PZC
Kankermedicijnen werken gericht
Bolusknop beperkt prikken
2
1
Een coach in de i
vorm van een bol
tegen rugpijn
Leven in de zorg kan
aangenamer worden
Nieuwe generatie middelen maken chemokuur nog niet overbodig
Hersenen werken sneller bij ero
a
Valse herinneringen aangepraat»
Urineverlies is te behandelen
Broom kan schildklier verstoref
Nederlander zuinig met medici!?
I'
maandag 26 juni 2006
door Kees Vermeer
ROTTERDAM - Er zijn midde
len tegen kanker in ontwikke
ling die kwaadaardige cellen
véél gerichter aanpakken dan
de klassieke chemokuur. Zij pas
sen als een sleutel op een slot.
Omdat ze zo nieuw zijn, zijn on
derzoekers alert op onverwach
te en ongewenste effecten.
De chemokuur overboord? Zo
ver is het nog lang niet, maar on
derzoek naar nieuwe, doelge
richte middelen tegen kanker is
in volle gang. Omdat deze medi
cijnen recht op hun doel af
gaan, worden zij 'targetspeci-
fiek' genoemd. Artsen schrijven
sommige van deze middelen al
met succes voor.
Een veelgenoemd voorbeeld van
zo'n medicijn is Glivec, dat al
enige tijd met goed resultaat
wordt ingezet tegen een specifie
ke vorm van leukemie en een
zeldzame maagtumor. Glivec
was het eerste succesvolle target-
specifieke medicijn. Vrouwen
met een specifieke vorm van
borstkanker hebben baat bij het
medicijn Herceptin. Dat kan
niet alleen de ziekte stoppen,
maar zorgt er ook voor dat na
een operatie de kanker bij de be
handelde vrouwen aanzienlijk
langer wegblijft. En een ander
nieuw medicijn tegen dikke-
darmkanker is Avastin. Artsen
geven cüt middel in combinatie
met een chemokuur. Het ver
hoogt de effectiviteit van de be
handeling.
Op maat
Wetenschappers zijn de laatste
jaren veel te weten gekomen
over de moleculaire processen
die ten grondslag liggen aan
kanker. Veel cruciale stappen in
die processen hebben zij in
kaart gebracht. En dat opent
voor onderzoekers mogelijkhe
den om de processen te beïnvloe
den. Immers, als molecuul A een
belangrijke rol speelt bij het ont
staan van kanker, kun je de
groei van die kanker misschien
remmen door molecuul A te
blokkeren met een specifiek 'an
ti-molecuul', dat er op past als
een sleutel in een slot. Dat is,
simpel gezegd, het principe van
de targetspecifieke medicijnen.
De ontwikkeling van medicij
nen kan nu veel gerichter dan
vroeger, bevestigt internist-on
coloog dr. Ferry Eskens, werk
zaam in Erasmus MC-Daniel
den Hoed in Rotterdam. „Deze
middelen worden als het ware
op maat gemaakt. Dat gebeurt
op basis van de wetenschappelij
ke kennis van de 'target', ofte
wel het doel. Vroeger had je een
stofje en dan keek je of het er
gens tegen hielp. Nu gaat het an
dersom. Doordat je je nu richt
op specifieke doelen van kanker
cellen of -processen, zijn tumo
ren gevoeliger voor deze thera
pie." Het aangrijpingspunt van
een targetspecifiek medicijn
kan een eiwit zijn: een receptor
op de buitenkant van een kan
kercel. Zo is Herceptin gericht
tegen de receptor Her-2-Neu op
borstkankercellen. Het medicijn
werkt dus niet als deze receptor
niet aanwezig is. Dat moet bij
een vrouw met borstkanker
eerst worden getesf. Dit geldt
ook voor andere targetgerichte
therapieën, legt Eskens uit: „We
kunnen de nieuwe medicatie al
leen inzetten als het doel aanwe
zig is. Zo niet, dan werkt het
'sleutel-slot-principe' niet.
