Zoeken naar kasteel van Kats Het zwembad is een groot succes 23 De Collectie W atersnoodmuseum kijkt naar actualiteit dinsdag 11 juli 2006 In De Collectie staat wekelijks een museum in Zeeland centraal. De collec ties van de kleinere musea in de provincie worden in deze serie belicht. Deze week: Het Watersnoodmu seum bij Ouwerkerk. De hoeve Zeldenrust aan de Zuidlangeweg. Wellicht lag daar eeuwen geleden het imposante kasteel van de heren Van Cats. foto Willem Mieras risch en archeologisch onder zoek op Noord-Beveland. Hij verrichtte op vele plaatsen op gravingen. Ónder meer bij waar nu hoeve Zeldenrust ligt, bij de Boomdijk aan het begin van de Zuidlangeweg. Daar trof hij zeer dikke fundamenten aan, die volgens hem alleen van een kasteel kunnen zijn. Hij had ook een verklaring voor de opvat ting van Wilderom dat bij de ha ven het kasteel stond. Dat moet de kerk van het nieuwe (tweede) Kats zijn geweest. Van der Wal merkt op dat er na al die eeuwen maar eens serieus gezocht moet worden, zowel in de grond als in de archieven. „Ik ben ook maar een amateur. Ik probeer nu echte professionals geïnteresseerd te krijgen. Er moet in de archieven, onder meer in Gent en Brugge, meer te vinden zijn. En ergens moeten de fundamenten er nog zijn. Het is zeker geen klein slot ge weest." Dat er nooit bovengronds resten gevonden zijn, noemt Van der Wal niet zo vreemd. Tussen 1530 en het eind van de 16e eeuw stond Noord-Beveland on der water. Alleen de (huidige) kerktoren van Kortgene bleef staan. Er is door het water veel weggespoeld. Bovendien wer den bij laagwater veel stenen vanaf de overkant (Zuid-Beve land) weggehaald om ze op nieuw te gebruiken. Ook als er geen onderzoek komt, gaat Van der Wal toch door met zijn verhalen over de geschiedenis van Kats en het destijds roemruchte geslacht van de heren Van Cats. Het fiat van de ambachtsheren heeft hij. „Je moet er wel een beetje mee oppassen, want je wilt steeds meer te weten zien te komen. Je moet grenzen stellen." De kans is groot dat Van der Wals bevindingen in boekvorm worden gepubliceerd. Rinus Antonisse Borden met afbeeldingen van de Ramp in 1953 en andere voorwer pen van het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk. foto Marijke Folkertsma In 2008 bestaat Kats acht honderd jaar. Althans, in de archieven is een eerste vermelding uit 1208 gevon den. Het zou mooi zijn als er dan duidelijkheid is over de plaats waar het kasteel van de eens machtige heren van Cats stond, vindt Ge rard van der Wal. Hij heeft de Stichting Cultureel Erf goed Zeeland (SCEZ) ge vraagd opgravingen en ver der bronnenonderzoek uit te voeren. De enige zekerheid is dat er ooit bij Kats, dorpje aan de oostkant van Noord-Beve land, een kasteel moet hebben gestaan. Daarvan wordt in de archieven herhaaldelijk mel ding gemaakt. „Dat kan niet missen", zegt geschiedschrijver Gerard van der Wal. „Maar waar? Dat is de vraag." In de loop van de tijd zijn verschillen de plekken genoemd. Harde be wijzen over de aanwezigheid van het kasteel zijn er nooit gele verd. Van der Wal - werkzaam bij de gemeente Middelburg en vier jaar geleden met zijn gezin in Kats beland, waar zijn echtgeno te Lenny een galerie heeft - legt zich daar niet zonder meer bij neer. Hij houdt zich bezig met de Middeleeuwse geschiedenis van Kats (over de periode van het huidige, in 1598 ontstane, dorp is al veel gepubliceerd) en schrijft daarover in de periodiek Katse Babbels. „Je voelt je ver bonden met de plek waar je woont en je wilt er meer over we ten", legt hij uit. Het is de periode waarin de 'gou den eeuw' van Kats ligt, vertelt Van der Wal. „Die viel zo tussen 1300 en 1400. Toen was het een belangrijke plaats. Er werd on der meer handel gedreven met Engeland; veel scheepvaartver keer. Het was niet onbeteke nend. Kats was