PZC Uitzicht vanaf Zandkreekdam Van hier tot helemaal ginder is van ons X; Kedactie bijlagen: 0113-315680 www.pzc.nl E-mail:redactie@pzc.nl Postbus 31,4460 M Goes Advertentie-exploitatie: Noord-en Midden-Zeeland: 0113-315520; Zeeuws-Vlaanderen: 0114-372770; Nationaal: 020-4562500. zaterdag 5 augustus 2006 Bescherm jezelf tegen muggenterreur Geschiedenis van dienstwoningen Wonen op de Zand kreekdam. Duizen den mensen passeren dage lijks de zes voormalige Ri j ks waterstaat-woningen, maar de bewoners leven geï soleerd. Theo en Greet Ba rendse: „Wij worden nogal eens overgeslagen. Een ge- meentegids bijvoorbeeld kun je wel vergeten. Ze we ten ons nooit te vinden, be halve als het om een reke ning gaat." Het uitzicht vanuit de huis kamer op de Oosterschelde is schitterend en als Greet aan het strijken is, kijkt ze naar de watersporters op het Veerse Meer. In 1994 kocht het echt paar het huis. Al snel volgde een fikse tegenvaller. Greet: „We woonden hier nog maar net en er kwam een folder tje binnen van een bedrijf dat butaangastanks verkocht. Bleek dat er zojuist nieuwe regels van kracht geworden waren die het moeilijker maakten om het huis op olie warm te stoken." Theo gaat verder: „We hebben nog één winter op olie gestookt, maar om die tank te houden, moesten we erg dure maatrege len nemen. Een butaangastank was het alternatief. Die tank plus een nieuwe cv-installatie kostten samen wel duizenden guldens." Al eerder was er een tegenslag, bij het tekenen van de voorlopi ge koopakte. De notaris vertelde dat er jaarlijks huur voor de grond moest worden betaald. Theo: „Dat was een verrassing voor ons. De makelaar had er niets van gezegd." Vandaag de dag moeten de be woners nog steeds huur betalen aan Rijkswaterstaat. Dat heeft te maken met de ligging van de woningen. De Zandkreekdam is een zeewering die tot in de eeu wigheid in overheidshanden blijft. De eigenaren van de 'oude' dienstwoningen zijn officieel in woners van Kats, dat op een extra rijden als je naar Goes wilt." De band met de buren is goed. Greet: „We helpen elkaar als ei- iemand ziele is. En 's zomers heb ben we een gezamenlijke barbe cue." Theo: „Ik heb wel verhalen ge hoord dat het hier niet zo gezel lig was vroeger. Wat wil je ook, als je collega's je buren zijn. Kom je thuis van je werk, loop je de tuin in, zie je weer diezelf de man waarmee je al de hele dag op de sluis hebt gezéten. Het is niet meer van deze tijd om zo dicht bij je werk te moe ten wonen." stad. „Dat beviel prima, maar we konden er niet blijven wo nen toen Theo op z'n 55e moest stoppen met werken. We had den dus haast om een nieuwe woning te zoeken. We wilden zo als ook in Duitsland vrij wonen, vlakbij water, in Friesland of Zeeland. We vonden Friesland toch te ver. Zo zijn we hier te recht gekomen, lekker vrij én aan het water." Eén probleem: de doorgaande weg Goes-Zierikzee over de Zandkreekdam is sinds 1994 drukker en drukker geworden. Vooral de laatste jaren is het ver keer toegenomen. paar kilometer afstand ligt. Theo en Greet Barendse hebben weinig met het dorpje. „We ko men er om te stemmen en een en kele keer om de kinderen van de buren naar de basisschool te brengen." Voor een boodschapje gaan ze naar Kortgene, de grote inkopen- doen ze in Goes. „Dat lijkt dicht bij, maar dat valt nog tegen. Vanaf hier kan je niet zomaar de Deltaweg oprijden. Daarvoor moet je de parallelweg op, waar auto's officieel niet mogen ko men. Daar hebben wij een ont heffing voor, maar ook dan moet je nog enkele kilometers Theo en