Liefde met de kracht
van vernietigend vuur
PZC
Christiaan
Weijts
Een andere Plato die
naar de natuur kijkt
Patrick
Lateur
fotosynthese
woensdag 19 juli 2006
proza
Marc Cave: De optiekoning -
Zul je altijd zien. Helemaal on
deraan de bulk die de koerier
voorafgaande en tijdens de
maand van het spannende boek
om de deur gooit, ligt de thriller
van het jaar. De Belgische eco
noom en beleggingsdeskundige
schreef eerder Draaikolk en dat
was al een meer dan goed de
buut over de financiële wereld
(van Luxemburg).
In De optiekoning brengt de
Purmerendse vermogensbeheer
der Ruud Nooteboom met echt
genote en zoon een bezoek aan
zijn zus en zwager in Sao Paulo.
De Braziliaan, in het dagelijks
leven directeur van een autofa-
briek, is gokverslaafd. Hij heeft
zijn laatste spelletje dik verlo
ren, zoals de opzet was van de
Amerikaanse maffiabazen die ei
genaar zijn van het casino. De
maffiosi kunnen hem zo 500.000
dollar 'lenen', met een veertien
daagse 'rente' van 100.000 euro.
Die kan hij alleen terugbetalen
met een mega truc van Ruud. Ze
kopen opties op aandelen van
de Braziliaanse autofirma en
brengen vervolgens het nieuws
in de wereld dat daar fraude is
gepleegd. Omdat ze de maffia la
ten meeprofiteren van deze han
del in voorkennis, lijkt het pro
bleem verholpen. Maar Ruud
waant zich plotseling een onaan
tastbare optiekoning. Hij naait
de criminelen, die keihard terug
slaan. Goede karakters, schitte
rend plot, nette dialogen.
Uitgeverij Manteau/De Boeke
rij., €18,95.
Gioconda Belli: Het geheim van
de verleiding - Spanje, land van
passie en warmte en een rijke
bron voor schrijvers. Liefde en
waanzin vormen de bestandde
len van Het geheim van de ver
leiding van de Nicaraguaanse
schrijfster Gioconda Belli. Belli
verdiepte zich in het leven van
de tragische koningin van Casti-
lië, Johanna de Waanzinnige
(1479-1555) en schreef er een ro
man over die wisselend in heden
en verleden speelt.
Wij kennen Johanna in Neder
land vooral als de moeder van
Karei V, die heer der Nederlan
den, koning van Spanje en kei
zer van Duitsland werd en daar
mee een van de machtigste Euro
pese vorsten ooit. Johanna was
de dochter van Isabella van Cas-
tilië en Ferdinand van Aragon,
die hun kinderen gebruikten als
instrumenten om hun machts
wellust te bevredigen.
Johanna werd als jong meisje in
1496 uitgehuwelijkt aan Filips
de Schone. Tegen de verwach
ting in ontbrandde tussen de
echtgenoten een gepassioneerde
liefde. In de geschiedenis leeft
Johanna vooral voort als de
door Spanje dolende koningin,
die geen afstand kon doen van
het lijk van haar jonggestorven
echtgenoot.Belli zet Johanna
neer als een flinke, gepassioneer
de vrouw, die probeert haar aan
spraken op de troon te verzilve
ren en die verre van gek is.
Vertaling Dick Bloemraad. Uit
geverij De Geus, 413 pag.,
22,50
A lies verterende passie,
vlammende hartstocht,
zinderende seks, je moet het
je ergste vijand eigenlijk niet
toewensen. Ben je daarente
gen schrijver uit roeping of
lezer uit liefhebberij, dan be
leef je aan het onderwerp een
genot dat vergelijkbaar is
met het plezier van een pyro
maan die toekijkt bij een uit
slaande brand. Liefdesleed is
een ramp, maar wie er op af
stand getuige van mag zijn er
vaart liefdesleedvermaak.
