Calvinistische stijfheid
botst met Franse zwier
PZC
Marita van der Vyver
Eerbied voor de goden
woensdag 7 juni 2006
Biografie over
Houellebecq
In Houellebecq. De ongeautori
seerde biografie van de Fran
se journalist Denis Demonpion
staan foto's van Michel Thomas,
zoals de omstreden auteur in
werkelijkheid heet. Je ziet hem
als baby in de wieg liggen, of
hem als 17-jarige geiten voeren
in Luxemburg. Je ziet hem als
23-jarige, geportretteerd met
een sigaret, merkwaardig ge
klemd tussen zijn middel- en
ringvinger. Drieëntwintig jaar
later houdt hij op precies dezelf
de wijze zijn rookwaar Vast.
Er zijn ook foto's waarop Houel
lebecq met anderen staat en van
wie de gezichten onherkenbaar
gemaakt zijn. Alsof ze een of an
der zedendelict hebben ge
pleegd of niet meer met de
schrijver van De wereld als
markt en strijd, Elementaire
deeltjes en Mogelijkheid van
een eiland geassocieerd willen
worden. Want dat laatste is heel
goed mogelijk.
Houellebecq/Thomas is een veel
besproken man. Hij noemde
zichzelf nog een 'amateurpro
feet' toen hij in zijn roman Plat
form die uitkwam vóór 11 sep
tember 2001 een aanslag door
moslimterroristen beschreef op
een toeristenkolonie in Thai
land.
Houellebecq is de 'Céline van de
eenentwintigste eeuw' met zijn
uitvallen naar de islam ('de lul
ligste van alle godsdiensten'), fe
ministen en de milieubeweging.
Zijn bespiegelingen over de ver
betering van de menselijke
soort, over zwarten, Arabieren
en wouwen leverden hem een
paar rechtszaken op. Hij wordt
voor reactionair uitgemaakt,
voor een fascist, een stalinist.
Beter nog kan hij als een Raëli-
aan worden bestempeld, want
Houellebecq is een vurig pleitbe
zorger van deze sekte van Clau
de Vorilhon die drie jaar gele
den claimde de eerste mens ge
kloond te hebben. Houellebecq
is ervan overtuigd dat die sekte
een grote toekomst wacht, ten
nadele van godsdiensten als het
christendom en de islam.
Veel nieuws weet journalist De
monpion niet boven water te ha
len of het moet zijn dat Houelle
becq eigenlijk twee jaar ouder is
dan dat hij beweert. Ronduit
lachwekkend is het gedeelte
waarin zangeres Francoise Har
dy de horoscoop trekt op basis
van de echte geboortedatum van
de auteur 'met de lusteloze uit
straling'. Ze concludeert dat
Houellebecq de neiging heeft
om zowel een spelbederver als
een zondebok te spelen. Maar
een serieuze biografie heeft
niets met horoscopen te maken.
Peter Kuijt
Denis DemonpionHouellebecq. De
ongeautoriseerde biografie - Verta
ling Kiki Coumans, uitgeverij Nijgh
Van Ditmar, 367 pag., 19,90.
Nehallenia
even als God in
Frankrijk: die uit
drukking is in ons
kikkerlandje zo spreekwoor
delijk dat je er in het recente
verleden zelfs een televi
siespot voor cognac aan kon
ophangen, met in de hoofdrol
francofiel Jan Brusse, be
schaafd converserend tegen
de achtergrond van een re-
naissancekasteel.
Dat willen we allemaal wel,
bedachtzaam langs de ge
schoren heggen stappen, een
glas Joseph Guy in de hand. En
als er onverhoopt geen chateau
beschikbaar is, nemen we wel
een plattelandsstulpje voor lief,
ergens in de Dordogne of de Ar-
dèche. Tenzij we, zoals een van
mijn kennissen, de hoofdprijs in
de Staatsloterij winnen en ons
een heuse wijnboerderij in de
Languedoc kunnen veroorloven.
Dat het tussen de wingerden
hard ploeteren is, vergeten we
voor het gemak dan maar even.
Voor de gemiddelde Hollander
blijft het een mooie droom, dat
lui achteroverhangen onder een
lommerrijke plataan in la douce
France. En dat is maar goed
ook. Want wanneer we op een
dag ontwaken in ons mediterra
ne buitenverblijf, maakt de lust
naar alle waarschijnlijkheid
plaats voor de last van een be-
huizing-met-erf die enorme hoe
veelheden energie vreet.
Daarom is het goed dat er met
Het hart van ons huis een boek
is waarin de lusten en de lasten
nuchter en met humor tegen el
kaar worden afgewogen. Het is
afkomstig van de Zuid-Afri
kaanse schrijfster Marita van
der Vyver, bij ons bekend van Ik
zoek een domme man, De
sprookjesschrijfster en de pop
penspelster en Vergenoeg.