Maar als de target er wél is, kan
een patiënt erg gebaat zijn bij
het nieuwe medicijn. Omdat de
ze middelen er nog niet zo lang
zijn. kunnen we ze nog niet ver
gelijken met de klassieke midde
len op de lange termijn. Maar
van bijvoorbeeld Herceptin heb
ben we overtuigende bewijzen
dat de ziekte na een operatie en
behandeling langer wegblijft."
Met de nieuwe benadering
wordt dus gericht de oorsprong
van kanker aangepakt. Maar
dat blijkt een complex proces.
Kanker kan op tientallen manie
ren ontstaan. Dat geeft welis
waar veel mogelijkheden voor
nieuwe middelen, maar die moe
ten wel eerst worden getest op
hun veiligheid en werkzaam
heid. De onlangs aan de Eras
mus Universiteit Rotterdam ge
promoveerde dr. Ronald Hoek
stra testte vier nieuwe groepen
De nieuwe generatie kankermedicijnen is veel doelgerichter dan de aloude chemokuur.
foto Harmen de Jong/GPD
middelen tegen kanker. Hoek- borg ziekenhuis in Almelo, deed middel werkt. Maar vooral of
stra, inmiddels als intemist-on- dat in fase 1 onderzoek. Daarin het veilig is.
coloog werkzaam in het Twente- wordt nog niet gekeken of een Al in fase 1 kunnen middelen af
vallen vanwege ernstige bijwer
kingen of teleurstellende resulta
ten. Dit overkomt zelfs midde
len die bij onderzoek met proef
dieren als heel veelbelovend uit
de bus kwamen.
Het meest veelbelovende medi
cijn in het onderzoek van dr.
Hoekstra bleek een 'angiogene-
se-remmer'. Dit is een middel
dat de bloedvoorziening van een
tumor verstoort door de groei
van bloedvaten te remmen. Zon
der bloed kan een tumor niet
groeien en uitzaaien. De onder
zochte remmer had geen noe
menswaardige bijwerkingen. De
remmer bleek ook goed te combi
neren met een aantal veelge
bruikte middelen die in chemo-
kuren zitten.
Pluspunt
„Bij patiënten met verschillen
de typen kanker zagen we zelfs
stilstand van de ziekte", vertelt
Hoekstra. „Dat kan betekenen
dat het middel werkt. We weten
dat niet zeker, omdat kanker
ook van nature tot stabilisatie
kan komen. Een groot pluspunt
is dat we het middel eenvoudig
kunnen toedienen. Dat gebeurt
met onderhuidse injecties, net
zoals een patiënt met diabetes
zichzelf insuline toedient. Pa
tiënten bleken dat goed te kun
nen verdragen."
Overigens bestaat de theorie
rond de angiogenese-remmers
al zo'n dertig jaar, vertelt Hoeks
tra. „Maar toch: het succes van
de angiogenese-remmer Avastin
bij patiënten met darmkanker is
voor ons het bewijs dat het wel
kan. En Avastin is niet alleen ac
tief tegen dikkedarmkanker,
maar blijkt nu ook werkzaam
bij longkanker en borstkanker.
We komen steeds verder, al gaat
het in kleine stapjes."
De hoop van veel onderzoekers,
artsen en verpleegkundigen is
dat de chemokuur ooit overbo
dig wordt. Maar de praktijk
leert dat voorzichtigheid gebo
den is. Zo laten veel tumoren
zich niet remmen met één mid
del. Veel behandelingen bestaan
daarom uit een combinatie van
middelen. Voorlopig blijven che-
mokuren nodig. GPD
ST. LOUIS - Het lijkt erop alsof onze hersenen eens
le belangstelling hebben voor seksueel opwinden
ken. De hersenen reageren zo'n 20 procent sneller (i
zeggen dat er elektrische prikkels meetbaar zijn)
zien van erotisch getinte plaatjes, dan bij het zien\
lerlei andere afbeeldingen.
Dit schrijft A. Anokhin (Washington University Nic
Louis) op grond van proeven bij 264 vrouwen. At
weerlegt het idee dat mannen sneller opgewonden ÜB
dan vrouwen bij het zien van erotische afbeelding Tas
hersenen van de vrouwen in zijn onderzoek reagnla
net zo snel als die van mannen in eerder onderzoek, en.
