Jan verzorgt de begrafenissen van de dieren
Hier proef je de seizoenen
PZC
Open tuinen
23
De Collectie
Schelpen horen eigenlijk in
hun natuurlijke omgeving
dinsdag 30 mei 2006
De nieuwste aanwinsten van
het Schelpenmuseum in
Zaamslag pronken in de vitrine
voor het raam aan het Plein. On
der de nieuwe schelpen gave
exemplaren van een enorme pa
reloester en een nog grotere
paardenhoefmossel. Met een
paar andere bijzondere exempla
ren gekregen van een kleinzoon
van de laatste resident van Bali
en Lombok. De afstammeling
van de resident vond dat de
schelpen meer eer wordt gedaan
in het heiligdom van Gerrit de
Zeeuw dan in een vergeten kist
op zolder.
De Zeeuw vindt dat zelf natuur
lijk ook. Hij is weliswaar verza
melaar pur sang, maar hij
streeft niet naar de ultieme ver
zameling. Niet om frustraties te
voorkomen, maar omdat zeldza
me schelpen en koraalsoorten in
oceanen en zeeën thuishoren en
niet in een uitstalkast in Zaam
slag. Zo zit De Zeeuw er geen
moment mee dat zijn collectie
Cypraeidae al meer dan een do
zijn jaar stokt op 160 soorten.
De laatste veertig soorten zijn te
kostbaar en verse exemplaren
mogen voor commerciële doel
einden niet worden opgedoken
of zelfs maar opgeraapt van het
strand. „Het is in veel landen
strafbaar om exotische schelpen
mee te nemen. En anders neemt
de douane op Schiphol of die op
een ander vliegveld de bijzonde
re schelpen wel in beslag. Te
recht hoor, schelpen horen in
hun natuurlijke omgeving, waar
ze deel uitmaken van een uniek
ecologisch systeem."
De 78-jarige voormalige loodgie
ter begon zijn verzameling ooit
met wat mooi gevormde en ge
kleurde schelpjes, die hij als ma
rinier in het voormalig Neder-
lands-Indië vond. Hij breidde
zijn verzameling uit door stran
den af te speuren, op beurzen te
ruilen, voox'aan te staan bij op
gravingen en door schenkingen
van andex-en. Nabestaanden van
schelpenverzamelaax's weten
hem vaak te vinden. Bij de col
lectie zit vaak wel een ax'tikeltje
over het Schelpenmuseum: uit
een personeelsblad van Shell,
een Kampioen of een oude
krant.
De Zeeuw weigert grote bedra
gen uit te geven aan uitbreiding
van zijn verzameling en van
smokkel of illegale handel moet
hij ook niets hebben. Maar als
een collectie ligt te verstoffen
op een zoldertje, in een achterka
mer of schuurtje dan heeft hij
liever dat schelpen, fossielen of
mineralen bij hem belanden.
Dan wordt de vex'zameling zono
dig gefatsoeneerd, gerubriceerd
en - als het even kan - tentoon
gesteld. Zodat geïnteresseerden
en toevallige passanten zich kun
nen vergapen aan de grote ver
scheidenheid schelpen die er op
de wereldbol te vinden is of
was.
De tienduizenden schelpen van
De Zeeuw geven het museum
zijn naam en vormen het groot
ste, meest in het oog springende
deel van de uitgestalde vei'zame
ling. Maar voor De Zeeuw zijn
de huisjes van zeeweekmerén
niet het allerbelangrijkst. Hij is
ook gesteld op zijn collectie fos
sielen, waaronder het 'ondier
van het Hellegat', het skelet van
een butskop die tweeënhalve
eeuw terug bij het Hellegat is ge
vangen. Een ondei'kaak van een
mammoet, een scheurtand van
een grottenleeuw en resten van
vele andere pi'ehistoi'ische die-
ren: De Zeeuw kan ze laten zien.
In De Collectie staat
wekelijks een museum in
Zeeland centraal. De collec
ties van de kleinere musea
in de provincie worden in
deze serie belicht. Deze
week: Het Schelpenmu
seum in Zaamslag
Gekregen van vissers, gered uit
oude schoolinventarissen of zelf
opgegraven. Zoals het schaap
van Zaamslag - een verdronken
dier, goed geconserveerd in de
klei - dat De Zeeuw uit eigen
kelder opgroef.
