Het broeit in schoon Borgerhout
Vlaams Belang kan altijd de gebeten hond spelen
~.°3l7«60 AA Goes
Advertentie-exploitatie:
Lrd-en Midden-Zeeland: 0113-315520;
luws-Vlaanderen: 0114-372770;
gonaal: 020-4562500.
zaterdag 20 mei 2006
dsdactie bijlagen: 0113-315680
flv-vv.pzc.nl
Ik heb de vreselijkste dingen gezien
Borgerhout: Vroeger randgemeente, nu wijk van Antwerpen. Met tussen de 40.000 inwoners, onder wie meer dan 10.000 (misschien wel 18.000) buitenlanders. foto Tim Dirven/GPD
Omwonenden bekijken de plek waar een 18-jarige skinhead in het centrum van
Antwerpen een zwarte vrouw en kind doodschoot. foto Marien Ludo/GPD
Vorige week schoot een 18-ja-
rige jongen in Antwerpen
een vrouw uit Mali en een tweeja
rig Belgisch meisje dood. Een ra
cistische moordpartij, klonk het
al snel. Is Antwerpen dan niet de
vriendelijkste stad, van het vrien
delijkste land? Heeft de eeuwen
lange havencultuur hier dan niet
voor voorbeeldige tolerantie ge
zorgd? „Het echte Antwerpen is
anders, maar dat houden we lie
ver onder de tafel."
Twee, drie keer checken op de
stadsplattegrond. Dit is toch echt
Borgerhout. Vroeger randgemeente,
nu wijk van Antwerpen. Met tussen
de 40.000 inwoners, onder wie meer
dan 10.000 (misschien wel 18.000) bui
tenlanders.
Niks getto-uiterlijk, niks kash-
ba-markten, geen donkere, duistere
straatjes. Integendeel. De wijk ken
merkt zich door open, brede lanen,
frisse huizen, schone stoepen. Mooi
groen. Dat hier veel buitenlanders wo
nen blijkt alleen uit de vaak onuit
spreekbare namen naast de deurbel.
Ook een middagje wandelen levert
niets dan vrolijke beelden en gezellige
momenten op. In de winkels staan
steevast twee, drie klanten bij de kas
sa te kletsen. De zitbankjes zijn bezet.
Straatwerkers fluiten, kinderen spe
len dat het een lieve lust is en, bijna
overal: door elkaar heen. Zwart,
bruin, geel, blank. Bij de buurtsuper
liggen de uitheemse groenten broeder
lijk tussen de bloemkool en de bieten.
Overal vinden ze het verschrikkelijk,
de schietpartij vorige week, toen een
18-jarige jongen een vrouw uit Mali
en een tweejarig meisje doodschoot.
„Ja, heel erg", zeggen de dames bij de
Lidl. „Het moest niet kunnen, diejen
zot (de dader) moet voorgoed weg",
klinkt het bij de drogist. „Ik huil om
het meisje", vertelt een mevrouw in
een krantenkiosk aangedaan, en de da
me achter de kassa huilt bijna met
haar mee.
Hier kunnen ze vast uitleggen hoe het
moet, met diverse culturen samenle
ven zonder elkaar de kop in te slaan.
Wat is het wonder van Borgerhout?
Mevrouw de krantenverkoopster
roept haar man erbij 'omdat die het zo
goed kan zeggen'. Meneer heeft inder
daad geen vragen nodig, hij steekt on
middellijk van wal en houdt niet meer
op. Hij zit er ook 'zo vol van', maar
niet van de slachtoffers. Integendeel.
De racistische uitspraken die hij uit
braakt zouden hem zo op het erepo
dium van het Vlaams Belang kunnen
helpen.
Racisme
Terugkerend zinnetje is wel steeds,
„Ik ben echt geen racist, maar..." Hij
praat over de vele overvallen op zijn
winkel door buitenlanders, de diefstal
len, de misselijkmakende stank tegen
etenstijd, over konijnachtige kinder
teelt, over luiheid en lapzwanzerij,
over misbruik van zijn belastingcen
ten, over de politie die niets doet, over
zelf de handen uit de mouwen steken.
„Nee, ik ben geen racist, maar als ik
het kon betalen, charterde ik een su-
pergrote boot en stuurde ze allemaal
terug." Deze man staat niet alleen.
Verre van dat. De opmerking 'Ik ben
geen racist, maar...' blijkt plots overal
te klinken. Niemand durft 's avonds
over straat, niemand kan iets in de au
to laten liggen, iedereen houdt zijn
dochters binnen.
Ook bij de buitenlanders leven onder
huids veel frustraties en ongenoegens.
In eerste instantie zeggen ze 'het wel
best te vinden in het Belgische'. Na
wat doorvragen zeggen ze te worden
opgelicht bij alles wat ze van blanken
kopen, hun dossiers blijken altijd in
de onderste la van ambtenarenbu-
reaus te zijn verdwenen en ze worden
altijd overal achterna gezeten. Ook zij
moeten 's avonds binnenblijven. Tja,
zo blijven die Borgerhoutse straten na
tuurlijk wel schoon.
Waar komt dat racisme vandaan? Bij
het samenlevingsopbouwwerk van
Borgerhout is men verbaasd over de
verbazing. „Ruim eenderde van de in
woners van Antwerpen stemt op het
Vlaams Belang, racisme is hier be
paald niet verborgen", vertelt Lief Vo
gels.
„Racisme is van alledag, van alle tij
den. Dat het in Antwerpen niet op
straat ligt, danken we aan het Vlaams
Belang. Die weet de thema's te verhul
len."
