'ZC Populier is thuis in Zeeland De frambozen zijn dit jaar helaas verbrand De Collectie Een flitsend museum met een speciaal geluid trekt vooral kenners Formule 1 onder de bomen 23 dinsdag 27 juni 2006 In De Collectie staat weke- lijks een museum in Zee land centraal. De collecties van de kleinere musea in de provincie worden in de ze serie belicht. Deze week: Witte's museum voor foto grafie en radio in Axel. Jan Witte laat een Ica platencamera uit 1903 zien; links Carlo Ver- vaet. foto Peter Nicolai Voor digitale camera's haalt hij zijn neus nog net niet op. Alles wat na de spiegelreflex camera kwam, vindt hij ook min der interessant. „Dat is geen fo tograferen meer, maar ansicht kaarten maken. De charme is er eigenlijk helemaal van af." Ouderwets of behoudzuchtig is Jan Witte geenszins, maar zijn hart ligt duidelijk bij oude en mechanische camera's. De ruim zevenhonderd exemplaren tel lende collectie op de begane grond in Witte's museum voor •fotografie en radio in de Bastion straat in Axel zijn hiervan de stille getuigen. Het privémuseum bestaat nu twintig jaar en werd opgericht door de broers Jan en Maarten Witte. Jans passie is de camera. Zijn oudere broer Maarten, die november 2004 overleed, was ra diofanaat. Zijn verzameling is te bewonderen op de eerste ver dieping van het museum. Het grootste deel van de bijna vijf honderd stukken tellende verza meling bestaat uit radiotoestel len, maar onder meer ook uit oude pick-ups en bandrecor ders. Zo lang het lampenradio's zijn, is alles welkom. Want voor tran sistors en alles wat daarop volg de haalde Maarten zijn neus op. „En hij had daar gelijk in. Er is niks zo mooi als het geluid van een authentiek lampentoestel", aldus Jan Witte. Hij heeft tegen woordig assistentie van Carlo Vervaet, net als Maarten Witte radiofanaat en liefhebber van alle techniek die daarbij komt kijken. Jaarlijks trekt het fotografie- en radiomuseum, in het voormalige oudeiiijk huis van de gebroe ders Witte, zo'n vijftienhonderd bezoekers. Het idee voor een mu seum ontstond toen hun wonin gen te klein werden voor hun collecties. In eerste instantie was het de bedoeling om het voormalige ouderlijk huis als op slagruimte te gebruiken. „Maar van het één kwam dus het an der." De eerste camera van Jan was een boxje. Daarna kreeg hij een ander cameraatje cadeau van een tante. De verzamelwoede was geboren. Maarten begon met verzamelen nadat hij in Hulst tegen een oude radio liep. Een Philips Lentebode uit 1933. De topstukken van de collectie zijn ook de moeite waard voor mensen die niet direct radiofa naat of fotogek zijn. Niet alleen een reiscamera uit 1900, een ei kenhouten studiocamera uit 1895, reportercamera's in aller lei formaten en spionagecame- ra's - waarvan één omhuld door een sigarettenverpakking - zijn te bezichtigen, maar onder meer ook toverlantaarns uit de negen tiende eeuw, flitsers en glaspla ten. De radioverzameling beslaat het tijdperk tussen 1916 en 1970. Het geluid komt de bezoe ker niet alleen tegemoet uit de grote rechthoekige bakken met de witte druktoetsen (het zoge naamde kunstgebit) die vroeger de huiskamer domineerden, maar ook uit allerlei vreemd soortige hoorns of enorme scha lenluidsprekers. Zelfs de luxe en de eenvoudige versie van de Volksfempfanger hebben een plaatsje in de collectie. Die ra dio was in zowat alle woningen in nazi-Duitsland te vinden en indertijd hét propagandahulp- middel bij uitstek. Uitstapjes naar rommel- of an tiekmarkten leverden regelma tig mooie aanwinsten voor het museum op. Ruilbeurzen wor den nooit overgeslagen en ook het internet is tegenwoordig een belangrijke zoekbron. Alle came ra's en radio's werken nog. Ver waarloosde of kapotte exempla ren zijn allemaal weer door Jan of Maarten Witte aan de praat geholpen. Witte's museum voor fotografie en radio, dat de toepasselijke slogan 'een flitsend museum met een speciaal geluid' voert, trekt voornamelijk kenners. „Echte liefhebbers dus. Die heb ik graag. Het praat ook makke lijker, want je begrijpt beter van elkaar waarover je het hebt", legt Jan Witte uit. Jan Witte is trots op de inmid dels twintig jarige historie van het Axelse