De eeuwig vrouw kruist steeds zijn pad PZC Mario Vargas Llosa Goede plezierdichter hoeft niet lollig te zijn Drs. P woensdag 9 augustus 2006 proza Indisch leven in Nederland - on der redactie van Annemane Cot- taar. Misschien is de gespleten heid van Indische Nederlandei's wel het eenvoudigst te illustre ren aan de hand van hun culinai re gewoonten. In Indië werd ge probeerd de Hollandse keuken na te bootsen, in Nederland werd juist krampachtig gezocht naar polderimitaties van de Indi sche specialiteiten. Heimweekoken. Zo zou je deze culinaire spagaat kunnen noe men, door Hans Vervoort be- i schreven in het boek Indisch le ven in Nederland. Een uitgave met tientallen foto's als basis, i doodgewone maar des te spre- i kender kiekjes uit privé-bezit die een beeld geven van het le ven van eerst de verlofgangers en later de repatrianten uit de voormalige kolonie Neder- landseh-Indië. Het is een selec tie uit het Historisch Beeldar chief Migranten, en geeft een ge nuanceerder beeld dan de kran tenfoto's van onzekere nieuwko mers die door Hollandse hulp verleners kordaat bij de hand worden genomen. Want ze kon den zich prima redden. Schrijvers en journalisten met een Indische achtergrond werd gevraagd een verhaal toe te voe gen aan het beeldmateriaal. Hün verhaal. En juist in die per soonlijke teksten licht steeds dat ene woord op: heimwee. Per manent smeulend op de brand stof van de herinnering. Met bijdragen van Alfred Bir- ney, Jan Blokker, Siem Boon, Adriaan van Dis, Basha Faber, Tjalie Robinson, Helga Ruebsa- men, Ricci Scheldwacht, Anne- loes Timmerije, Hans Vervoort. Uitgeverij Meulenhoff, 250 pag., 22,50 euro. Renée Villancher: Mijn gestolen leven - In het ziekenhuis van Lons in de Jura, ontmoet de jon ge Frangaise Renée Villancher in 1944 Ivan Soklakov, één van vier gewonde Russen die onder bewaking van de Duitsers staan. Ze worden verliefd op el kaar, ze trouwen, zij krijgt een kind van hem. Maar net als Ivan heeft besloten om in Frankrijk te blijven, moet hij op bevel van Stalin terug naar de Sovjetunie. Renée gaat, totaal onwetend van wat haar te wachten staat, samen met haar moeder en de kleine baby mee. In Mijn gesto len leven vertelt Renée Vil lancher hoe ze zevenenvijftig jaar lang opgesloten zat achter het IJzeren Gordijn. Ivan ont popt zich als een gewelddadige dronkenlap, die al met een an der was getrouwd. Gescheld, pesterijen, harde klappen wisse len elkaar af. Mijn gestolen le ven is het vei'haal zoals Vil lancher dat zelf heeft opgete kend, in een eenvoudig Frans, want ze was haar moedertaal enigszins kwijtgeraakt. Vertaling Richard Kwakkel. Uit geverij The House of Books, 190 pag., 17,50 euro. n Zuid- en Midden-Ame- rika zit de politiek het dagelijkse leven zo dicht op de huid dat de literatuur er nauwelijks omheen kan. Schrijvers die zich, min of meer noodgedwongen, met de politiek inlaten, behoren tot de beste van het continent. Ik denk bijvoorbeeld aan Ga briel Garcia Marquez, Mario Benedetti, Alejo Carpentier en José Maria Arguedas. De Peruaan Mario Vargas Llosa kan zonder meer aan dit rij tje worden toegevoegd, zelfs nu hij als voormalig conserva tief presidentskandidaat een vreemde eend in de bijt lijkt. Hoewel Vargas Llosa zelf steeds heeft beweerd dat hij zich inzette voor het alge meen belang, noemden tegen standers hem vanwege zijn neoli berale ideeën én zijn banden met rechtse machthebbers een dienaar van het kapitalisme. Een enkele keer nam Vargas Llo sa vakantie van de politiek. Tus sen alle geëngageerde romans en sociaal bewogen pamfletten door, en misschien wel om te ontkomen aan de kater van de verkiezingsnederlaag, schreef hij aan het begin van de jaren negentig Lof van de stiefmoe der, een ondeugende geschiede nis over een jongetje dat door de tweede vrouw van zijn vader wegwijs wordt gemaakt in de ge neugten van de lichameüjke lief de. Ook zijn allernieuwste boek, Het ongrijpbare meisje, is een uitstapje naar het erotische gen