Bijkans bijbels
Tussen leven en dood zit maar één adem
JZC
25
Maand
van het
Spannende
Boek
;V. ■*- mj
X
EIGENLIJK
Penneprobeersel
woensdag 24 mei 2006
Ian Rankin, auteur van het geschenk van de Maand van het Spannende Boek
foto Chris van Houts/GPD
e Maand van het
Spannende Boek
staat op uitbarsten
en nu al vliegen de thrillers je
om de oren.
Maar de kwaliteit is vaker on
dermaats dan bovengemid
deld. Uitgevers zouden er
goed aan doen om bossen te
sparen en slechts die mis
daadromans op de markt te
brengen die ballen, diepgang
en pretenties hebben.
Ziehier de criteria waaraan
een volwassen misdaadro
man moet voldoen. Vastgesteld
door de Schotse schrijver Ian
Rankin, de meer dan terechte
keuze van de Stichting CPNB
als auteur van het geschenk
boekje van de Maand van het
Spannende Boek. „Een goede
thriller heeft karakters die je in
teresseren. Het is onzin om een
held te scheppen, als het je koud
laat als hij aan het eind blijft le
ven dan wel de geest geeft. Een
goede thriller herbergt een ge
voel van geheimzinnigheid,*dat
je dwingt om de bladzijden om
te slaan. En op het eind ben je
tevreden dat de schrijver je niet
heeft bedrogen, dat hij geen in
formatie heeft achtergehouden
die hij eerder had moeten vrijge
ven. Een onverwachte wending
is prima, zolang de lezer het
maar pikt. Een goede thriller
laat de overtuiging achter dat
het zo gebeurd zou kunnen zijn.
En als het even meezit vertelt
een goede thriller iets over een
wereld die je niet eerder kende,
of over de mensen die er leven."
Rankin weet waarover hij praat:
de geestelijk vader van de on
aangepaste inspecteur John Re
bus en auteur van meer dan
twintig thrillers, is een van de
meest gelauwerde misdaadau
teurs van het Verenigd Konink
rijk. Hij was vorig jaar met zijn
45 jaar zo'n beetje de jongste au
teur ooit die de prestigieuze Car-
tier Diamond Dagger-Award
voor zijn oeuvre kreeg.
Als we Rankins regels als heilig
aanvaarden, dan komen veel
thrillers niet zonder kleerscheu
ren door de ballotage. Toch la
ten .uitgevers, aangespoord dooi
de CPNB die elk jaar roept dat
70 procent van de Nederlanders
wel eens een spannend boek
leest en dat één op de drie ver
kochte boeken een thriller is,
steeds meer misdaadromans op
de markt los. Als we het tot de
Nederlandstalige boeken beper
ken: de groslijst voor de Gouden
Strop van dit jaar telt al zo'n
slordige zestig titels, tegen iets
meer dan twintig in 1993. Dat
zijn dan alleen al de boeken die
uiterlijk 15 mei in de winkel la
gen. Sindsdien hebben de druk
kerijen al weer nieuwe titels uit
gespuugd.
Middelmatigheid overheerst. Er
zit te veel louter kaf(t) onder het
koren. Uitgevers zijn te snel be
reid om lezers bloot te stellen
aan thrillerpulp, uiteraard in de
hoop net zo'n auteur binnen te
halen als Dan Brown die - met
weliswaar middelmatig geschre
ven romans - is uitgegroeid tot
een gigaseller. In navolging van
De Da Vinci Code wordt de le
zer bijkans bijbels gestenigd
met reli-thrillers.
