of uit Die meerkoet daar is een mooie eend Bij eb kun je hier soms niet in weerwoord namen Aanmeren In juni weinig regen, voorspelt een grote zegen; juni nat en koud, het hele jaar ellende brouwt De pinksterdagen zaten nog in haar benen. Maar het was prachtig ge weest, het uitstapje. Ze had van Garage Kluyfhout een mooie BMW gekregen om eens te proberen. En ze had Daphne Sinke gebeld en sa men waren ze een tochtje wezen maken. Daphne, wilde naar een na tuurgebied. Om eens rustig over alles te praten. Ze kon kiezen tussen Goeree of Haamstede maar het werd het Zwin bij Cadzand. On derweg had Trudy nog twee offertes bezorgd. Bij Wolfert en bij Wijffels in IJzendijk. Nu Trudy met koffie zit uit te blazen, is er tijd voor die namen. Wolfert bijvoor beeld komt in verschillende varianten voor: Wolfaert, Wulfaer, en wellicht ook Wolf. Het is een oude Ger maanse voornaam: Wulf-hard. Dat betekent 'zo sterk als een wolf'. Van de 150 Nederlands families Wolfert wonen de meeste in Zeeuws-Vlaanderen en Goe- re-Overflakkee. Toevallig? Die van Wijffels daarente gen leven in West-en Mid den-Z eeuws-Vlaanderen, op de dwaalgasten na. In de rest van Zeeland aarden ze kennelijk niet. Mogelijk is Wijffels afgeleid van het Germaanse woord voor wijf, met verkleining, dus wijfje. Met de s erachter is dan de betekenis 'kind van getrouwd vrouwtje'. In sommige families Wijf fels leeft echter een andere verklaring. De naam zou af komstig zijn van het Mid deleeuwse woord wevel, wivel. Dat is een horzel, een paardenvlieg. De bete kenis is dan 'kind van ie mand met het karakter van een steekvlieg', waarschijn lijk een onrustig type. Trudy zat echter rustig na te genieten van het pink- sterweekeinde. Hoewel ze aarzelde over de BMW. En over Daphne. En ook jam mer dat ze op de terugweg in Oostburg op de smalle Zuid wal tegen een paaltje van een garagepad was ge reden. Zo'n stom paaltje... Lo van Driel Redactie bijlagen: 0113-315680 feitradactie@pzc.ril ~ïistbus 314460 AA Goes Hvertentie-exploitatie: oord- en Midden-Zeeland: 0113-315520; ieuws-Vlaanderen: 0114-372770; ationaal: 020-4562500. .""tnsdag 6 juni 2006 Na de Februariramp van 1953 - met 153 slachtoffers in Stavenisse - was het de bedoeling het kanaal af te dam men en daarmee Stavenisse van de rechtstreekse verbinding met de Oos- terschelde af te sluiten. Dat ging bij na der inzien niet door; de havendijken werden versterkt en het dorp hield een haven. De keersluis vormt nu een extra beveiliging. Het is geen echte watersporthaven, in die zin dat de rijen gelikte jachten ont breken en er ook geen sjiek clubhuis staat. Dat heeft te maken met het feit dat de meeste mensen met een lig plaats (circa veertig procent Belgen) die gewoon gebruiken voor hun vis- bootje. Bovendien: de haven mondt vrijwel in het dorp uit. Misschien verandert de situatie in de toekomst. Smits zegt dat gepraat wordt over privatisering. Dan is enige uitbreiding gewenst, om de hoogte van de liggelden te drukken, vindt hij. Het voorste deel van de haven (vroeger de handelshaven) dat het dichtst bij het dorp ligt, biedt nog voldoende ruimte voor nieuwe ligplaatsen. Rinus Antonisse Wat éen lelijk cling! Leerlingen van basis school De Wegwijzer in Serooskerke (W) zijn het met elkaar eens. Het monu ment op de dijk bij Veere ter nagedachtenis aan de inundatie van Walcheren verdient niet de schoon heidsprijs. De natuur in en rond de Veerse Kreek, die door die overstromingen ontstond, krijgt wel hun warme belangstelling. „Ik heb een pakje sap opge vist." Hartstikke leuk, noemt na- tuurouder Lenny het