Gevoel verdrijft het realisme
'ilm krijgt stevige rol op Holland Festival
25
Expositie
Kiev in de
Gouden
Eeuw
Oermenu
woensdag 7 juni 2006
n Amsterdam is de ten
toonstelling Kiev in de
Nieuwe Kerk te zien met
ruim vijftig schilderijen uit
de Gouden Eeuw van de Oek-
raïnse beeldende kunst. Hoe
nationalisme uitdrukking
krijgt in landschappen, tot
realisme plaatsmaakt voor ge
voel.
De negentiende en vroeg-
twintigste eeuw gelden in
de Oekraïense beeldende kunst
als de Gouden Eeuw. De Oekraï
ne stond toen niet alleen onder
invloed van de wereldwijde in
dustrialisatie, maar vooral ook
van het ontluikende nationalis
me.
De kunstenaars wilden onder
het juk van Rusland vandaan ko
men en een eigen stijl ontwikke
len.
Die ontwikkelingen zijn goed
zichtbaar op de expositie Kiev
in de Nieuwe Kerk. De tentoon
stelling opent met klassieke
schilderijen over Russische ede
len en hun huizen en landgoede
ren, een edele familie met drie
kinderen, een prinses in helder
blauwe jurk.
Aan het begin van de twintigste
eeuw maakt realisme plaats
voor gevoel. De schilder en dich
ter Taras Sjevtsjenko wakkerde
het nationale gevoel in de Oek
raïne aan. Hij schreef zijn ge
dichten in het Oekraïens, niet in
het Russisch zoals gebruikelijk
was. Eén van de schilderijen die
de Nieuwe Kerk laat zien is Op
zoek naar een bestaaneen titel
die het gevoel van de Oekraï-
ners perfect omschrijft. Kunste
naar Mykola Koeznetsov schil
derde een aantal boerse figuren,
op zoek naar werk.
Ook aanwezig op de tentoon
stelling is een van de bekendste
kunstenaars uit de Oekraïnse ge
schiedenis: Ilja Repin, ook wel
de Oekraïnse Rembrandt ge
noemd. Het portret dat hij schil
derde, is gemaakt in donkere,
bruine tinten, met veel oog voor
lichtval.
Trots
De inwoners van de Oekraïne
waren erg trots op hun land.
Veel schilders aan het einde van
de negentiende eeuw kozen er
dan ook voor om landschappen
te maken. Volodymyr Orlovski
was de eerste die zijn Franse im
pressionistische collega's achter
na ging en plein-air, in de bui
tenlucht, ging schilderen. In zijn
Oogsten staan twee vrouwen
graan te oogsten onder een drei-
Zelfportret van een van de bekendste kunstenaars uit de Oekraïnse geschiedenis: Ilja Repin.
gend blauw met grijs wolken
dek.
Serhiy Vasylkivski was een van
de eersten die het thema van het
nationaal bewustzijn tot kunst
verhief. Hij maakte veel Oe
kraïnse landschappen en histori
sche schilderijen. In Het dorp
Opishnia in de winter staat een
rood huisje centraal, dat karak
teristiek was voor zijn land.
Veel kunstenaars haalden hun
inspiratie niet alleen uit hun om
geving, maar ook uit folklore en
traditie. Petro Cholodni baseer
de zijn 'Verhaal van het meisje
en de pauwop een populair
volkssprookje. De pauw staat
daarin symbool voor de eeuwige
droom over schoonheid. Het
meisje verzamelt de veren van
de vogel. Cholodni's stuk is ge
schilderd in de stijl van de art
nouveau, decoratief en met fijne
lijnen.
Rond de overgang naar de twin
tigste eeuw werd het stadsleven
steeds belangrijker. In hoofd
stad Kiev en de havenstad Odes-
sa werden kunstopleidingen op
gericht, terwijl voor die tijd kun
stenaars vaak helemaal naar
Sint Petersburg moesten afrei
zen voor een opleiding. Ook de
invloed van Frankrijk werd
steeds groter, en sommige kun
stenaars vertrokken daarheen
om te leren en inspiratie op te
doen.
Mychailo Tkatsjenko woonde
voornamelijk in Parijs, maar
zijn liefde voor de Oekraïne was
altijd te merken in zijn werk.