Ook de oude munten, de in de
oorlog zelf uit hulzen gemaakte
gebruiksvoorwerpen, oude lood
gietersattributen en de histo
risch niet helemaal verantwoor
de maquette van het kasteel op
de Torenbex'g zijn de museum
conservator lief. Het meest aan
het hart ligt hem echter de histo
rie van Zaamslag. Dus zijn
scherven van potten en pannen,
een zegelstempel uit de veertien
de eeuw van het ziekenhuis van
Zaamslag en archeologische
vondsten die wijzen op kastelen
hem uiterst dierbaar. Ze verwij
zen naar een rijke historie van
het dorp waar het arrogante Ter-
neuzen nooit aan kan tippen.
Terneuzen, wier ambtenaren en
bestuurders het Schelpenmu
seum steevast vergeten. Geen
kaartjes, laat staan subsidies,
bij jubilea en vaak geen vermel
ding in brochures of artikelen.
De Zeeuw maakt zich er niet
druk om waar zijn verzameling
na zijn dood terecht komt.
„Maar ik heb mijn kinderen wel
verteld, dat het absoluut niet bij
de gemeente Terneuzen terecht
mag komen."
René Hoonhorst
In een verre hoek van
de Vroonlandseweg in
Kapelle telen Ivo van
Gaaien (39) en Janet-
te van Gaalen-Dop-
penberg (37) aard
beien onder ruim een
halve hectare glas. Ze
telen ook kersen,
frambozen en bessen
en verderop in het
dorp peren en appels.
De kinderen, Wilco,
Lilian, Jan, Annemie-
ke, Miranda en René
helpen af en toe ook
een handje. In Onder
glas volgen we het ge
zinsbedrijf van week
tot week.
De bruine kip is vorige
week gestorven. Van
ouderdom, want bij Van Gaaien
hebben ze de kippen, zo'n 25
stuks, alleen voor de kakelverse
eieren. Daar rekenen de klanten
in het winkeltje op en in het ge
zin, met zes kinderen, gaat er
ook nogal eens een eitje door.
Jan vaix 11 jaar heeft een graf
gegraven en de bruine kip is
daarin, met enig ceremonieel, te
ruste g
„Het is een soort ongeschreven
regel dat Jan de begrafenissen
verzorgt", vertelt Ivo. „De over
leden beesten komen allemaal
te liggen naast wat wij 'de
bouwkeet' noemen en Jan weet
precies waar we gebleven zijn.
Slechts één keer heb ik het zelf
moeten doen, maar toen ging
het dan ook om een massagraf:
zeven dode konijntjes, doodge
beten in de eerste nacht dat we
ze hadden, door een hond die
het kippenhok was binnen ge
drongen. Een drama van de eer
ste categorie. We waren de
avond tevoren acht konijntjes
wezen halen, voor ieder gezins
lid eentje. De kinderen hadden
allemaal hun eigen konijntje uit
gezocht, een naam verzonnen
en ermee geknuffeld. Wat denk
je, krijgt zo'n hond daar lucht
van. Hij was in het deel van het
hok binnen geraakt waar de ko
nijnen zaten en wat afgeschoten
was met eexx stuk gaas. Eén van
de konijnen was nog zo klein,
dat hij door het gaas had kun
nen ontsnappen, de rest was
dood. Het drama was te groot
om Jan, die zijn taak altijd ge
wetensvol uitvoert, aan het
werk te zetten. De andere dag
hebben we nieuwe konijnen ge
haald."
De dieren nemen in het gezin
Van Gaaien een belangrijke
plaats in. De kinderen krijgen
verantwoordelijkheden in het
voeren en het schoonmaken van
hokken en ieder heeft ook zo
zijn eigen favorieten. Dat je van
tijd tot tijd afscheid moet ne
men van huisdieren, vinden Ja-
nette en Ivo erbij horen. „Maar
nooit voor de pan", voegt Janet-
te met nadruk toe. „Bij ons wor
den de beesten bij voorkeur zo
oud, dat ze echt ook niet meer
te eten zijn."
