PZC
De Comice moetje rijp eten
f' -
k "S
Nu zijn er badgasten en kaardebollen
mm* mm*
\f"L d";V-
Peren
kweken
weerwoord
namen
Redactie bijlagen: 0113-315680
www.pzc.nl
E-mail:redactie@pzc.nl
Postbus 31, 4460 AA Goes
Advertentie-exploitatie:
Noord- en Midden-Zeeland: 0113-315520;
Zeeuws-Vlaanderen: 0114-372770;
Nationaal: 020-4562500.
dinsdag 1 augustus 2006
r,
v~T j9
-?'\V s
Rien van Hekken, fruitteler te Oudelande: „De opkweek van peren is moeilijker dan van appels."
foto's Willem Mieras
Doyenné du Comice
Zeeuwse fruittelers wis
selen in toenemende
mate de appel in voor de
peer. Aan de vooravond van
de nieuwe oogst houden de
Nederlandse Fruittelers Or
ganisatie, de Zuidelijke
Land- en Tuinbouw Organi
satie en DLV Plant op 4 au
gustus een perendag. Want
er valt altijd nog te leren.
Conference
Rien van Hekken, fruitteler
te Oudelande, spreekt uit
jarenlange ervaring. „De op
kweek van peren is moeilijker
dan van appels. De aanlooppe
riode tussen het planten van een
boom en de eerste oogst duurt
langer: vier jaar, tegen een ap
pel twee jaar. Voordat er een re
gelmatige dracht is, ben je wel
zes jaar verder. Je hebt een hoge
re investering en perenbomen
zijn duurder dan appelbomen."
Er komt ook meer vakwerk bij
kijken, vindt Van Hekken. „Het
grootste probleem van een pe
renboom is dat hij te hard kan-
groeien. Dat moet je goed in de
gaten houden." Groeiremmers
zijn verdwenen. De teler is nu
aangewezen op het snoeien van
de wortels en/of het inzagen van
de stam: hoog en laag een inke
ping maken. Dat is toch even op
passen; de inkeping mag niet
over de helft van de stam heen
komen.
Daar staat tegenover dat een pe
renboom langer meegaat. Van
Hekken: „Vroeger zeiden ze dat
je peren plant voor je nage
slacht en dat ze wel een mensen
leven meegaan. Bij goede grond
en goede zorg kan dertig tot
veertig jaar heel goed. Ik heb bo
men staan van 1957 en die peren
mag je echt nog zien." Pluspunt
is verder dat in de peren - zeker
de Conference - minder gespo
ten moet worden dan in appels.
De gevoeligheid voor ziekten en
plagen valt mee. Wel is het oplet
ten geblazen, stelt Van Hekken.
Zo dreigt bij broeierig weer
zwartvruchtrot, een schimmel,
op te rukken en de enige reme
die daartegen is (met mate) spui
ten. De perenbladvlo kan heel
goed met natuurlijke vijanden,
zoals zweegvliegen, bestreden
worden. „Ik heb een stuk wind
scherm met allerlei bomen en
struiken erin. Daar zitten veel
insecten die massaal op de pe
renbladvlo vliegen", vertelt Van
Hekken. „Maar schimmels blij
ven een probleem."
Bij de fruittelers scoort vooral
het Engelse ras Conference
hoog. Een lekkere peer, niet
schurftgevoelig en - belangrijk
voor de supermarkt - een lang
'uitstalleven'. Niks mis mee, be
aamt ook Van Hekken. Toch is
hij bezorgd dat de Conference
helemaal gaat overheersen.
„Dat heb je met de appels ook
gezien, bijna allemaal Elstar en
Jonagold. Ik ben bang dat er
voor de peren ook één hoofdras
komt, de Conference, terwijl er
zoveel andere lekkere peren
zijn." Van Hekken geeft aan dat
vooral de invloed van de grote
winkelketens zich doet gelden.
„Die willen een ras dat de consu
ment herkent, dat lang in het
schap kan liggen en waar ze wei
nig restpartijen van hebben. En
hoe meer rassen, hoe meer rest
partijen."
Hij heeft zestien hectare peren
staan, vooral Conference, maar
van oudsher ook andere rassen.
