eerder, op de lagere school, was het trouwens ook in orde. „Mijn jeugd was een en al zon. Ja, ik heb als onder wijzer wel een voorbeeld: broeder Se- bastiaan; die kon fantastisch vertel len. Ik was graag op school, ondanks narigheid en regels die er ook wel wa ren. Op het seminarie hadden de pa ters een bootje met miniatuurtjes: As- hanti-goud uit Ghana. Dat heb ik in handen gehad; wie heeft er zoveel ge luk? Je kwam in aanraking met litera tuur, met mooie dingen." Hormonen Toch is hij geen priester geworden. De hormonen waren sterker dan de roe ping. Van bevoegde, religieuze zijde vernam hij dat vrouwen 'gelegenheid tot zonde' waren. Dat prikkelde onder meer zijn verbeelding. Dan was er een meisjeskostschool in de buurt van het kleinseminarie, hetgeen hem te den ken gaf. En door een speling van het lot kregen de jongens-in-opleiding, wier in- en uitgaande post gewoonlijk werd gecensureerd, een blaadje in han den met afbeeldingen van te speelse dames. „Jaren, jaren later ben ik nog eens teruggeweest op het kleinsemina rie. In die lange gang daar liep pater Ruikes te brevieren. Hij onderbrak dat even, had me onmiddellijk her kend en siste me toe: 'Jantje Smee kens. Je hebt het niet gehaald'. Wat een mallotig gedoe." Hoewel hij er nu ongeveer de leeftijd voor zou hebben, zal het van een ponti ficaat Smeekens, naar het zich laat aanzien, niet meer komen. Het theatra le dat hem in zijn jeugd zo aansprak, daaraan heeft hij zelf vorm gegeven. Onder de vloer in zijn leslokaal is een kruipruimte, waar je destijds via een rooster in kon komen. Hij is daar wel eens in gaan zitten, wachtend tot alle leerlingen al geruime tijd binnen wa ren, Om plechtig, zij het ernstig ont sierd door de hem aanklevende glas wol, op te rijzen uit de vloer. De leer lingen hebben de rollen wel eens omge draaid. Er konden er onverwacht veel in de kruipruimte. Zijn ogen glimmen als hij vertelt over Tijs, een zeer slordig jongetje dat hem eens krachtdadig terechtwees. „Ik had tegen hem gezegd dat ik van zijn manier van doen blauwe bultjes en luieruitslag kreeg. Dat soort vreselij ke onderwijzershumor. Tijs had wel een antwoord. Hij keek me aan en zei 'U dénkt wel dat u leuk bent, maar u bént niet leuk'. Dan sluip je de rest van de dag stilletjes door je lokaal. Een klasgenoot van Tijs, Jère, moest kort daarna naar de dokter. Hij dacht dat iedereen dezelfde huisarts had, dat de dokter meneer Jan en diens kwalen dus wel kende en vroeg of dat kon, die bultjes en die uitslag. 'Als jouw meneer Jan dat zegt, zal dat zo zij nzei de dokter. Stierkaltje Zijn ogen glanzen als hij vertelt over Elvira, wier vader boer is. Elvira heeft eerst thuis gedaan gekregen dat een stierkalfje naar meneer Jan genoemd werd en daarna dat het langer mocht blijven leven dan de meeste stierkalf jes. Stiertje Jan kreeg zelfs kansen op innige omgang met koeien. Elvira heeft, zoals was beloofd, op haar rap port van meneer Jan een tien gekre gen. Voor gummen. Ze was er heel blij mee. Hij vloekt van woede als hij het heeft over deskundologen die rampzalig ver velende teksten schrijven voor de Cito- toets, over nogal wat jeugdboeken foto Mechteld Jansen schrijvers die naar zijn zeer deskun dig oordeel rotzooi afleveren en over beleidsmakers die denken dat het alle maal wel wat minder mag kosten. „Wij hadden vroeger Tannie, die de school schoonmaakte. Dat was haar kamer, haar huis waar ze met zorg en inzet haar werk deed. Er moest bezui nigd en geprivatiseerd worden en dat is dus uitbesteed. De school is, hoe goed de mensen die nu schoonmaken ook hun best doen, niet meer schoon. Je moet