Erg handig ixx het slachten zijn
ze trouwens ook niet. Met een
dode fazant die een paar jaar ge
leden eerst de kas in vloog, om
er vervolgens dwars door het
glas weer uit te vliegen, hebben
ze eerst over het dorp lopen leu
ren. Ivo: „Toen we hem niet
kwijtraakten, hebben we Bert
van Leerdam bij Omroep Zee
land gebeld. Het was toch zon
de want hij was lekker vers en
vet en al krijg ik hem niet uit
zijn veren, ik weet wel dat een
fazant goed smaakt. Uiteinde
lijk heeft een vent uit Tholen
hem hier opgehaald. Gelukkig
maar, anders had Jan weer op
zijn grafveldje aan de slag ge
moeten."
Aan grafmonumenten doen ze
niet, behalve eentje dan. Bij het
verscheiden van Bugs, het eer
ste konijn van Liliaxx, was de
droefheid zo overweldigend,
dat besloten werd tot de aan
plant van een buxus. Janette:
„Zodat Bugs nooit zou worden
vergeten. Voor Jan is het natuur
lijk ook wel makkelijk, zo'n
oriëntatiepunt. Dan weet hij
waar hij ongeveer gebleven is."
Helemaal aan de top van de
beestenboel staat Blacky, stok
oud en even doof. Blacky hoxidt
van gezelligheid en herrie. Hij
is het meest op zijn gemak on
der de tafel van de kantine, niet
in, maar naast zijn mand. Rond
om de tafel staan wel twintig
stoelen en Blacky heeft die het
liefst allemaal vol. Zodra er ie
mand opstaat, gaat Blacky er
met een kleine vertraging, kwis
pelend en een tikje stijvig, ach
teraan. „Hij houdt van leven",
vertelt Ivo, „zodra het stil is,
gaat hij keffen."
In het bedrijf van Janette en Ivo
zul je Blacky dus maar zelden
horen.
Tja, en dan zijn er natuurlijk
nog de ongenode gasten in de
kas: mussen en spreeuwen, die
hun kans grijpen als de ramen
een eindje open gaan. Die zien
door het glas het verleidelijke
rood van de aardbeien als een
soort luilekkerland. „Meestal
vliegen ze er wel weer een keer
uit, maar soms nestelt er wei
eens een paartje ergens in een
hoek." Halen ze dan de nesten
weg? „Welnee", zegt Ivo. „Die
paar aardbeien. Ze kunnen toch
niet bij de hangende oogst om
dat ze nergens op kunnen gaan
zitten. Alleen de vruchten die
tussen de bladeren zitteix, zijix
voor hen bereikbaar. En ja, ze
pikken een hapje uit de ene, exx
gaan dan verderop naar de an
dere. Wij gooien die aangepikte
vruchten dan gewoon bij de jam
aardbeien. Het is toch ook wel
weer mooi, zo'n stel vogels dat
een nestje grootbrengt."
Mieke van der Jagt
Rammekenshof bij Ritthem. foto's Dirk-Jan Gjeltema
Geri'it de Zeeuw: „Het is in veel landen strafbaar om exotische
schelpen mee te nemen.foto Wim Kooyman
Op tal van plaatsen in
Zeeland zijn komende
maanden weer tuinen te be
zichtigen. Het aantal lief
hebbers dat anderen wil la
ten meegenieten van hun
hobby, groeit nog gestaag.
Tuinen zijn er in alle soor
ten en maten, kleuren en
geuren. Willeke Verschuur
van Rammekenshof bij Rit
them is een echte 'tuingek'.
Eind 1998 streken Ruud en
Willeke Verschuur vanuit
Nieuwkoop neer op een 'spulle
tje' bij Ritthem. Een lang gekoes
terde wens ging in vervulling: ze
kregen de beschikking over een
flinke lap gx'ond, ongeveer
13.000 viexkante meter, om in te
richten als tuin.
Dat hebben ze afgelopen jaren
stapsgewijs gedaan. Nu is zo'n
9.000 viex'kante meter ingevuld.
In het laatste restje landbouw-
gi'ond groeien dit jaar nog aard
appels, maar vanaf volgend jaar
is ook dat omgevormd. De zorg
voor de tuin ligt grotendeels in
handen van Willeke, dochter
van een tuinder, dus groene vin-
gex's zitten in de genen. Ruud
maait, knot, onderhoudt paden
en gereedschap - kortom, doet
de gx'ove klussen.