Zolang daar nog afzet voor is,
blijft Van Hekken die telen. De
peren hebben veelal mooie Fran
se namen, omdat daar de meeste
rassen vandaan komen. Automa
tisch wordt ook de naam van de
Conference op z'n Frans uitge
sproken, hoewel de herkomst
echt Brits is. Het kan geen toe
val zijn dat veel Zeeuwse Confe
rences naar Engeland gaan.
Voor Rien van Hekken begint
een oogstjaar rond 20-25 augus
tus, met de pluk van de
Triomphe de Vienne. „Een heel
goede handpeer." Daarna komt
eind augustus de Beurré Hardy.
„Een sappige handpeer, niet zo
zoet, meer fris-zuur. Er is voor
al vraag naar in Duitsland." De
Bonne Louise d'avranches is een
handpeer die half september
plukrijp is en een heel bijzonde
re, rinse smaak heeft.
De laatste peer die geoogst
wordt, noemt Van Hekken 'de
koningin onder de peren', de
Doyenné du Comice. „De beste
peer. Het sappigst en zoetst. Als
teler moet je er echt vakkundig
mee omgaan, hij is gevoelig voor
beschadigingen. De Comice
moet je absoluut rijp eten, an
ders is hij niet lekker. Het is
zo'n peer die je eigenlijk met je
zakdoek in de hand moet eten."
Om helemaal compleet te zijn:
op zijn bedrijf teelt Van Hekken
ook nog Beurré Alexandre Lu
cas en twee stoofpeerrasen: de
Saint Rémy en de Gieser Wilde
man. De laatste is een roodko-
kertje.
De Oudelandse teler signaleert
dat de consument anders met pe
ren omgaat. Nog net niet rijpe
peren kopen, ze op een schaal
leggen, rijp laten worden en ze
tijdig, voordat ze melig worden,
opeten - dat is menigeen te veel
moeite. „De jongeren willen een
handzame, knappeiïge vrucht.
Meteen het steeltje eraf breken
en happen maar. Dat kan met
de Conference, die kun je al eten
als hij nog niet helemaal rijp
is."
Ondanks de warme zomer ver
wacht Van Hekken dat de peren-
oogst niet veel eerder op gang
komt. Omstreeks 7 september
begint de pluk van de Conferen
ce en dat is normaal. Er is spra
ke van een heel goede zetting,
ofwel vruchtvorming. Zoveel,
dat er fors gedund moest wor
den. Augustus is belangrijk: de
vruchten groeien uit en hebben
veel vocht nodig. De meeste
fruittelers kunnen water toedie
nen, maar een paar flinke regen
buien zijn volgens Van Hekken
het beste.
Rinus Antonisse
Perendag 2006, vrijdag 4 augus
tus, 09.30-17.00 uur. Vogelaar
Fruitcultures, Oude Rijksweg,
Krabbendijke. Studiedag met
informatiemarkt, rondleidingen
en demonstraties.
Als de oogstmaand
het sterk dauwen
doet, blijft
gewoonlijk het
weder goed
Bcfificiidt
Ook met mooie benen,
kun je verkeerd uit
bed stappen. Dat bleek, ja,
dat bleek direct. Het was
laat geworden gisteren en
niet leuk. Ach, laat maar,
ze wil er toch niet over pra
ten. Ze moet vanmorgen
naar Eckhardt. Misschien
gaat het beter als ze bij Eck
hardt zal zijn.
Meer dan driehonderd fami
lies Eckhardt moeten er in
Nederland leven. Zeeland
is daarbij goed bedeeld:
naar schatting tussen de 60
en 80 families. Vooral
Zuid-Beveland mag over
het aantal Eckhardts niet
klagen. Ook Walcheren en
het middendeel van
Zeeuws-Vlaanderen heb
ben er meer dan genoeg
van.
Er zijn wat varianten:
Eckart, Eckardt, Eckert,
Ekkart, Ekhart. Zo te zien
zitten die niet in de con
treien waar Trudy Murre
gebakken lucht verkoopt.
De achternaam Eckhardt is
een oude voornaam. Eck
hardt komt van het Ger
maanse agi-hard, dat letter
lijk 'zwaard-sterk' bete
kent, iets als 'de man met
het sterke zwaard'. In La
tijnse teksten werd de
naam Aghardus, Achardus,
Acardus, Eckardus. De
naam komt al in de lage lan
den voor sinds de 12e eeuw.
