Een tuin kan is maken PZC Klimop is belangrijk voor het ecosysteem De eerste steen W 3 Tuinontwerper Michel Lafaille 'ymmim ONDER DE PANNEN Laminaat met tegels Grote en hoge vulopening Zitten op een waterbed zaterdag 8 juli 2006 Theaterregisseur Michel Lafaille verruilde zo'n tien jaar geleden het rode pluche van het theater voor natuurlijk groen. Sindsdien ontwerpt hij onder andere tuinen en parken. En on langs verschenen twee boe ken van zijn hand. Opval lend is zijn visie waarin de mens altijd centraal staat. „Pas als een tuin bij je past, kun je er gelukkig zijn." ÏMichel Lafaille: „Ik ontwerp nooit voor mezelf, Laar altijd voor iemand." De in Antwerpen geboren tuinontwerper Michel Lafaille (1951) lacht erom. Nee, hij heeft er totaal geen moeite mee om zichzelf te bestempelen als een vreemde vogel. „Maar je mag het aan niemand vertel len", voegt hij er grijnzend aan toe. Lafaille in een notendop. Wie zich ook maar even ver diept in het-leven van de Vla ming, weet dat Lafaille een bij zondere figuur is. Zo was hij ja renlang actief als theaterregis seur, zowel in Nederland als Bel gië. Lafaille werkte intensief met onder anderen Hei-man van Veen, Willem Wilmink en Harry Sacksioni, maar medio jaren ne gentig gaf hij een draai aan zijn leven. In 1997 rondde hij een stu die tuin- en landschapsinrich ting af aan Hogeschool Laren- stein in Velp. Sindsdien ontwerpt hij onder an dere particuliere tuinen, parken en openbare buitenruimtes. „De theaterwereld zit vol met herha ling en daar houd ik niet van", verklaart Lafaille de ongebrui kelijke overstap. „Ik wil op zoek naar mezelf. Ik ben nieuwsgie rig, onderzoekend. Waarom ont werpen? Omdat ik het gevoel heb dat het dicht bij me staat." Hoe dicht, dat spreekt uit de twee tuinboeken van zijn hand die dit voorjaar verschenen zijn. In Stadstuinen en De Methode zet Lafaille, tegenwoordig woon achtig in Tiel, zijn opvallende visie uiteen. De eeuwige discussie. Doet een tuinontwerper onder voor de tuinarchitect. Nee, denkt Lafail le. „Een tuinarchitect heeft een universitaire opleiding, maar dat betekent niet automatisch dat hij creatief is." Ze gaan te vaak voor het mooie plaatje, vindt hij. Lafaille ziet zichzelf daarentegen nadrukkelijk niet als kunstenaar, eerder als dienst verlener die zijn opdrachtgevers aan de hand neemt. „Ik ontwerp nooit voor mezelf, maar altijd voor iemand." Mede daaruit blijkt zijn bijzondere visie. De Stadstuin ontworpen door Michel Lafaille. Vlaming gelooft oprecht dat een tuin de mens gelukkiger kan ma ken. Waarom? „Omdat de tuin onderdeel is van onze leefomge ving." Juist daarom probeert hij zijn opdrachtgever altijd zo goed mogelijk te doorgronden. Want die zegt volgens Lafaille zelden direct wat hij echt wil, maar verwijst bijvoorbeeld naar de tuin van de buren of naar een voorbeeld uit een tuintijdschrift of -programma. Daarom stelt Lafaille alles in het werk om uit te vinden wat daadwerkelijk de wensen van de opdrachtgever zijn. „Ge bruikt hij de tuin vooral zelf of wil hij graag indruk maken op anderen? Uiteindelijk moet de opdrachtgever het gevoel heb ben dat het goed is, want pas als de tuin bij hem past, kan hij er gelukkig zijn. Ja, als ontwerpei- ben je ook een beetje psycho loog." En juist aan die psychologische factor gaan veel collega's vol gens hem voorbij. Lafaille weet dat mensen zelden zomaar een tuin inrichten. „Dat doen ze op een aantal belangrijke momen ten in hun leven, bijvoorbeeld bij een verhuizing, na een schei ding of als alle kinderen het huis uit zijn. Dat moet je altijd in je achterhoofd houden." Daar om is zijn vak volgens hem ook niet