Waar kinderen zijn, zijn pedofielen toert in Franse Ardèche Hollandse Wegenwacht Hij kon niets verkeerd doen zaterdag 5 augustus 2006 ventie Er zou een landelijk team moe ten worden opgezet om misbruik van basisscholieren te voorkomen." Pedofielen zijn volgens Van Engelen nu amper te herkennen. Juist op scho len voelen ze zich prettig, zo blijkt uit onderzoek. Ook op een website voor pedofielen, staat het onderwijs als in valshoek genoemd om met kinderen in aanraking te komen. Docenten en schooldirecteuren moeten volgens haar leren hoe ze ontuchtsignalen kun nen herkennen. Klaslokalen zonder ramen naar de gang, deuren die altijd dicht zijn. Le raren die oudere kinderen nog steeds op schoot nemen en die kind met de kinderen zijn. Leraren die stoeien en docenten die de kinderen mee naar huis nemen. Sommige onderwijzers maken zelfs hoekjes in het lokaal, waar ze de kinderen mee naar toe ne men. „De veroordeelde directeur in mijn boek had zulke plekken op zol der ingericht." Pedofielen die zich ook daadwerkelijk aan kinderen vergrijpen zijn volgens Van Engelen vernuftig en manipula tief. „Daarom kan het jaren doorgaan. Ze binden die kinderen aan zich en zor gen dat ze hun mond houden. Het is net als het inpalmen door een groom- mpproces bij loverboys. Kinderen zwijgen omdat hun angst groter is dan het vertrouwen dat ze in hun ouders hebben. Ze zijn door de pedofiel ver leid om dingen te doen waar ze zich nu voor schamen en waar ze zich schuldig over voelen. De pedofiel weet dit en maakt er misbruik van." Internet Naast het onderwijs, is internet een tweede vindplaats voor pedofielen. De mannen hebben er ontmoetingsplaat sen ingelicht, waar Van Engelen tot door wist te dringen. „Vaak zijn het jongere pedofielen die het als een spel zien om politie, justitie en de hetero maatschappij te slim af te zijn." Op internet ontmoette ze volgens haar de ervaren, oudere voormannen, zoals de oprichters van de politieke pedofie lenpartij. Ze laat foto's zien van een bijeenkomst van de mannen op hun jaarlijkse, internationale Boy Love Day. De mannen zitten keuvelend op hun terrasje, zich totaal niet bewust van Van Engelen met haar camera. Sinds haar eerste boek weten ouders van misbruikte kinderen de gedreven fanatieke pedofielenonderzoekster steeds vaker te vinden. Zij ziet zich daarom niet als een roe pende in de woestijn. Met name reac ties uit het buitenland steunen haar ook in haar mening dat Nederland te weinig tegen pedofilie doet. Ondanks of dankzij haar onderzoek en kennis van pedofielen, vindt ze dat de mannen hulp moeten krijgen. „Het wordt tijd dat mensen zich realiseren dat ook hun eigen kind pedofiel kan zijn. Dat betekent niet al dat die pedo fielen ook kinderen misbruiken. Er moet echt meer openheid over komen om iets te kunnen doen." Van Ireen van Engelen verschenen bij uitgeverij De Geus de volgende boe ken: Jij mag nablijven (2006) en En ze noemen het liefde (1999). Fleur Besters Ireen van Engelen houdt van honderden pedofielen dossiers bij. foto Maartje Blijdenstein/GPD Misbruik op basisscholen kan ongemerkt tientallen jaren voortduren. Dat consta teert onderzoekster Ireen van En gelen. Zij bestudeerde voor haar boek Jij mag nablijven twee gro te ontuchtzaken op basisscholen. „Het komt veel meer voor dan men zich realiseert. Maar men sen vinden het te eng om te be spreken." Waar kinderen zijn, zijn pedofie len. Pedagoge Ireen van Enge len (57) is meer dan overtuigd van haar zaak. Twaalf jaar geleden vond ze een briefwisseling tussen haar neef en een groepsleider van het Amster damse Burgerweeshuis. De 'verlekker de sadomasochistische ontboezemin gen' van de groepsleider schokten haar, maar leidden ook tot nieuwsgie righeid naar de achtergrond van deze mannen. Nu staat haar leven in het teken van een bijna obsessief onderzoek naar pe dofilie. Honderden pedofielen hebben met hun dossier een plekje in de com puter of kast in haar werkkamer. Ze rolt tijdens het gesprek meermalen door de ellenlange lijsten met namen van bij haar bekende pedofielen. Zes