ook het geogra fisch middelpunt van Zeeland in die tijd. De graaf van Zeeland hield er vergaderingen van wat we nu Provinciale Staten zou den noemen. Het was een ko men en gaan van adellijke en kerkelijke hoogwaardigheidsbe kleders." Van der Wal wijst op een oor konde van 1 mei 1271 (in het ar chief van Schoonhoven), van graaf Floris V aan ridder Nico- laas van Cats, waarin de leen be vestigd wordt van 'het Huis te Cats met verschillende stukken land, enige hofsteden en een mo len, samen 400 gemet ambacht.' Er is sprake van een kasteel en een molen te Kats, wat duidt op een voor de Middeleeuwen be langrijke plaats, stelt Van der Wal. Hij heeft het dan over het eerste dorp Kats, waarschijnlijk gele gen op de grens van de Katspol- der en de Leendert Abrahampol der. Het werd Souburgdijke ge noemd, omdat de kerk een doch ter was van die van West-Sou burg, en is vergaan bij een stormvloed. Daarna zou er een tweede dorp zijn gesticht, nabij de toenmalige haven in de Leen dert Abrahampolder. Dat ver dween in 1530 met vrijwel ge heel Noord-Beveland onder de golven. In 1598 is het nieuwe, huidige dorp gesticht. Niet een of twee, maar drie dorpen Kats dus. Diverse geschiedschrijvers ma ken melding van Kats als een kleine stad met een grote haven en een groot kasteel. In het boek Tussen Afsluitdammen en Delta- dijken, deel 1, van M. H. Wilder om en M. P. de Bruin wordt aan gegeven dat bij de haven van het nieuwe Kats aan de Ooster- schelde een zwaar kasteel heeft gestaan, dat door de zee en de tijd geheel is vernietigd. Dan gaat het waarschijnlijk om het tweede dorp. Een oude veld naam voor dat gebied is Steen oord. Bij toeval ontdekte Van der Wal in het Zeeuws Archief een verge ten kaart, vijftig jaar geleden ge maakt door amateurarcheoloog en -historicus Piet Zuijdweg, met daarop onder meer de plek waar het kasteel moet hebben gestaan. „Ik kwam op internet terecht bij documentatie over kunst en daarbij stond de naam Kats. Dat prikkelt meteen je nieuwsgierigheid. Het bleken twee kaarten van Zuijdweg te zijn, waarop hij al zijn ontdek kingen over het oude Noord-Be veland ingetekend had. Het zorg de wel voor enige opwinding." Zuijdweg, wonend op een boer derij bij Kats en in 1979 overle den, wijdde zijn leven aan histo Het museumgebouw ligt diep in de Zeeuwse grond verzonken, maar de reikwijdte van de museumcollectie strekt zich uit - geografisch en histo risch - over een breed gebied én een breed scala aan invalshoe ken. In één van de vier caissons bij Ouwerkerk is het Waters noodmuseum gevestigd. Het in drukwekkende begin van een nog groter project: er wordt hard gewerkt aan uitbreiding van het museum richting overi ge drie caissons. Het is niet moeilijk bij het betre den van het Watersnoodmu seum onder de indruk te raken. Sterker nog: dat gebeurt al even daarvoor, bij het betreden van het in 2003 tot Nationaal Monu ment Watersnood 1953 verklaar de Ouwerkerkse gebied. Waar de vier Phoenixcaissons schots en scheef tegen de dijk aan lig gen met het door kunstenaar Gust Romijn ontworpen monu ment rank aan de zijlijn staand. Eenmaal binnen zorgt de be wust open gehouden ruimte er voor dat je als toeschouwer geen seconde vergeet in welke con structie je je bevindt. Geen wit- gestucte wanden hier, maar grauw beton. Tegen het plafond geroeste resten van golfplaten. Oktober 1944, wijst projectlei der van de uitbreidingsplannen Ria Geluk op een hoog in het be ton gekraste datum. De caissons waren eigenlijk bedoeld om dienst te doen bij de landing van geallieerden in Oostende, maar werden nooit gebruikt. De 19 meter hoge kolossen, in leng te en breedte respectievelijk 62,5 en 19 meter, werden na de Watersnoodramp in 1953 van Engeland naar Nederland ge sleept om het allerlaatste dijk- gat in het rampgebied te dich ten. De ware omvang