Pronken met versierd mes
De sorteermachine is gelijk ingezet
Alles in Agrimuda
is nog bruikbaar
23
De Collectie
Overtollige vij verplanten in sloot
voor de deur veroorzaken ellende
dinsdag 22 augustus 2006
In De Collectie staat
wekelijks een museum in
Zeeland centraal. De collec
ties van de kleinere musea
in de provincie worden in
deze serie belicht. Deze
week: Landbouwmuseum
Agrimuda in Sint Anna-
ter-Muiden.
Milos Grbic bij een oogstkar uit 1920. foto Wim Kooyman
Zuurstofloos water, bruggen
die niet meer open kunnen,
verstopte afvoeren en verwron
gen gemalen. Wie resten van
zijn onschuldig ogende vijver-
planten in het slootje voor de
deur gooit, kan veel ellende ver
oorzaken. „Het gaat in ieder ge
val om miljoenen euro's en het
probleem neemt alleen toe.
Rijdend over smalle weggetjes
langs kassen, sloten vol kroos en
vrijstaande huizen is het effect
van het werk van de ecologen
bij hoogheemraadschap Delf
land goed te zien. De roze water
lelie woekert wat, exotisch
kroos verdringt het inheemse
kroos, maar de echt gevaarlijke
planten zijn niet te vinden. Iede
re week inspecteert iemand een
paar keer de vele sloten en vij
vers. Ook baggeraars en maaiers
weten hoe de ongewenste indrin
gers er uitzien. Op tijd waar
schuwen is nodig, wil de afwate-
ring blijven werken.
Overal in Nederland rukken de
exoten op, en waterschappen
hebben er handenvol werk aan
om ze weg te halen. Sommige
soorten kunnen enorm woeke
ren, zoals waterhyacint, water-
want het is een subtiel werkje.
„Als je het met de hark weg
trekt, breken er stukken af en
die groeien snel weer aan", zegt
botanisch analist Jack Mangel
aars. De laatste jaren is het niet
meer gebeurd, maar in het verle
den is menige brug ontzet door
toedoen van de veeleisende wa
terplanten. Door de verandering
van het klimaat wordt het pro
bleem groter, want in warm wa
ter groeit de plant nog sneller.
De grote waternavel is de enige
waterplant die sinds 2000 in Ne
derland helemaal verboden is.
Toch wordt hij nog wel gespot,
zelfs in tuincentra. In 2003 ston
den ze in een foldertje van Intra-
tuin, maar dat werd er na alar
mering snel uitgehaald.
Voor de Algemene Inspectie
dienst is het opsporen van ge
dumpte vijverplanten geen
hoofdzaak. Ze krijgen wel eens
meldingen en doen incidenteel
onderzoek bij tuincentra, maar
meestal treffen ze niet veel aan.
Het ministerie rondt over een
maand een zwarte lijst af met
planten die schade toebrengen.
Karen Zandbergen
Het landbouwmuseum Agri
muda in Sint An-
na-ter-Muiden heeft een impuls
nodig. Een gemiddeld
bezoekersaantal van tweedui
zend per jaar is aan de magere
kant en dus zoekt de gemeente
Sluis naar nieuwe publiekstrek
kers.
Logisch, vindt beheerder Milos
Grbic, al heeft hij wel een grote
vrees. „Het moet hier ook weer
niet te druk worden. Honderd
man op een middag is meer dan
genoeg. Laatst had ik hier drie
honderd 55-plussers over de
vloer. Veel te veel, ik kan dan
niets vertellen of laten zien. En
het toilet? Dat was na verloop
van tijd net een zwembad."
Grbic heeft liever minder en te
vreden bezoekers dan een mu
seum vol met klagende mensen.
Maar hij begrijpt ook wel dat
het museum (gevestigd in een
voormalige koeien- en paarden
stal) vooruit moet. Eén van de
publiekstrekkers moet de Cad-
zandse Boerenkamer worden.
De uit 1850 daterende kamer
was jarenlang het pronkstuk
van het streekmuseum in IJzen-
dijke. Die stek is dit jaar omge
bouwd tot het Frontiermuseum,
waarin de geschiedenis van
Prins Maurits in West-Zeeuws-
Vlaanderen centraal staat. De
kamer is sindsdien opgeslagen
in een depot.