De verhuizing van Nieuwkoop
naar Ritthem was een hele over
gang, vertelt Willeke. „Een gro
te tuin was daar onbetaalbaar.
We kregen een advertentie on
der ogen waarin Rammekenshof
te koop stond. Wanneer je hier
mag wonen, dan ben je een ge
luksvogel. In Nieuwkoop heb je
veel groen en plassen, maar het
is altijd hetzelfde. In Zeeland is
het steeds wisselend, je proeft
meer de seizoenen."
Aan het eind jaren twintig van
de 20e eeuw gebouwde huis en
schuur (gepotdekselde zijkant)
hoefde niet veel veranderd te
worden. Ook de huisboomgaard
was op orde (inmiddels uitge
breid met moerbei, perzik, no
ten en vijg). Eén van de verande
ringen betrof het plaatsen van
een kweekkas. Driekwart van
de planten - deels eenjarig, veel
vast - wox'dt zelf gekweekt.
Willeke en Ruud dachten één
winter na over de inlichting van
de tuin. „We hebben alles zelf
vex'zonnen. Ik tuinier best wel
weeldexig. Ik wilde rechte lijnen
en brede paden - zorgen voor
ruimte. Die lijnen wox'den trou
wens door de beplanting ver
zacht. En dan ga je indelen."
Ovexigens gaf een buurman vrij
blijvend (maar wel opgevolgd)
advies over de plaats van de
moestuin. Die hadden ze in een
hoek gedacht die nogal vochtig
is. Daar is een betere plek voor
gekozen. De vrij lichte, zavelige
grond is uitermate geschikt voor
gebruik als tuin, mex'kt Willeke
op.
Rond het perceel is een bx'ede
windsingel gezet (tien metex-),
met veel inheemse struiken (als
hondsroos en egelantiex-) en en
kele grotere bomen (es, linde,
els). De meidoox-n komt er van
zelf bij. Ook staat aan een zijde
een rij knotbomen. Er is plaats
gemaakt voor een flinke groen-
tentuin en een opkweektxiin. In
een fruitkooi staat zachtfruit
(bessen, frambozen, bramen en
twee kleine kersenbomen).
Bewust heeft Willeke de tuin
niet opgedeeld in kamers, om zo
veel mogelijk een open struc
tuur in stand te kunnen houden.
Wel zijn er allexiei verschillende
borders gemaakt, op kleur en/of
thema. Zo zijn er een schaduw-
tuin, een geel-witte border, een
gouden regenplein, een winter
tuin, een bronzen border en een
px-aix-ietuin. De paden zijn be-
stx'ooid met schelpen. „Ze zijn
niet zo duur, je moet ze minder
vaak aanvullen dan houtsnip-
pex's en ze passen in de uitstra
ling van oixze tuin."
De praix'ietuin is wel een beetje
Willekes trots. „Het is meer een
grassentuin, met veel vaste plan
ten. Eilanden van planten in een
zee van schelpen. We hebben
daar ook een waterput gemet
seld. De praix'ietuin gaan we vol
gend jaar nog uitbreiden en
mooier afx'onden." Ze twijfelen
over aanleg van een echte drink-
put in het laatste stuk gx'ond.
Als er gegraven wordt moet er
mogelijk eex'st (duur) archeolo
gisch onderzoek wox'den ge
daan. „Dat moeten we zelf beta
len en dan gaat het wel erg veel
kosten. We willen in elk geval
het laatste deel wat landschap-
pelijker, opener, opzetten. An
ders wox'dt het geheel te vol en
te druk."
Zoals meerdere tuineigenax-en
dat doen, stellen Willeke en
Ruud hun Rammekenshof ook
regelmatig open voor bezoekers,
al vanaf het dex'de jaar. Op 2
juni (19.00-21.00) en 3 juni
(10.00-17.00) is dat tijdens het
open tuinweekeinde van de vere
niging Groei Bloei. Later in
juni en begin juli doen ze samen
met vier andere tuinbezitters
mee aan de Walchex'se tuinenda-
gen.
Rinus Antonisse
Meer informatie over Zeeuwse
tuinen is onder meer te vinden
op www.vvvzeeland.nl.