honderd staan er met hun bijnaam in haar computer, nog eens 240 mannen zijn door haar geïdentificeerd. Allemaal hebben ze een eigen digitaal mapje waar iedere snipper informatie over hen in wordt verzameld. Een melding op een website, een arti kel in een tijdschrift voor en van pedo fielen, de pedo-onderzoekster be waart veel, heel veel. Vorige week nog stond ze met haar stichting Soelaas bij de rechter om de komst van de pe dofielenpartij voor Naastenliefde, Vrijheid en Diversiteit te voorkomen. Dat mislukte, maar zoiets is voor Van Engelen geen reden om haar strijd te staken. De groep pedofielen die actief is op in ternet, is een soort familie voor haar geworden. Iedere dag kijkt ze even of er nieuwe berichtjes zijn geplaatst. Sommige pedofielen ontmoette ze zelfs, de ene keer wist haar gespreks partner haar daadwerkelijke motie ven niet, de andere keer wel. „Het zijn allemaal toch wel heel ge stoorde mensen", oordeelt de pedago ge in haar werkkamer in Amsterdam. Een muur is er volgeplakt met kran tenknipsels over haar eenzame strijd tegen pedofilie. Ze zal af en toe een knipsel - bijna achteloos maar wel heel zorgzaam - beter tegen de goud kleurige ondervellen plakken. De andere muur in de kleine, kamer biedt plaats aan archiefkasten met mappen vol informatie over pedofie len. Een buurman in het appartemen tencomplex in Amsterdam - Noord knipt de artikelen voor haar uit een landelijke krant. Sommige dingen leest ze niet eens meer, ze zoekt dan enkel naar aanknopingspunten voor het juiste mapje en bergt ze op. Kennis Haar archief is minutieus, haar ken nisdrift enorm. Ze wil Nederland wak ker schudden. Snapt niet dat geen en kele school reageerde op haar boek Jij mag nablijven. De twee ontuchtzaken op basisscholen in Sexbierum en As sen die ze daarin aan de hand van de ervaringen van twee ouderparen on derzocht, leggen volgens haar de falen de structuren op de scholen pijnlijk bloot. Ze laten zien hoe er destijds al twijfels waren over de motieven van de - naar later bleek pedofiele - docen ten en hoe achteraf alles op zijn plaats viel. De arrestatie van de twee Eindho- vense docenten, tweelingbroers, ver baast haar niet. De mannen worden verdacht van jarenlange ontucht met minderjarige jongens, onder wie leer lingen van basisschool 't Palet, waar beide mannen lesgaven. „Iedere schoolleiding zou mijn boek moeten lezen. Je moet over pedofilie durven te praten. Nu blijft het steken in het roepen van schande", zegt Van Engelen gedecideerd. „Er is veel te weinig politieke aandacht voor kinder misbruik en te weinig geld voor pre- dood. Ik heb het gevoel dat het veel te lang heeft voortgeduurd omdat niemand iets durfde te zeg gen." Op het schoolplein spraken de jongens vaak over de populaire leraren. Zijn ervaringen gaan over de meester van de zesde klas. „Iedereen zei dat hij kleine kindertjes probeerde te pakken. Je zei natuurlijk altijd dat jij net had kunnen ontko men. Als ik er nu op terugkijk moet het dus regel matig zijn gebeurd." De leraar liet zijn leerlingen vaak nablijven. Op een zeker moment was ook hij bij de Eindhove- naar aan de beurt. De klasdeur ging dicht en daar zaten ze samen in het lokaal. „Je mocht dan op schoot zitten. In eens voelde ik zijn erectie. Ik wilde weg, maar dat mocht niet. Hij hield je vast", beschrijft hij zijn eerste misbruikervaring. Na die eerste keer, probeerde hij na schooltijd altijd zo snel moge lijk weg te komen, maar hij zou nog vaak bij de leraar op schoot moeten zitten. De twee mannen vormden een opmerkelijke ver schijning. Niet alleen gaven ze als tweeling les op dezelfde school, ook woonden ze samen in Boven in de hoek van basisschool 't Palet was het lokaal. Het moet midden jaren tachtig zijn geweest toen de meester hem voor het eerst vroeg na te blijven. De Eindhovense jongen was blij. Thuis had hij het rot. Aandacht van die leu ke, gezellige leraar van de zesde klas was dus fijn. „Hij was lief en aardig. Een vriendelijke man, terwijl mijn vader thuis altijd schreeuwde. Hij legde alles