Eng
ïiziel
d vet
MAASTRICHT - 'Herinneringen' aan seksueel mi
die jarenlang verdrongen waren en in een therapei hi
sessie naar boven komen, bestaan niet. Het zijn val
inneringen, doorgaans aangepraat door de therape
er wel sprake is geweest van seksueel misbruik,
de herinneringen nooit weg geweest. Zij worden vvi
verkeerd gedateerd; het slachtoffer meent de herii t
gen jarenlang kwijt geraakt te zijn, terwijl de herii it
gen aan het misbruik er (aantoonbaar) kort geled
waren.
Dit concludeert E. Geraerts (Universiteit Maastri
basis van onderzoek onder ruim honderd vrouwen
proefschrift waarop zij op 16 juni promoveerde. GJ
31
Dl
UTRECHT - Ongewild urineverlies bij hoesten, ni
lachen bij vrouwen is relatief eenvoudig te beha
door via een kleine operatie een kunststof bandje
brengen onder de urinebuis.
Drie jaar na de ingreep is het merendeel van de b<
de vrouwen nog steeds zeer tevreden over het r
concludeert S. Straffordt Koops (UMC UtrechtjM
proefschrift waarop hij op 14 juni promoveerde. Gj
WAGENINGEN - Sommige broomhoudende veri_
gen (BDE's) die worden gebruikt om spullen 01
brandgevaarlijk te maken, blijken de werking 4
schildklierhormoon te kunnen verstoren. Het gevol
van kan zijn een verstoorde ontwikkeling van de 11
nen. Dit schrijft M. Schriks (Wageningen Unive
op grond van proeven met een door hemzelf ontw u
test voor schildklierhormoon-verstorende stoffen.
DEN HAAG - Gemiddeld besteedde iedere Nede_
in 2004 275 euro aan geneesmiddelen, waarvan J)|
voor eigen rekening, aldus de Stichting Farmace 8
Kengetallen. Dat is in Europees verband weinig-
middelde Europeaan besteedde in 2004 358 eurojo
2 uitgaven aan geneesmiddelen
land ongeveer 10 procent uit van de totale uitga'
gezondheidszorg, waarmee Nederland ook h<
scoort in Europa. GPD
door Hans Simons
De Nederlandse gezond
heidszorg kent zeer veel
regels met steeds meer bu
reaucratie als gevolg. Regels
voor kwaliteit zorgen voor
een zo goed mogelijk verloop
van de behandeling. Er is een
systeem van regels voor indi
catiestelling, zodat de zorg zo
eerlijk mogelijk wordt ver
deeld. Regels rond het verze
keren moeten zorgen dat ie
dereen zijn rekening kan blij
ven betalen. Kortom; rede
nen genoeg, waarom er zo
veel regels zijn ontstaan.
Een verpleegkundige, dokter
of directeur in een ziekenhuis
heeft met teveel regels en af
spraken te maken. Niemand
ziet nog door de bomen het
bos. Met de beste bedoelin
gen is de gezondheidszorg
wel erg ingewikkeld ge
maakt.
Uit ervaring weet ik maar al
te goed dat er geen simpele
oplossingen voor de bureau
cratie in de zorg bestaan.
Toch kan het minder als we
de durf hebben een paar uit
gangspunten serieuzer te ne
men.
Ik zie vijf uitgangspunten die
er toe doen als het je ernst is
met het teveel aan regels in
de zorg. Allereerst is het goed
marktwerking in de zorg niet
teveel te omarmen. Meer
markt betekent meer regels,
meer toezicht met eigen syste
men. Gezondheidszorg is
vooral een publieke zaak
waar best meer vanuit de
markt gedacht kan worden
zonder te denken dat elk zie
kenhuis er alleen is om winst
te maken.
Klein houden
Een tweede belangrijk punt
is het denken van groot naar
klein. Geen grotere organisa
ties, maar juist klein houden
wat klein kan.
De zorg van de toekomst is
gebaat - juist ook in Zeeland
- bij kleinschaligheid. Hoe
groter de organisaties, hoe
groter de bureaucratie, hoe
meer controle. Schaalvergro
ting in de zorg heeft de afgelo
pen tien a twintig jaar tot
steeds meer regels geleid. We
moeten steeds meer vastleg
gen om risico's te beperken.
