Terra Maris verbeeldt Zeeland De wijk werd de Tachtig Plagen genoemd Komt 'r veej passie uut de klei Nieuwe Raadkaart SM "m dinsdag 16 mei 2006 De begroeiing van De Peel vertoont frappante overeenkomsten met plantenresten in de Zeeuwse bodem. De PZC sponsort Het Zeeuwse Landschap. In 'Natuurlijk Zeeland' doen medewerkers van deze stich ting verslag van wat er speelt in de Zeeuwse natuurgebieden: onver wachte vondsten en bijzondere ge dragingen passeren wekelijks de re vue. En natuurlijk ook de succes sen en mislukkingen in het beheer. Alles bij elkaar genomen, kun je je een landschap voorstellen dat begon als voedselrijk zoetwater moeras, geleidelijk armer werd aan voedingsstoffen doordat de planten niet verteerden, maar een zure, voedselarme veenlaag vormden. Daarna kwam de bos- vorming op gang met aanvanke lijk berken, wilgen en elzen en in een later stadium ook dennen en heideveldjes. De verschillende ontwikkelings stadia van het landschap zijn in hedendaagse veengebieden nog steeds te bewonderen. Niet zo lang geleden maakten we een tocht door het Nationale Park de Grote Peel, op de grens van Brabant en Limburg. Het is een uitgestrekt gebied waar je uren kunt rondwandelen, zonder ook maar één andere bezoeker tegen te komen. De begroeiing ver toont frappante overeenkom sten met de plantenresten die je Er wordt beweerd dat in de Zeeuwse dialecten veel hu mor verborgen zit. Ik denk ei genlijk dat in het Zeeuws niet meer of minder humor zit dan in andere dialecten of talen, maar dat het ligt aan degenen die zich in woord en geschrift van dia lect bedienen. Een feit is dat veel geschreven en gezongen Zeeuws een humoristisch karak ter heeft. Hoe dat komt? Mis schien wel om dat veel schrij vers beginnen met een stukje te schrijven voor een feestelijke bij eenkomst. Zo ook Bennie Hek (pseudoniem voor Edy van Driel), een van de jongste loten aan de muzikale, Zeeuwse stamboom. Bennie Hek komt uit Terneuzen waar hij zijn eerste stappen zette op het muzikale pad als slagwer- ker.Hij zong zich in de kijker op een carnavalsavond in Hulst. Po pulair- werd zijn Ut Grööte Sche merlampenlied. Tijdens de voorbereiding van een studentenfeest kreeg het zin gen in dialect een ver-volg in de vorm van een heuse cd met vijf nummers van Bennie Hek met de Brabantse rockgroep De Hou- doe's, waarmee ook de Zee- bra-(Zeeland-Brabant) rock was geboren. Geestige teksten en pittige muziek, soms geleend van bekende nummers, zoals bij voorbeeld Een hast die a Truus eêt op de melodie van A boy na med Sue. Joa, m'n voader liep weh en ik was drie en die liet nie veej ach ter voor m'n moeder en mie Mee and're woord'n: Die kwam nie meer thuus Moa da was nohhut erhste niet ivant weetje wattie d^ej, da stuk verdriet? Was voo dat-ie hing, noemde die me Truus (Joa, eerluk woar) Die docht zeker dattie leutih was, moar ik wier d'n pispoal van de klas En moest m'n noam hoan droahen as m'n Kruus As un meiske lachte dan wier ik rood, as un jongen lacht'n dan sloehik 'm dood Ja, ut leev'n is ard voor un hast mee un noam as Truus Ja, ik hroeidun op voo Halh en Rad, 'k Wier sterk, hesleep'n en eel hlad En zwierf van durp noa durp uut pure schoamt' Moar ik oai bie me moeders hraf hezwoor'n, daddik dien kloot zak zou vermoor'n Die m'n aai betekend mee dien noam... En die zei: Vintjun, de wereld zit vol venien en ajje 't wil moa- ken moejje 'n arde zien En ik ivas dur nie om je bie te staone en