in de loop van de dag de toilet ten eens zien. Het stinkt er, het is er vies, onhygiënisch. Zo is het blijkbaar goed genoeg voor kinderen. Willen ze gezellig samen gaan plassen, de enige manier om even buiten het zicht van de onderwijzer te raken, staan ze in de vuiligheid en de armoe. De mensen die verantwoordelijk zijn, zitten tus sen het blinkend roestvrij staal met de afzuigkap aan." „Sander, ik vond het fijn dat ik het af gelopen jaar bij jou in de klas mocht zitten", noteerde Jan Smeekens eens in een rapport. Dat was leuk verzon nen. Het dekt ook volledig zijn visie op het onderwijs. Dat moet draaien om de kinderen. „Ik ben een loser, als je het meet naai de maatstaven die veelal door de sa menleving worden aangelegd. Ik heb het niet gehaald, zoals pater Ruikes al zei. Geeft niks. Carrière? Ik ben onder wijzer geworden om voor de klas te staan en niet om plannen te schrijven met afkortingen en termen die ik hele maal niet wil begrijpen. Mijn werk heeft me het machtige idee opgeleverd dat kinderen de enigen zijn van wie je wonderen mag verwachten. Ik koester de gedachte dat met elk nieuw kind de wereld een beetje beter wordt. Wat kun je voor hogere ambitie hebben dan met kinderen hun dromen te de len, ze hun dromen te zien waarma ken. Ik ben altijd met plezier op school gekomen. Voor de kinderen. Ik hoop dat zij ook een beetje voor mij zijn gekomen. Dan ben je toch geen lo ser?" A.J. Snel feard Mulder i De journalisten Gerard Mulder (59) en Els Quaegebeur (31) kregen allebei een verhouding met iemand op hun werk. Mul der met een ruim twintig jaar jongere vrouw, Quaegebeur met een vijftien jaar oudere man. Beiden schreven er een boek over. Het was niet alléén maar leuk, er waren ook partners bij betrokken. Mulder had al twin tig jaar een vriendin en zijn nieuwe liefde had net een kind gekregen van een ander, met wie ze in een vervelend scheidingspro ces verwikkeld was. De minnaar van Quae gebeur was getrouwd en had jonge kinde ren. Dat gaf een hoop gedoe en die relaties hielden dan ook geen stand. Tot zover de overeenkomsten.Mulders boek is non-fictie, geschreven om duidelijkheid te verschaffen over het fenomeen 'oudere man met (veel) jongere vriendin'. Quaegebeur schreef een roman over de ge heime kant van een relatie met een getrouw de man. Het leeftijdsverschil tussen de hoofdpersonen speelt in haar boek nauwe lijks een rol, Voelde je je schuldig tegenover de oorspron- n Els Quaegebeur kelijke partner van je geliefde? foto Geert Snoeijer/GPD Quaegebeur: „Ja, natuurlijk, je moet wel een ontzettend koele kikker zijn om je niet schuldig te voelen jegens de andere betrok kenen. Vrouwensolidariteit is een tenen krommend woord, maar ik voelde me soms boos en verdrietig als ik me afvroeg hoe het kon dat hij twee levens tegelijk kon leiden. Maar ja, op het moment dat je je die vragen wél stelt, maar er vervolgens niet naar han delt omdat je zo verliefd bent, hebben die gedachten weinig waarde. Het verwarrende was dat ik zelf kind ben van gescheiden ouders, ik weet hoe het voelt, ik zou beter moeten wéten. Niet dus." Mulder: „Ik werd verteerd door schuldge voel. Nog altijd. Ik heb Ingeborg, die ik voor Laura heb verlaten (niet hun echte namen), veel verdriet gedaan. Maar ik heb me wel al tijd afgevraagd of er, in het geval we een doorstart zouden maken, een garantie zou zijn dat het leuker zou worden dan het was. In die zin was het in elk geval in één opzicht voor haar een opluchting toen ze hoorde dat ik weer een nieuwe vriendin had. Dat ze daarover niet meer hoefde na te denken." Quaegebeur: „Eén van de clichés over