Vliegoefeningen in Oranjezon Het hele blok werd op meziek in de vèrve gezet Napoleon kreeg een gedenksteen voor het kanaal Nieuwe raadkaart fa dinsdag 23 mei 2006 In de insectenwereld ne men libellen een aparte plaats in. Een libel is onmid dellijk te herkennen. Je kunt je daarbij nauwelijks vergissen met andere insec tenfamilies. De evolutionaire lijnen van de libellen zijn bijzonder oud en gaan terug tot in de Car- boontijd. Hun directe levens loopregeling is vaak gebonden aan bijzondere milieuomstandig heden. Het grootste deel van hun leven brengen ze als larve onder water door en zijn daar beruchte rovers. Zij jagen op lar ven van muggen, vliegen en an dere kleine insecten. Wereldwijd zijn er circa 4500 li- bellensoorten beschreven. Over al waar zoet water is aan te tref fen vind je libellen. Er zijn maar heel weinig soorten die brak wa ter, laat staan zout water, kun nen verdragen. Slechts twee soorten in Nederland kunnen te gen brak water. Zeeland is met al dat zoute en brakke water in dit opzicht niet echt een libellen- gebied. Toch kunnen we ons daarin vergissen. Juist omdat li bellen vaak hoge eisen stellen aan hun leefomgeving. De schaal van dat leefklimaat doet er dikwijls niet toe. Een tuinvij- vertje ter grootte van een flinke badkuip doet soms wonderen. Maar in Zeeland zijn grotere leefgebieden voorhanden. Duin gebieden als Oranjezon en poe len en plassen in het Oost- Zeeuws-Vlaamse dekzandge- bied zijn goede libellenbioto- pen. Stichting Het Zeeuwse Landschap beheert in Oranje zon duingebieden met veel natte plaatsen/Natuurlijk, de oor spronkelijke duinbeken en wa tervoerende valleien zijn er niet meer. Maar met de mogelijkhe den van nu kan er heel wat be reikt worden. Je kunt het leefge bied bijna op maat leveren. Vuurlibellen bijvoorbeeld heb ben een voorkeur voor vers ge graven poelen in open begraas de valleien. Sinds de aanleg van dergelijke poelen en ook op an dere plaatsen langs de kust Viervleklibel Huid van de pas uitgeslepen viervleklibel De PZC sponsort Het Zeeuwse Landschap. In 'Natuurlijk Zeeland' doen medewerkers van deze stichting verslag van wat er speelt in de Zeeuwse na tuurgebieden: onverwachte vondsten en bijzondere ge dragingen passeren weke lijks de revue. En natuur lijk ook de successen en mislukkingen in het be heer. neemt de vuurlibel weer toe. De vuurlibel behoort tot de grotere libellensoorten. Zij staan be kend om hun vliegkunst. Dit jaar werden verschillende exemplaren van de metaalglans- libel (Somatochlora metallica) waargenomen. Het is een libel- lensoort die in Nederland en Bel gië sterk afneemt en op Walche ren nooit is waargenomen. Naast alle andere libellensoor ten in het gebied is de metaal- glanslibel een soort met een ver rassende metallieke donkergroe ne kleur. Bij de grotere libellensoorten is de onderlinge kleur- en vorm- schakering zo groot, dat het op naam brengen van de soorten geen al te moeilijke bezigheid is. Net als met vlinders eigenlijk. Andere soorten die op dit mo ment vliegen zijn de viervlekli- bellen en platbuiken. Ook weer grote soorten met een grote vliegbehendigheid. Over kleine afstanden kunnen ze snelheden bereiken die tegen de honderd kilometer per uur lopen. De duinpiassen en de oude drinkwa- tertoevoerleidingen in Oranje zon zijn de bakermat voor nog heel wat meer soorten. De mees te vliegen wat later in het jaar. Zij worden vaak buit van jonge boomvalken, die op hen hun vliegkunsten oefenen. Dodaars Onder water heeft de libel ook een vaste belager: de dodaars. De kleinste fuutachtige is dan ook op veel plekken een vaste bewoner van Oranjezon. De me nukeus voor de dodaars is groot. Zelfs voor de jonge dodaarsjes is er al heel wat te halen. Zij spe cialiseren zich weer op de kleine re soorten libellenlarven, zoals de juffers. Ook water snuf fels, foto's Het Zeeuws Landschap lantaarntjes en vuurjuffers staan op het menu. De paringsrituelen bij libellen geven aan hoe bijzonder deze in- sectengroep is. De overdracht van sperma vindt als het ware uitwendig plaats, waarbij het mannetje de sperma met het uit einde van het achterlijf aan de onderkant van zijn borststuk brengt. Vervolgens neemt hij een vrouwtje met zijn tang aan het achterlijf bij de kop vast, waarop het vrouwtje op haar beurt haar achterlijf naar de on derkant van het borststuk van het mannetje krult. Hierdoor ontstaat het zo bekende parings- wiel. De naam libel is verwant aan het Latijnse werkwoord libo. Het betekent 'iets van de opper vlakte wegnemen, afscheppen'. Tevens