doarom ènk je Truus henoemd En 't e hewerkt, ee! Wè ver doemd! Jie za nie zo makkeluk noa de kloot'n hoan Ja doaroaitieme. Die a hewoon heliekü! En wattur toen gebeurd'n: moa, moa, moa, die noemde me 'Zeu- ne' en ik zei 'Poa!' En dolhullukug hinge me noar uus. Ennank zelf ooit een zeune krieg Dan bluufik bie 'm stoan, oan z'n wieg en dan noem ik 'ra... Inmiddels allang afgestudeerd, werkt Bennie Hek in Utrecht, maar De Houdoe's hebben een sterke band en wekelijks wordt in 's-Hertogenbosch geoefend. Het repertoire breidt zich lang zamerhand uit en dat moet lei den tot een nieuwe cd met, naast wat Nederlandse teksten, nummer-s in het 'Ulsters. Bijvoor beeld De Zeeuwse Tango waar in de passie van ene Jo de Putter voor de tango wordt bezongen. Het is misschien wel de eerste, echte tango van Zeeuwse bo dem. Eind van het jaar moet de cd gereed zijn. Dans je mee mie de Zeeuwse Tango? Of durf je da nie oan, Co? Ik ben in dans'n nie zo'n kei, mo ar net als suukerpeej en prei Komt 'r veej passie uut de klei Het dialect van Bennie Hek blijkt een smeulend vuur te zijn geweest dat pas de laatste jaren aan het oplaaien is. Thuis deden zijn ouders hun best om hun zoon 'netjes' te leren praten. „Op de middelbare schole bin 'k platter gaon praoten, ben 'k 'r meer mee besmet geraakt. Toen 'k weg gieng uut Terneuzen om te studeren in Tilburg was het eigenlijk zo dat ik met een vijan dig idee naar de Brabanders en Limburgers keek met hun zach te g en dan van wulder mao ver wachten da m'n 'Ollands zou'en praten." Dat dus niet. „Je moe nie verloo chenen waorje vandaon komt. Zeeuws-Vlaams is de taole waor ik me graag creatiefin uut- druk." Dat gaat hem inderdaad goed af. Praats voor twee. Hij schreef er zelfs een autobiografisch nummer over. Die wier ooit heboor'n, da's al eel lang helee Die liet nie veej óorn, Heen ach en heen wee Z'n moeder die docht: 'Doa man keer vast iets oan' Die is toen a hauw noa de dok ter hehoan Engel Reinhoudt Bennie Hek en De Houdoe's: ou z'in de haten! Op 3 juni treden ze op in de feesttent in Graauw. Wie niet kan wachten: www.ben- niehek.nl De Yerseke Moer In het nieuwe museum Terra Maris is een meterslange fo- towand, die een beeld geeft van het complete landschap van Zeeland. De foto's zijn zo in elkaar gemonteerd dat ze vloeiend in elkaar over gaan en dat het lijkt alsof het om één reusachtige foto gaat. Op de fotowand zijn vitrines aangebracht die elementen laten zien die met het betreffen de onderdeel van het landschap te maken hebben. Zo is er voor een stukje oudland een vitrine met veen uit de bodem en met plantenresten die daarin gevon den zijn. Het zijn resten van planten waar je in het heden daagse Zeeuwse landschap niet naar zou zoeken. Grove den, wollegras en struikheide moe ten ooit behoord hebben tot de gewoonste planten van deze re gio. En dat is niet eens zo gek lang geleden. Tot enkele eeuwen na het begin van onze jaartelling bestond het landschap uit een uitgestrekt veengebied, waar van zee-in vloed geen sprake was. Wie in de bodem van de oudste Zeeuw se polders graaft, stuit al snel op een pikzwarte laag die vanouds bekend staat als 'derrie' of da- rinck. Dat is het veen dat des tijds gedurende een periode van enkele duizenden jaren is ont staan. Aan de veenvorming kwam een einde doordat de dui nen doorbraken, waarna het veengebied in korte tijd ver dronk. Veenmos Door het veen minutieus te on derzoeken, kun je een