Literair vormgegeven leed
levert dubbel genot op. Wat
is fascinerender dan de furie
van een Medea, de pijn van een
Emma Bovary, de woede van
een Julien Sorel, de wanhoop
van een Anna Karenina? Het is
zo hartverscheurend prachtig
dat je er niet genoeg van kunt
krijgen. Als de romantische lief
de een illusie is, dan schenkt het
uit elkaar spatten van die illusie
romanciers de innigste inspira
tie en het publiek de grootste
kick.
Ik weet niet of debutant Christi-
aan Weijts dit alles heeft be
dacht alvorens hij zich zette aan
het schrijven van zijn eerste ro
man. Zeker is dat ook in zijn
weergave de liefde de kracht
heeft van een vernietigend vuur.
Ik heb zelfs het vermoeden dat
Weijts in de affaires van hart,
geslacht en bloed ervaringsdes
kundige is, gelet op de naam
van zijn hoofdpersoon. Sebasti-
aan Steijn heeft net zoveel ge
meen met Christiaan Weijts als
Mulles met Mulisch. En ook de
locatie waar een deel van het
drama zich afspeelt, het slaperi
ge academiestadje Leiden, lijkt
de aankomende auteur maar al
te zeer vertrouwd. Werkt hij er
niet als redacteur bij de plaatse
lijke academische nieuwsbode?
Nou dan! Al is de autobiografi
sche inslag van dit romande
buut onmiskenbaar, toch is er
wel degelijk sprake van een
zorgvuldig gearrangeerde ge
schiedenis, vol climaxen en con
trapunten. Sebastiaan Steijn be
vindt zich in het erotische krach
tenveld dat wordt gedomineerd
door twee jonge vrouwen. De
twintigjarige Victoria, danseres
in een peepshow op de Amster
damse Wallen, meedogenloze
mannenverslindster en door en
door onbetrouwbare slet, heeft
haar tegenvoeter in de amper
zestienjarige, lieftallige en artis
tiek begaafde Rosetta. Sebasti-
aans fascinatie voor Victoria
wortelt in haar hoerige uitstra
ling, met Rosetta voelt hij zich
verbonden in hun beider bewon
dering voor de barokcomponist
Scarlatti, wiens pianosonates ze
instuderen en uitgebreid becom
mentariëren.
Zoveel tweespalt strekt niet tot
groter geluk. Wel tot een mate
van spanning waar Sebastiaan
kennelijk niet buiten kan. Ster
ker nog: wat hem betreft is het
ontoelaatbaar om zich aan één
enkele vrouw te verbinden. 'Zo
dra hij volledig met Rosetta sa
men wilde zijn, lonkte de snelle
wereld en de polygamie, en een
maal daar aangekomen stelde
de verpletterende leegte, het ge
brek aan romantiek en de vijan
dige gevoelloosheid hem een tik
keltje teleur. Hij moest kiezen,
als hij tenminste nog een keuze
had.' Het wil er niet van komen,
en de morele en financiële gevol
gen van de impasse zijn desas
treus. Sebastiaans keuze voor
Scarlatti is betekenisvol. Hij is
er zich maar al te goed van be
wust dat deze toondichter ooit
werkzaam was aan het Portuge
se hof, waar hij prinses Maria
Barbera klavecimbelonderricht
gaf (we danken er de honderden
sonates aan, oefenstof voor de
prinses).
Onze held, zelf pianist en mu
ziekpedagoog, houdt het erop
dat er tussen Scarlatti en het ko
ningskind meer moet hebben be
staan dan alleen de verhouding
van meester en leerling. Wij heb
ben dan inmiddels al lang begre
pen dat hij het vierhandige spel
van hemzelf en Rosetta (niet al
leen aan het klavier maar ook
aan eikaars lijf en ledematen)
tweeënhalve eeuw het verleden
in heeft geprojecteerd.