Van Nederlandse auteurs ver
schijnen niet zo veel thrillers
waarin wordt gekruistocht te
gen de kerk. Hier krijgt een au
teur met slechts een interessan
te achtergrond al gauw het groe
ne licht. Zo mocht Tess Franke
(pseudoniefn van een Nederland
se juriste die met haar gezin van
wege dreigementen in de VS is
ondergedoken) debuteren met
De inwijding, een volstrekt over
bodig boekje over een snotteren
de advocate die een moord moet
oplossen. Tineke Beishuizen -
columniste van Libelle, dus ie
mand van naam - liet haar twee
de thriller, het babbelboekje
Wat doen we met Fred promo
ten door taxi's, waar een nep-
arm uit de kofferbak stak. En
weldoener en journalist Fons
Burger gaf - gelukkig in eigen
beheer, dat wel - De Martelaren
van Lot uit, een onsamenhangen
de zelfbenoemde pageturner
over fundamentalisme en opko
mend terrorisme. Ondertussen
hebben ook al thrillers van een
politicoloog, een ontwikkelings-
econoom, een psychiater en een
dagbladjournaliste het licht ge
zien.
Met zo veel titels moet je wel
iets doen om de nieuwsgierig
heid van de recensent en in ie
der geval de consument op te
wekken. Waar Beishuizen taxi's
laat rondrijden, duiken jonge,
blonde auteurs die goed ogen op
in de meest uiteenlopende televi
sieprogramma's. Maar de groot
ste hype die door uitgevers is ge
creëerd, is wel het uitbrengen
van literaire thrillers. Zo'n tien
jaar wordt dat etiket nu overal
op geplakt en dat is dezer dagen
voor aanjager uitgeverij Anthos
reden voor een feestje. Want de
'literaire thriller' is booming,
kijk naar de verkoopcijfers van
Nicci French, Saskia Noort,
Henning Mankell en Karin
Slaughter.
Zelfs een echt literaire uitgeve
rij als Van Oorschot is nu ook
overstag. In april verscheen van
haar auteur Nico Dros Dromen
van de bok, slim geafficheerd
als 'stalkersroman'. Uitgeverij
Archipel bedacht voor Jouw ver
haal van schrijfster Julie Myer-
son de slogan 'de ideale cross
over tussen literatuur en thril
ler', waarschijnlijk omdat het
boek vlees noch vis is.
De term 'literaire thriller' is be
dacht om ook de hoger opgelei
de lezer, die voorheen zijn neus
ophaalde voor misdaadromans
en zijn tijd uitsluitend beidde
met door goden als Mulisch en
Reve geschreven Literatuur, bin
nen te halen. Maar door uitge
vers wordt nergens uitgelegd
wat er nou zo 'literair' is aan
sommige thrillers. Wellicht ook
omdat het een schier onmogelij
ke opgave is. Hoe moet je bij
voorbeeld De naam van de roos
van Umberto Eco kenschetsen?
Het is ongetwijfeld een literaire
roman met diepere lagen, maar
ook een onvervalste historische
thriller. En is De engelenmaker
van Stefan Brijs niet eigenlijk
een misdaadroman? Maar als
dat zo was, was het boek uiter
aard niet voor de Libris Litera
tuurprijs genomineerd.
In ieder geval heeft de verzuch
ting van misdaadauteur Chris
Rippen nog niets aan kracht in
geboet. Hij merkte vorig jaar
op: „Het begrip is in handen ge
vallen van de promotie, waar
door het soms zelfs prijkt op boe
ken die noch in stijl, noch in psy
chologische typering en uitwer
king, noch in gelaagdheid de
kwalificatie rechtvaardigen. U
begrijpt dat de aanduiding op
mijn nieuwe romans ontbreekt.
Toch zijn deze net zo literair of
niet-literair als mijn vorige boe
ken." Kortom, het bijvoeglijk
naamwoord 'literaire' en het
zelfstandig naamwoord 'thril
ler' zijn als water en vuur.
Wellicht verdient het aanbeve
ling om voortaan op de covers
van misdaadromans de term
'thriller met pretenties' te plaat
sen. Want dat is toch wel het
minste wat je als lezer mag ver
wachten: niet alleen spanning,
een mooie stijl, maar ook een
portie voedsel ter overpeinzing.
Brood
Terecht maakt Gouden
Strop-winnaar Jac. Toes zich in
het nieuwe Crimezone-boek
kwaad over de opstelling van Si-
mone van der Vlugt, schrijfster
van tot dusver twree 'literaire
thrillers'. In een interview liet
zij weten zich af te zetten tegen
het 'slaapverwekkende' stelletje
schrijvers als Reve en consorten.