uit stapje van groep zeven naar de Veerse Kreek. „Ze leren spelen derwijs over geschiedenis, biolo gie en aardrijkskunde. Dat werkt bij kinderen toch het bes te." Het mes snijdt inderdaad aan twee kanten. De leerlingen komen in één ochtend van alles te weten over de historie, na tuur en inrichting van hun eigen streek én er lekker op uit gaan onder schooltijd is natuurlijk al tijd spannend. De kreken op Walcheren zijn bij zondere gebieden. Dat vinden ze bij het Milieu Educatie Centrum Walcheren (MEC) ook. Daarom stelde de instantie een lespakket voor basisscholen samen. Het centrum gaf ook cursussen aan natuurouders. Dankzij de inzet van vijf van hen kunnen de acht tien kinderen van De Wegwijzer in groepjes van drie of vier het gebied in. Onderweg krijgen ze opdrachten en informatie. Op de fiets Van Serooskerke naar Veere is maar een klein stukje. Daarom komt groep zeven op de fiets. De dagen vóór het uitstapje hebben ze in de klas het één en ander ge hoord over met name de geschie denis van de omgeving. Van daag komt de praktijk aan bod. Irene, Martijn, Natasja en Ste ven gaan met natuurouder Len ny het natuurgebied in. Eerst naar de dijk bij jachthaven Oost- watering. Die werd in oktober 1944 gebombardeerd door de ge allieerde legers, legt Lenny uit. Net als dijken bij Westkapelle, Vlissingen en Ritthem. Dat de den ze om de Duitse bezetter van Walcheren te verjagen. Het lukte: de Duitsers konden zich niet meer organiseren en binnen een week was heel Zeeland be vrijd. Pas na ruim een jaar werden, met vereende krachten, de dij ken weer gedicht. Bij gebrek aan materiaal werd daar alles voor gebruikt wat vindbaar was. „Wij staan nu boven twee Duitse boten", verklaart Lenny, terwijl ze naar de dijk onder zich wijst. Een monument herinnert aan de gebeurtenissen. Het fel gekleur de ding van bijna vier meter hoog valt niet in de smaak. Mar tijn weet wel waar het voor staat. „Het blauw is voor de zee, groen voor de dijk en geel voor de zon", verklaart hij. Onder aan de dijk ligt de Veerse Kreek. Lenny vertelt hoe die ont staan is. „Het stromende water had geulen in het land ge schuurd. Toen de dijken dicht waren, bleven die vol water De leerlingen van basisschool De Wegwijzer in Serooskerke (W) leren tijdens hun uitstapje'in het Veerse natuurgebied over geschiedenis, biologie en aardrijkskunde. foto's Lex de Meester Rond de kreek ligt een prachtig natuurgebied,'waarin bos, open plekken en waterpartijen elkaar afwisselen. Dat is bewust aange legd, legt Lenny uit. Het zoute water had alle begroeiing kapot gemaakt. Het gebied rond de kreken werd aangelegd als een soort compensatie voor dat ver lies. Historische rol Op de kinderen maakt de laat ste opdracht de meeste indruk. Het groepje staat stil bij een boerderij. „Die is in 1944 hele maal ondergelopen", verklaart Lenny. De bewoners in de omge ving waren gewaarschuwd; de geallieerden hadden van tevo ren pamfletten uit vliegtuigen gegooid. Toch verliet niet ieder een zijn of haar huis. Dom? De kinderen vinden van wel. Tot ze allemaal een historische rol toe bedeeld krijgen. Steven is de boer: hij heeft veel dieren, staat op het kaartje dat hij krijgt- Na tasja speelt, tot grote hilariteit van de andere twee, zijn echtge note. Ze hebben kleine kinde ren, benadrukt haar briefje. Ze blijft erbij: snel vertrekken, denk aan de kinderen. Steven twijfelt: en al die dieren dan? Ire ne is voor even huisarts in het gebied. Ze wil nog steeds vluch ten. „Dan laat je wel sommige patiënten in de steek", stelt Len ny. Het leidt tot nadenkende ge zichten bij