Zijn impressionistische Rusten
de familie laat een datsja zien,
een buitenhuisje, met tussen ro
ze en rode bloemetjes een vrouw
en een meisje. Leraar en later di
recteur van de opleiding in
Kiev, Ivan Selezniov, schilderde
zijn collega Ivanovitsj als een
dandy in zijn atelier.
Aan het begin van de twintigste
eeuw maakten de kunstenaars
uit de Oekraïne steeds minder
realistische werken. Ze wilden
vooral het gevoel uitbeelden. De
twee bekendste schilders uit die
periode waren Oleksandr Moe-
rashko en Abram Manevitsj.
Moerashko was vooral een be
roemde portrettist. Hij wilde de
gedachten en gevoelens van zijn
foto GPD/Nieuwe Kerk
modellen overbrengen in zijn
werk. Moerashko haalde veel
nieuwe technieken uit het bui
tenland, zoals het gebruik van
felle kleuren in grote kleurvlak
ken.
Manevitsj stond bekend als 'zan
ger van de provincie', hij schil
derde vooral stadslandschap
pen. Zijn werk werd vergeleken
met dat van Van Gogh. Mane
vitsj en Moerashko genoten gro
te bekendheid in West-Europa
waar zij geregeld tentoonstellin
gen hadden. Met hun erkenning
werd de Gouden Eeuw van de
Oekraïne gepast afgesloten.
De tentoonstelling Kiev in de
Nieuwe Kerk is nog te zien tot
en met 9 juli.
Nora Sinnema
Jarenlang leek film te min voor
Jj het Holland Festival. Het bleef
lij een programmaatje in de marge
n het culturele zomerfestival. Dit
Jar is er voor het eerst sinds lange
fijd een volwaardig filmprogram-
ia. Het is te danken aan de samen-
erking met het Filmfestival Rot-
irdam. Onder de titel Rotterdam,
lolland presenteert het Rotterdam-
6 festival in Amsterdam ruim twin-
ig nieuwe speelfilms en documen-
iires.
let programma wordt morgen ge
pend met II Caimano (De Kaai-
lan) van de Italiaanse regisseur
ffltanni Moretti. Deze film, die ook
pip het filmfestival in Cannes draai-
le, is een aanval op Berlusconi, een
:htscheidingsdrama en een kome-t
ie over filmmaken.
'en opmerkelijke première van een
lederlandse film is Blackwater Fe-
er van Cyrus Frisch. De film voert
en verwend, jong Nederlands stel
p (Roeland Femhout en Ellen ten
lamme), dat met een oude Ameri
kaanse auto door een Afrikaans
and reist. De gruwelijkheden om
'en heen - het aftuigen van men
en, dode lichamen, hongerende
lensen - raken hen niet, totdat de
ilende hen zelf treft. De film ein-
igt met keiharde scènes, waarin
femhout tussen uitgemergelde, zie-
i e Afrikanen loopt. Het is duidelijk
i (at Frisch, die eerder opschudding
eroorzaakte met een toneelstuk
'aarin dronken zwervers en junks
ichzelf speelden, met Blackwater
Scène uit de Italiaanse film II Caimano, de openingsfilm op het Holland Festival.
Fever de kijker hardhandig een ge
weten wil schoppen.
Bijzonder is ook de (voor)première
van de Amerikaanse film United
93, die de vlucht reconstrueert van
het vierde gekaapte vliegtuig op 11
september 2001 dat dankzij held
haftig optreden van passagiers niet
in Washington op het Capitool neer
stortte, maar in een niemandsland.
Het programma omvat meer dan
premièrefilms, want de organisato
ren hebben een mini-editie van het
grote Rotterdamse filmfestival wil
len maken. Zo is er een retrospec
tief van de korte films van de
Quay-brothers. De twee in Ameri
ka geboren broers, die sinds de ja
ren zeventig in Engeland werken,
maakten in de jaren zeventig furo
re met commercials en videoclips
voor onder anderen Peter Gabriel.
Het geld dat dit werk opleverde,
staken ze in hun hoogst persoonlij
ke surrealistische poppenanimatie
films. Naast hun korte films zijn
ook twintig miniatuur-filmsets van
hen te zien.