Bovendien geldt die partij als uitlaat
klep. Het haalt de agressieve angel uit
het racisme. „Je kunt op hen stemmen
en dan heb je wat gedaan. Dan hoef je
niet ook nog eens de straat op om bui
tenlanders in elkaar te slaan of te we
ren."
„Het is de Belgische volksaard," zegt
mevrouw Veerle Matthijs van wijkcen
trum De Acht. „We spreken niet open
lijk over deze kwesties. Als het avond
wordt, doen we de luiken dicht. Dan
sluiten we het buiten, bestaat het niet
meer."
Haar collega: „We spreken er wel
over, maar de Antwerpenaar zeurt en
zaagt, maar doet verder niks. Daar
komt bij dat ie ook geld wil verdie
nen. Zolang er wat te verdienen valt,
hoor je hem niet. Als de klant de win
kel uit is, moet je wegwezen. Opportu
nisme viert hoogtij in Antwerpen."
Antwerpen Havenstad, met dus veel
internationaal verkeer, betekent niet
dat Antwerpen van buitenlanders
houdt, weet Pierre Delacroix. Zittend
aan de tap zegt hij: „We weten hoe we
met buitenlanders om moeten gaan,
maar we zwaaien ze weer even lief,
maar graag uit."
„Antwerpen Havenstad betekent dat
we al eeuwen buitenlanders krijgen,
maar ook dat we al eeuwen met rot
zakken omgaan. Rauw volk, onbe
trouwbaar. Dat weet iedereen. We
kennen ze. We ontvangen ze, nemen
hun geld, drinken een pintje mee als
ze dronken zijn en laten ze weer
gaan."
Als de haat over en weer zo diep zit in
Antwerpen, waarom is vorige week na
de moord dan de vlam niet in de pan
geslagen in de stad? Maatschappelijk
werker Jim denkt dat het, hoe wrang
het misschien ook klinkt, vooral te
danken is aan de afkomst van de
slachtoffers.
„Dat het om zowel een zwart als
blank persoon ging, heeft polarisatie
voorkomen. Omdat het om vrouwen
gingen. Zou een jonge Marokkaanse
man zijn neergeschoten, dan had de
stad gebrand."
Reden genoeg voor allochtonen in de
stad om bang te zijn. De magere derti
ger Naghan, uitbater van een video
theek, wil daar niets van weten. „Ik
ben niet bang, nooit geweest ook."
Dat geldt ook voor groenteboer Mah-
daoui, wat ouder, met doorrookte vin
gers en Salhamid. „Antwerpen leuk.
Leuke mensen", wil hij wel kwijt.
Meer niet.
Bang
Elhoucine, een jonge gespierde vent,
beaamt wel degelijk bang te zijn ge
weest, vorige week na de moorden.
„Doodsbang en elke ï-asgenoot met
mij. Diezelfde avond heb ik tegen me
zelf gezegd, dit wil ik niet, zo kan ik
niet leven. Ik doe niemand kwaad, ik
moet gewoon over straat kunnen. Dat
doe ik daarom ook. Maar ik kijk wel
steeds achterom."
Hij lacht als hij hoort over de vriende
lijke naam die Antwerpen in het bui
tenland heeft. „Krab die naam maar
eens een beetje weg en de ware geest
komt naarboven. Het zit allemaal on
derhuids."
Elhoucine beschouwt de gemeente-
ï-aadsverkiezingen dit najaar als cru
ciaal. „Het Vlaams Belang zal dan
nog groter worden. De partij moet
dan ook regeren en besluiten nemen.
Dan zal blijken hoe hol het program
ma van die partij is. Nedei-land heeft
dat al gezien met de LPF: zodra zo'n
schreeuwpartij aan de macht is,
wordt het opeens heel stil."
Het Vlaams Belang kent iedereen,
maar niemand heeft het er over. „Dat
is erg jammer", zegt Hakim el Oualka-
di. „De Belgische politiek heeft de par
tij in de ban gedaan. Niemand wil met
hen samenwerken, dat heet het cor
don sanitaire, maar dat is een heel
slechte zaak. Het zorgt ervoor dat het
VB altijd de gebeten hond kan spelen,
en nooit op zijn daden kan worden af
gerekend."
Ook Vannick Leijserts vindt dat. Zelf
vijftiger, is hij een enthousiast
VB-aanhanger. „Niks racisme. Het
gaat om eerlijkheid. Ik ben geen ra
cist, maar ik heb er wel genoeg van
dat hardwerkende mensen in de kou
blijven staan en elke zwai'te een BMW
kan gaan halen. Uw vragen slaan ner
gens op. Het eerste wat de premier zei
was: Het Vlaams Belang treft schuld.
Onzin. Als zwarten iemand doodschie
ten is het gauw bekeken en hoor je er
niks meer over. Nu schiet een blanke
man iemand dood en meteen krijgt de
politiek de schuld. Toen bij jullie Pim
Fortuyn werd doodgeschoten door
een vegetariër, was dat toch niet de
schuld van de groentenmannen?"
Op een bankje zit M. Disnusak. Nee,
hij wil niks zeggen. We zwijgen. Een
folder spreekt over integratierecht en
integratieplicht, over cursussen en
wat al niet. De man kijkt mee. Buigt
zich dan voorover en zegt. „U wilt iets
over integratie weten? Wat verwacht
u van een land waar men elkaar de
kop inslaat, omdat er Vlaams of
Waals gepraat wordt?"
Max Steenberghe