Buffet gaf de jaren '50 vorm
List en verraad leveren altijd stof tot schrijven
Expositie Haags
Gemeentemuseum
King Kong
van
Tomas Ross
Fernando Pessoa
woensdag 5 juli 2006
77* TT? ATT TTTT beschrijven veel biografen
Ti J. VJT h J _L.\| 1 J IJ X\_ wel het leven van hun hoofd
persoon maar vaak nauwe
lijks het uiterlijk. Het karakter, de ontwikkeling, de afkomst, het
werk, de ideeën - het hoort allemaal tot de kern van een biografie.
Maar de gebaren, de lengte, de manier van lopen? Je kunt het ont
breken daarvan een biograaf misschien niet kwalijk nemen. Kun je
iemand verwijten wat je mist?
In de laatste Parelduiker was een artikel gewijd aan de dichter Mar-
tinus Nijhoff. In 1940 was Nijhoff (1894-1953) betrokken bij de slag
op de Grebbeberg. Bij het verhaal dat deze episode uit het leven
van de dichter beschrijft, stonden onder meer twee foto's. De ene
toont Nijhoff in het uniform van reservekapitein der huzaren, op de
andere staat hij temidden van zijn manschappen, de zoveelste van
links om zo te zeggen: een ernstig kijkende man. De dichter blijkt
op een groepsfoto betrekkelijk klein te zijn. Op zo'n moment zou ik
hem naar de telefoon willen zien lopen om een bevel door te geven
aan zijn adjudant, zien hoe hij zijn hoofd afwendt, de ogen toe
knijpt wellicht.
Van Huygens wordt gezegd dat hij levendig was en arbeidzaam.
Maar was hij rusteloos en beweeglijk of kon hij uren geconcen
treerd werken? Hoe liep hij met zijn hondje in de tuin van Hofwijk?
Er bestaat een afbeelding van hem terwijl hij aan de gracht van zijn
kasteeltje staat met nog een
paar mensen. Huygens is de
xt 1 j 1 kleinste van de drie. Hoe zou
V all net lOpen hij bewogen hebben? Of neem
Pieter Cornelis Hooft. Hij
schreef staand aan een lesse
naar. Krabde hij in zijn haar
als hij schreef aan de Nederlansche Historiën, als de zinnen zich
niet plooiden? Keek hij naar buiten als het juiste rijmwoord op zich
liet wachten? Hoe liep hij bij de begrafenis van Frederik Hendrik in
1647 toen hij kou vatte? Hoeveel inches mat hij van de voeten tot
het hoofd des dichters?
Ik zou Elsschot op de Antwerpse Meir willen zien lopen, op weg
naar huis, terug van een geheim bezoek. In de biografie over Willem
Walraven staat (blz. 152): 'Hoewel zijn zeer forse postuur anders
doet vermoeden - hij weegt honderd kilo bij een lengte van één me
ter drieënzeventig - is Walraven zelf een tamelijk sobere eter'.
Prachtige informatie. Hoe zou Couperus gewandeld hebben op het
Voorhout? Kleine stappen, haastig, in zichzelf gekeerd of statig
rondziend? Hoe zouden zijn voeten gestaan hebben, en hoe draaide
hij de heupen, hoe was de stand van schouders en rug? O, de rug,
het moeilijkste te schilderen.
In de correspondentie van de historicus Fruin staat een brief van de
Utrechtse hoogleraar in de wijsbegeerte, C.W. Opzoomer, geschre
ven op 5 november 1860. Opzoomer zegt tegen Fruin dat ze eens
met Brill - destijds professor in Nederlandse taal en Geschiedenis -
moeten gaan wandelen. Het moet pesten zijn: Fruin en Opzoomer
waren forse kerels en Brill mat nauwelijks 1 meter 50. Je ziet die
mannen voor je lopen: grote passen en Brill met snelle kleine inhaal
bewegingen ertussen.