En ook is het haar bedoeling he
lemaal niet om de lezer de hele
nacht wakker te houden, gaf ze
toe. En de Vlaamse auteur Pie-
ter Aspe liet later op een ander
platform weten 'gewoon' te
schrijven voor zijn brood. „Van
mij geen pretenties." Volgens
Toes moeten thrillerschrijvers
juist méér aanspreken dan uit
sluitend 'het genotscentrum van
de hersenkwabben'.
Aspe en Van der Vlugt zouden
een voorbeeld kunnen nemen
aan Rankin, die thema's als pe
dofilie, asielzoekers en wat nu
nog te doen met oorlogsmisdadi
gers bij de hoorns vat. Onder
werpen die misdaadauteur Ja
cob Vis, vlijtig schrijver van
thrillers over de IRA, Desi Bou-
terse, jeugdbendes en Mabelga-
te, als 'straatrumoer' zou betite
len. Zeker weten dat hij daar
ook 'de maakbaarheid van de sa
menleving' onder zou scharen.
Naar eigen zeggen schrijft Sas
kia Noort daarover in haar
nieuwste thriller Nieuwe buren.
Maar laat ze nou net de span
ning vergeten zijn...
Peter Kuijt
X y'
Detail van de eerste literaire zin in de Nederlandse taal
is het boek vol verrassingen
maar het verrassendste is
misschien dat je tot een
kwart van het boek moet wachten op dat beroemde zinnetje: heb
ban olla vogala nestas hagunnan, hinase hic enda thu. Wat unbidan
we nu? Zijn alle vogels nesten begonnen, behalve ik en jij. Waar
ivachten we nog op? 'Met zijn dertien woordjes', zegt de schrijver,
'is dit tegelijk veruit de langste zelfstandigste tekst in het Oudneder
lands én de eerste voluit literaire in de Nederlandse taal.'
Hoe is het mogelijk 100 bladzijden te schrijven over de Nederlandse
literatuur voordat dit eerste zinnetje neergepend wordt? Dan besef
je wat je leest: een boek van vierhonderd bladzijden dat uitsluitend
gewijd is aan de Nederlandse literatuur tot 1300. Ja, Stemmen van
schrijvers voor 1300.
Het boek dat Frits van Oostrom kort geleden publiceerde over de
vroegste literatuur in de Nederlanden is een fascinerend verhaal
dat de lezer meevoert tot in de verste hoeken van de oude letteren.
Het is met groot vertoon geschreven, met gevoel voor compositie, op
elke bladzij blijkt de beheersing van de stof en onderzoek van ande
ren wordt dankbaar gebruikt. Hier schittert een detail, elders krijgt
een formulering' een plaats in het mozaïek van deze vertelling, Zo
wordt hebban olla vogala getypeerd als graffiti.
Voor het zinnetje van de twaalf woorden is de lezer al op veel plaat
sen geweest. Zou het verhaal niet zo gepassioneerd verteld worden,
hij zou zich duizelig terugtrekken van de losse woorden, de glossen,
de marginale kanttekeningen, de doopbeloftes en de religieuze uitla
tingen, van het verhaal over een beer, zelfs van een wormbezwe
ring.
Dan komt het 'liedje van verlangen', waar zoveel over geschreven
is. De twaalf woorden zijn ontdekt in 1932 toen een Engelse geleer
de in de Bodleian Biblio
theek te Oxford een boek
uit de late 11e eeuw door
vlooide, een handschrift
met preken van de abt
van de abdij van Roches
ter in Kent. De geleerde
keek ook naar de krabbels op de achterkant van het laatste perka
menten blad. Daar hadden kopiisten en klerken hun pennen gepro
beerd en gekeken of de nieuwe inkt hechtte. Als het materiaal in or
de was, konden ze een mooie preek overschrijven of gingen ze een
kopie maken van een ander handschrift.