heel goed uit als je iets niet snapte. Nee, hij kon niets verkeerd doen. Zo'n vent geeft je liefde en je bent het haasje", zegt de 32-jarige Eindhovenaarnu. Een paar weken geleden, kort na de arrestatie van de twee 56-jarige onderwijzers uit Eindho ven, kwam hij een oude kennis tegen. Ineens kwam de hele geschiedenis weer naar bo ven. Nu wil hij zijn verhaal vertellen omdat hij zeker weet dat het misbruik veel langer heeft plaatsgevonden dan de politie in eerste instantie vermoedt. „Ik kon wel door de grond zakken toen ik hoor de waarvan ze verdacht worden. Ik schaam me hun Woenselse huis. „We hebben er ook over ge lachen samen, als jongens onder elkaar. Dan fietsten ze voorbij en zeiden we: daar heb je hem weer, die viespeuk. Je besefte niet dat het ver keerd was." „Ik schaam me. Ik vind het zo vies van mezelf dat ik het heb toegelaten. Mijn waardigheid en trots zijn weg." Dan het contrast, tussen de vriendelijkheid en het misbruik. „Hij ging met ons wandelen als het mooi weer was, zorgde voor leuke plaatjes bij de lessen en hij redde de zwaluw die vast was komen te zit ten in het dak, dat weet ik nog goed." De Eindhovenaar heeft melding gedaan bij de re giopolitie. Het misbruik is verjaard, maar hij kan wel een getuigeverklaring afleggen die bij het dossier over de mannen wordt gevoegd. Om dat hij daarvoor zijn anonimiteit moet opgeven, denkt hij daar nog over na. De termijn voor verjaring gaat in vanaf het mo ment dat het slachtoffer acchttien jaar wordt. Daarna moet binnen twaalf jaar aangifte wor den gedaan. Een melding kan altijd. Wegenwachters Gertjan van Heijnsbergen (1) en Rien Schouw op hun camping, foto GPD garage. Begon die garagehouder in een keer te wijzen op zijn voorhoofd en te klagen over oneerlijke concurrentie. Ze hebben geen idee wat we doen en zijn als de dood dat wij hier ook Fransen gaan helpen. Ter wijl dat natuurlijk helemaal niet de insteek is." Van Heijnsbergen kan het probleem van de familie Bakkers uiteindelijk niet oplossen. Na een uur worstelen met zijn storingszoe ker, door ANWB-kringen al liefkozend Playstation genoemd, gooit hij de motor kap weer dicht. „We verwijzen deze mensen door naar een garage in de buurt waarmee de ANWB een goede verstandhouding heeft opgebouwd. Dat is ook wat we te bieden hebben: een net werk van garages waarvan we zeker weten dat het geen sjaggeraars zijn." Toch zit het Van Heijnsbergen niet lekker. „Je wilt alles oplossen, maar dat kan niet. Soms moet je jezelf in bescherming nemen tegen je eigen wil om iets per se te repareren. Gelukkig zit ten mensen er op vakantie minder mee dat hun probleem niet direct wordt verholpen. In Nederland komt dat nogal eens voor. Je moet mensen vaak enorm onthaasten." De Wegenwachters draaien volop overuren in de Ardèche. Vakantie vieren is er niet bij. Dagen van veertien uur werken zijn eer der regel dan uitzondering. Ook als het bier om half twaalf 's avonds op tafel komt, blij ven Schouw en Van Heijnsbergen met hu: vak bezig. Het geval van de familie Bak kers wordt uitentreuren besproken, enigs zins tot ergernis van de vrouwen van de Wh genwachters die hun mannen op de cam ping vergezellen „Toen Gertjan bij de Wegenwacht ging sa- - liciteren werd ik uitgenodigd voor een ge sprek. Of ik er wel achter stond dat hij dit, *i werk ging doen. Destijds was dat een Stan- I daard-procedure"zegt Anita van Heijns-j I bergen. Al vier jaar stuurt de ANWB Wegenwach ters naar Frankrijk. Ondanks het feit dat per dag niet veel auto's kunnen wordengn y repareerd, bespaart de organisatie er veel kosten mee. Wanneer een auto op de cam-1 ping kan worden gerepareerd, scheelt dat al gauw honderden euro's aan sleepkostea n: Om nog maar te zwijgen van overbodige»! 