Greet weten daar alles van. Ze stonden in de jaren tach tig zelf voor de keuze om naast collega's van Theo te gaan wo nen. „We woonden in Leiden en ik kon op een Nederlandse leger basis in Duitsland aan de slag. Defensie bood ons een woning aan. Dat vonden we niks, het was een klein appartement, om dat we maar met z'n tweeën wa ren én we wilden niet tussen mijn collega's wonen." Boerderijtje Het Leidse echtpaar betrok in Duifsland een boerderijtje aan een meer, ver van een dorp of Greet: „De extra brug is er geko men over de Zandkreeksluis, bij Bruinisse is hetzelfde gebeurd en vergeet de Westerscheldetun- nel niet. Vooral meer vrachtwa gens komen hier langs." Alles went en het uitzicht blijft - veel of weinig autoverkeer - adembenemend. Alleen, die tweede Zandkreekbrug, de 'by pass', die heeft het leven voor het echtpaar Barendse op één van de opvallendste woonstek- ken in Zeeland grondig veran derd. „Vroeger waren de sluizen een soort verlengde achtertuin", diept Greet op. „We liepen er zó naar toe. Vooral 's zomers was het een gezellige boel, we na men de parasol en koelbox mee. Op het grasveld naast de sluis zaten we daar met wat mensen. Kijken welke stunts de water sporters met hun bootjes uithaal den. Wat een geklungel je af en toe zag, prachtig!" De sluis tussen het Veerse Meer en de Oosterschelde lijkt veel verder, door de bouw van de tweede brug en de bijbehorende ringweg. „Het is nu een hele klim om daar te komen. De brug moest zo hoog worden, zodat de kleinere bootjes er onderdoor konden varen. Maar elke keer als de sluis geschut wordt, gaat-ie gewoon open." Het uitzicht, het buitenleven, de steeds wisselende wolkenpar tijen, de regenbuien die je van verre ziet aankomen over de Oosterschelde. Theo en Greet houden ervan en nemen er ge noegen mee dat hun voormalige sluiswachterswoning niet al te ruim is. De meeste bewoners hebben van de keuken en de woonkamer één ruimte gemaakt en de keuken naar achteren uit gebouwd, de familie Barendse (nog) niet. Greet: „Daar hadden we geen tijd voor. We moesten er zo snel mogelijk in. Boven dien zijn we maar met tweeën. Maar binnenkort gaan we de keuken wel aanpakken hoor." Theo toont, zuchtend van de hit te, zijn enthousiasme voor de verbouwing: „Ik begin eraan als het min veertien is." Joeri Wisse De huizen aan de Zandkreeksluis werden vroeger bewoond door sluiswachters van Rijkswaterstaat. D e Zandkreekdam is het eerste onderdeel van de Del tawerken in Zeeland dat gereed kwam, in 1960. Om de beroepsvaart vrije doorgang te kunnen verlenen, wer den-de sluizen in de dam 24 uur per dag bediend. Twee sluiswachters moesten tegelijkertijd de wacht houden. Zes full-timers waren nodig om alle diensten te draaien. Esther Neyt van Rijkswaterstaat: ,;Het.was bij benoeming tot sluismeester vérplicht in een dienstwoning te:gaan wo nen. Die regel is in de loop van de tijd afgeschaft. Een aan tal mensen ging in deeltijd werken. 's'Zomers kwamen er oproepkrachten. Tot in de jaren tachtig verhuurde; de Rijksgebouwen dienst de woningen. Omdat het onderhoud te duur werd, zijn ze in die tijd té koop aangeboden aan de huurders. Niet alle dienstwoningen zijn direct van de hand gedaan. Het blok dat het dichtst bij de sluis staat, diende van 1987 tot 1995 als kantoor van de scheepvaartdienst Ooster schelde. De noordelijkste woning is tot 2004 gebruikt als kantoor van de kantonnier van Rijkswaterstaat. foto Willem Mieras Theo en Greet Barendse voor hun huis. Vanuit de woningen.is te zien hoé watersporters druk doende