Onder kenners van het oudste Nederlands waren de twaalf woor
den nooit van de werktafel: wat staat er precies? Waar komt het zin
netje vandaan? Kunnen we bewijzen dat een klerk die uit de Vlaam
se kuststreek kwam, het daar in Kent heeft opgeschreven? Het lijkt
er sterk op. En het is zeker dat er ten minste twee Vlaamstalige mon
niken omstreeks 1100 in die Engelse abdij zaten.
In Stemmen op schrift geeft de schrijver ook de taalkundige stand
van zaken weer maar het is meeslepend om te zien hoe Van
Oostrom er over schrijft als een literair zinnetje. Plotseling is het
niet zo maar een historische vondst, maar een flard van een liedje
uit een lange traditie, een liefdeslied van ongeduld en innigheid. De
traditie voert zelfs naar de Arabische liefdesliederen, de kharjas,
van Andalusië. En nog sterker: die oude vogels en het klaaglijke
wachten krijgen ook nog een vrouwelijke stem.
In dit uitzonderlijke boek komt daarna natuurlijk nog veel meer:
Henric van Veldeke, de verhalen over Karei de Grote, de Arthurrid-
ders, de missie en de mystiek, de wereld van Reinaert, meester Maer-
lant. Maar eigenlijk is de relatie tussen die oude vogels, de nesten
en het wachten en de liefdesklachten van het Middeleeuwse Andalu
sië het verrassendste van de eerste honderd bladzijden: Stuur je
groet mee met de wind, naar een vurige geliefde. O jij, met je bruine
ogen - wie kan de afwezigheid verdragen?
Lo van Driel
Frits van Oostrom: Stemmen op schrift. Geschiedenis van de Nederlandse lite
ratuur vanaf het begin tot 1300 - Uitgeverij Bert Bakker, 39,95
Je is een van de populairste thriller-
uschrijfsters in haar geboorteland
tót-Brittannië. Met haar zesde boek Dui-
ttd leugens hoopt Laura Wilson nu ook in
herland door te breken.
]dens het bezoeken van een fototentoon-
fclüng een aantal jaren geleden, stuitte
aura Wilson op vier ogenschijnlijk onschul-
ige foto's van een gezin. „Toen ik de bij-
tóten las, zag ik dat de foto's in scène
aren gezet door de vader, die zijn gezin
tóg misbruikte. Ik kon niet geloven dat
Eglimlach van de meisjes op de foto's al
kmaar gespeeld was." Plet idee voor haar
Duizend leugens was geboren. Het
auwste boek van de schrijfster vertelt een
uwelijk verhaal over een man die zijn
rouw en twee dochters geestelijk en licha-
dijk mishandelt. Ook hij maakt bizarre
;Pf°to s, bijvoorbeeld net na de moord op
"geliefd huisdier. Uiteindelijk neemt een
atóe dochters, die dan al in de dertig is,
£t heft in eigen handen. „Het boek is dus
sjes op een waar gebeurd verhaal geba-
ïrci", zegt Wilson.
«ura Wilson niet per toeval schrijfster
worden, ze had altijd al een voorliefde
jor boeken. „Als klein meisje wilde ik bi-
uothecaresse worden. Dat, en Bunny. Ei-
tóijk was het mijn droom om die twee ba-
te combineren, en met oortjes op en een
'dje om de boeken te sorteren. Mijn
droom spatte uiteen toen ik er achter kwam
dat de Bunny Club was opgeheven." Uitein
delijk ging ze, na een studie Engelse litera
foto Peter Boer/GPD
tuur, werken bij een uitgeverij van non-fic
tie boeken.
„Ik vond het leuk om daar te werken. Ik wil
de wel schrijven, maar wie ben ik om te den
ken dat ik de nieuwe Jane Austen of Willi
am Shakespeare zou kunnen worden?", zegt
de hoogblonde schrijfster kritisch. „Toch
werd me gevraagd om geschiedenisboeken
voor kinderen te gaan schrijven, en dat heb
ik met erg veel plezier gedaan." Daarna rol
de ze toch nog het volwassen schrijversvak
in. Plaar eerste boek was A little death en
kwam uit in 2000. Ze begon een jaar later
fulltime te schrijven.