Ook Van der Vyver verkeerde
ooit in de waan dat Frankrijk
een land van louter melk en ho
ning was, een land waar het ge
luk hangt als een druiventros,
een land kortom waar de calvi
nistische ijzigheid pijlsnel smelt
onder een altijd stralende zon.
De levenslange gewenning aan
een puriteins keurslijf van gebo
den en verboden is wat haar als
Zuid-Afrikaanse met ons Neder
landers verbindt. En dus loopt
de confrontatie van de calvinisti
sche stijfheid met de Franse
zwier als een rode 'draad door
Het hart van ons huis
Gewapend met de gangbare
voorstellingen omtrent een le
ven als God in Frankrijk, be
sloot Van der Vyver een jaar of
wat geleden neer te strijken in
de Provence. Zo maar, om eens
een poosje los te komen van de
dagelijkse sleur en de vertrouw
de omgeving. Tijdens dat ver
blijf werd ze verliefd op een
man die haar voorgoed aan
Frankrijk zou binden. Dus keer
de ze al gauw naar Europa terug
en werd er in een piepklein Pro-
vengaals dorpje een huis ge
kocht, voor haar, hem, drie
zoons uit hun eerdere huwelij
ken en het dochtertje dat wel
dra haar komst aankondigde.
Nou ja, een huis... Het was, zo
als ook Nederlandse ervarings
deskundigen ongetwijfeld we
ten, een woning 'met mogelijkhe
den', een object derhalve waar
aan de echte doe-het-zelver zijn
hart kan ophalen omdat het
voor minstens de helft in bouw
vallige staat verkeert.
De noodzaak om zelf te klussen
en de hindernissen die je daar
bij moet nemen, is een van de
eerste in een lange reeks ont
nuchteringen die Van der Vyver
de revue laat passeren. Ook al
heb je twee linkerhanden en
kom je uit een land waar je ge
wend was aan de politiek-incor-
recte luxe van spotgoedkope ar
beidskrachten, toch moet je er
als bezitter van een huis op de
Franse campagne flink tegen
aan, al was het alleen maar om
dat ingehuurde professionals op
onregelmatige tijden of hele
maal niet komen opdagen. En
als ze er dan toch zijn, laten ze
je tussen een en vier 's middags
in de steek om van een copieuze
maaltijd te gaan genieten.
Met het thema 'eten en drinken'
zijn we beland bij eigenaardig
heden van de Franse 'bescha
ving', die bij oppervlakkige be
schouwing pittoresk aandoen
maar die voor de immigrant kun
nen uitgroeien tot schier existen
tiële problemen. Waarom eet je
sla voor of na je hoofdgerecht en
niet tijdens? Waarom serveer je
kaas aan het einde van het di
ner? Wat heeft het voor nut om
zelf met veel moeite mayonaise
te maken als elke delicatessen-
winkel dat goedje in minstens
tien heerlijke varianten op de
schappen heeft staan? Hoe laat
je jezelf en je Zuid-Afrikaanse
kind wennen aan gerechten
waarvan alleen al de beschrij
ving je laat kokhalzen? En dat is
dan alleen nog maar de culinai
re cultuur. Heftiger nog zijn de
cultuurschokken die de nieuw
komer ondergaat bij kennisma
king met de Franse bureaucra
tie (die zelfs Kafka naar adem
zou doen snakken, zoals Van
der Vyver snedig opmerkt), de
medische stand (autoritair,
traag en inefficiënt) en de sta
kingen waar Fransen van alle
standen en geledingen wereld
kampioen in zijn.
Maar daar staat veel tegenover,
zoveel zelfs dat Marita van der
Vyver zich bijna Frangaise on
der de Fransen is gaan voelen.
Zozeer zelfs dat ze in de maan
den juli en augustus meevoelt
met de autochtone Provengalen
die diep gebukt gaan onder de
komst van de barbaarse toeris-
tenhorde. Zo snel gaat dat, in
burgeren...
Jaap Goedegebuure
Marita van der Vyver: Het hart van
ons huis - Vertaald door Riet de
Jong-Goossens, uitgeverij Sirene,
224 pag., €17,95.
Wind over dit warme blote eiland
dat de dag tussen zijn duinen klemt.
Op elk kruispunt
een ritselende godin
die tussen de bunkers haar tempel zoekt
en,
over de rand,
een helse plezierboot vol bruine duikers
loslaat op haar gouden beeld.
's Nachts is ze plotseling overal,
al spreekt de mensheid
vasthoudend en verbitterd
over windkracht zeven.
