>zc
Haaien aan de haring bij Ossenisse
Wandel een rondje met een pontje
Vistocht
dinsdag 27 juni 2006 25
Een plons. Een visdiefje?
Nee. Toch bewijzen de
uitdijende kringen op het
water dat er iets is gebeurd.
Dan, onverwacht, steekt
een lichtgrijze rugvin boven
het water uit en is net onder
het oppervlak de karakteris
tieke kop van een haai te
zien. Op nog geen meter af
stand verschijnt een tweede
rugvin. Nog een haai in de
Westerschelde! Het lijkt
wel of de twee roofvissen
wat aan het spelen zijn, zo
zigzaggen ze door het water
nabij de Scheldedijk tussen
Perkpolder en Ossenisse.
De toeristische veerdiensten bestaan tien jaar. Fiets een rondje met
een pontje is nu ook: loop een rondje met een pontje. In de aanleg
plaatsen van de boten zijn wandelroutes uitgezet. De PZC verkent
ze. Vandaag: Perkpolder.
De twee gladde haaien zijn,
ruw geschat, elk zo'n tach
tig centimeter lang en jagen zo
goed als zeker op jonge haring.
De beide dieren trekken zich
niets aan van de wandelaar op
de strekdam die zo'n honderd
meter de Westerschelde in
steekt.
De ontmoeting met de beide
haaien is een zeer verrassend on
derdeel van deze wandeling
rondom en door de Perkpolder,
Molenpolder, Nijspolder en
Noordhofpolder, vier polders in
de kop van het Land van Hulst.
Maar de rest mag er ook wezen.
Want in het oostelijk deel van
Zeeuws-Vlaanderen praten ze
graag en spontaan met een wan
delaar. Die ontmoetingen zor
gen ervoor dat de 12,5 kilometer
lange tocht fiks wat meer tijd in
beslag neemt dan vooraf ge
dacht. Startpunt is de aanleg
steiger in de voormalige veerha
ven. Na de overtocht vanuit
Hansweert blijkt bij aankomst
dat de schipper van de 'Onderne
ming' mogelijk illegaal bezig is.
'Verboden in de haven te varen
of te zwemmen' staat bij de aan
legsteiger zeer pontificaal op
een bord. Maar ach, we zijn hier
in het meest Bourgondische deel
van Zeeland. Hier wordt niet zo
op dat soort teksten gelet.
Afgezien van het pontje van
Laurens en Ria de Brouwer, een
omgebouwd binnenvaartschip,
ligt de veerhaven er maar verla
ligger te wachten tot iemand de
moeite neemt ze wel op te rui
men. Maar tussen de stenen van
de dijkglooiing is ook heel wat
moois te vinden. Zeekool, zeera
ket en zeevenkel zijn enkele
plantjes die groeien tussen de
blokken die de dijk beschermen
tegen de stormvloeden. Het
strandje onder aan de dijk heeft
inmiddels plaats gemaakt voor
slikken. Bergeenden en scholek
sters speuren daar ijverig naar
voedsel.
Halverwege de route, in Zee
dorp, valt om het hoekje van het
eerste huis aan de rechterkant
een grote gevelsteen op van een
maaiende landarbeider. Ooit be
woonden mannen als hij deze
huisjes die nu veelal onderdak
bieden aan op rust gestelde ge
fortuneerde Vlamingen.
Kapelletje
Halverwege Ossenisse trekt aan
de rechterkant een Mariakapel
letje de aandacht. 'Langs deezen
weg zet geenen voet of zeg Ma
ria wees gegroet' staat als gebod
op een steen. Het kapelletje ligt
er prachtig bij, zeer verzorgd
met vele bloeiende bloemen. Na
Tussen Perkpolder en Ossenisse.
het volgende dorp is het con
trast te zien tussen twee veehou
derijen. De ene boer laat z'n
koeien nog buiten lopen, de
tweede houdt ze op stal. Die
twee bedrijven, op nog geen
tweehonderd meter van elkaar,
vormen voor de beleving van
het buitengebied een wereld van
verschil. Bij het ene zie je de die
ren door de wei stappen, bij de
ander hoor je ze alleen maar.
Voor het huis van kunstenaar
Luc Ingels staan de fietsers
René Kloeg en Peter de Koster
uit Goes vol bewondering te kij
ken naar een Egyptisch-aan-
doend beeld. Ze vinden het
prachtig, net als het fietsen door
het land van Hulst. Ze nemen ge
regeld een van de fietspontjes,
maar zijn voorlopig niet van
plan te wandelen. Dat schiet vol
gens hen niet op. De fiets is vol
gens de beide mannen de ideale
manier om een streek te verken
nen. Wandelen, dat is meer iets
voor mensen die niet kunnen
fietsen, lacht De Koster en zet
aan om het laatste stukje naar
Perkpolder en het pontje snel af
te leggen.
Emile Calon
ten bij. Het veerplein doet
dienst als oefenterrein voor be
ginnende motorrijders. Verder
is het er stil. Het wachten is op
de definitieve plannen van de
overheden om van dat plein iets
bijzonders te maken.
Glorie
Na een paar honderd metér wan
delen is de Westerschelde in z'n
volle glorie te zien. Het is eb en
overal liggen zandbanken. On
danks de lage waterstand varen
toch nog flink wat joekels rich
ting Antwerpen. En daar tussen
door beweegt van alles. Jacht
jes, visbootjes en andere kleine
re schepen. Bootjesspotters kun
nen hier hun hart ophalen.
Aan de voet van de Zeedijk ligt
het strandje van Kessen, ver
noemd naar de oud-burgemees
ter van Hontenisse, en later
Hulst, die daar zand liet opspui
ten ten voordele van jong en
oud. Twee kleine kinderen en
een moeder ballen op dat strand
en een wel erg witte man loopt
zoekend langs de eblijn. Op de
dijk zelf zitten Bram en Ria
Smet uit Hulst te genieten van
het uitzicht. Ze fietsen regelma
foto Camile Schelstraete
tig een rondje door het Oost-
Zeeuws-Vlaamse land en vertel
len hoe ze genieten van de
steeds wisselende natuur. Van
daag met name van het vlas, het
bloeiende vlas. De zacht-Maria-
blauwe tint van de zo fragiele
bloemetjes van deze plant is van
een bijna onwezenlijke schoon
heid.
Verder lopend valt op dat heel
wat dijkrecreanten het niet zo
nauw nemen met het opruimen
van hun eigen afval. Vele lege
flessen, blikjes, zakjes en luiers
foto Ludo Goossens
De zaterdagse vistochtjes met
de BR 29 zijn populair. De Bres-
siaanse schipper Robbie Ver
schelling heeft een flinke wacht
lijst. Vooral leden van visclubs
vinden het leuk mee te maken
dat vis niet alleen met de hengel
maar ook met netten kan wor
den gevangen.
's Zaterdags vaart Verschelling
twee keer met zo'n gezelschap
uit. In de monding van de Wes
terschelde maakt hij dan een
paar trekken met zijn boomkor
ren. De garnalen worden aan
boord gekookt en opgegeten; de
vis onder de deelnemers aan de
tocht verdeeld.