De Portugese dichter Fernando Pessoa zou je willen zien bewegen.
In de stijgende en dalende straten van Lissabon, naar een van zijn
cafés. Pessoa - betrekkelijk klein - heeft op foto's een typische ma
nier van lopen zodat je hem al van ver zou herkennen. Haastig be
woog hij zich om op verschillende adressen nog enkele zakenbrie
ven te bezorgen die hij in het Engels had vertaald alvorens hier en
daar wat in te nemen. Op het terras van de Brasileira is hij op ware
grootte in brons aan een tafeltje gezet. Je kunt aanschuiven, maar
hij is voor eeuwig stilgezet. Zoals zo velen.
Lo van Driel
Bernard Buffet: De hel van Dante, 1976
en omstreden
oeuvre, zo luidt de in
trigerende naam van
de expositie van werken van
Bernard Buffet in het Haagse
Gemeentemuseum. Buffet
werd na een succesvolle be
ginperiode in later jaren
verguisd door kunstcritici en
musea. Maar verzamelaars én
Andy Warhol én Georges Si-
menon bleven hem trouw. De
keuze die het Gemeentemu
seum uit zijn werken maakte,
stelt klip en klaar: de laat-
sten hadden gelijk.
Hij kwam treurig aan zijn
einde. Op 71-jarige leeftijd
pleegde de Franse schilder Ber
nard Buffet in 1999 zelfmoord
op zijn landgoed in de Bourgog
ne. Hij leed aan de ziekte van
Parkinson en kon niet meer de
strakke, hoekige, zwarte con
tourlijnen schilderen, waarmee
hij in zijn jonge jaren op slag be
roemd was geworden. Zijn laat
ste inderdaad beverig aandoen
de schilderijen - allemaal met
skeletten in de hoofdrol - vor
men een schrijnend slot van de
expositie Een omstreden oeuvre
•in het Gemeentemuseum in Den
Haag. Maar ze laten je eens te
meer beseffen hoe groot Buffet
was in zijn hoogtijdagen. En die
duurden veel langer dan de
kunstcritici en musea de mens
heid wilden doen geloven.
Natuurlijk, een deel van zijn
werk - de droevige clowns, de
stierenvechters - golden op een
gegeven moment nog alleen als
'typische posterkunst', voor ie
dereen begrijpelijk en dus onge
vaarlijk.
Gemakkelijk reproduceerbaar
voor de slaapkamer van je tie
nerdochter. Maar wat zou het:
op een totaal van zo'n 8000 wer
ken mag er best wel eens een
minnetje tussen zitten. Die schil
derijen hangen dus niet in het
Gemeentemuseum. Conservator
John Sillevis verwoordt het op
zijn eigen manier: „Je hoeft niet
alles van Buffet mooi te vinden,
maar hij heeft wel een kernposi
tie ingenomen in de Franse
kunst na de Tweede Wereldoor-
Sillevis heeft persoonlijk zijn
keuze mogen maken uit de enor
me collectie werken van Ber
nard Buffet,bij de Parijse gale
riehouder Maurice Garnier, De
ze heeft de schilder vanaf het
eind van de jaren veertig tot aan
zijn dood exclusief mogen verko
pen en besloot op een bepaald
moment zelfs om maar helemaal
geen andere kunstenaars meer
te vertegenwoordigen. Garnier
hoopt nog steeds dat er ergens
in Frankrijk een Museum Ber
nard Buffet van de grond zal ko
men en Sillevis hoopt met hem
dat deze expositie in het Ge
meentemuseum daar een impuls
toe mag zijn. „Het is het waard
om in een museum zo'n domine
rend iemand te laten zien." Buf
fet heeft, in de woorden van Sil
levis, 'de jaren vijftig een smoel
gegeven'. Geheel in de existen
tialistische traditie van
Jean-Paul Sartre, Simone de
Beauvoir, Albert Camus en, al
dus Sillevis, De avonden van Ge
rard Reve, schilderde Buffet de
naoorlogse werkelijkheid van
de jongere generatie die al heel
veel had meegemaakt. „Daar is
zijn werk door bepaald, en daar
heeft hij altijd aan vastgehou
den, aan die sceptische, kriti
sche levenshouding."