Andreas Oosthoek (geb. 1942)
In Middelburg, daar worden
de dichters nog eens geëerd.
Eén dag per jaar tenminste, tij
dens Park Poëzie, dit jaar op
11 juni. In vijftien tuinen lezen
poëten voor. Je kunt, als je het
een hele middag volhoudt, vijf
optredens bijwonen. Wat bete
kent - wreed voor de dichters,
wreed voor de luisteraars - dat
er moet worden gekozen.
De organisatoren van dit festi
val, dat voor de derde keer
wordt gehouden, hebben ook al
gekozen. En dat deden ze goed.
De verrassendste namen zijn de
ze keer die van Nafiss Nia en
van Ramona Maramis, ik moet
bekennen die nog niet eerder te
hebben gehoord. Onbekende
dichtersnamen, befaamde dich-
tersnamen, maar elke aflevering
nieuwe namen. Alleen staat in
2006 net als in 2005 Patricia
Lasoen op het programma,
maar de Vlaamse dichteres van
onder meer de bundel Veel ach
een beetje o moest de vorige
maal verstek laten gaan.
In welke vijf tuinen zou ik gaan
luisteren? Met een beetje spijt
dat ik daardoor Hester Knibbe,
Paul Gellings, Bart FM Droog
en een aantal anderen moet mis
sen. In de tuin van Candani om
te beginnen, die zo bewogen
dicht over Suriname en Neder
land en de diepe, diepe oceaan
daartussen. Peggy Verzett staat
eveneens op m'n lijstje, goed
voor een van de aardigste poëzie
debuten van vorig jaar met vra
gen als 'Is er vet na de dood?'
Graag zou ik Anton Korteweg
zijn gedichten vol onvoldaan ge
luk dan wel comfortabele ont
goocheling horen voordragen.
Ook naar Lut de Block ben ik be
nieuwd, alleen al om de manier
waarop ze zich voorstelt in het
programmaboekje: 'Ltdblck sie
oep azpald dkd ele 8 o 7 euekd.'
Maar vooral zou ik naar de tuin
gaan waar Andreas Oosthoek op
treedt. In een haventje op Cy
prus zag ik laatst een vissers
bootje dobberen, de 'Kapetan
Andreas'. Ik moest denken aa:
de Zeeuwse Kapetan Andreas
die binnenkort afscheid neer-
van deze krant. Ik ken he;
sinds 29 juli 1978. Het verrast
me dat hij op Park Poëzie u
voorlezen, zij het in een
gen tuin. Want al is hij dan ee
dichter, in alle bloemlezing^
vertegenwoordigd, hij is voor
een dichter met schroom. "Weini
gen zijn zo terughoudend me
hun werk als hij, het is eerde
weggemoffeld dan gepubï
ceerd.
Hij, een man toch die zich do:
niemand opzij laat duwet
schrijft gedichten bijna te te
om waar te zijn. Het lijkt zei!
oneerbiedig om erover te pra
ten, het voelt of je met een woes
te ragebol een verfijnd spinnet
Dichters
in Middelburg
web benadert. Eerbied, dat
trouwens een woord dat bij
poëzie van Andreas Oosthoi
hoort. Eerbied, zelfs voor
die verder niemand meer eer
voor de Zeeuws-Romeinse gt
din Nehallenia bijvoorbeeld. D
mensheid spreekt vasthouden
en verbitterd over windkrac!
zeven, hij weet wel beter
over Walcheren waait. Het
goed dat Kapetan Andreas,
laatste gelovige, aanstaande z
dag zelf wordt geëerd.
Mario Molegre
Park Poëzie: zondag 11 juni
Middelburg - voorverkoop kaarta
€7,50 (inclusief dichtbundel)
Klantenservice Zeeuwse Bibh
theek, telefoon 0900-33 00033
www.theaterverkoopzeeland.nl.
Rudy Kousbroek
Hermetisch
et wonder van deze foto is de zorgeloosheid.
Daarom doet dit tafereel zich voor als idyl
lisch - een scène uit het paradijs, uit een
droomwereld waarin geen teleurstellingen
bestaan. Niets in deze voorstelling is bedreigend, de situa
tie straalt alleen maar plezier uit, een combinatie van uit
bundigheid en toegankelijkheid.
Heidense zorgeloosheid. Plezier dat door geen gezeur
wordt vergald. Dat is het heidense - het grote verschil tus
sen de klassieke en de christelijke wereld: het ontbreken
van gezeur. De Grieken hadden de tragedie en de komedie,
en dan nog een derde genre, de satyre, een mythisch
sprookjesspel met een vrolijk einde.