fotografie- en radio museum, dat ook in culturele kringen hoog wordt aangesla gen. Het bewijs hiervan is de toe kenning van de cultuurprijs van de oude gemeente Axel in 1992. In september is het de bedoeling een expositie te openen van fo to's die in en rond Axel tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn ge nomen. Het twintigjarig jubileum viert Witte's museum voor fotografie en radio op vrijdag 7 juli van 13.00 tot 20.00 uur en een dag later van 13.00 tot 17.00 uur. Al le verdere informatie is te vin den op www.wittesmuseum.nl. René van Stee Nederland, populieren- land. De leus klopt nog steeds. Maar niet lang meer als de populariteit van de populier niet snel een in jectie krijgt. De populier dreigt het slachtoffer te wor den van verkeerde beeldvor ming. De Stichting Populier onderneemt opnieuw actie om de kwaliteiten van de tientallen soorten populie ren onder de aandacht van bos- en wegbeheerders te brengen. De populier lijdt. Vooral on der een slecht imago en een gebrek aan vakkennis, weet secretaris Patrick Jansen van de Stichting Populier. De peppel is een lelijke, rechte staak, alleen goed voor houtproductie, wil het wijdverbreide vooroordeel. In natuurgebieden horen ze daarom niet thuis. De bomen groeien hard en maken met hun wortels het wegdek kapot en het pluis van de populier maakt be woners van vele wijken elk jaar weer gek. Jansen somt de veronderstelde nadelen geroutineerd op. Hij ontkent ook niet dat populieren overlast kunnen geven, maar stelt dat mensen zich er van be wust moeten zijn waar ze de bo men neerzetten. „Je moet popu lieren niet aan de rand van de rijbaan zetten, want dan heb je door de groeisnelheid inderdaad eerder dan bij andere bomen schade aan het wegdek. En in woonwijken moet je geen vrouw tjespopulieren neerzetten, want die laten enorm veel pluis val len. Als je mannetjes plant, heb je echter nergens last van." De stichtingssecretaris wijt veel ergernis.en vooroordelen aan on wetendheid van burgers en ge brek aan vakkennis van bosaan- planters en wegbeheerders. Het begint er al mee dat dé populier niet bestaat. Er zijn wel veertig tot vijftig verschillende soorten, betoogt Jansen. Van die soorten zijn de zwarte populier, de ratel- populier en de grauwe abeel in heems en vele andere soorten worden ook al eeuwen aange plant. De inheemse populieren en veel andere zijn niet geschikt als productiebomen, maar verte genwoordigen natuurwaarden. Het sprookje dat populieren niet in de natuur of een natuur lijk landschap thuishoren, moet zo snel mogelijk de wereld uit, vindt Jansen. „Populieren ver dienen grote ecologische waar dering. Ze lokken vele insecten, trekken paddenstoelen en zor gen voor een vruchtbare strooi- sellaag op de grond. Omdat ze niet zo'n dicht bladerdak dra gen als andere bomen, kan het zonlicht nog op de bodem ko men, wat de diversiteit aan bo- demplanten ten goede komt." Zijn groeisnelheid maakt de po pulier tot 'de Formule 1-wagen van de bomen', prijst Jansen. Aan die snelheid zitten niet al leen nadelen - zoals het opdruk ken van bestrating - maar voor al veel voordelen. „De populier wordt in nieuwe bossen vaak vergeten. Te saai, heet het dan. Maar de groeisnelheid en de eco logische waarde maken de boom juist waardevol. Een nieuw bos ziet er eerder als bos uit doordat de populieren snel opschieten en voor hoogteverschil zorgen. Als pionier trekt hij ook snel vo gels en planten aan, zodat wan delaars de echte bosbeleving eer der kunnen meemaken," Bloemdijken De Stichting Populier zocht uit dat in 2004 nog maai' 40.000 pep pels zijn aangeplant, tegen een klein miljoen dertien jaar gele den. De kapopbrengst is onge veer gelijk gebleven, meldt Jan sen. De secretaris van de popu lierenstichting heeft geen cijfers over de diverse provincies. „Maar ook in Zeeland loopt het populierenbestand terug. Op de karakteristieke bloemdijken worden de populieren gelukkig gehandhaafd, maar elders zitten ze ook in de hoek waar de klap pen vallen." Boswachter Hans van Hage vindt dat nog wel meevallen. Zeeuws-Vlaanderen is sinds mensenheugenis 'populieren- land bij uitstek'. Al in 1300, 1400 werden in de streek popu lieren