Buffet werd, amper twintig jaar
oud, vanwege zijn volstrekt ei
gen stijl, op een enorm voetstuk
geplaatst. Sillevis: „Maar hij
werd er later met een even har
de klap weer van af geslagen."
Dat laatste gebeurde in de jaren
zestig, toen de abstracte kunst
de bon ton in de schilderswereld
werd en Buffet aan zijn eigen
realisme vasthield.
En er was nog iets wat in die
tijd tegen Buffet sprak. Sillevis:
„Het werd hem aangerekend
dat hij een duur landhuis bezat
en een mooie auto. Een schilder
die dat heeft, kan niets wezen,
werd geredeneerd. Het is een
beetje het Van Gogh-syndroom.
Je moet arm en zielig zijn, an
ders ben je geen goed kunste
naar. Verzamelaars hebben hem
nooit in de steek gelaten, de
kunstcritici en musea wel."
Georges - Maigret - Simenon
bleef hem trouw: „Ik houd van
je discrete stiltes, en de grote
gloed die soms blijkt uit een
blik", schreef deze in 1958. „Ik
houd van je werk, beste Buffet,
omdat het van een groot schil
der is, en omdat het op je lijkt."
En Andy Warhol, die in Buffet
hoofd zien. Sillevis: „Als je één
keer een Buffet hebt gezien,
weet je voor de rest van je leven:
dat is een Buffet."
In de eerste naoorlogse jaren
schilderde Bernard Buffet het
karige leven, zoals hij dat om
zich heen zag, magere, naakte
mannen, een slecht gevulde vis
winkel, grauwe Parijse wijken.
Maar hij was ook altijd een geën
gageerd kunstenaar, die zich via
zijn werk uitsprak tegen de
wreedheid die mensen elkaar
aandoen, tegen atoomwapens.
Zijn schilderij 'Plet afschrikwek
kende van de oorlog' de gefusil-
leerden' in zijn voor die tijd ge
bruikelijke grijsgroene tinten
uit 1954 spreekt boekdelen,
maar ook zijn visie op de ver
schillende stadia van de kruisi
ging van Jezus en later, uit
1976, zijn monumentale doek
'De hel van Dante, man met af
gehakt hoofd' laten aan duide
lijkheid over de positie die Buf
fet in de maatschappij innam
niets te twijfelen over. Het
kreeg de naam van 'miserabilis-
me'. „Zijn werk is somber en so
ber, kale interieurs, kale win
kels, maar er was ook gewoon
niks", zegt Sillevis over die na
oorlogse jaren. „Men leefde van
de hand in de tand." In later
werk, zoals in de serie over de
Franse revolutie of zijn schilde
rijen over de keerzijde van de
Napoleontische successen, is er
bij Buffet sprake van een exube
rant kleurenpalet, maar de Buf-
fetiaanse ondertoon blijft dezelf
de. 'Angstaanjagend als altijd',
zoals een tijdgenoot oordeelde.
Voor Bernard Buffet was schil
deren een absolute passie, mis
schien zelfs wel een obsessie,
wat al afgelezen kan worden uit
het enorme aantal werken dat
uit zijn handen kwam: zo'n 150
per jaar, bijna elke twee dagen
één.
Buffet: „Over schilderen praat
je niet, je analyseert het niet. Je
kijkt er een honderdste van een
seconde naar en dat is voldoen
de om een schilderij te beoorde
len."