Liszt
De wederzijdse doordringing
van werkelijkheid en verbeel
ding, lichaam en ziel en muzen
en muziek is karakteristiek voor
deze roman. Rosetta neemt al
lengs bepaalde hoedanigheden
van Victoria aan, zoals de door
gaans eigengereide Victoria op
haar beurt vervalt in de hulpe
loosheid en naïviteit die we ken
nen van haar mededingster. Zelf
beleeft Sebastiaan de versmel
ting van de tegendelen in zijn
pianospel.
Doorgloeid en gedemoniseerd
door een tweevoudig liefdes
vuur, vereenzelvigt hij zich met
de dandy, vrouwengek en muzi
kale superster Franz Liszt. Wan
neer hij in het openbaar Scarlat
ti ten gehore brengt, combineert
hij diens uitgebalanceerde parti
turen met het veel heftiger werk
van Liszt. Zo ongehoord is het
wat hij het publiek voorscho
telt, dat hij er een cd en een op
treden in het Concertgebouw
aan overhoudt.
Overigens is de band tussen lief
de en muziek niet het belangrijk
ste thema van deze roman. De
titel, 'Art. 285b', verwijst naar
een recentelijk in het Wetboek
van Strafrecht opgenomen bepa
ling die het stalken strafbaar
stelt. Het is Victoria die een aan
klacht tegen Sebastiaan indient
en de rechter zo ver krijgt dat
hij de dader zestig dagen taak
straf oplegt. De procesgang in
deze zaak bepaalt het hande
lingsverloop. Omdat de hoofd
persoon besluit zelf zijn verdedi
ging te voeren, krijgt het ver
haal de vorm van een reconstruc
tie van de gebeurtenissen en van
een pleidooi. Maar dan wel op
de vleugelen van het gezang dat
opklinkt uit de kelen van even
wanhopige als hardnekkige mi-
Jaap Goedegebuure
Christiaan Weijts: Art.285b. Uitgeve
rij De Arbeiderspers. 323 pag. 18,95
euro
Vang deze appel
Ik werp je deze appel.
Als jij me lief wilt hebben,
moet jij hem vangen. Geef me
in ruil je ongereptheid.
Wil jij wat ik niet wens,
pak hem dan toch maar aan.
En hou daarbij voor ogen:
schoonheid is van korte duur.
Plato (427-347 v.Chr) en Patrick
Lateur (geb. 1949)
Ruim een eeuw geleden
kwam een portret van Plato
aan het licht. Het viel erg tegen,
dit gezicht. De classici waren
boos, Plato zou 'zu einem grim
mig kleinlichen Oberlehrer' zijn
gedegradeerd. Hoe kon deze den
ker, een soort zalige geest die
zich had verwaardigd enige tijd
op aarde door te brengen, er zo
gewoontjes uitzien? Een verhe
ven god op een lage planeet, zó
is Plato eeuwen beschouwd.
Heel lang werd letterlijk een go
denbeeld voor een portret van
Plato versleten.
Met zijn banaal bevonden beelte
nis moest men morrend instem
men. Maar in de geschiedenis
van de wijsbegeerte is hij zoiets
als een godenzoon gebleven, en
zijn proza behield de status van
een evangelie. De Plato-profes-
soren doen hem geen recht. Ze
willen ons niet vertellen dat hij
een strijdlustige essayist was in
plaats van een systematische fi
losoof. Wezenlijke onderdelen
van zijn werk worden zelfs voor
vals verklaard of verborgen ge
houden.
Zijn brieven bijvoorbeeld waar
in je hem leert kennen zoals je
hem niet kende. Plato die twaalf
kruikjes zoete wijn voor ie
mands kinderen stuurt. Plato
die uitvoerig inzage geeft in zijn
boekhouding, omdat hij ver
wacht de bruidsschat van een
achternichtje en de tombe van
zijn moeder te moeten betalen.