Aandacht is er ook voor popmu
ziek. De hippe Londense popscene
komt aan bod in de compilatiefilm
Rockumentary Brittannia, die por
tretten bevat van onder meer The
Libertines en Bloc Party. De compi
latie Peter Whitehead: Pop Films
gaat terug naar de jaren zestig met
opnamen van onder meer The Rol
ling Stones, Pink Floyd en Jimi
Hendrix.
Tenslotte richt het programma zich
op de Duitse cinema, die volgens de
organisatoren nieuw elan vertoont.
Te zien is onder meer het bijna drie
uur durende Der Freie Wille van
Matthias Glasner. De film gaat
over de complexe verhouding van
een jongen, die voor verkrachting
in de gevangenis heeft gezeten, met
een mishandelde jonge vrouw. Ac
teur Jürgen Vogel kreeg voor zijn
optreden in deze film op het filmfes
tival van Berlijn de Zilveren Beer
voor beste acteur.
Voor festivalsfeer moeten ook talk
shows zorgen. Onder de titel Cross
Talks worden de uitgenodigde gas
ten, onder wie de Quay brothers,
aan de tand gevoeld. Berlusconi
wordt niet verwacht.
Jos van der Burg
Rotterdam, Holland, 8 tot en met 11 juni
op het Westergasfabriekterrem in Am
sterdam. Info: www.festivalrotter-
dam.com en www.hollandfestival.nl
Restaurant Au Moulin a Vent
CHEZ HENRI
20, Rue des Fossés-Sairtt-Bernard - PARIS (5')
TéléphO 5 3 99-57 - RC. Seine 5r> A 666
Ik bezit een opschrijfboekje,
paspoortformaat, omsloten
door een elastiekje, waarin ik
noteer wat ik tijdens vakanties
eet; een vriendin raadde mij aan
dat te doen en ik begon er bij de
eerstvolgende gelegenheid mee.
Het is iets als een boekenschrift,
maar dan voor maaltijden; de
spelregels waren meteen duide
lijk: dagboeknotities beperkt tot
de naam en het adres van het
restaurant en de namen van de
gerechten zoals ze op het menu
stonden. In principe is niets an
ders toegestaan, maar een enke
le keer heb ik wel eens andere in
formatie binnengesmokkeld -
heel soms het woord 'bijzonder',
en één keer, niet meer dan één,
'subliem' (een spinaziegerecht
in Modena).
Het is een magisch middel om
een vakantie in de herinnering
terug te brengen; één blik op
een aantekening (bijvoorbeeld:
28.7.03 Le Guermantes, Station,
Illiers-Combray: Céleri remoula-
de, Jambon au porto, Glace a la
fraise) en ik zie het restaurant
weer voor me (het bevond zich
inderdaad in het station) - waar
we zaten, wie er nog meer wa
ren (werklieden bezig met een
echte middagmaaltijd), en wat
we ervoor en erna hebben ge
daan (het huis in Combray, de
kerk). Ook aspecten van mense
lijk gedrag tijdens vakantierei
zen kun je er in bestuderen, zo
als die fatale drang, wanneer je
een uitstekend restaurant hebt
ontdekt, om een nieuw restau
rant te proberen, dat dan niet
goed blijkt. Of een ander essen
tieel onderdeel van de restau
rantcultuur, namelijk dat als je
de volgende dag weer naar het
zelfde restaurant teruggaat, het
nooit zo goed is als de eerste
keer. Deze wetmatigheden hef
fen elkaar zo nauwkeurig op dat
het 't reizigersdilemma onoplos
baar maakt. Ik kijk naar twee
maaltijden genuttigd in hetzelf
de restaurant in Monterosso al
Mare begin dit jaar, en huiver
dan bij de herinnering aan het
eethuis dat we op de derde
avond probeerden; waarom hiel
den we ons niet aan het eerste?
Tussen de bladzijden zitten ook
kaartjes van restaurants en een
paar rekeningen, maar die zijn
niet essentieel. Twee eetgelegen-
heden in New Orleans gaven me
hun echte menu's: als aide mé-
moire beter dan alles, hoewel nu
ondraaglijke van melancholie.