Polaroids
De research voor haar boeken pleegt Wilson
het liefste 'live'. „Ik speel de vecht- en
moordscènes in slow-motion na met mijn
beste vriend. Zo weet ik of alle details klop
pen. Of dat kleine vrouwtje wel echt die ste
vige man kon aanpakken bijvoorbeeld."
Ook liet ze, voor haar vorige boek, een drie
tal vrienden in bed een seksscène naspelen.
„Maar iedereen had gewoon kleren aan
hoor. Zat ik daar op een stoel polaroids te
nemen. De hond vond het ook wel erg gezel
lig, geloof ik", lacht Wilson.
Een journalist vroeg Wilson ooit of ze het
wel kon maken als thrillerschrijfster, omdat
ze waarschijnlijk nog niet eens een lijk had
gezien. „Maar dat heb ik wel. Ik heb mijn
oma's lichaam klaargemaakt voor de begra
fenis, samen met mijn moeder. Haar ogen
sluiten, haar kaken inbinden, dat soort din
gen. Dat was een goede ervaring. Het voelde
erg natuurlijk. Het leerde me dat er maar
een fijne grens zit tussen leven en dood.
Maar één adem."
„Het is ook gewoon leuk om boeken over
moorden te schrijven", zegt Wilson. „Het
was eerst niet eens mijn bedoeling, maar
mijn eerste verhaal begon nu eenmaal met
drie lijken." Ze besloot om thrillers te gaan
schrijven. „Het is tenslotte het populairste
genre, de kasten in boekwinkels puilen er
mee uit", zegt ze. „Maar ik heb er ook affini
teit mee. Ik vind het heerlijk om gruwelijke
scènes te beschrijven. En het klinkt cliché,
maar het is echt het leukste om in de huid
van de slechterik te kruipen. Al was dat bij
Duizend leugens wel wat minder. Die man
is echt te walgelijk voor woorden, een sa
dist."
Woordenboek
Wilson heeft altijd een klein, geel notitie
blokje bij zich. „Ik ben zelfs zo bang dat ze
die dingen uit de handel nemen, dat ik er
een hele doos van heb besteld", zegt ze.
„Het is fijn om altijd je ideeën op te kunnen
schrijven. Zoals met die fototentoonstelling,
kan inspiratie overal vandaan komen. Al
vind ik af en toe ook een boodschappenlijst
je tussen mijn aantekeningen." De schrijf
ster heeft ook nog een andere tip voor begin
nende schrijvers: „Zet jezelf neer op een
stoel:en blijf zitten. Het kost veel tijd en
moeite om een boek te schrijven, dus verspil
je tijd niet. Je vergeet al snel dat het vooral
tijd kost om alles weer te lezen en te her
schrijven."
„Lees ook zoveel mogelijk", zegt Wilson
over het schrijversvak. „Alles leert je wel
iets. Hoe je een plot verzint, hoe je goede
personages neerzet. Het klinkt gek, maar
het boek dat ik het liefste lees, is het woor
denboek. Ik heb er verschillende thuis, voor
al die met bargoens is leuk."
Ze is erg blij met haar huidige carrière.
„Schrijvers zijn de enige volwassenen die
een denkbeeldige vriend mogen hebben. Bo
vendien is het een baan die iedereen wel zou
willen."
Wat haar volgende project wordt, weet
Wilson al. „Mijn uitgeverij vroeg me eens of
het me niets leek om een serie te schrijven.
Dat ga ik nu doen." Het hoofdpersonage uit
Duizend leugens, Amy, keert niet terug.
„Amy was wel de uitgelezen persoon daar
voor. Ik had haar ook met opzet een journa
list gemaakt. Kappers maken niet zulke din
gen mee. Nee, mijn nieuwe serie gaat over
het leven van een politieagent. Het volgt
hem van de jalen veertig tot de jaren zestig
van vorige eeuw. En in tegenstelling tot veel
genrehelden, is mijn held wél gelukkig ge
trouwd!"
Nora Sinnema
De boeken van Laura Wilson verschijnen bij uitge
verij De Bezige Bij.