Er werd altijd gezegd: 'Je bent
voor Buffet of je bent tegen Buf
fet.' Na het zien van de exposi
tie in het Gemeentemuseum
staat vast: 'Je bent vóór
Aly Knol
Expositie: Bernard Buffet: een om
streden oeuvre - Gemeentemuseum
Den Haag, t/m 10 september, di. t/m
zo. 11-17 uur.
een voorloper zag van zijn eigen
pop-art, verklaarde in 1985:
„De Fransen hebben één zeer
goede schilder, mijn favoriete
schilder, de laatste grote schil
der van Parijs, Buffet."
Miserabilisme
Buffet heeft nooit zijn eigen stijl
verlaten. Zijn grote voorbeelden
waren Courbet en Rembrandt
en naar Courbets 'De slaap'
schilderde hij 'Le sommeil
d'après Courbet' en naar Rem-
brandts 'De anatomische les'
zijn 'La legon d'anatomie
d'après Rembrandt', beide schil
derijen die in Den Haag zijn te
zien. De Courbet van Buffet is
een bijna letterlijk citaat, de
Rembrandt een duisterder schil
derij dan dat van de opde mees
ter, maar indringend en aangrij
pend en met een bijna even
prachtige lichtinval.
Hoe dan ook blinken de meeste
schilderijen van Buffet niet uit
in vrolijkheid, maar daar was
over nagedacht. „Rembrandt is
mooi, maar triest. Boucher is
vrolijk maar slecht. Het 'grote
schilderen' maakt je nooit aan
het lachen", noteerde hij in zijn
kenmerkende handschrift dat
ook in zijn schilderijen en met
name in zijn naaldetsen naar
teksten van onder anderen Jean
Cocteau (La voix humaine) en
Charles Baudelaire (Saint-Cast,
l'homme et la mer) wordt weer
spiegeld.
Een Buffet kun je nooit over het
Bernard Buffet: Zelfportret, 1981
Als de Amerikanen dan al de ope
ratie Market Garden zouden
hebben verraden, zoals Tomas Ross
in zijn nieuwste roman King Kong be
weert, waarom deden ze dat dan? Vol
gens misdaadauteur Ross wilden ze
per se voorkomen dat de Britten het
eerst in Berlijn zouden zijn.
Op de achterflap van King Kong' de
nieuwe faction-roman van thriller
schrijver Tomas Ross, staat een foto
van twee heren. De een, prins Bern-
hard, speldt de ander een decoratie
fop.
Die ander is P.G. Hogendoorn, voor
malig verzetsman en medewerker
,van het Bureau Nationale Veiligheid
■.(de latere BVD). En de vader van
'Ross. Hij was het ook die Chris Linde-
jmans, alias King Kong, na diens ar
restatie in het Oranjehotel in Scheve-
jningen verhoorde. „Dat verklaart
waarom ik altijd al een boek over
Ring Kong heb willen schrijven",
zegt Ross. „Die man fascineert me in
oge mate." Historici zijn het er in
rote trekken over eens dat dub-
elspion Lindemans, die voor de Slag
om Arnhem in september 1944 in het
j 6ezelschap van prins Bernhard werd
Thrillerschrijver Tomas Ross
gesignaleerd, de op handen zijnde
luchtlandingen bij Arnhem en Nijme
gen aan de Duitsers heeft verraden.
Zelf heeft King Kong daarover tij
dens verhoren niets losgelaten. Linde
mans stierf op 18 juli 1946. De offi
ciële lezing luidt dat hij zelfmoord
pleegde, maar volgens Ross heeft het
er alle schijn van dat hij werd vergif
tigd. Over wat Lindemans tijdens
zijn ondervragingen dan wél heeft ge
zegd, heeft Ross' vader nooit iets te
gen zijn zoon losgelaten. Beroepsge
heim.
Ross, die zo'n beetje alles heeft gele
zen wat de afgelopen decennia over
het raadsel King Kong is geschreven
- en dat is heel veel - gelooft stellig
dat Lindemans de zaak heeft verra
den. Maai- hij zou daartoe door de
Amerikanen zijn aangezet. „King
Kong had dan wel eerder voor de
Duitsers gewerkt, maar nu had hij
goedbeschouwd geen motief meer.