Je ziet het aan hun gezichten. Zij kijkt tegelijk geamu
seerd en verontschuldigend, de verraste blik van iemand
die net geblinddoekt is geweest: ze is zowel lief als toegeef
lijk, dat is wat haar gezicht uitstraalt. Ze heeft besloten
het spel mee te spelen: ik weet dat ik niets te vrezen heb, is
wat haar houding uitdrukt. Zo perfect, zonder obsceniteit,
zonder onaangenaamheid, zonder vulgariteit, wie kan
naar haar kijken zonder hopeloos verliefd te worden?
Hoe zou hij voor haar een bedreiging kunnen zijn? Hij is
immers alleen maar een beeld, een effigie, de stenen essen
tie van een man - een Faun, een Herme, de weerloosheid
zelf. Hij heeft niet eens armen om haar te grijpen (laat
staan omhelzen) als ze weg zou willen. Maar dat wil ze
niet. Een Herme - een Hermeskop op een pilaster - heeft
meestal wel een geslacht, een lichaamsdeel dat wat verlo
ren uit de sokkel steekt; maar daarmee is hij aan haar over
geleverd, niet omgekeerd. Een Hermetisch mysterie; het
Hermetisme immers 'veronderstelt intieme relaties en raad
selachtige overeenkomsten tussen alle delen van de zicht
bare en onzichtbare werkelijkheid'.
Het grote mysterie is hier dat dat stenen beeld zo onloo
chenbaar tot leven wordt gewekt door wat er gebeurt: een
andere conclusie is niet mogelijk. De uitdrukking op zijn
gezicht is een reactie op het feit dat hij een jonge nimf op
zijn schouders voelt zitten. Die geamuseerde en tegelijk
wat spottende gezichtsuitdrukking, van 'er wordt weer
met me gesold' kan er niet eerder zijn geweest, die was er
nog niet toen het nog een gewoon beeld was. Het verband
is zo duidelijk dat het onmogelijk is zich een voorstelling
te maken van zijn gezicht zonder haar, van hoe hij zou kij
ken als zij daar niet zat.
Het is of je zijn stem kunt horen. Een stem uit de antieke
wereld. Deze foto is oud en nieuw tegelijk: klassiek, roman
tisch, satyrisch. Wat hij daarbij uitdrukt is jeugd en het
voorbijgaan van jeugd. Het is het thema van veel gedich
ten uit de Oudheid en de Renaissance, waarover een paar
jaar geleden een onvergelijkelijke bloemlezing in drie de
len is verschenen van J.P. Guépin: De rozen welken snel;
Vermakelijkheden van liefde en dood; Zoete epigrammen
(Van Gennep 2001-2). Het zijn bundels die iedereen zou
moeten bezitten. 'Samen vormen de drie delen een inlei
ding tot de klassieke poëzie.'
Die gedichten helpen om iets te onthullen van de diepte
achter een foto als deze. Anacreon (570 v Chr.) die mop
pert dat hij op zijn leeftijd toch weer verliefd is geworden.
Dezelfde klacht van Sapfo, 'Alweer jaagt de ledenverlam-
mende Eros me op, een bitterzoet ontembaar schepsel'. De
schrikbarende regels van Catullus over de zon, die op- en
onder kan gaan, maar voor ons, wanneer dat korte licht
voorbij is: nox est perpetua una dormienda - een eeuwige
nacht die moet worden geslapen. Daarom: geef mij dui
zend kussen, en nog eens honderd, en weer duizend, tot we
de tel kwijt zijn. Of de dichter André Chénier uit de tijd
van de Franse revolutie, groot bewonderaar van de Griek
se poëzie, die het had over 'Hier op de wei, waar de dood
ons nog wat laat grazen'. Hij werd op zijn 31ste onthoofd,
twee dagen voor de val van Robespierre.
Kortom een foto als een scheur in de werkelijkheid, een fo
to waar ik uren verliefd naar kan kijken. Waar gemaakt?
Wanneer? Door wie? Hij dateert waarschijnlijk uit de ja
ren '20 van de vorige eeuw: zo speels waren ze niet in de
19de; maar het is ook alsof de lichamen van vrouwen in la
Foto vermoedelijk Verascope Richard
belle époque anders gevormd waren. Het meisje op deze fo
to is modern, ik zou haar herkennen als ik haar tegen
kwam in de badkamer. Gebeurde dat maar. En dan de her
metische faun, die ziet er ook niet 19de eeuws uit.
Wie zouden het kunnen zijn? Beatrice en Dante (op niet
meer zo jonge leeftijd), Helène en Ronsard, Neaera en Se
cundus? Martialis die vergeefs zocht naar een meisje dat
nee kon zeggen?