Plato die vervelende smoesjes
en ingewikkelde uitvluchten ver
zint. Plato in het bedenkelijke
gezelschap van dictators, intri
ganten, moordenaars. Plato als
een1 revolutionair die rekent.
Niet minder verrassend is de
Plato die je ontdekt in zijn vaak
weggemoffelde poëzie. Plato en
de dichtkunst, hij vreesde de
macht van het gedicht zozeer
dat hij wel eens heeft bepleit het
genre te verbieden. Toch staan
er ruim dertig gedichten op zijn
naam, door Patrick Lateur bij
eengebracht in een alleraardigst
boek. Hij is classicus, en dat zal
de lezer van zijn nieuwe bundel
met eigen werk weten ook. Bo
ven een gedicht staat 'in memo-
riam socrus', daarin herdenkt
hij zijn schoonmoeder. Zelfsay
de titel komt geen woord Nek
lands te pas: Carmina miscelii-
nea. 'Gemengde gedichten', o:-
der meer observaties bij kuur,,
werken en een cyclus 'Plato s
grot'.
De fascinatie blijkt ook uitdt
vertalingen. De gedichten ko
men fris over en zo hoort hel
ook. Een andere Plato, eenPir.
die naar de natuur kijkt envco:
mooie jongens zwicht. Aster,
Ster, heet een van hen: 'Staar
naar de sterren, Ster van mij!
Kon ik maar de hemel zijn cm
met al die ogen naar jou te kij
ken' (eigen vertaling). Dion,®
van de dubieuze personagesiii
Plato's brieven, wordt evensr
in een van de gedichten ver
meld: 'Dion, je liet mijn hartr»
zen van lust.'
En dan het vers over de appel
Met regel één van Lateursvera
ben ik het al oneens: erhi
woordje bij gemoeten, je werp;
iemand iets toe. Menigmaal
staat er bij Plato iets anders da;
bij hem. Zo is verloren gegaan
dat de appel de weigerachtige
jongen zal leren hoe kortscho;
heid duurt. Vang deze appel,
Lees dit boek. Zie Plate
weinigen hem zagen. Een met-
mét alle bijbehorende gebrek
Geen godenzoon maar bij wek
'grimmig, kleinlichen Oberle
hrer' vind je zoveel hartstocht!
Mario Mo'ni
1) Plato: Gedichten. Vertalm
trick Lateur - 64 pag./ twei
13
2) Patrick Lateur: Carmina mux,
nea - 64 pag. 12,50. Beide ie;
ven: Uitgeverij P, Leuven, België
Rudy Kousbroek
Sous les ponts de Paris
nder de bruggen van Parijs - dat heeft lang
de klank van een romantische idylle gehad.
De oevers van de Seine worden al sinds eeu
wen verbonden door stenen boogbruggen van
grote schoonheid; de bogen begonnen al op de kade en bo
den een zekere beschutting tegen weer en wind. Als je er
schuilde bevond je je in het gezelschap van allerlei schil
derachtige figuren - clochards, clandestiene Duitsers, wan
hopige Belgen, voortvluchtige bigamisten. Het verblijf on
der de Parijse bruggen werd voorgesteld als een ideaal van
vrijheid en anarchie, een romantische toevlucht voor zwer
vers en dakloze dichters, verheerlijkt in de populaire lec
tuur en de chansons.
In de tijd dat ik in Parijs ging wonen bestond die folklore
nog, en niets irriteerde mij meer dan vragen er over. Wat
mij afstootte was de gedachte ermee vereenzelvigd te wor
den. Ik weet nog hoe ik een halve eeuw geleden bij een boe
kenstalletje een brochure kocht uit de tijd van de grote
overstromingen van 1910, en daarin deze foto ontdekte
van de Pont de l'Alma. Schoongespoeld, was mijn extati
sche eerste opwelling, hygiëne onder de gewelven! Weg
met al dat gespuis, weg met de urinelucht, opgeruimd
staat netjes. Ook nu nog zijn dat allemaal onderdelen van
dat mysterie van het enorme water dat daar onder de brug
door gaat.