overbodig. „Natuurlijk kan iedereen in principe zelf een tuin inrichten, maar je moet niet vergeten dat mensen juist op dergelijke momenten vaak emotioneel zijn. Daardoor lopen ze verloren in de informatie die ze krijgen. Bovendien ontbreekt het de particulier aan vakman-, schap en aan discipline." Dat die nodig is, spreekt uit zijn boek De Methode. Daarin staat niet de begroeiing, maar de teke ning centraal. „Omdat het gaat om de inrichting van een ruim te", legt hij uit. „De specifieke invulling komt later, die is min der belangrijk." Maar ontwer pen is volgens hem ook niet zo maar mooie lijnen trekken. Want wat is de zin van een kron kelend paadje in een tuin van zes meter diep, zo vraagt Lafail le zich af. „Dat ziet er op teke ning misschien mooi uit, maar in de ruimte komt het niet over." Hier gelden de wetten van de logica, denkt hij, omdat mensen automatisch geneigd zijn de kortste weg te nemen. „Tenzij er een vijver ligt, gaat hij liever rechtdoor." Het is dus de ruimte zelf die be palend is voor de plattegrond. „Het voelt niet prettig als de bu ren zomaar in de tuin kunnen kijken. Met een haag voorkom je dat", noemt Lafaille als voor beeld. „Als je op die manier een tekening maakt, ontstaat het ontwerp vanzelf." Zijn opvattin gen raken aan feng shui, de Oos terse leer die stelt dat de inrich ting van de woonomgeving van invloed is op ons welzijn. „Maar als je jezelf in die leer verdiept dan blijkt dat we vaak automa tisch de goede keuzes maken." Eigenlijk simpel Zijn keuzes zijn eigenlijk sim pel. Lafaille gelooft niet in trends, in de stortvloed produc ten die via de tuincentra aan ko men waaien. Ze zijn een gevolg van de consumptiemaatschap pij, vindt hij. „Ik stel opnieuw de mens centraal. Op een ma nier die ik ook ben tegengeko men in de tuintijdschriften van de jaren vijftig en zestig. Een tuin of landschap is een verhaal. De belangrijkste eigenschap daarvan is dat mensen na ver loop van tijd verrast willen wor den." Een dergelijke zienswijze laat Lafaille ook los op zijn web site, waarop niet alleen tuinont werpen, maar ook foto's en ver halen van zijn hand te vinden zijn. Vrijwel dagelijks houdt hij bovendien een weblog bij. Met zoveel bedrijvigheid is de rust waarmee de Vlaming zijn ver haal doet opvallend. Die rust hangt samen met zijn leeftijd, zegt hij. „Die komt voor uit een soort begrijpen, maar geeft me wel de kracht om te doen wat ik doe." Paul Geerts Michel Lafaille: De Methode (ISBN 90 269 2981 1) en Stads tuinen (ISBN 90 269 2983 8) - uitgeverij Unieboek, beide boe ken kosten 24,95 euro. Info: www.michellafaille.nl. Na jaren van ruziën tussen botanici en architecten is de strijd over de schadelijkheid van klimop nog altijd niet be slecht. Klimop vernielt het met selwerk, beweren de architec ten, de hechtwortels van de klimop scheiden zuren af die de kalk in metselspecie oplossen en zo wordt het voegwerk van muren beschadigd. Niet waar, antwoorden de bota nici, dit is een mythe uit de tijd dat er nog met kalkcement werd gemetseld, op de moderne metselspecie hebben de hecht wortels van klimop geen in vloed. Hoogstens kan klimop in al bestaande scheuren als breek ijzer fungeren. Sterker nog: een klimopbedekking houdt muren droog en beschermt hen tegen de invloed van weer en wind. Klimop verkleint de schomme lingen in temperatuur die het metselwerk bedreigen. Daarbij komt nog dat klimop isoleert. Wie de muren van zijn huis met klimop laat begroeien, bespaart zo'n twee tot vijf pro cent in stookkosten. Ik wil me niet bemoeien met de ruzie tus sen plantkunde en architectuur, maar tegen de muren van mijn huis groeit klimop. Niet