Te weinig vertrouwen in de
werkvloer is een derde aan
dachtspunt.
We willen 'alles' centraal re
gelen. In het nieuwe Zieken
huis Zeeland willen we maxi
maal ruimte geven aan profes
sionals die de dagelijkse ver
antwoordelijkheid hebben.
Dat geeft minder bureaucra
tie en meer plezier in het
werk. Volledig verantwoorde
lijk zijn, is de beste stimulans
voor minder regels van boven
af.
Beslissen
Durven beslissen op elk ni
veau is mijn vierde aan
dachtspunt. Beslissen wordt
steeds moeilijker. Omdat er
steeds nieuwe informatie be
schikbaar komt, zijn er nog
meer mensen bij betrokken
en duurt het nog langer voor
dat we een besluit kunnen of
durven nemen. Ingewikkelde
re besluitvorming leidt tot bu
reaucratie. Voor minder bu
reaucratie moet je mensen
durven benoemen in leiding
gevende posities, die hun nek
willen uitsteken.
Als vijfde aandachtspunt kan
minder bureaucratie gereali
seerd worden als we meer
van buiten naar binnen den
ken. Vanuit de burger, de
klant en de patiënt naar de
zorg zelf.
Er blijft veel te verbeteren,
als het systeem beter aansluit
bij de wensen en behoeften
van de patiënt, om op tijd, in
een aangename sfeer en vol
doende serieus genomen, te
worden behandeld.
Dat scheelt veel klachten die
op hun beurt weer onnodige
bureaucratie veroorzaken.
Met de aangegeven vijf lijnen
zal het leven in de zorg niet
ideaal, maar een stuk aange
namer worden.
Hans Simons is voorzitter
van de Raad van Bestuur van
de Oosterscheldeziekenhui-
door Claudia Sondervan
GOES - Je moet als kind met
diabetes steeds je eigen dokter
zijn. Het klinkt als een zware op
gave voor een kind, jezelf behan
delen. Maar is het dagelijkse
routine voor de patiëntjes die
kinderdiabetesverpleegkundige
Lianda Dijkwel in Goes ziet.
Voor een aantal van de zestig
kinderen met suikerziekte, dia
betes type één, die zij begeleidt,
is het afgelopen jaar vooruit
gang geboekt. Vijf patiënten
van het Oosterscheldezieken-
huis dragen een insulinepomp
bij zich. Hebben zij trek in een
snack, dan duwen zij even op de
'bolusknop' van het pompje om
een extra stootje insuline vrij te
maken.
„Een knop is stoerder dan een
prikpen in je been." Vooruit
gang is dan: één keer per drie da
gen in je buik of bil prikken in
plaats van vier keer per dag in
je been. „Dat scheelt twaalf
prikken", zegt de verpleegkundi
ge. Het vervelende prikken in de
vinger om met een bloeddruppel
te meten hoeveel suiker in het
bloed zit, blijft echter. Zeker
vier keer per etmaal. Maar voor
de rest zorgt het pompje dat het
lichaam steeds voorzien wordt
met insuline. Bij elke maaltijd
of hapje tussendoor moet de dra
ger van de pomp op de bolus
knop drukken voor een extra do
sis. Onder de douche, in het
zwembad of bij het sporten kan
de pomp even af.
Het heet echt de bolusknop,
lacht Lianda Dijkwel. „Het
treft, hier in Zeeland. Bolus is
een term voor een hoeveelheid
ineens."
Het pompje is een kleine cylin
der met insuline waaruit een
dun slangetje tot onder de huid
van hun buik loopt. Het slange
tje wordt onder de huid ge
bracht met een dopje en een
prikker: naald is een beetje, te
mager uitgedrukt, vindt Dijk
wel ook.
Naveltje
Zit het slangetje op zijn plek,
dan gaat de naald eruit en blijft
op de huid een doorzichtig
kunststof dopje achter waaraan
het pompslangetje geklikt
wordt. Het ziet eruit alsof er een
extra naveltje zit. Een pleister
houdt het slangetje op zijn plek.