De foto geeft een goed idee van de bandjirs die Parijs van
tijd tot tijd teisterden, zelf heb ik er in 1955 nog een meege
maakt. De ernst van de overstromingen werd afgemeten
aan de hoogte die het water bereikte op het befaamde
beeld van de Zouaaf - in 1910 tot zijn schouder, terwijl het
bij normale waterstand negen meter lager stond en zelfs
niet tot zijn voeten kwam. De Almabrug werd gebouwd in
1854 als monument ter herdenking van de Krim-oorlog, en
versierd met vier beelden van soldaten uit die oorlog, waar
van de Zouaaf er een was. Dat beeld, van Georges Diébolt,
(het verst verwijderde op de foto) is bewaard gebleven
toen de stenen brug in 1974 werd afgebroken en vervangen
door een boog van metaal: een van de maatregelen die een
eind hebben gemaakt aan de overstromingen. Dat waren
onvoorstelbare rampen, waarbij niet alleen kelders en hui
zen, maar ook de metrotunnels volliepen met water.
Iets dat ook uit deze foto kan worden opgemaakt is de om
vang van de veelbezongen bogen, waar nu het verkeer on
derdoor raast sinds er op de kades autowegen zijn aange
legd. Princes Diana verongelukte daar in 1997, niet ver
van de Zouaaf. Het is niet te loochenen dat het uitzicht
van onder die bogen op het stromende water destijds iets
onvergetelijks was, zoals het ook in de literaire poëzie is
bezongen (waar de chansons het weer aan ontleend heb
ben). De liefde als het diepe water, het stromende water
als de liefde die nooit terugkeert - zulke beelden zijn on
weerstaanbaar. Ik bezit een geluidsopname van Guillaume
Apollinaire die met een rommelende stem vanuit het hier
namaals zijn beroemde gedicht Le pont Mirabeau voor
leest, met de berustende terugkerende regels: Vienne la
nuit sonne l'heure Les jours s'en vont je demeure. Laat de
nachten en de weken voorbijgaan, Noch de tijd die voorbij
is, Noch voorbije liefdes komen ooit terug.
Het is goedbeschouwd dezelfde weeklacht als in het ge
dicht As I walked out one evening van W.H.Auden, dat mij
kortgeleden verraste en aan de grond nagelde. Auden be
schrijft hoe hij op een avond door Bristol Street loopt en
onder de brug bij de rivier een minnaar hoort zingen; dan
volgt een uitbarsting van het liefdesgevoel, mateloos zoals
het is wanneer het je overkomt: I'll love you, dear, I'll love
you/ Till China and Africa meet,/ And the river jumps over
the mountain/ And the salmon sing in the street.//
I'll love you till the ocean/ Is folded and hung up to dry/
And the seven stars go squawking/ Like geese about the
sky.//
The years shall run like rabbits,/ For in my arms I hold/
The Flower of the Ages,/And the first love of the world.
Charaire 1910
De Bloem der Tijden en de eerste liefde ter wereld in je
armen houden, wat wil je nog meer? Maar de dichter waar
schuwt, laat de Tijd je niet bedriegen. Vaag lekt het leven
weg in hoofdpijn en bezorgdheid, en vandaag of morgen
krijgt de Tijd z'n zin. The glacier knocks in the cupboard,/
The desert sighs in the bed,/ And the crack in the tea cup
opens/ A lane to the land of the dead.
Ja, als de woestijn zucht in je bed en de barst in het thee
kopje opengaat, dan kun je de liefde verder wel vergeten.
En het eindigt dat het al laat op de avond is, de minnenden
zijn verdwenen, de klokken hebben opgehouden met lui
den en de diepe rivier stroomt door.