geplant, vooral voor de houtproductie. Harry Goossens, die na de Tweede Wereldoorlog bijna veertig jaar districtshoofd van Zeeuws-Vlaanderen voor Staatsbosbeheer was, had zo'n voorliefde voor populieren dat hij er de geuzennaam 'populie- ren-Harry' mee verwierf. De lief de voor populieren is niet zo vol komen meer als tijdens Goos sens' bewind, maar is ook zeker niet verdwenen, betoogt Van Ha- ge- Hij geeft toe dat er de laatste ja ren zo'n vijfhonderd populieren gekapt zijn, terwijl er geen nieu we zijn geplant. Maar bij de aan leg van het nieuwe Braakman- bos wordt dat weer rechtgetrok ken. Het pleidooi van de Stich ting Populier is voor Staatsbos beheer niet nodig, stelt de bos wachter. „Natuurlijk komen er in het nieuwe bos ook populie ren, vooral zwarte en ratelpopu- lieren. Ook elders in de regio ver geten we de populier niet, maar het is wel juist dat we naar een grotere diversiteit streven. Er zijn dus plekken waar we steel iepen, eiken of lindes neerzet ten, omdat die ook karakteris tiek zijn en in de streek thuisho ren." Van Plage noemt samen met een collega zo een aantal prachtige populierendijken op. De pep pels langs de Damsevaart - tus sen Sluis en Damme - zijn on langs nog via gerechtelijke weg gered door natuurbeschermers. Maar ook de Beerweg tussen Nieuw-Namen en Zandberg, de Baudeloodijk bij Lamswaarde en - favoriet bij Biervlietenaar Van Hage - de Driewegenweg tussen IJzendijke en Driewegen mogen worden gezien. „De popu lieren aan weerszijden van de weg zorgen daar voor een prach tige laan." De boswachter kent ook de klachten over de populier. Niet alleen een pluizenverspreider en een stratenvemieler, maar ook een vochtonttrekker en een scha- duwverspreider. „Agrariërs kla gen daar nog al eens over. Ze hebben ook wel gelijk, maar ver geten voor het gemak de voorde len. Toen een paar jaar geleden wervelwinden huishielden in de streek, lag het gewas overal plat. Alleen op de akkers onder de populieren stond alles nog overeind." Hoewel Van Hage net als zijn voorganger de popu lier een warm hart toedraagt, heeft hij ook oog voor de belan gen van andere bomen. Natuurwaarde Datzelfde geldt voor Water schap Zeeuws-Vlaanderen, dat langs de polderwegen een nog groter areaal aan populieren be heert. Ook het schap laat de pep pel niet vallen, beloofde het ja ren terug al tijdens een vorige actie voor het behoud van het populierenbestand. Het schap heeft een poosje terug een Land schapsplan vastgesteld. De pro ductiewaarde van het hout speelt ook bij het waterschap slechts een marginale rol, de na tuurwaarde is belangrijker. Een woordvoerder: „Dat betekent dat bijvoorbeeld in West- Zeeuws-Vlaanderen de knotbo- men het meeste aandacht krij gen, omdat knotwilgen echt bij de kuststreek horen. Het Land schapsplan benadrukt aan de an dere kant het belang van diversi teit. Dus houden wij ook zeker de populieren in ere." René Hoonhorst Populieren langs de Damsevaart bij Sluis foto Peter Nicolai In een verre hoek van de Vroonlandseweg in Kapelle telen Ivo van Gaaien (39) en Janette van Gaalen-Doppen- berg (37) aardbeien' on der ruim een halve hectare glas. Ze telen ook kersen, frambozen en bessen en verderop in het dorp peren en appels. De kinderen, Wilco, Lilian, Jan, An- nemieke, Miranda en René helpen af en toe ook een handje. In On der glas volgen we het gezinsbedrijf van week tot week. Het is zo goed als gedaan met de aardbeien. Dat bete kent dat de rust is weergekeerd in de kassen. Aardbeienplanten worden opgeruimd en het perso neel is vertrokken. „We hebben nog iemand die een paar dagen per week komt helpen en af en toe zul je misschien eens een scholier zien, die helpt in de bes sen", vertelt Janette. „Maar dan hebben we het over niet meer dan een paar uurtjes. We kun nen dat in principe heel goed zelf af." Een oude man komt de kas inge lopen. Of ze nog jamaardbeien hebben? Janette loopt met hem mee en ondertussen vertelt de klant dat het vroeger toch wel heel anders ging. De aardbeien- planten (die nu op enige hoogte hangen) stonden toen nog op de grond en moesten op de knieën worden geplukt. „Nou, ik ben blij dat het nu niet meer zo gaat", zegt Ivo. „Dan