Het eind van de oorlog was in zicht.
De Duitsers hadden zijn broer vrijge
laten en konden zodoende geen druk
meer op hem uitoefenen. Hij had er
dus niets meer mee te winnen. Ster
ker nog: als hij het niet had gedaan,
was hij na de oorlog geëerd als de ver
zetsheld die hij toch zeker ook is ge
weest." Volgens Ross hadden de Ame
rikanen wel een goed motief om de
Duitsers van de op handen zijnde in
vasie te verwittigen. „Er was al gerui
me tijd sprake van een machtsstrijd
tussen de Britten en de Amerikanen.
Wie zou als eerste doorstoten naar
Bei-lijn? De Amerikanen wilden na de
oorlog economisch en politiek de he
gemonie in Europa overnemen. Wie
als eerste Berlijn innam en zo contro
le over Duitsland kreeg, had daartoe
de beste kaarten. Als de operatie Mar
ket Garden was gelukt, waren de
Britten eerder in de Duitse hoofdstad
gekomen. Dat moest worden verhin
derd." Lindemans werd door de En
gelsen en Amerikanen vanuit het in
middels deels bevrijde Vlaanderen
door de frontlinies naar Brabant ge
stuurd. Daar moest hij het verzet in
lichten over de invasieplannen. Wat
de Engelsen niet wisten, was dat Lin
demans rechtstreeks doorreisde naar
het hoofdkantoor van de Abwehr in
Driebergen. Volgens Ross had King
Kong daartoe speciale instructies
van de Amerikanen, die hem hadden
wijsgemaakt dat hij zodoende de
Duitsers zand in de ogen zou strooi
en, omdat Market Garden helemaal
niet zou plaatsvinden.
Englandspiel
Om dezelfde reden - wie krijgt het
straks voor het zeggen in Europa? -
dwarsboomden de Amerikanen vol
gens Ross hun geallieerde partners tij
dens het roemruchte Englandspiel.
Door de Duitsers ontmaskerde spion
nen zonden daarbij vanuit Neder
land valse informatie naar Engeland.
Dat de spionnen waren ontmaskerd,
hadden de Britten kunnen weten.
Ze zonden namelijk speciaal daar
voor afgesproken codes mee. Volgens
Ross werden die codes er door Ameri-
kaanse cryptologen in het landhuis
Bletchley Park bij Londen uitge
haald. „Alleen zo is te verklaren dat
het Englandspiel twee jaar kon door
gaan", zegt Ross.
De Britten hadden, zo stelt de schrij
ver, ook geen schone handen. Zo zou
Winston Churchill geweten hebben
van de Japanse plannen om de Ameri
kaanse basis Pearl Harbor aan te val
len.
De Britten hadden dat vernomen uit
radioboodschappen van een Neder
lands schip dat de Japanse manoeu
vres had waargenomen. Ross:
„Churchill heeft dat schip laten bom
barderen en daarmee alle getuigen
uit de weg laten ruimen. Ik schrijf
het niet in mijn boek, maar ik heb
zelfs aanwijzingen dat koningin Wil-
helmina daarvan op de hoogte was."
Wat voor waarde mag de lezer van
King Kong hechten aan al die veron
derstellingen? Ross: „Factie, een men
geling van fictie en feiten, is het gen
re bij uitstek om gesloten affaires en
doofpotzaken te behandelen. Ik besef
dat ik over delicate dingen schrijf. Ik
doe dat niet zomaar: ik zuig geen his
torische feiten uit mijn duim, maar
probeer ze te reconstrueren aan de
hand van bronnenonderzoek en ge
zond verstand. Het blijven specula
ties. En wie het beter weet, mag het
zeggen."
Hans Gulpen
Tomas Ross: King Kong - Uitgeverij Cargo,
464 pag., 18,50