re. Tegelijkertijd laat deze lijvi ge én onderhoudende roman zich lezen als het levensverhaal van de verteller, Ricardo Somo- curcio. Na een studie in de rechten heeft hij Peru voorgoed verruild voor Parijs. Terwijl zijn vrien den zich laten meeslepen in de euforie om de door Fidel Castro en Che Guevara geleide modelre volutie op Cuba en ervoor kie zen in eigen land de strijd met uitbuiting en onderdrukking aan te binden, verpoost hij, daar toe in staat gesteld door een mooie erfenis, aan de oevers van de Seine. Voor het overige vult hij zijn inkomen aan met klus sen als tolk en vertaler. Deze professionele activiteiten typeren de man. Tolken en verta lers lijken geen eigen identiteit te hebben, maar passen zich aan bij hun opdrachtgevers. Ook Ri cardo is een betrekkelijk onbe schreven blad. Zijn relaas krijgt pas kleur door het optreden van vrienden met wie hij zich tij dens de verschillende stadia van zijn leven verbindt: beroepsrevo lutionair Paul, hippie Juan, ta lenwonder en erotomaan Sa lomon, het Vietnamese adoptief kind Yilal, en zo verder. In elk hoofdstuk van zijn autobiogra fie staat zo'n karakter centraal, om vervolgens weer in het niets te verdwijnen. Opvallend ge noeg sterven drie van hen vroeg tijdig, in de gewapende strijd, door aids of door eigen hand. Eén personage daarentegen is niet uit Ricardo's bestaan weg te branden. Het is het even on grijpbare als stoute meisje uit de titel. Ze belichaamt de eeuwi ge vrouw over wie de dichter Vergilius eens heeft gezegd dat ze veranderlijk en wisselvallig is. Hier komt ze voor als de pu berale Lily die haar rijke Peru aanse vriendjes wijsmaakt dat ze een vrijgevochten Chileense is, als kameraad Arlette die in Cuba een training als guerilla- strijdster volgt, als madame Ar- noux, de elegante en verleidelij ke echtgenote van een Franse di plomaat, en als Kuriko, de slaaf se minnares van een Japanse maffiabaas. Spaarzaam Altijd weer kruist haar pad dat van Ricardo, en altijd weer brengt ze hem het hoofd op hol, zelfs als ze buitengewoon spaar zaam is met haar gunsten en hem steevast te kennen geeft dat ze hem eigenlijk maar een banaal, sukkelig mannetje vindt. Hij laat zich er niet door ontmoedigen, wacht geduldig het moment af waarop ze weer eens voor een uur of hooguit een nacht het bed met hem wil delen en haalt haar als het moet zelfs uit de goot, zonder dat daar ook maar een centje krediet tegen over staat. Sterker nog: ze vindt dat hij haar dankbaar moet zijn. Heeft ze hem, de grijzige vertaler, im mers niet het onderwerp voor een zinderende liefdesroman verschaft? De verleiding is groot om Het ongrijpbare meisje te le zen als Varga Llosa's definitieve afscheid van de politiek. Wan neer we de rol van de passieve en lijdzame Ricardo beschou wen als een masker waarachter de auteur schuilgaat, dan kun nen we hem betrappen op de no dige teleurstellingen en frustra ties. Ricardo kijkt immers een leven lang toe hoe alle hoop en idealen vervliegen. Van een ver betering in het lot van de arme en misdeelde inwoners van Zuid-Amerika, de droom van Ri cardo's vriend Paül, is ondanks alle revoluties niets terechtgeko men. Wie er met Juan aan het einde van de jaren zestig van droomde dat de verbeelding aan de macht zou komen, stierf jong of werd bitter en cynisch oud. Wat rest er dan nog, als het de liefde niet is? Want zelfs wan neer die liefde in volmaakte vorm niet bestaat en je in plaats daarvan eronder moet lijden, zwoegen en zweten, houd je er altijd nog een mooi verhaal aan over. Jaap Goedegebuure Mario Vargas Llosa: Het ongrijpbare meisje - vertaald door Aline Glastra van Loon en Arie van der Wal. Uitge verij Meulenhoff, 334 pag., 19,95. Het huwelijk was niet volledig mislukt Ze deelden nog altijd hetzelfde adres Het echtverband raakte nochtans wat belegen Als zakenman had hij inmiddels succes En vaak was hij dagen op reis allerwegen Voor handel - en vast nog wel iets tussendoor... Iets zoekende kwam ze zijn paspoort