Die pleister houdt drie dagen,
daarna moet er een ander op.
Vandaar dat er elke drie dagen
Kinderdiabetesverpleegkundige Lianda Dijkwel in het Oosterscheldeziekenhuis in Goes: „Het heet
echt de bolusknop." foto Willem Mieras
moet worden geprikt. De cylin
der gaat wel zes dagen mee. Die
draagt de patiënt in een klein
tasje aan de broekband of heup
gordel, als was het een kleine te
lefoon of mp3-speler.
Het Oosterscheldeziekenhuis is
sinds een jaar bezig om kinde
ren met diabetes met een pomp
te helpen. „De pomp is de laat
ste vijf jaar in opkomst. Eerst de
den alleen de grote medische
centra het. Je hebt een team no
dig van artsen en verpleegkundi
gen dat 24 uur per dag bereik
baar is. Met twee gespecialiseer
de kinderartsen hebben we dat
nu." Als mensen problemen heb
ben met de pomp, gaat het
meestal om de pleister", weet
Dijkwel. De lijm kan gaan irrite
ren. Dijkwel heeft wat alterna
tieven, maar gaat het niet, dan
moet de patiënt terug naar de
spuit.
Ook is inzet nodig: „Zie het niet
als een langlopend infuus, men
sen moeten er goed mee om
gaan. Het is duurder dan spui
ten, ook al wordt alles vergoedt.
Krijgt iemand steeds hypo's om
dat hij niet goed met de pomp
omgaat, dan stoppen we er
mee."
En die prikker, dat is een drem
pel, vooral voor ouders. „Daar
moet je doorheen. Ouders gaan
vaak om als ze zien dat met on
ze toverzalfdie de huid wat ver
dooft, hun kind er echt niets van
voelt."
Uitkomst
Vooral voor hele jonge kinderen
kan de insulinepomp een uit
komst zijn.
„Kinderen zijn moeilijk te rege
len. Zegroeien, veranderen
steeds, zijn actief en willen
soms niet eten. Dat geeft veel
schommelingen. Maar hypo's
zijn met een pomp beter op te
vangen en minder heftig. Die we
tenschap helpt ouders hun kind
wat vrijer te laten. En als er te
veel insuline in het lichaam
komt, koppel je de pomp even
af."
Het blijft echter opletten. „Een
voorwaarde is dat er minimaal
vier keer per dag bloedwaarde
gemeten wordt."
Een patiënt van achttien jaar
was in Goes de eerste ontvanger
van een pomp. Daarna volgden
twee jongeren van veertien, een
kind van tien en één van zes
jaar. „Na de zomer plaatsen we
een pomp bij een kind van
drie."
De methode is zo nieuw dat nog
niet helemaal bekend is wat de
gelijkmatige afgifte van insuli
ne bij kinderen doet, erkent
Dijkwel. De continue toevoer
zou de normale insulinehuishou-
ding moeten benaderen, maar ze
ker is dat niet.
„Het blijkt dat de bloedwaarde
wel variëert, maar veel minder
heftig. De bloedwaarden verto
nen geen pieken en dalen meer,
maar een golvende lijn. Mensen
met een insulinepomp voélen
zich vaak fitter. Dat kan bij kin
deren belangrijk zijn voor hun
ontwikkeling, hun schoolpresta
ties en omgang met vriendjes.
Verzekeraars oordelen echter
naar de gemiddelde bloedwaar
den. Die zijn hetzelfde. Het ver
schil zit 'm in kwaliteit van le
ven."
Voorlopig lijkt prikken het le
ven van diabeten te blijven bepa
len. Insulinemiddelen om te slik
ken zijn nog te experimenteel
voor kinderen. „Er is wel een ap
paraatje ontwikkeld dat zelf de
bloedwaarde meet, maar die
prikt toch ook. Bovendien moet
je dan een tweede apparaat op
je buik dragen en ook nog twee
keer per dag in je vinger prik
ken om de meter te controle
ren", schudt Dijkwel het hoofd.