„De boerenkamer kan prima in
dit museum worden geïnte
greerd. We hebben trouwens al
Cadzandse klederdracht uit
1900 in onze collectie", vertelt
Grbic tijdens een rondleiding op
de bovenverdieping. In een apar
te kamer wil Agrimuda een in
druk geven van de verhoudin
gen tussen baas, bazin, knecht
en meid.
Zo heeft elke ruimte een ander
thema, met als overkoepelende
factor de periode en het onder
werp: landbouw in Zeeland in
de periode 1850-1950. Vanaf de
entree wandel je langs de vier
seizoenen: het voorjaar om te
zaaien, de zomer voor de graan
oogst, het najaar voor de aardap
pel- en bietenoogst en de rela
tief rustige winterperiode. Eli?
seizoen heeft zijn eigen vertrek.
En zijn eigen verhaal. Grbic is
er om alle facetten van het tijd
perk voor de mechanisatie toe te
lichten. Dat doet hij in geuren
en klem-en, en met zo'n prachtig
accent dat hij in zekere zin zelf
een publiekstrekker is.
„Ik ben in 1970 vanuit Kroatië
naar Zeeland gekomen. Door
veel met mensen te praten heb
ik Nederlands geleerd. Nou ja,
Nederlands... het is eigenlijk
West-Zeeuws-Vlaams, eeh. Som
mige mensen denken zelfs dat ik
uit Zuid-Afrika kom. Omdat ik
de grammatica nooit heb ge
leerd, lijkt mijn taalgebruik een
beetje oud-Hollands", vertelt
hij. „Ik kom uit een boerenfami
lie. In Kroatië heb ik veel met
apparaten gewerkt, die hier zijn
tentoongesteld. Die worden
daar nog gebruikt op de kleine
re boerenbedrijven. Ik was al op
jonge leeftijd op het land bezig.
Dat deed ik gerne, hoor. School
was niets voor mijik vond het
veel leuker om met mijn handen
bezig te zijn. Het is tekenend
voor de degelijkheid dat al die
apparaten nog bruikbaar zijn.
Als een moderne machine kapot-
gaat, moet er een monteur bijko
men. Aan de oudere machines
kon niet zoveel stuk, omdat het
gebruikte materiaal oersterk is.
Was er toch iets mis, dan repa
reerde je dat meestal zelf."
Een aardappelplanter uit 1910,
een zaaimachine met lepeltjes
rad uit 1900, een wiedmachine...
vraag Grbic naar de werking en
hij legt het uit. „Hier hebben we
een geïmproviseerde slijpsteen.
Met behulp van het frame van
een oude fiets werd de steen
rondgetrapt, zodat eenvoudig
het maaimes kon worden gesle
pen. Vernuftig hè, het lijkt wel
Sinds 1999 houdt de
Werkgroep Metaalvond
sten Zeeland (WMZ) zich be
zig met het registreren en
documenteren van histori
sche metaalvondsten in de
bodem. Zo kwamen aan bod
zegelstempels, vogeldrink-
bakjes en loden stadsge-
wichten. Momenteel is de
aandacht gericht op gegra
veerde mesheften en topbe-
kroningen.
Het gaat om Middeleeuwse
gegraveerde messing mes
heften of bekroningen ervan, uit
de periode 1450-1550, vertellen
Henk Hendrikse en Leida Gold-
schmitz-Wielinga van de Werk
groep Metaalvondsten Zeeland.
De periode waarin deze messen
gebruikt werden is vrij nauw
keurig te begrenzen, onder meer
door de gegraveerde voorstellin
gen.
„Het was duidelijk een persoons
mes", zegt Hendrikse. „Iedereen
had in die tijd een eigen mes en
lepel en droeg die ook bij zich.
Als ze één generatie meegingen,
was het lang. Na omstreeks
1550 kwamen er andersoortige
messen in zwang.
Hij geeft aan dat de bedoeling-
van de versieringen op het heft
vooral was: ermee pronken.
„Een statussymbool. Zo van:
kijk eens wat ik kan betalen. Zo
als iemand nu bijvoorbeeld met
een auto pronkt."
De messen zijn meestal klein.
Ze doen qua formaat denken
aan het huidige aardappelschil
mesje. De heften bestaan uit
been of hout en zijn aan beide
zijden versierd met messing. De
uiteinden zijn bekroond met een
al dan niet gegraveerd messing
plaatje. Het eenvoudigst zijn de
messen met alleen een houten of
benen handvat.