eens tegen Terwijl ze alleen was, en hij op kantoor 'Bijzondere kenmerken' stond daar gedrukt En zij, door behoefte aan wraak overmand Schreef 'very small penis' in leesbare hand. Drs. P (geb 1919) De beste romans aller tijden bevatten louter onzin. Ro mans als Don Quichot van Cer vantes of Tristram Shandy van Sterne. In poëzie heerst juist ernst. Een gedicht komt in een roes, een uur van genade, zegt men. Drs. P gniffelt erom, om de vro lijke romans, om de serieuze dichtkunst, om de tobbende poë ten. In zijn bundel 3x3+2 mees muilt hij over dichters die zich niet aan 'rijm, metrum, zins- bouw, liefst ook helderheid' hou den. Zelf hecht hij zeer aan de vorm, in dit geval aan het on- zijn. Dat telt, zoals hij ons uit legt, 'drie terzinen plus een disti chon'. Een dankbare vorm: 'Of 't nu vermaak is of om voor te lichten - De onderwerpen vindt men her en der'. Als het vers maar rijmt, de in houd doet er wat hem betreft nauwelijks toe. Bij hem geen noodskreten en doodskreten, slaande deuren en afgesneden adem. Verzen waarin nonsens mag, graag zelfs. Geen gedich ten die op onvoorspelbare wijze ontstaan, maar gedichten die op controleerbare manier worden gemaakt. Het genre van onder anderen Kees Stip, Daan Zon derland en dus van de hoogbe jaarde maar zeer levendige Drs. P. Dichters als makers en als ver makers. Ze verwachten ook van de lezer geen opgeschroefde stemming. Help, daar heb je poë zie. Dan moet, vindt menigeen, een deftige stem opgezet. We kij ken niet meer naar de lucht maar aanschouwen het zse; Zo'n benadering past niet b: :- ze figuren. Hun bundels bet* ven geen zolderkamers en kay. licht. In de bus of op het strc mag het ook. Waarom is Drs. P zo goed mr; vak? Omdat hij blijft verras* Veel plezierpoëzie wordt e stuk minder plezierig omdat het allemaal al eens veel hebt gezien. Limerick dri joenzevenhonderdelfduizendjf. genhonderdendrie bijvoorbedi Zo van: 'Een orthopedisten Loenen/ had last van vreeitó visioenen'. Of grafschrift nus mer zoveel op een beroemdhrii Grappen die niet meer grapp; zijn, iets vervelenders valt na; welijks te bedenken. De dichter van 3x3+2 hoeft a- zo nodig lollig te zijn. Heeh- van de gedichten gaan over oorlog. Hij mijmert over het re zen per trein met 'constant ges schap van het lied/ Dat je one-: de voortbeweging zong/ Ked:q kedong kedong kedong kedos Geen onderwerp is hem te c er zijn onzijnen over de en de lommerd. Hij komt ra- wiskundige wetenswaardig!- den en geniet van zijn sigaar.! uiteraard zijn er ondi geestigheden. Niet helemaal! absurde universum van DonQ: chot, maar goed genoeg w. een glimlach. Hij spot met zijn collega's' wie bevlogenheid alles is vorm niets. Zij zijn 'tot al i rompslomp niet bereid Al: het min of meer analfabetisd Het wordt wel afgedrukt var- daag de dag Met deerni: dat volkje aangestaard/ En gezonde weerzin uiteraarc Drs. P is anders, volkomen al die rompslomp toege\m Drs. P, altijd in de maat. Mario Molegrs Drs. P: 3x3+2 - Uitgeverij Nijgi Van Ditmar, 112 pag., 12,50 Rudy Kousbroek De sterfkamer van Toergenjev e grootheid van een romanschrijver is door Joseph Brodsky eens omschreven als het ver mogen een uitweg te tonen aan iemand die ten einde raad is. Een romanschrijver die dat vermogen werkelijk bezat was Ivan Toergenjev (1818-1883). Toergenjev is begraven bij St Petersburg, waar ik zijn graf heb bezocht, maar zijn sterfhuis bevindt zich in de heuvels van Bougival, niet ver van Parijs. Al vanaf de jaren tachtig heb ik geprobeerd er te gaan kijken, iedere keer vergeefs, maar nu, deze zomer, is het eindelijk gelukt. Het is een datcha in half Russische, half Zwitserse stijl, op het ter rein van een fraaie klassieke villa - het huis van Pauline Viardot, een getrouwde vrouw aan wie Toergenjev zijn le ven gewijd had. Na haar ontmoet te hebben heeft hij al het mogelijke en onmogelijke gedaan om in haar buurt te zijn; over heel Europa waar zij concerten gaf (zij was een be roemde zangeres) reisde hij haar