min naressen die het meest pijn doet, is dat het manipulatieve snollen zijn, die willens en wetens een getrouwde man losweken. Dat is natuurlijk niet zo: getrouwd zijn is niet de eigenschap waar je op valt." Mulder: „In mijn geval werd ik, vooral door Ingeborgs vrienden, erg als dader be schouwd, maar zij niet zozeer als slachtof fer. Op mijn beurt voelde ik niet zo veel com passie voor de toenmalige vriend van Lau ra, maar eerlijk gezegd ben ik daarvan te ruggekomen. Ik kan me nu veel beter voor stellen hoe ongelooflijk hulpeloos hij zich bij de hele situatie moet hebben gevoeld." - Hoe reageerden andere mensen op je ver houding? Mulder: „Sommige van Laura's vriendinnen waren heel erg tegen mij. Eén heeft tegen haar gezegd dat ze niet begreep dat zij zo'n oud lijf naast zich in bed wilde voelen. Ook haar moeder behandelde mij heel kil. Ik denk dat het feit dat er zo over je wordt ge dacht wel degelijk van invloed is op de rela tie. Ik denk dat een wouw het op een be paald moment als negatief ervaart als haar partner veel ouder is." Quaegebeur: „Er waren lange tijd maar heel weinig mensen die op de hoogte waren van onze verhouding. Vrienden, sommige colle ga's en familieleden die het wel wisten, uit ten hun zorgen. Dat leverde wel eens pijnlij ke gesprekken op, maar schaamte had daar weinig mee te maken. Ik werd wel iemand anders gedurende die relatie. Het onder mijnt je zelfbeeld als je je anderhalf jaar lang moedwillig op een zijspoor laat zetten. Ik was na verloop van tijd niet bepaald trots meer op het meisje dat mij aanstaarde in de spiegel." - Was je bang voor de reacties van de men sen die in het boek figureren? Quaegebeur: „Er zit niemand in die één per soon is. Ik heb van verschillende personen eigenschappen bij elkaar geveegd. Ik hoefde me voor één keer niet aan de feiten te hou den en daar heb ik dankbaar gebruik van gemaakt. Ik wilde vooral opschrijven wat er in mijn hoofd omging: mijn twijfels, mijn angsten en mijn dromen." Mulder: „Non-fictie of niet, je zit met het probleem dat je mensen blootstelt aan aan dacht waar ze niet om hebben gewaagd. Het is kiezen tussen twee kwaden. Het ene kwaad is het blootstellen van andere men sen, maar het andere kwaad ontstaat als je het boek niet schrijft. Want als je dat niet doet, krijg je het gevoel dat je op een es sentieel deel van je leven tekort bent gescho ten. Niet zozeér vakmatig, maar ik heb het ge voel dat ik inzake relaties de wereld wat mee te delen had, iets waar anderen mis schien iets aan hebben." - Had je het niet beter vijf jaar later kunneri schrijven, als er meer afstand ivas? Quaegebeur: „Ik moest dat gevoel terug kun nen halen. Ik moest de pijn en de overgave nog kunnen voelen." Mulder: „Dat gevoel is de motor waarmee je." het boek schrijft. Als er andere dingen tus- sen jou en dat gevoel worden geschoven, is de kans groot dat je het nooit schrijft." U hebt beiden een nieuwe relatie en er zijn zelfs trouwplannen. Hoe reageert de nieuwe partner op het boek? Quaegebeur: „Mijn vriend is uitgever. Hij bekijkt het boek meer als een project en ik heb niet het gevoel dat hij het vervelend vindt. Bovendien kende hij het verhaal al." Mulder: „Mijn nieuwe wiendin had mijn boek al gelezen voordat ze me kende. Maar toch is ze later, toen we verliefd op elkaar waren, met terugwerkende kracht een beet je jaloers geworden op Laura." Alexandra Besuijen Els Quaegebeur: Mijn geheim: het verleide lijke leven van een minnares - Uitgeverij 521, €17,90. Gerard Mulder: De bokkensprong - Uitgeve rij Plataan, 12,50.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 23