Er zijn twee soorten. Een mes
met een doorn (een pen die in
een gat in het handvat werd ge-
ri ken) en een mes met een
tangel (een ijzeren frame
w-ur-vver het messing frame
kwair* Het ijzeren snijdeel en
de messing onderdelen werden
met een soort nagels vastgezet.
Er zijn messen die bestaan uit
wel zes tot tien onderdelen.
Hendrikse en Goldschmitz leg
gen uit dat mensen kozen voor
religieuze afbeeldingen of we-
sla, waterteunisbloem en de gro
te waternavel. Ze verstoppen slo
ten en gemalen en als ze mas
saal afsterven wordt het water
zuurstofloos en gaat alles dood.
Vooral voor de grote waternavel
zijn waterbeheerders in het hele
land bang. „Deze week kreeg ik
een brandmailtje", zegt ecoloog
Roelf Pot. „Iemand dacht de gro
te waternavel te hebben ge
kocht, gewoon in een tuincen
trum." Het bleek bij nader in
zien een plant te zijn die erg
lijkt op de Zuid-Amerikaanse
plant met niervormige bladen.
Toch gingen alle alarmbellen
rinkelen, want deze woekeraar
heeft de waterschappen al mil
joenen euro's en vele manuren
werk gekost.
De bladeren vormen niet alleen
een licht- en luchtdicht dek op
het water waardoor alles wat er
onder zit afsterft, de plant
neemt ook veel zware metalen
een voorloper van de hometrai
ner."
Een ruimte verder staat een an
der pronkstuk: een Zeeuwse
menwagen uit 1920, inclusief
een dommekracht. Grbic: „Die
werd gebruikt om de wielen van
de wagen te verwisselen. De lan
ge boom werd onder de wagen
geschoven. Door de korte hen
del naar beneden te laten vallen
of te duwen werd de wagen op
getild en konden de wielen mak
kelijk worden verwisseld. Als de
dommekracht niet voor handen
was, tilden de boeren de kar ge
woon zelf op. Werd snel het wiel
gesmeerd, waarna ze de wagen
weer lieten zakken. De mensen
waren vroeger veel sterker dan
nu, omdat vrijwel iedereen de
hele dag fysiek bezig was."
Verdere bezienswaardigheden?
Melkbussen, een ontromer, een
aardappelrooier, een zelfbin-
der... of beter gezegd: eigenlijk
alles wat met het boerenleven te
maken heeft komt wel aan bod.
Een bezoekje aan het museum
(volwassenen twee euro, kinde
ren en 65-plussers een euro) kan
van april tot en met september.
Op dinsdag tot en met vrijdag
van 13.30 tot 17.00 uur en op za
terdag en zondag van 13.00 tot
17.00 uur.
Raymond de Frel
De versieringen van de mesheften zijn sterk afhankelijk van de kwaliteiten van de graveur.
foto's Ruben Oreel
vens blijven intern. Wij maken
bijvoorbeeld geen namen open
baar. En als er een leuke vondst
is die een publicatie waard is,
dan gebeurt dat alleen in goed
overleg."
De twee werkgroepleden wijzen
erop dat dit ook geldt voor ande
re projecten. Zo konden in nog
geen drie jaar ruim 300 zegel
stempels worden geregistreerd
(er is een boek over verschenen).
Dit jaar komt een landelijke pu
blicatie uit over metalen vogel-
drinkbakjes (of mogelijk zijn
het inktpotjes). De Zeeuwse
vondsten maken daar een be
langrijk deel van uit. Inmiddels
zijn er ook een kleine honderd
loden stadsgewichten verza
meld, die voor de invoering van
het decimale stelsel in de steden
werden gebruikt.
Waarde
„Er is zoveel verloren gegaan,
waarvan je niks weet. Daarom
pakken we graag bepaalde pro
jecten op", betoogt Gold
schmitz. De meeste (bo
demvondsten hebben weinig
geldelijke waarde, vult Hendrik
se aan. „Maar ze hebben wel
veel historische waarde. Ze kun
nen veel vertellen over hoe de
mensen vroeger leefden."
Rinus Antonisse
Jack Mangelaars, botanisch analist van Hoogheemraadschap Delf
land, haalt het exotisch kroos weg. foto Roland de Bruin
op. „Die planten moeten naar
het chemisch afval. Dat kostte
destijds tonnen," zegt Marjolein
Koopmans, ecologisch medewer
ker van het waterschap
Groot-Salland over de grote wa-
ternavel-uitbraak een paar jaar
geleden in Nederland.