na als haar minnaar met bijna officiële status. Louis Viardot, Pauline's echtgenoot, heeft zich daartegenover altijd gedragen op de manier van honni soit qui mal y pense, in mijn ogen een zeer te bewon deren houding, die sommige biografen heeft doen betwijfe len of er ooit een werkelijke liefdesrelatie tussen Pauline en le grand gogo Rtisse heeft bestaan. Toergenjev heeft bij elkaar 38 jaar in Frankrijk gewoond, waarvan de laatste acht in 'Les Frènes', zoals hij die datcha bij Bougival had genoemd. Hij stierf er op 3 Sep tember 1883. Ik ben in de kamer geweest waar dat ge beurd is en ik heb gekeken naar de bomen die hij uit zijn raam moet hebben gezien: sommige daarvan dateren onge twijfeld werkelijk uit die tijd. Wat zeer zeker niet uit die tijd dateert is de huidige inrich ting van de kamer. Het huis was in deplorabele staat en leeg toen het in 1983, honderd jaar na Toergenjevs dood, als museum werd ingericht. De foto van de kamer is een klassiek voorbeeld van een onmogelijke wei'kelijkheid; en toch, misschien juist daarom, was ik er diep onder de in druk. Er bestaat een tekening van Toergenjevs laatste da gen in die kamer, gemaakt door Claudie Chamerot, een van de twee dochters van Pauline Viardot. De inrichting van de kamer is tot in de kleinste details op deze tekening gebaseerd: het bed met de twee kussens, het geplooide bal dakijn, het gecapitonneerde voeteneind, de divan die er te genaan staat, de twee fauteuils bij het raam, de gordijnen en de gewelfde ebbenhouten kast, bijna onzichtbaar op de foto omdat hij zo zwart is, links naast het bed. Zo'n reconstructie van de werkelijkheid naar een oude te kening roept ontembare verlangens bij mij op, een gevoel dat intiem bekend moet zijn aan makers van decors voor historische films: het verlangen om door het natuurge trouw reproduceren van ieder detail de werkelijkheid tot terugkomen te dwingen: time travel. Daar is het gebeurd, daar lag hij met zijn woeste witte baard, de grootste ro manschrijver van Rusland, van Europa, van de wereld, be zig te sterven aan ruggemergkanker. Wat deed hij in zijn laatste uren? Hij dicteerde nog een kort verhaal en een af scheidsbrief aan Tolstoi, opgetekend door Pauline Viar dot. Een onvolkomenheid van de foto is dat je de natuur achter de ramen niet kunt zien, weggedrukt door een over vloed van licht. Een onvergetelijk museumpje, waar zich ook Tourgenjevs werkkamer bevindt, met veel brieven, handschriften, fraaie schilderijen (waaronder ook een portret van Louis Viardot, en een van Pauline op latere leeftijd, met grijs haar) en een indrukwekkende tafelpiano merk Raim Günther van omstreeks 1865, afkomstig uit Baden Baden, waar Pauline ook gewoond heeft en Toergenjev zich een huis liet bouwen om bij haar te kunnen zijn. Op de mu ziekstandaard van die piano staat een exemplaar van het lied 'Bonjour mon coeur', muziek van Pauline Viardot, woorden van Ronsard, voor bariton of mezzo-sopraan. De conservator van het museum is een Toergenjev-specia- list genaamd Zviguilsky, die mij toevertrouwde dat het mu seum zijn leven niet zeker is doordat speculanten in vast goed al jaren azen op het voor hen uiteraard hoogst aanlok kelijke terrein. Het museum is zonder auto moeilijk bex-eik- Foto Musée Tourguéniev, Bougival. baar, de beste manier om er te komen is met de RER naar het station Grande Ax-che de la Défense, en vandaar met bus 258 naar Bougival, La Chaussée, musée Tourguéniev. Er bestaat een beroemd portret van Toergenjev door Ludwig Pietsch: in het museum vond ik een brief van Toer genjev aan deze Duitse schilder, van 1 December 1868, waarin hij uiteenzet dat zijn moeder hem voox'speld heeft dat hij in 1881 zal sterven: een omkering van de cijfers van zijn geboortejaar 1818. Een dan volgt, met Toergenjevs ka rakteristieke, Van het Reve-achtige humor: 'Ik zal dus ze ker in 1881 stexwen, als het tenminste niet eerder gebeurt, of later.'

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 20