8( paratiekosten voor de automobilist. Druivenveld „De afstanden die je in de Ardèche aflegt, 21 zijn enorm", zegt Schouw. „Bovendienkui et je nauwelijks een gemiddelde van vijftigki- lometer per uur halen. Alles gaat op en af. J Ook je navigatiesetje werkt niet altijd, i |v Voordat je het weet sta je midden in een jj druivenveld." Niet alleen de warmte is een belangrijke lr oorzaak van de pechgevallen in het buiten- land. De wijze waarop auto's worden be stuurd, is nog belangrijker. Het nieuwen]- den, is in heuvelachtig gebied bijvoorbeeld niet aan te raden, zegt Van Heijnsbergen. „Automobilisten denken kosten te bespa ren door met minder toeren rond te rijden In het vlakke Nederland kan dat misschiet nog wel. Daar kun je makkelijk vijftig in» vierde versnelling rijden. Hier niet. De mo- tor raakt zo oververhit. Bergop is het het - beste om lekker zeventig te rijden in de der- s de versnelling. Of vijftig in zijn twee. Zo- iets moet je wel voorzichtig bij mensen brengenAutomobilisten zijn extreem ge- voelig als ze ineens op hun rijgedrag aangr sproken worden." f KikElfa* 1 Tussen de druivenvelden en de onophou delijk tsjirpende krekels in de Franse Ardèche trekt de ANWB-motor van Wegen wachter Gertjan van Heijnsbergen uit Hees- wijk-Dinther veel bekijks. Net als zijn Hoe- vense collega Rien Schouw rijdt hij zeven weken door de streek waar het barst van de kamperende Nederlanders. Gestrande land genoten worden door hen weer op weg ge holpen. Vanuit het ANWB-steunpunt in Lyon krij gen Van Heijnsbergen (43) en Schouw (54) hun opdrachten. De aanwezigheid in Frank rijk is een hoogtepunt in hun loopbaan als Wegenwachter. In plaats van stan daard-klusjes op de Nederlandse polderwe gen wachten nu pechgevallen op onbeken de plekken, vooral op de camping. Van eind juni tot het midden van van deze maand kamperen de Brabanders zelf ook. Op een rustige locatie, zonder al te veel Ne derlanders. Schouw: „Je moet oppassen dat vakantiegangers niet voor ieder wissewasje naar je toekomen. Elke auto mankeert wel iets. Landgenoten weten precies wat Wegen wachters doen, dus werken we het liefst vanuit een plek met veel buitenlanders of vanaf een camping waar geen Nederlanders staan. De buitenlanders hier denken dat we van de politie zijn of zo. Ze laten ons met rust." Van Heijnsbergen en Schouw mogen alleen Nederlanders helpen die zich via de ANWB of een verzekeringsmaatschappij verzekerd hebben van pechhulp in het buitenland. Zij komen overal, behalve op de nationale snel wegen en tolroutes. Die zijn door de over heid toebedeeld aan Franse sleepbedrijven. Vertrouwen De Nederlanders die door de ANWB'ers worden geholpen, lopen niet over van ver trouwen in de Franse monteurs of zijn zon der uitzondering bang getild te worden door een Franse garage. Zoals de familie l Bakkers uit Goirle, die met drie tieners is gestrand met een kapotte airco en ventila tie. „Je kunt het wel door zo'n Franse auto Gertjan van Heijnsbergen repareert de bestelwagen van de familie Klomp. foto GPD dealer laten nakijken, maar dan krijg je waarschijnlijk direct een dikke rekening en je moet maar afwachten of het opgelost wordt. Ik wil liever door iemand geholpen worden die Nederlands spreekt", zegt va der Bakkers. Van Heijnsbergen: „Het taalprobleem zorgt voor wantrouwen. Mensen hebben snel het idee dat ze om de tuin worden geleid. Soms is dat inderdaad terecht. Monteurs in Fran se garages hebben bijvoorbeeld een bloedhe kel aan noodreparaties. Ze hebben er een handje van om allerlei onderdelen te ver vangen, waar een kleine ingreep had vol staan. Ben je als automobilist wel ineens 1000 of 1500 euro kwijt, terwijl in Neder land een kleine rekening zou zijn uitge schreven." Neem de familie Klomp uit Lely stad. De multiriem van hun bestelwagen is kapotgegaan, waardoor de airco niet meer werkt en - erger nog - de accu niet meer wordt opgeladen. Na tussenkomst van de Wegenwacht kan met een kortere riem als nog de terugreis worden aanvaard. „Je weet niet wat er was gebeurd, wanneer de ze mensen bij een Franse garage zouden zijn terechtgekomen." De ANWB'ers hoeven in Frankrijk dan ook niet op een warm onthaal van lokale gara ges te rekenen. Schouw: „Ze betichten ons al snel van broodroof. Kort geleden moest mijn collega een accu kopen in een Franse

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 22