„Daar zie ik geen verbetering
door John van Oppen
DEN HAAG - Rugpijn die onver
hoeds, vlijmscherp en bij herha
ling de kop opsteekt, legt je le
ven lam. Hoe kom je ervan af?
Niet door roerloos de pijn te ver
mijden, maar door te bewegen
volgens een doordacht concept.
En dat staat beschreven in een
zorgboek.
'Het jaar waarin ik van mijn rug
pijn ben hersteld, noem ik wel
eens mijn Lazarusjaar. Stukje
bij beetje kwam ik weer terug in
het gewone leven. Ik kon weer
stoeien met mijn kinderen. Durf
de weer te spitten in de moes
tuin. Zoals Lazarus opstond uit
zijn graf, zo ben ik opgestaan
uit mijn rugpijn'. Wie zich regel
matig 'buitenspel' voelt gezet
doordat rugpijn elke beweging
tot een lijdensweg maakt, moet
wel nieuwsgierig zijn naar de
manier waarop het deze patiënt
gelukt is om snel weer gewoon
te kunnen lopen, bukken, staan
en zitten.
Het antwoord is te vinden in het
Zorgboek Rugpijn, een zelfhulp
boek voor iedereen die wel eens
last heeft van spit, overbelas
ting of 'aspecifieke rugpijn', zo
als de medische diagnose offici
eel heet. En dat zijn dus heel
veel mensen.
Volgens het Koninklijk Neder
lands Genootschap voor Fysio
therapie voelen acht van de tien
Nederlanders vroeg of laat een
onverhoedse steek in de rug.
Doorgaans duurt het dan een
dag of veertien voordat die mes
scherpe pijn helemaal is wegge
zakt.
Bij de een keert dezelfde compli
catie daarna nooit meer tei*ug,
anderen moeten permanent be
ducht zijn op een nieuwe aan
val. „Zij voelen altijd wel iets
zeuren in de rug, al zal die pijn
van moment tot moment ver
schillen", zegt dr. Dan Coene.
Hij is eindredacteur van het
Zorgboek, dat alle kennis bun
delt die de laatste jaren is opge
daan met behandelprogram
ma's.
Die nieuwe programma's staan
grotendeels haaks op het oude
advies om vooral niet te bewe
gen. „De goedbedoelde raad om
te rusten blijkt een groot misver
stand", aldus Coene. „Een be
grijpelijk r-isverstand, j£
want we zijn geneigd orSï
vermijden. Dat is een na
ke reflex. Pijn zien weP
waarschuwing; pas op,f
iets niet goed. Maar bij
ke xiigpijn is het voort
juist beter om wel te bef
Dat moet dan wel gel
de vorm van een mediscl
programma, eerst onde
therapeutische begeleii
ter volgens een individi
ningsschema.
Welke oefeningen gesel
hangt ervan af. Iemand
tig kan doorgaans meer
iemand van zeventig,
zijn meestal sterker da
wen, actievelingen dur
der te bewegen dan me
weinig doen, enzovoorts
Beschadigen
Maar voor geen enkele
lijder is het makkelijk
stap te zetten. Iedere,
een angst overwinnen, z
len lotgenoten in het Zo
'Ik was zo bang om die
gen te gaan doen dat ik
helemaal niet deed. Ik
van overtuigd dat ik n
zou beschadigen; dat er
zouden afscheuren, zed
kneld zouden raken of z
dacht: één verkeerde b
en ik ben verlamd. Mi,
arts heeft me tenslotte
haald om toch te gaan
aanvankelijk onder be{
van een fysiotherapei
heeft me veel goed ge£
liet me stapje voor sta|
bewegen en heeft me zo
ningen bijgebracht. Zo
aan den lijve, letterlijk
mijn rug geen kwaad de
ker nog, na een tijdje
mijn rugklachten stee
der'.
Het herziene en geactu
Zorgboek Rugpijn pas
in zo'n revalidatiepro
kan gezien worden
'coach aan huis' voor
die aan voelt komen
weer fout-gaat in de 1
de rug. GPD
Zorgboek' Rugpijn:
September - ISBN
004-7. Te bestellen bij d
lijke apotheek voor €17
formatie op www.boi
ziekten.nl.