alleen architecten en bota nici twisten over het nut of het onnut van klimop - ook binnen de plantkunde heerst al jaren lang een controverse. Boomkun- digen, die zichzelf graag dendro- logen noemen, beweren dat het laten begroeien van bomen door klimop een doodzonde is. De klimop zou de boom vermoor den. Maar sommige onderzoe ken wijzen in een heel andere richting: zomereiken die met klimop begroeid zijn blijken een langer leven beschoren dan eiken waarvan die klimop ver wijderd werd. Die onderlinge strijd tussen plantkundigen is nog niet gestreden, maar als je logisch nadenkt, dan zou je méidtÊA f yyrwrrW toch de kant van de klimop Me zen, dunkt mij. Want de klimop zou zijn eigen doodvonnis teke nen als hij zijn gastheer om zeep hielp. Dat lijkt mij niet waarschijnlijk. Afgezien van schade of nut is klimop van groot belang voor onze fauna. Klimop bloeit in de herfst, als alle andere planten zijn uitgebloeid en de bloemen van klimop leveren stuifmeel en nectar aan een leger van bijen, zweefvliegen, wespen, kevers en dagvlinders. Een dichte be groeiing van Mimop biedt nest- gelegenhied aan veel vogels, waaronder de winterkoning, de grauwe vliegenvanger en de boomkruiper. Bosuilen slapen overdag graag in bomen die be dekt zijn met klimop en koper wieken overnachten erin tij dens hun najaarstrek. Kruis spinnen spannen hun web tus sen de takken van klimop, rup sen van vlinders eten het blad en lijsters, spreeuwen en tortel duiven zijn dol op de bessen. Ook wie vreest voor zijn muren of zijn bomen, kan toch door klimop te planten een bijdrage leveren aan het instandhouden van het ecosysteem waarvan klimop zo'n belangrijke pijler is: er bestaat namelijk struik- klimop, een niet-klimmende vorm van Mimop die een hees tertje vormt inplaats van een klimmende of een Muipende plant. Die struikMimop is een kunstmatige schepping van de mens; in de natuur komt struik klimop niet voor, maar het is mogelijk om de bloeiende tak ken van volwassen Mimop te stekken waardoor een struikje ontstaat dat op eigen benen staat. Kort-door-de-bocht-klim- op, zou je deze struikklimop ook kunnen noemen omdat de Mimmende jeugdfase van de plant wordt overgeslagen. Voor wie zoekt naar winterhar de, groenblijvende heesters die niet te groot worden, is struik Mimop een uitkomst; er bestaan tientallen variëteiten, want van iedere klimop valt in principe Berijpte struikklimop in de winter. een struikvorm te maken, maar geen struikMimop wordt hoger of breder dan eén paar meter. Het struikje heeft allerlei toe- passingsmogelijkheden. Je kunt er een lage, informele haag van planten die je nooit hoeft te snoeien of een kuipplant van maken die nooit naar binnen hoeft, als je tenminste een kuip kiest die 's winters niet stuk- vriest. En wie van bloemschik ken houdt, heeft nooit genoeg struikklimop in de tuin, want een betere basis voor boeketten is nauwelijks te bedenken. Romke van de Kaa Bij het bouwen van een woning komt veel kijken. In de Goese wijk Ouverture wordt gewerkt aan het project Luminoso; twaalf vrij staande energiezuinige huizen.Verslaggever en toekomstige bewo ner Jeffrey Kutterink schrijft wekelijks over zijn ervaringen. De hittegolf slaat de metse laars niet uit het veld. Inte gendeel. Ze fluiten zo mogelijk nog harder dan de merels in de tegenover gelegen boomgaard. Alleen al als ik ze in de volle zon zie zwoegen, loopt het zweet van mijn rug. Warm of niet, ze doen hun werk nauwkeurig en netjes. Kortom: de eerste stenen liggen er strak in. Eigenlijk ver wachten we ook niet anders, toch mag het best eens worden gezegd. De metselaars hebben ons voor het eerst het gevoel gegeven