beeld vor men hoe het landschap van onze regio zich in de periode tussen 4000 jaar geleden en het begin van onze jaartelling ontwikkeld heeft. Het diepst zittende veen bestaat uit restanten van riet, veenmos en haarmos. Als je het veen voorzichtig uit elkaar haalt, zijn de resten goed te her kennen. Aardig is dat je veel blinkende, gele zaadjes tegen komt van het waterdrieblad. Als je die eenmaal herkent, vind je ze overal terug. Naarmate het veen ouder wordt, wordt het voedselarmer en gelei delijk verschuift de planten groei dan naar soorten als dop heide, veenpluis en andere soor ten van voedselarm milieu. In deze fase begint ook de vesti ging van bomen en struiken. Soms zijn de takken of stammen van bomen nog heel goed te her kennen. Berken met hun witte schors springen er direct uit en ook elzen zijn na enige oefening goed te herkennen. Waarschijn lijk kwam er destijds ook wel ga gel voor, want dat is een type rende struik voor deze fase van ontwikkeling van het veen. Res tanten van gagel hebben we tot nu toe niet kunnen vinden. In de toplaag zijn veel kronkeli ge takjes aanwezig van struik- heide. Die geven aan dat het veen zich plaatselijk ontwikkel de tot hoogveen. Nog sterker blijkt dat uit de boomstobben in deze laag. Vaak zit de schors er nog aan en dan is heel duidelijk dat het om stobben van dennen bomen gaat. Dat blijkt trou wens ook uit de nauwelijks ver gane dennenappels die in de top laag soms massaal aanwezig zijn. de oude vesting verrezen wonin gen aan de Aagje Dekenstraat, Glacisstraat en Badhuisstraat. Vaste inzender C. F. Stevense uit Middelburg weet dat het in de Tweede Wereldoorlog ver woeste station in 1894 werd ge bouwd. „Rechts op de achter grond ligt de Kanaalstraat met tegenover het station het café Stationszicht van uitbater A. Rijnders. Het hoge gebouw aan het eind van de straat is het in 1903 gebouwde Meteorolo gisch Observatorium. De straat, die in de oorlog werd verwoest en later onder de naam Piet Heinkade werd herbouwd, maakt deel uit van het Eiland." Ook de op de voorgrond aanwe zige woningen aan de Bankert- en Evertsenstraat behoorden tot het Eiland, aldus Stevense. „De ze woningen lagen nabij het Klein- of Oud-Arsenaal, dat in 1968 werd afgebroken." Niet op de foto te zien, lag links het Dok met Houtkade. Stevense: „De omgeving, zoals op de kaart af gebeeld, is totaal niet meer in het huidige straatbeeld terug te vinden." Rinus Antonisse De waardebonnen gaan naar: R. Nijsse, Wolphaartsdijk, J. Zuidweg, Kapelle en J. Strooband, 's Gravenpolder. Deze keer uit de collectie van Hans Linden- bergh nog een afbeelding van een stad(je). De vraag is: om welke plaats gaat het? Nadere bijzonderheden over de afgebeelde situa tie en de huidige, zijn van harte welkom. Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag 20 mei worden gestuurd naar: Redactie PZC Buitengebied, postbus 31, 4460 AA Goes; fax 0113-315669; e-mail redactie@pzc.nl. Onder inzenders van een goede oplossing worden drie waardebonnen verdeeld. foto's Chiel Jacobusse Er is geen peil op te trekken. De ervaring van vijf jaar raadkaarten leert dat een afbeel ding van een stad meestal meer reacties oplevert dan van een dorp. Voor de raadkaart van af gelopen week gaat dat niet op. Een afbeelding van een stad, met op zich een bekend punt, maar de verwachte stapel inzen dingen bleef uit. Nog geen tien reacties en daar van bovendien één onjuist: het gaat niet