betekent libo iets van het offer voor de goden afnemen als een inwijdingssritueel. De verwantschap met de bijzon dere paring is evident. Een naam is meestal niet zo maar een naam. De naamgeving raakt de kern van het begrip voor na tuur en cultuur. De fascinatie voor de natuur van onze voorou ders is ermee terug te halen. Oranjezon is toegankelijk voor begunstigers van de provinciale landschappen. Het is tevens mo gelijk apart een toegangskaartje te kopen bij de ingang van het voormalige pompstation. Ron Brouwer Da waoit toch ee, zegt mijn buurvrouw als ik de brand gang uit kom stappen. Ze staat met een mesje in d'r hand het on kruid te wieden in de voortuin. Da 's geen weer voor miin 'öör, zegt ze. En ze wijst op haar mond. Daarmee bedoelt ze dat ze kort van aosem is. Eigenlijk was ze slimmer dat ze binnen bleef als het zo waait. Vooral haar hoekwoning is een slechte plek. Da 's 'iere zö'n mottig toch- gat joengen. Ik knik. Goed om een kouwe op te doen. 's Avonds staat ze meestal voor haar slaapkamerraam naar de ondergaande zon te kijken. Dan geniet ze van de jachtige wolken in het westen en de ondergaan de zon. Vooral als het waait of regent. Dan staat ze er altijd een hele tijd te genieten. Soms zwaait ze als ze me in m'n keu kentje ziet karoten. Dan maakt ze gebaren voor d'r raam. Zo van: Schööne luchten ee, moe je 's kieken. Ook als het gaat onwe ren, is ze altijd van de partij. Het lijkt wel of ze daar een spe ciale antenne voor heeft. Nee, op de computer volgt ze die buien niet. Er is geen computer in huis. Wel een accordeon. Da's miin computer, zegt ze lacht- end, daor aol 'k m'n meziek uut. Dat hoeft ze trouwens niet de zeggen, dat weet heel de buurt. Toen de schilders een paar jaar geleden het woningblok onder handen namen, hebben we dat kunnen horen. Het was midden in de zomer, de kraoien vielen ost van 't dek, zo warm was het. De schilders kwamen de woning een nieuw verfje geven. Eén van de mannen moet het muziekin strument gezien hebben. Het stond in een hoek van de kamer, in een koffer. Barbara's accor deon. Of ze daarop speelde, vroe gen ze. Natuurlijk. Vroeger deed ze dat wel eens op feestjes en te genwoordig bij vertelavonden van de Dialectvereniging. De an dere schilder had ook al rap zijn kwast neergelegd. Het was trou wens ondertussen koffietijd ge worden. Toen ze rond de tafel zaten, was het vragen doorge gaan. Nog vóór de koffiepot leeg was, stond de koffer al open. En dien kleine schilder, die kon toch ziengen joengen. Heide- wietskao, geef gas. Hij ging ach ter de tafel staan, schoof de stoe- len opzij en trok van leer. Mee van die lange aolen ee. En alles uit z'n hoofd. En gebaoren da tie d'r bie maokende. Om stil van te worden, 't Elmde deu êêl de kao- mer, deu êêl de straote. En Bar bara maar spelen. De lepeltjes lagen te rienkelen op de scheu- teltjes van de lege bakken. Net triangels en tamboerijen mee schellen. En het mooiste van al les was dat de andere schilders, die een straat verderop aan het werk waren, ook hun kwasten uitspoelen, de busseii dichte dee- jen en het werk voor gezien hiel den. De kamer stond in een mum van tijd vol met witkielen, wel vijf, zes op een rij. En zin gen dat die mannen deden. De een wou niet onderdoen voor de ander. Na de Klok van Arnemui- den, Heideroosje en M'n Sarie Marijs zat de stemming er goed in. En Barbara maar spelen. Nog altijd heeft ze het erover. Ook al is het jaren geleden. Over de schilders. Die konnen toch schööne ziengen ee?, zegt ze dan. En dan begint ze weer te lachen. En vooral dien kleinen ee, die ei wat afgezoengen. Als die op de ladder stond; heel de buurt hoorde het. Net een mère- laor die op 'n 'oek van 't dek zat. En Barabara maar spelen en die mannen maar schilderen. Op de maat van de muziek. Nee, dat verloren uurtje van toen in de voormiddag is er ruumschööts uutgekommen. Op d'r stoel zat ze lekker te spelen, op 't gazon v in 't schaotje. En maar spelen, daar in Biervliet. Dagen achter mekaar. Intussen werd het hele blok op meziek in de vèrve ge zet. Het was ook het begin van Bar bara's terugkomst op het po dium. Op de komende monumen tendag is ze weer van de partij, net als vorig jaar. Allicht, had ze gezegd, toen ik het haar vroeg. Vorig jaor was 't toch ook leutig mee dien barbebue? Bots had ze een potloodje gezocht en het op de kalender geschreven. Den negensten september ee En moeiteloos noemt ze de num mers op die ze gaat spelen. Da's toch goed? En zonder een ant woord af te wachten, somt