Dat zwaard, dat agi dus, zit
in meer namen. De bekend
ste voornaam, nog uit de
tijd van Karei de Grote, is
Eggerik. Ook Egberts bij
voorbeeld, van Egbert, dat
'zwaard-licht' betekent, en
in andere landsdelen Eibert
werd. En wat te denken
van de oude voornaam Eg-
mond? Of de voornamen
Age, Eige - allemaal man
nen met zwaarden. Het ach
tereind van de familienaam
Eckhardt zit ook in Ger
hard, Gerard, dat 'sterke
speer' betekent.
Nu wist Trudy wat ze voel
de: vandaag had ze last van
een kort lontje, al direct bij
het opstaan wist ze het, ja,
een kort lontje had ze.
Lo van Driel
Het lijkt een vergeten plek.
Wie door de Paulinapol-
der nabij Hoofdplaat en Bier
vliet rijdt, komt bijna niemand
tegen. In het noorden, aan de
Westerscheldedijk, staat een
oorlogsmonument ter herinne
ring aan de landing van een Ca
nadese divisie in oktober 1944.
Vanaf hier zette die de bevrij
ding van West-Zeeuws-Vlaande-
ren in. Opvallend genoeg is het
op de naastgelegen parkeer
plaats een drukte van belang.
Aan de andere kant van de dijk
blijkt een strandje te liggen.
Vooral Belgen weten het verbor
gen plekje te vinden om er lek
ker af te koelen.
Ze weten waarschijnlijk niet
dat precies op die plaats ooit
een haventje lag. F. Thomaes
uit Hoofdplaat kan het zich nog
herinneren. „Ik praat dan over
een jaar of vijftig geleden. Er
was toen niet zoveel bedrijvig
heid meer. Ze verscheepten al
leen nog bieten."
De Paulinahaven was toen op
zijn retour. Het haventje werd
in 1902 aangelegd, op verzoek
van een aantal plaatselijke land
bouwers. Kosten: 12.983 gul
den. De familie van Thomaes
had indirect veel te maken met
de komst van de haven. „Een
voorvader van mij kwam in
1803 vanuit Vlaanderen hier in
de streek wonen", vertelt de
Hoofdplatenaar. „Hij kocht een
aantal schorren. Zijn kinderen
hebben die in de loop van de
eeuw ingepolderd."
In 1845 dijkten ze een groot ge
bied ten noordoosten van Bier
vliet in. Een deel kwam in han
den van de familie Thomaes en
kreeg ook diens naam: Thomaes-
polder. De rest werd staatsbezit
en werd Paulinapolder ge
noemd.
Aanvankelijk verscheepten de
lokale boeren hun waar vanuit
Biervliet. Dat had destijds nog
een rechtstreekse waterverbin
ding met De Braakman. Die ver
dween in 1866 door indijking
van de Elisabethpolder. Als al
ternatief kwam er aan de rand
van de Paulinapolder een laad-
en losplaats aan de Westerschel-
de.
Op een echte haven, inclusief
kade en weeghuisje, was het
toen nog 35 jaar wachten. De
voorziening werd meteen goed
gebruikt. In 1923 was de oor
spronkelijke lengte van de kade
al meer dan verdubbeld: van 26
naar 56 meter. Naast bieten wer
den vooral aardappelen en vlas
afgevoerd.
Nadat het haventje halverwege
de jaren '60 door verzanding on
bereikbaar was geworden, ver
dween het in 1972 helemaal
toen de dijk ter plaatse werd
versterkt. Nu is er niets meer
van te zien. Naast het strandje
gaat de natuur haar eigen gang.
Op de schorren valt het grote
aantal kaardebollen op. Op de
tekening zijn er een paar te
zien.
Martijn de Koning
Zeeland grossierde vroeger in haven
tjes. Veel zijn er verdwenen, in onbruik
geraakt of hebben een andere bestem
ming gekregen. In de serie Aanmeren
aandacht voor dit maritiem erfgoed,
met illustraties van Adri Karman. Deze
week: de Paulinahaven.