om de buitenhaven van Middelburg. Voor J. Strooband uit 's Graven polder is het allemaal niet zo moeilijk. „De afbeelding kan vol gens mij nauwelijks iets anders zijn dan het Eiland in Vlissin- gen", schrijft hij. „Op de achter grond de Westerschelde. Onge veer in het midden de sluis tus sen de Westerschelde en het Ka naal door Walcheren." Het klopt helemaal. De kaart is 23 mei 1904 verzonden door ene L. aan mejuffrouw A. Beenhak ker Jd, Achterweg 134, Kloetin- ge. J. Zuidweg uit Kapelle noemt het eiland 'het haven dorp'. „In de jaren vijftig is mijn oom daar komen wonen. Wan neer we bij hem op bezoek wa ren, gingen we dikwijls naar de zeeschepen kijken die daar vlak bij lagen afgemeerd." Inzender Strooband, kenner van in de Zeeuwse bodem tegen komt. De dominerende soorten zijn juist die soorten die je mas saal in het veen aantreft. In het Peellandschap tref je ook veel dieren die nog nauwelijks in Zeeland voorkomen. Slangen en dassen bijvoorbeeld en typische heidebewoners als de nachtzwa luw en de boomleeuwerik. Ooit moeten ook die hier heel ge woon zijn geweest. Restanten van dieren vind je in het Zeeuwse veen nauwelijks. Keverschildjes zijn gewoon, maar alle botten en andere dier lijke resten zijn in het zure veen verteerd. Maar een bezoek aan hedendaagse veengebieden maakt het mogelijk om een reis terug in de tijd te maken. Dat is ook het leuke van rondstruinen in Terra Maris. De expositie laat heel fraai zien hoe het Zeeuwse landschap in de loop der eeuwen ontstaan en veran derd is. De expositie maakt ook duide lijk waarom dingen nu zijn zo als ze zijn. Als je dat eenmaal weet is een tocht door het Zeeuwse landschap nooit meer hetzelfde. De kronkelweg dooi de polder volgt de loop van een eeuwenoude getij denkreek en de zwarte bagger die uit de sloot tevoorschijn komt, blijkt een schat aan informatie over de plantengroei van duizenden* ja ren geleden te bevatten. Aan een dijk waar je overheen fietst, kun je feilloos zien aan welke kant ooit het zeewater stroom de. Zo kun je nog wel even door gaan. Het is de missie van Terra Maris om dit soort dingen voor iedere bewoner en bezoeker van Zeeland duidelijk te maken. Chiel Jacobusse het historische openbaar ver voer, wijst erop dat links op de achtergrond het oude station van Vlissingen staat. „Een fraai gebouw, dat in 1940 zwaar werd beschadigd en in 1951 werd ver vangen door de huidige creatie van architect Sybold van Raven- steijn." De woonwijk op de voorgrond is volgens Strooband een arbei derswijk voor medewerkers van scheepswerf De Schelde, 'ook be kend als de Tachtig Plagen'. Het heeft te maken de economische opleving van Vlissingen in het laatste kwart van de negentien de eeuw. Het Kanaal door Wal cheren werd gegraven en de stad kreeg twee binnenhavens, sluiswerken en een buitenha ven. Ook kwam er een spoorlijn en in 1875 vestigde De Schelde zich op de terreinen van de voor malige Marinewerf. De boulevards begonnen zich te ontwikkelen; het toerisme dien de zich voorzichtig aan. Het aan tal inwoners verdubbelde in de periode 1875-1900 naar bijna 19.000. Voor die mensen moes ten huizen gebouwd worden. Complete woonwijken met voor al arbeiderswoningen ontston den in snel tempo. De eerste ar beiderswijk was die bij het Groot Arsenaal en werd de Tach tig Plagen genoemd. Daarna volgden het Oranjekwartier en het Eiland en ten noorden van

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 22