dat het ook echt óns huis is. Want vaak moeten we dat onszelf in beelden, als we weer eens naai de bouw staan te kijken. Dit is ons huis, zeggen we dan lachend tegen elkaar. Het voelt gewoon nog niet zo. Met vlagen is dat gevoel er wel; als er enveloppen van het water schap en de gemeente op de mat glijden met daarin rekeningen op het nieuwe adres. Hoe gek ook, maar dan moeten we even grinniken. Dus toch: het staat op onze naam. Zelfs het slaan van de eerste paal, hoe leuk het feestje ook was, de bouw van het casco, hebben allemaal iets afstandelijks. Je staat er bij en MjM er naar. Maar dat gevoel is afgelopen week volkomen veranderd. 'Van welke krant ben je?', roept er een als ik van achter het hek fo to's sta te schieten. Ik ontken en schreeuw dat ik eigenaar ben van het huis waar ze nu aan het metselen zijn. Een brul vanuit de woonkamer volgt: 'Hé, dus toch. Je bent de schrijver.' Ik stap het erf op; ons erf, zeggen ze. De uitvoerder loopt met me rond. 'Heb je morgen tijd en zin om te metselen?' Ik laat het me geen twee keer zeggen en een dag later staan we met zijn tweeën bij ons huis. Specie wordt aangemaakt, de techniek uitgelegd, het vakman schap voorgedaan. Drie stenen leggen we, met behulp van trof fel en metseldraad. Weliswaar secuur, maar in de tijd dat de metselaars het dubbele aantal stapelen. Om de stenen allemaal keurig recht te leggen, blijkt nog niet zo eenvoudig. De hoeveelste het werkelijk zijn kan de uitvoerder niet zeggen. Hij is - en het is hem niet kwa lijk te nemen - de tel kwijt. 380.000 stenen stapelen ze in to taal tegen twaalf casco's op el kaar; of waren het er nu 360.000? Maakt niet uit. Vanaf nu is het ons huis. Nu wel. Met dank aan de metselaars. Voor hen misschien een eenvoudig ge baar, voor ons een moment om in te lijsten. Het doet ons meer dan de bouw van het casco, het slaan van de eerste paal of het leggen van leidingen. Vriendelijk slaat de uitvoerder een bedankje af. Een Matje bier wil hij niet, want 'zijn mannen' moeten na het werk nog naar Tholen en België rijden. Verstan dig. Bolussen misschien? 'Daar eten we er twee van op en rest kunnen we weggooien. Ik verzin nog wel wat.' Een vriendelijk gebaar is voor alsnog genoeg. En vallen de ste nen links in de voorgevel op rij tje 29 eruit, dan weten we hoe het komt. De oude tegelvloer in woon kamer of keuken beu? Met tegellaminaat is volgens woon- warenhuis Leen Bakker in een handomdraai een nieuwe vloer gelegd. De vloer, die verkrijg baar is in drie Meuren, ziet eruit als een normale tegelvloer. Een vierkante meter kost 17,99 euro. Informatie: www.leenbakker.nl. De nieuwste trend in wasma- chineland is dat de vulope ning van het apparaat steeds groter wordt. Wel zo handig, want het moeizaam vullen van de wasmachine behoort daar mee tot het verleden. Producent Candy gaat nog een stapje ver der. Model Grandó heeft met een doorsnede van 35 centime ter niet alleen een grote vulope ning, deze is ook nog eens tien centimeter hoger geplaatst. En dat is dan weer prettig voor de rug, zeggen ze bij Candy. De wasmachine is te koop vanaf 429 euro. Informatie: www.candy.nl. Grappig nieuwtje in de collectie van Profine: een waterbed waarvan de vier hoeken omhoog kunnen worden gezet. De functie is volgens de waterbeddenproducent vooral handig voor mensen die geregeld op bed zitten. Breekt de nacht aan, dan kun nen de hoeken gewoon weer naar beneden. Bed Corner is niet in een standaarduitvoering verMijgbaar. Profine komt ter plekke de ma ten nemen. Het bed is verkrijgbaar vanaf 2.695 euro. Informatie: www.profine.nl.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 31