van het op zich al ontzagwekkende bouwwerk dat het Watersnoodmuseum is, openbaart zich niet. Het groot ste deel (een meter of veertien) ligt onder het zand. De construc tie is niettemin de grote kracht van het museum. Het tentoonge stelde zou heel wat aan zeggings kracht inboeten als een neutrale expositieruimte was gekozen. Al mag het museumaanbod er op zichzelf zeker zijn. De mix van historische feiten en audio visueel materiaal, tastbare tafe relen, poëzie en persoonlijke no ten is door het inrichtingsont- werp van het Utrechtse bureau Podium tot een eenheid ge smeed. Het achterste, via een loopbrug te doorkruisen, deel van het caisson geeft beeldend het herstel na die verschrikkelij ke ramp weer. Zinkstukken ge maakt van rijshout („Nederland is er groot mee geworden"), een dijkwerkerskotje met attributen en een locomotief met kiepkar- ren uit de verzameling van A Petiet uit Middelburg. Onein dige wachten zand en steen zijn met dit voertuig richting bescha digde dijk gevoerd. Tot zover de wederopbouw. Aan het drama zelf, dat niet alleen Zeeland, maar ook Zuid-Hol land en West-Brabant diep heeft getroffen, wordt in de eer ste vijf nissen van het caisson op verschillende manieren aan dacht besteed. De schooltas met schriftjes van Leen Bolijn en de jas van Jan Maliepaard (beiden verdronken) ontroeren. De ka rakteristieke stem van het 'Neer- lands nieuws' van Polygoon volgt de bezoeker met grote in dringendheid door het caisson. Stapels fotoboeken over verre weg alle kernen in het uitge strekte rampgebied van weleer vullen 'de populairste hoek' van het museum. Het Watersnood museum is geen uitsluitend Zeeuwse aangelegenheid, be klemtoont Geluk. Zoals de reik wijdte van het museum ook ver der gaat dan die stormnacht in 1953 alleen. Social inclusion, zo typeert Ge luk het streven om een duidelij ke relatie te leggen tussen mu- seuminhoud en de wereld daar buiten. Daar is in de uitbrei dingsplannen alle ruimte voor. De vier caissons krijgen alle een eigen invalshoek, waarbij met name het laatste caisson vooruit blikt op de toekomst. In dat - historisch belangwekkende bouwwerk zal onder meer water beleid en waterbeheer aan de or de komen. Zoals ook nu al in het klein, in dat ene caisson, naar de actualiteit wordt gekeken. Vanaf 25 augustus is daar bij voorbeeld een wisselfototentoon stelling gewijd aan wervelstorm Katrina te zien. Esme Soesman In een verre hoek van de Vroonlandseweg in Kapelle telen Ivo van Gaaien (39) en Janette van Gaalen-Doppen- berg (37) aardbeien on der ruim een halve hectare glas. Ze telen ook kersen, frambozen en bessen en verderop in het dorp peren en appels. De kinderen, Wilco, Lilian, Jan, An- nemieke, Miranda en René helpen af en toe ook een handje. In On der glas volgen we het gezinsbedrijf van week tot week. Er is even crisis in de tent. Annemieke, Lilianne en Mi randa zijn folders aan het invou- wen die ze ook nog moeten rond brengen. Ze nemen het werk waar van Wilco, die weer twee weken waarneemt voor een vriendje. Twee wijken moeten ze folderen en een paar hele gro te stapels moeten in elkaar wor den gevouwen. Vorige week heb ben Wilco, Jan en Miranda het samen gedaan en Miranda is er van overtuigd dat ze weet hoe het moet. Lilianne en Annemieke vinden dat de folders zo in elkaar moe ten worden gevouwen, als ze ze meestal in de bus krijgen. Een verschil in inzicht dus, wat het werk nogal ophoudt, maar na een poosje stappen ze toch met zware tassen op de fiets. „Vorige week zijn ze er uren mee bezig geweest dus het is goed dat Jan straks terug komt", zegt Janette. Jan is met een vriendje een paar dagen mee naar de camping. Dat deed hij uiteindelijk toch liever dan meegaan op scoutingkamp in Luxemburg, waar Wilco mo menteel uithangt. Die is, spe ciaal om te sparen voor het kamp, gaan