Een ervan was The Comman
der's Palace, misschien wel het
beste restaurant waar ik ooit ge
weest ben, maar nu nog steeds
gesloten sinds Hurricane Katri-
na; blijkbaar is er hoop dat ze
aan het eind van de zomer weer
opengaan.
Mijn restaurantboekje is
van pas een paar jaar gele
den; alle maaltijden die ik daar
voor in Parijs had genuttigd blij
ven onvermeld. Maar ze zouden
toch niet meegeteld hebben, ik
woonde er. En toch, één onbe
doelde getuigenis heeft al die
tijd op mij liggen wachten: niet
lang geleden kwam ik het tegen,
een blocnootblaadje van een res
taurant waar we soms heengin
gen: Chez Henri, pal om de hoek
naast ons huis, een onopval
lende gelegenheid tegenover het
afzichtelijke universiteitsge
bouw van Jussieu, waar we (het
was nogal prijzig) alleen bij spe
ciale gelegenheden naartoe gin
gen, meestal met gasten om iets
te vieren.
Dit blaadje papier, met de typo
grafie, de blauwe inkt en boven
al het handschrift, is zo Frans
dat het bijna ondraaglijk is er
naar te kijken. Dat handschrift
- ik denk dat heden ten dage, nu
zelfs Franse obers Engels spre
ken, niemand meer zo'n hand
schrift heeft. De lussen, de grote
hoofdletters, de cijfers, de onge
lofelijke onleesbaarheid (er
staat: Monsieur Vincent, 4 cou
verts - bij het reserveren ge
bruikten we altijd de naam van
onze poes, omdat je die niet hoef
de te spellen); de enige imperfec
tie is het ontbreken van de da
tum. Toen ik het vond, in een
stapel oude foto's, volgde onmid
dellijk de verplaatsing in de
tijd. Je kunt het adres opzoeken
in het telefoonboek en constate
ren dat het nog bestaat; je kunt
op het Internet zelfs een foto op
roepen van de fagade, maar
niets daarvan kan in de plaats
komen van dit velletje papier.
Wat anderen eten, noteer ik
nooit, maar bij Chez Hen
ri weet ik de keuze van mijn le
vensgezel uit mijn hoofd: saucis
se de Lyon met warme aardappe
len, gevolgd door boeufa la ficel
le, een blokje van het fijnste fi
let geknoopt in een touwtje,
even gedoopt in kokende bouil
lon. Vreemd genoeg, hoewel ik
van mening ben dat dit, de spe
cialiteit van het restaurant, een
uitzonderlijk gerecht is, heb ik
het zelf nooit besteld. Ik denk
dat ik mij meestal hield aan en-
trecote (misschien marchand de
Zoek en
>vervang<
vin!) en ik proef nog steeds de
onvergelijkelijke gesauteerde
aardappelen met sperziebonen
en champignons die erbij hoor
den. Dat waren geen lichte maal
tijden, Chez Henri, en dan slo
ten we ze meestal nog af met li
keur: Poire William in die hoge
dunne flessen, of calvados.
Soms gingen we daarna nog uit
drinken in een café; ik vraag me
af of ik daar nog toe in staat zou
zijn. Het was op zo'n avond dat
ik dat papiertje moet hebben
meegenomen waarmee ze onze
tafel gereserveerd hadden.
Mijn vader is nu tien jaar dood,
maar als ik naar een restaurant
menu kijk, weet ik nog steeds
precies wat hij besteld zou heb
ben. Hij begon met soep, dan
wat het dichtst in de buurt
kwam van rosbief, en tenslotte
appeltaart met room. Dat is ui
teraard een Engelse maaltijd, ik
heb in Frankrijk niet veel met
hem buiten de deur gegeten.
Maar het is gemakkelijk vertaal
baar naar het Frans of het Ame
rikaans, of zelfs Italiaans of Rus
sisch. Het komt in feite heel
dicht bij het Basismaal, het Oer
menu.
Toch gaat mijn hart meer uit
naar het proberen van al die ver
schillende dingen: denk wat een
droevig opschrijfboekje het zou
worden, met steeds dezelfde
maaltijd, overal in de hele we
reld.
Sarah Hart