deed ik het waarschijnlijk niet." Janette kan zich de tijd dat zij de aard beien van de grond moest pluk ken nog wel herinneren. „Dat was bijna niet te doen, zo'n hele dag op je knieën. Een hele slech te houding. Je kon toen ook bijna geen plukkers krijgen." Janette en Ivo zeggen er grote waarde aan te hechten dat er af en toe eens een praatje met een klant wordt gemaakt. „Al is het vaker Ivo die dat doet", geeft Ja nette toe. „Hij is meer de sociale van ons twee. Ik zeg regelmatig tegen mensen: Ivo staat daar, hoor." Ook in drukke tijden, zo als de afgelopen weken, hoort een babbeltje er af en toe bij. De klanten vinden dat leuk. „Toch zijn er een paar momenten waar op je me even niet moet storen", zegt Ivo. „Als ik de zending voor de veiling aan het klaarmaken ben, bijvoorbeeld. Die moet ge woon op tijd weg." Het winkeltje bij het bedrijf van Ivo en Janette doet op sommige momenten meer dienst als so ciaal gebeuren. Zeker op zater dag lijkt het af en toe wel een ontmoetingsplaats. Mensen staat dan lekker met elkaar te keuvelen. „Zo willen we het ook", zegt Ivo. „Het doet mis schien een beetje oubollig aan, maar wij willen geen productie- fabriek als die grote kassenbe- drijven worden, waar de men sen één keer per jaar binnen mo gen kijken." Janette: „Hier is ie dereen welkom in de kas. Op za terdag heb je wel eens vaders met kinderen, die dan even een kijkje willen nemen. Dan laten we zo'n kleine een aardbei pluk ken en proeven. Vaak gaat die met kroontje en al de mond in." Het is bij tijd en wijle dus best gezellig in en om het winkeltje, maar dat is er nou ook weer niet puur en alleen voor de leukig- heid. Ivo: „Natuurlijk is het niet onze belangrijkste inkomsten bron, maar in een periode dat we op de veiling lage prijzen krijgen, kunnen we in je winkel altijd nog een redelijke prijs vra gen. Het is ook wel eens anders om. Dan krijgen we op de vei ling hele hoge bedragen en ver kopen we de aardbeien hier on der de veilingprijs. Dat moet, want als we ze hier ook duurder gaan maken, lopen de mensen weg." Klantenbinding, zo heeft het echtpaar ervaren, is heel belang rijk. Dat zit hem in hele kleine dingen. Hoe je omgaat met klachten, om maar eens iets te noemen. „Als mensen terecht klagen, omdat het product niet helemaal goed is, moet je dat ge woon toegeven en een gratis doosje meegeven voor het onge mak", zegt Ivo. „Maar het ge beurt ook wel eens dat iemand ons komt vertellen dat de jam aardbeien niet zo lekker smaak ten. Tja... dan zeg ik meestal maar niet te veel." Het winkeltje draait de komen de tijd op volle toeren door, ge woon met aardbeien. Die komen dan niet meer uit de kassen in Kapelle, maar ergens uit Bra bant, waar Ivo met enige regel maat een lading ophaalt. „Het is belangrijk dat we aardbeien blij ven aanbieden", meent hij. „An ders gaan de mensen ze ergens anders halen en is het maar de vraag of ze hier nog terugko men." Frambozen zullen de ko mende weken schaars zijn, want ze zijn verbrand. De planten staan in een soort plastic tunnel en dat bleek niet bevorderlijk toen het een paar dinsdagen te rug opeens heel erg warm was. „In die tunnel is het misschien wel 45 tot 50 graden geweest", schat Ivo. „Dat kunnen ze niet aan." De na-effecten van 'gekke dinsdag', zoals Janette het noemt, zullen nog wel even voel baar blijven. „De planten heb ben een enorme klap gehad", vertelt Ivo. „Er zullen best wel weer frambozen aan gaan groeien, maar de echte topkwali teit zullen we niet meer berei ken." Een hele grote strop is dat overigens niet, want de frambo zen zijn meer voor 'erbij'. Niet voor de handel, maar leuk voor in het winkeltje. „Toch blijft het jammer", vindt Ivo. Nu de grote drukte van de aard beien voorbij is, hebben Ivo en Janette tijd om wat achterstal lig onderhoud weg te werken. In de boomgaard, bijvoorbeeld. Maar ook de administratie moet nodig weer eens bijgewerkt wor den. „Ik kan eindelijk ook weer eens iets in huis doen", lacht Ja nette, terwijl ze naar het bord bij het winkeltje wijst. Dat laat niets aan onduidelijkheid over: Als er iets is. Ik be?i in het woon huis. Rob Paardekam

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 33