Dat het opruimen miljoenen eu
ro's kost is niet verwonderlijk,
rijke bron: daarin werden 34
messen aangetroffen. Een flink
aantal is voorzien van fraaie gra
veringen. Inmiddels heeft de
werkgroep ongeveer vijftig mes
sen gedocumenteerd, het meren
deel fragmenten.
Het is de bedoeling een deel er
van over enkele jaren te presen
teren tijdens een landelijke ten
toonstelling van zogeheten sgra-
fitto-aardewerk, waarop versie
ringen zijn aangebracht door
middel van ingekraste lijntjes.
De manier waarop, doet denken
aan de afbeeldingen op de mes
heften.
Beeldenstorm
Eincl vorig jaar heeft de werk
groep het mesheften-project op
stapel gezet. „Het begint langza
merhand te lopen", constateert
Hendrikse. Hij onderstreept dat
het in alle gevallen gaat om bo
demvondsten, wat meestal het
geval is met materiaal van vóór
1600. „Ik denk dat dit alles te
maken heeft met de beelden
storm."
In belangrijke mate is de WMZ
afhankelijk van de medewer
king van mensen - vooral detec
torzoekers - die een voorwerp
opsporen. Leida Goldschmitz
legt er de nadruk op dat mensen
zonder schroom de werkgroep
kunnen benaderen. „De gege-
reldlijke figuren (man zowel als
vrouw). Ook voor dierfiguren
(een hele mooie is die met een
haasje erop) en simpeler decora
ties als banderollen of arcerin
gen.
Kwaliteitsverschil
Er is duidelijk sprake van kwali
teitsverschil, dat nauw samen
hangt met de bekwaamheid van
de graveur. Soms is in enkele
simpele lijnen een krachtige af
beelding aangebracht. In een
aantal gevallen staan er korte
teksten of letters op, doorgaans
met een religieuze strekking.
Doordat het een gebruiksvoor
werp was, zijn vrijwel geen gave
exemplaren bewaard-gebleven.
Wat in de bodem opgespoord is,
ziet er versleten uit. Zeker het
ijzeren snijdeel is flink aange
tast door de tand des tijds. Er
zijn messen waarvan alleen de
topbekroning bewaard is geble
ven.
Vaak zijn beerputten een uitste
kende bron voor vondsten. De
gegraveerde mesheften komen
overal vandaan, weet Hendrik
se. Maar acht jaar geleden vorm
de een beerput op de Markt in
Middelburg wel een heel belang-
*5fr
In een verre hoek van
de Vroonlandseweg in
Kapelle telen Ivo van
Gaaien (39) en Janette
van Gaalen-Doppen-
berg (37) aardbeien on
der ruim een halve hec
tare glas. Ze telen ook
kersen, frambozen en
bessen en verderop in
het dorp peren en ap
pels. De kinderen, Wil-
co, Lilian, Jan, Anne-
mieke, Miranda en
René helpen af en toe
ook een handje. In On
der glas volgen we het
gezinsbedrijf van
week tot week.
Hatsjikidee! Huwelijk ge
red, roept Ivo. „Janette
wou geen man zonder rijbewijs
voor een karretje, welnu ik ben
geslaagd! Niemand had er ver
trouwen in, ikzelf nog het
minst, maar de lessen zijn niet
voor niks geweest. Pak van m'n
hart." Janette moet blozend toe
geven dat ze er weinig van ver
wacht had. „Ik had gezegd, als
je slaagt krijg je nieuwe patat
ten, maar toen Ivo thuis kwam
had ik de oude al opgezet."
Het was een hectisch weekje. Zo
als al te verwachten viel, heb
ben ze de sorteermachine voor
de peren gekocht en het gevaar
te is gebracht op de dag dat Ivo
zijn rij-examen moest doen.
Twee Poolse werknemers ston
den toen al de triumphen te
plukken, maar Ivo wilde het ma-
chien meteen gebruiken. Dat
was dus aanpoten, want de hele
zaak moest in elkaar gezet en af
gesteld worden. Maar nu kun
nen ze dan toch sorteren. Drie
man heb je ervoor nodig. Twee
man om de bandjes in de gaten
te houden en eentje om de krat
ten na te wegen. Vier maten pe
ren komen er uitrollen, van hele
kleintjes tot enorme knotsen
van bijna een kilo per stuk.