zijn met hun jacht. DE VOORDEUR De voordeur biedt toegang tot een woning, maar wat daar achter schuil gaat, blijft voor velen onzichtbaar. In deze serie een kijkje achter de voordeuren van Zeeuwse huizen. Iedere week gaat een andere deur open en geeft de bewoner een blik in zijn of haar leven. foto's Mechteld Jansen Ze bekijkt ons in eerste instantie met een wat donke re blik, maar eenmaal binnen draait ze bij als het spreekwoordelijke blad aan de boom. Jenny Dijkgraaf (62) wist wat zweetdruppeltjes van haar voorhoofd en begint direct koffie te zetten. „Och," zegt ze met een glimlach, „ik had het gewoon warm, want ik was net aan het schoonmaken. Moet je ook niet doen met dit warme weer." Binnen is het lekker koel, het zonlicht wordt efficiënt geweerd. Jenny bewoont samen met echtgenoot Jaap (61) een vrijstaand huis aan de Magdalenaweg in Schoondijke. Jaap, een oud-Amsterdammer met nog steeds een char mante hoofdstedelijke tongval, heeft het eigenhandig neergezet.'Als oud-marinier weet hij van aanpakken en in anderhalf jaar tijd verrees het riante pand. Met een dubbele garage erbij. „Ach ja, ik ben in de zomer van '98 begonnen en kerst '99 konden we erin." Jenny: „Er stond hier eerst een vakantiehuis van Bel gen, heel klein was dat. We hebben dat rond 1990 ge kocht en helemaal afgebroken." Het duo bezit overi gens een niet onaanzienlijk deel van de Magdalena weg. Wat nonchalant wijst Jenny „vanaf hier tot hele maal ginder is van ons." En 'helemaal ginder' is toch wel een behoorlijk stuk. Met daarop de loodsen waar manlief de beelden maakt die verkocht worden in het bedrijf 'de tuinkabouter' van de Dijkgraafs. Begonnen als hobby met een paar ganzen, nu uitgegroeid tot een zaak met een grote variatie aan beelden. Van zonnen en manen tot mens- en dierfiguren, Mexicaans kera miek en ander werelds werk. De ganzen uit de beginpe riode sieren nog immer het muurtje bij de entree van de woning. Aan het einde van de doodlopende weg staat een wit, houten gebouwtje met daarnaast een grote kersen boom en een moestuin. Het ademt een haast mediterra ne sfeer. In de moestuin heeft Jenny onder meer aard appelen, kool en frambozen staan. Het echtpaar woonde enige tijd in Amsterdam. Jenny: „We zijn er getrouwd, maar we konden er nooit een huis vinden. Meer dan een kamertje met bed was het niet. Ik kom hier vandaan, dus toen hebben we beslo ten naar hier te gaan. Het huis hiernaast is nog van mijn vader geweest." Jaap wijst op de vaart naast de weg. „Die loopt .hele maal door tot aan de zee. Bij Nummer Een. Hier is 'ie maar een meter of drie vier, maar verderop wordt die wel twaalf meter." De koffie wacht binnen, dus wordt het gesprekje al daar voortgezet. In de ruime woonkamer vallen de ver schillende uitheemse houtsnijwerken aan de wancl op. Jenny: „Ik ben altijd al gek geweest van Indianen, van kleins af aan. Vraag me niet waarom... Ik heb Indianen meegenomen van onze reizen naar Peru en Bolivia. Toen ik bij de marine zat, mocht ik als vrouw niet va ren. Toen was dat nog zo, geen vrouwen aan boord. Nou, dat heb ik wel ingehaald, we trekken nu de hele wereld rond. In januari gaan we weer weg, zeven we ken naar Bali.. We hebben ook wel'eens overwinterd in Spanje, maar dat vind ik niet zo denderend." Jaap: „We wonen hier heel prettig. Als je boven staat en de bomen zijn kaal, zie ik de schepen op de Schelde varen." Hij wijst in de verte: „De kerktoren van de Groe kun je vanaf hier zien." Annemarie Zevenbergen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 25