ze nog vijf, zes liedjes op. Jaogende luchten Gisterenaovund stoeng ze d'r wee. Te kieken nao de jaogende luchten in 't westen. En de zon die tussen de bomen nog even een knipoog gaf. De dag was bijna voorbij. Morgen een ande re. De wind duukende de brand- gank in. En ze keek omlaag in d'r hofje. As 't morgen nii te vee waoit, dan gaon 'k 'n kêê wa vuulte uutdoen, gebaarde ze van achter het raam. Rinus Willemsen Mevrouw T. van Belle-Leen houwers woont al 34 jaar in Middelburg, maar vindt het niet moeilijk om in de raadkaart van vorige week de Kaai in Sluis te herkennen. „Als jong meisje heb ik hier menig keer ge schaatst." Aan de boot te zien, werd de fo to destijds tijdens de bietencam pagne genomen, schrijft I. Her- dink-Sanders uit Sluis. „Het tweede huis was een café, de ei genaar was Cammaert. Het eer ste huis links hoorde er waar schijnlijk ook bij. Op de boven verdieping repeteerde het Sluis- se muziekgezelschap Apollo. In het grote witte huis woonde ene Kotvis, die prachtig viool kon spelen." Inzender Van Belle geeft aan dat het café-restaurant van Cam maert hotel De Bruges heette. Het is aan het eind van de Twee de Wereldoorlog in 1944 als ge volg van beschietingen ver- woest.Volgens D. E. Tollenaer uit Terneuzen geldt dat voor al le huizen op de Kaai. Ze zijn helaas niet in de oude, karakteristieke sfeer van voor heen herbouwd, stelt F. Faes uit Terneuzen. „De kademuren zelf hebben weinig te lijden gehad van het oorlogsgeweld. De laat ste jaren gaan ze langzamer hand achteruit. Het is de bedoe ling dat ze gerestaureerd wor den." Deze inzender en ook anderen wijzen erop dat het kanaal van Sluis naar Brugge indertijd in opdracht van Napoleon is gegra ven. Eigenlijk was het de bedoe ling dat het door zou lopen tot Breskens, zodat Brugge op deze wijze weer een open verbinding met de zee zou krijgen. Voordat men zover raakte, verdween Na poleon van het machtstoneel en werden de graafwerkzaamhe den stopgezet, aldus Faes. C. F. Stevense uit Middelburg tekent hierover aan dat de Kaai in verbinding stond met de Dam- sche Vaart - het kanaal van Sluis naar Brugge - ook Brugse Vaart genoemd. „Dit kanaal is in 1811 aangelegd in opdracht van keizer Napoleon en reikte aanvankelijk tot Hoelce (België). Het werd pas in 1858 doorge trokken tot in de haven van Sluis. De ingebruikname van het laatste deel van de kanaal- aanleg ging met grote festivitei ten gepaard. Aan het eind van de Kaai werd een gedenksteen geplaatst ter herinnering aan Napoleon." Het gaat om de westzijde van de Kaai, omstreeks 1920-1930, meldt A. de Reu-Debaere uit Sas van Gent. „De laatste haven meester was Arthur Gevaert. Hij vervulde die functie voor een jaarsalaris van 100 gulden, tot het verkeer op het kanaal Sluis-Brugge in 1940 stil kwam le liggen." Bij A. Moens-de Bree uit Sluis roept de afbeelding herinnerin gen aan vroeger op. „De eige naar van het schip is mijn opa Gustaf Delmé. Voorop het schip staat mijn tante Maria. Ze zijn later geëmigreerd naar Ameri ka. Mijn moeder was de dochter van de eigenaar, haar naam was Anna Delmé." D. Luteijn uit Vlissingen atten deert erop dat Sluis verschillen de beurtschepen kende, onder meer op Brugge. „Eén ervan was van P. de Smit, die later na de oorlog een transportbedrijf begon in de Hoogstraat. De wa gen met twee paarden is een ty pisch West-Zeeuws-Vlaamse boerenwagen met korte dissel en betrekkelijk lage zijkanten. Wagens van een voerman of mo lenaar hadden vlakke zijkan ten." R. Verschoore uit Sluis noemt het kenmerkend dat bekisting rond de bomen is aangebracht, om die te beschermen tegen schade, onder meer door hel los sen van bieten. „De bekisting werd opgevuld met stro. Ook valt op dat de bomen op de ach tergrond nog dezelfde krom ming in hun stam hebben als he den ten dage." Rinus Antonisse De waardebonnen gaan naar: D. Hollevoet, Sluis, J. Keijmel, Kou- dekerke en T. L. H. Goethals, Kapelle. De nieuwe ansichtkaart uit de collectie van Hans Lindenbergh laat een beeld zien van een klein boerendorp, ruwweg in het midden van de provincie. De vraag is uiteraard: hoe luidt de naam van dit dorpje? Nadere gegevens over de afgebeelde situatie en hoe het nu is, zien we graag tegemoet. Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag 27 mei worden gezonden naar: Redactie PZC Bui tengebied, postbus 31,4460 AA Goes; fax 0113-315669; e-mail redactie@pzc.nl. Onder inzenders van een goede oplossing worden drie waardebonnen verdeeld.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 22