de kinderen. Lenny: „Je ziet wel, ze hadden het zes tig jaar geleden niet zo makke lijk in onze streek." Martijn de Koning staan." Zo ontstonden ook de Westkappelse Kreek, Nolle- kreek (bij Vlissingen) en Ramme- kenskreek (bij Ritthem). Naast het historische aspect zijn de kréken ook in biologisch op zicht apart. De combinatie van zout en zoet maakt dat het wa ter er brak is. En dat trekt speci fieke planten en dieren aan. De kinderen mogen die natuur ontdekken. Ze krijgen verrekij kers en schepnetjes en leren bootjes maken van riet. Irene blijkt bijzonder talentvol: in mum van tijd fabriceert ze een scheepje. Martijn moppert. Hij krijgt het niet voor elkaar. „Ha- ha, die van jou blijft nooit drij ven", grinnikt Natasja. Martijn neemt uiteindelijk zoete wraak: zijn scheepje vaart het verst, terwijl het mooie exem plaar van Irene meteen omslaat. Ze moeten de bootjes trouwens wel een beetje helpen, want wind zit er niet. Dus blazen ze zo hard ze kunnen. In de netjes vangen de kinderen allerlei krioelende beestjes. Op kaarten kunnen ze zien wat ze in hun net hebben. Garnalen, een brakwaterhoorntje, een larf van een mug. En Natasja vist een leeg pakje sap op. Maar dat staat niet op de kaart. Grotere dieren zitten er ook. „Dat vind ik een mooie eend", wijst Natasja. Martijn kijkt haar wat meewarig aan. „Dat is een meerkoet, hoor", merkt hij droogjes op. Het meisje is niet onder de indruk. „Ik vind het een eend." Zeeland grossierde vroeger in haventjes. Veel zijn er verdwe nen, in onbruik geraakt of hebben een andere bestemming gekregen. In de serie Aanmeren aandacht voor dit maritiem erfgoed, met illustraties Deze week: de haven van Passanten zijn gewaarschuwd. 'In dien u de haven van Stavenisse wilt bezoeken, dient u er rekening mee te houden dat u bij laagwater mogelijk de haven niet in of uit kunt.' „Het valt in de praktijk wel mee", ver telt havenmeester Kees Smits. „Bij eb waterhoogte van 2,40 meter boven NAP dicht, om te voorkomen dat het havenplateau onder water komt te staan. Van vloedplanken en natte voe ten hebben ze in Stavenisse wel ge noeg. Het gebied van Stavenisse is door de eeuwen heen vele malen getroffen door overstromingen, laatstelijk in 1953. On der meer inlaagdijken en nollen getui gen van de strijd tegen de zee. Tussen 1509 en 1599 stond de toenmalige Sta- venissepolder onder water. Bij de herdijking werd de geul de Ka mer (het restant werd later Oude Gat genoemd) afgedamd ter hoogte van de huidige Stoofdijk. Daardoor ontstond een haven. Het buitendijks gebleven deel van de geul verzandde en was steeds moeilijker bevaarbaar voor sche- pen. in 1656 werd hier de Margarethapol- der bedijkt, genoemd naar de echtgeno te van ambachtsheer Hieronimus van Tuyll van Serooskerke. Toen kreeg Sta venisse het kilometerlange kanaal tus sen het dorp en de Oosterschelde (Keet- en). De haven werd niet alleen ge bruikt voor handel en landbouwpro ducten, maar ook voor veerdiensten. water in de haven. Dat is voldoende voor de visbootjes." Die vormen de hoofdmoot van de ongeveer 170 vaar tuigen die in de (gemeentelijke) haven van Stavenisse een ligplaats vinden. Ongeveer twintig schepen zijn jachten en motorboten, schat Smits. voor laagwa ter niet helemaal overdreven. De ha ven van Stavenisse, ruim vierhonderd jaar oud, ligt namelijk op flinke af stand van het Keeten, onderdeel van de Oosterschelde. Een kilometer lang kanaal zorgt voor de verbinding. Aan het eind ervan ligt een keersluis, geeft Smits aan. Die gaat bij een verwachte

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 17