werken in de Ril- landse tomaten. „Dat werk was hij een beetje beu en hij had het al over folderen. Jammer dat hij er nu niet is, want hij zou er snel achter komen dat het ook niet zo best betaalt. Bovendien zijn het nu ook de meiden die de centen beuren." Janette wordt wel vrolijk van de zakelijke besognes van de da mes. „Miranda, de jongste, is su pereigenwijs en houdt koppig vast aan haar opvatting. Anne mieke, de oudste, probeert haar geduldig te overtuigen en Lilian wordt het zat. Ze smeert 'm even om weer terug te komen als ze denkt dat het is opge lost." Ivo en Janette kunnen tevreden vaststellen dat de zes kinderen lekker zichzelf lopen te zijn in de vakantie. Dat geldt zeker voor René, die bij ontstentenis van Wilco en Jan, volledig bezit heeft genomen van de compu ter. Hij laat zich er maar moei lijk achter vandaan roepen, maar uiteindelijk is hij wel be reid zijn rapport te laten zien: allemaal negens en een achten- half. Ivo: „Maar René heeft wel een taak meegekregen voor in de vakantie. Hij moet leren fiet sen, want in groep vijf gaat de klas op de fiets gymmen en zwemmen. Zijn weigering om zich toe te leggen op dingen die hem niet interesseren, is typisch voor autistische kinderen. Fysie ke behendigheid is gewoon niet zijn sterke kant. Behalve zwem men, daar is hij een kei in. „Ik heb de meeste stukken van de blauwe draak opgedoken", wil René nog wel kwijt voordat hij terug achter de computer schuift. Het zwembad staat dus over eind en al moeten er nog wat kinderziektes uit: het is een groot succes. Tijdens de hitte golf is er veel in gezwommen, behalve in een weekeinde toen alle kinders weg waren. Ivo heeft Janette op een filmpje ge trakteerd maar het etentje werd een frietje bij de snackbar in Heinkenszand. „We reden eerst nog even langs de boekhouder en kwamen ook weer langs de tweedehands Unimog die daar te koop stond, dat is een trekker met het uiterlijk van een kleine vrachtwagen. Precies wat wij nodig hebben, nu de bus is ver kocht. De handelaar bleek in Middelburg te zitten en die zijn we toen gaan zoeken", vertelt Ivo. „Niet gevonden, dus", vult Janette aan. „Een paar dagen later vonden we hem wel en we hebben de Unimog gekocht: een ding uit 1968." Yvo vertelt er wel meteen bij dat hij nagenoeg als bouwpakket zal worden af geleverd. „Er moet nog een hoop aan gebeuren, maar dan hebben we ook precies wat we nodig hebben, met alle hijs-, trek- en laadmogelijkheden." Voor de Unimog heb je geen aanhangerrijbewijs nodig maar Ivo zit al op les. Zoals te ver wachten viel: hij heeft er lol in. Het werk kan wat rustiger aan. De zakjes met grond zijn leeg, er worden bessen, kersen en ge le frambozen geplukt en Janette rijdt twee keer in de week om aardbeien naar Brabant. „Dan neem ik ook voor wat collega's mee, anders is het niet renda bel." Ivo heeft werk in de boomgaard en de hele familie zoekt weer naar Sylvester. Die heeft de smaak van het weglopen te pak ken. Nu de kat vorige keer zo doodgemoedereerd van een uit stap is thuisgekomen, maakt Ja nette zich niet meer zoveel zor gen. Met de rest van de menagerie gaat het zeer voor de wind, nu het barbecue-seizoen is aange broken. „De kippen en Pim, de haan, proberen door de roosters heen allerlei lekkers te gappen als de familie aan de tuintafels zit. Je moet gewoon uitkijken dat ze er niet met je vlees van door gaan", vertelt Janette. Ivo betrapte Blacky erop dat hij een gebraden biefstukje ging be graven. „Die had al zoveel van iedereen gekregen, dat hij het maar ging verstoppen. Dat werkt dus nog allemaal bij dat oude beestje." Mieke van der Jagt TT r 1 i f •••T- ii lï frm De Leendert Abrahampolder, waar ooit de haven van Kats lag en mogelijk een kasteel of kerk stond. foto Willem Mieras

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 23