Twee personen moeten kijken of
er geen slechte of beschadigde
peren langskomen. Die gaan al
lemaal in een kistje apart. Het
raakt gelukkig niet erg snel vol.
Bij de triumphen worden klasse
1 en 2 doorelkaar gesorteerd.
Een puntgave peer is klasse 1 en
een mooie met een vlekje hoort
bij klasse 2. Door ze samen als
een goede klasse 2 naar de vei
ling te brengen, verwacht de
maatschap Van Gaaien een rede
lijke prijs zonder al te secuur te
hoeven sorteren.
Yvo de knutselaar heeft, buiten
om de sorteermachine, alles be
halve stil gezeten. De Uniemog
heeft een andere achterklep ge
kregen, eentje die in horizontale
toestand ondersteund wordt.
Daardoor kunnen er in een ritje
vier grote fusten mee, in plaats
van twee. Om de eerste twee te
kunnen laden, en vooral te kun
nen lossen als ze vol met fruit
zitten, moest de vork van de
vorkheftruck worden verlengd.
Janettes vader, altijd in voor
een lasklusje, heeft twee zoge
naamde lepels gemaakt van
staal dat Ivo nog had liggen. Het
zijn een soort grote stalen schoe
nen geworden, die het bereik
van de heftruck met zowat een
meter vergroten.
De stapel oud ijzer, die Ivo
droog bewaart tussen de schuur
en de kas, is daarmee nog niet
noemenswaardig geslonken.
„Kijk", zegt Janette, „Hij kan
niks weggooien, je weet nooit
wat je er nog eens van kan ma
ken. Een ding weet ik zeker: er
ligt genoeg spul tussen om een
groot rek van te bouwen. Een
rek waar al die troep in kan wor
den opgestapeld. Dan kan ik
hier ook eens wat zinnigs
kwijt."
Aardbeien
Terwijl de perenpluk nog een
paar weken doorgaat, zijn de
eerste aardbeien al aan het kleu
ren in de kas. Janette: „Door de
warmte is het stuifmeel ver
brand, dus ik denk dat het eer
ste rondje, volgende week, niet
veel soeps zal opleveren. Twee
de keus aardbeien, misschien
wel derde-: jamaardbeien. Dat
is heel vaak het geval. De volgen
de plukrondes worden de vruch
ten veel beter." In de winkel is
het intussen vrij rustig gewor
den. Volgens Ivo is het de tijd
van het jaar. „Janette zorgt wel
dat er buitenaardbeien komen -
er staat per slot 'aardbeien te
koop' aan het begin van de weg
- maar die voorjaarstrek in aard
beien is bij de mensen een eind
verdwenen. Het is nu pruimen-,
peren- en appelstijd, maar je
merkt dat de mensen met ande
re dingen bezig zijn. De kinde
ren gaan weer naar school, ieder
een moet zijn routine weer vin
den."
Behalve Wilco, die natuurlijk al
naar het voortgezet onderwijs in
Goes gaat, is de hele club ook
weer aan een nieuw schooljaar
begonnen. Wilco doet nog steeds
vakantiewerk in de Rillandse to
maten. Zijn moeder stelt vast
dat hij dat liever doet dan thuis
werken. „Van de week ging hij
althans bij nader inzien liever
naar Rilland, toen ik hem hier
aan het werk had gezet."
De maatschap Van Gaaien zou
de maatschap Van Gaaien niet
zijn, als er niet werd gebroed op
weer een nieuw technisch
doe-het-zelf project: een kar
met een rollenband. Nu er twee
rijbewijzen voor aanhangers en
een Uniemog in de familie zijn,
zal de kar veel meer worden ge
bruikt. Een nieuwe rollenband-
kar, waarop je een zware kist
met je pink kunt bewegen, is
duur, maar Janette en Ivo heb
ben de rollenbanden ook los en
tweedehands gespot.
Veel moeite om Janettes vader
enthousiast te krijgen, zal het
niet kosten. Die is doorgaans al
in zijn camper onderweg als hij
er lucht van krijgt dat er iets ge
last moet worden.
„Maar dat project kan wel wach
ten tot na de komende drukte",
vindt Janette. „Dan weten we
zeker dat we voorlopig niet stil
vallen."
Mieke van der Jagt