zc
Met alle dorpen is wel iets
wssrwoord
namen
Speurtocht naar
.Zeeuwse plaatsnamen
Aanmeren De verdieping maakt het onveiliger
Roept de houtduif
keer op keer, dan
komt er vast en
zeker mooi weer;
scheert de zwaluw
over water en
wegen, dan komt
of blijft er
wind en regen
Ze zat al vanaf 9 uur
voor de Zeeuwse televi
sie. Ze vond het prachtig
dat ze nu ook op zaterdag
morgen kon kijken. Na de
eerste koffie begon de uit
zending over de medailles
van president Roosevelt.
De koningin was er ook, en
Willem-Alexander met zijn
vrouw. Ze zag nog meer be
kende gezichten. Toen viel
ze zachtjes in slaap...
De nar- .u Rammeloo komt
in Zceiand vooral in het
middendeel van
Zeeuws-Vlaanderen voor.
ZZr wonen daar zo'n kleine
vijftig families, misschien
hooguit zestig. In de rest
van het koninkrijk zijn er
wellicht nog tien. Ze zitten
nergens op een kluitje, die
dwaalgasten van Ramme
loo.
In Vlaanderen daarentegen
kom je zonder al te veel
moeite aan bijna 200 fami
lies. De afkomst is dan ook
wel duidelijk, althans wat
de naam betreft: het is in
oorsprong een Franse naam
en de Zeeuwse families
Rammeloo zullen wel via
Vlaanderen naar het land
aan de mond van de Schel
de zijn gegaan.
Mevrouw Rammeloo
schrok even wakker toen er
op de televisie iemand be
gon te zingen, bij de volgen
de spreker doezelde ze al
weer...
Haar naam komt van een
oud Frans woord voor
'tak', ramél, in het huidige
Frans rameau. Ook een fa
milienaam trouwens. Rame-
lot is het verkleinwoord
'takje'. Dat Ramelot heeft
geleid tot Ram(m)eloo.
Voor de naam Rammeloo
bestaan nog wel andere ver
klaringen. Ook zijn er enke
le varianten. Zo is het ze
ker dat sommige familiena
men die op Rammeloo lij
ken van Franse of Waalse
plaatsnamen komen.
Toen werd mevrouw Ram
meloo wakker... Op de tele
visie waren nog steeds spre
kers over de medailles. Ze
vond het heel mooi.
Lo van Driel
bijlagen: 0113-315680
pzc.nl
'redactie@pzc.nl
31,4460 AA Goes
iatentie-exploitatie:
ij.en Midden-Zeeland: 0113-315520;
Vlaanderen: 0114-372770;
al: 020-4562500.
dag 16 mei 2006
r"
Beschikten onze voorou
ders over weinig ver
beelding of speelden ze ge
woon heel goed in op wat ze
om zich heen zagen? Feit is
dat veel Zeeuwse dorpsna
men verwijzen naar het
landschap. Zand, nisse, in-
ge, (d)ee, dijk, dam, plaat,
kerk. In het nieuwe mu
seum voor natuur en land
schap Terra Maris - bij kas
teel Westhove tussen Oost-
kapelle en Domburg - is
voor de dorpsnamen een spe
ciale plaats ingeruimd. Ook
wordt voor de basisscholen
een schrijfwedstrijd gehou
den.
Veel namen die voor het jaar
1000 aan een plaats werden
gegeven, bestaan nog altijd. Zij
het in een eigentijdse vorm, zo
als bijvoorbeeld Goes (Curtago-
sum en Gusaha) en Yerseke
(Geersicke, Hiersicken). „Waar
we met Terra Maris tegenaan ge
lopen zijn, is een buitengewoon
sterke link tussen de landschaps
geschiedenis en de namen van
dorpen", legt Chiel Jacobusse
van stichting Het Zeeuwse Land
schap uit. „Neem de kaart van
Zeeland voor je en je ziet het
overal."
Bijvoorbeeld een dorp dat ein
digt op kerk(e) ligt altijd in een
oudere polder. Dorpen die eindi
gen op dijk(e) liggen vrijwel zon
der uitzondering in de nieuwere
polders. „Er is wel eens een uit
zondering, maar die is verklaar
baar. Zoals Wissenkerke. Dat
ligt in het na 1598 herdijkte
Noord-Beveland, het oude ver
dronken Wissenkerke lag echter
wel degelijk in het oudland",
zegt Jacobusse.
Hetzelfde gaat op voor de ring-
dorpen en de voorstraatdorpen,
weet hij. „Het verschil tussen de
ze dorpep,gaat om veel meer
dan een verandering in bouw
stijl. In de Middeleeuwen stond
de kerk centraal. Letterlijk de
kerk in het midden, vandaar de
ringdorpen: huizen rond de
kerk. Bijvoorbeeld Dreischor.
Later wendden de mensen zich
meer tot de wereld. Met als be
langrijkste straat de Voorstraat,
met aan de ene kant de kerk en
aan de andere kant de haven,
als venster op de wereld. Bij
voorbeeld Colijnsplaat."
Zandplaten
De verklaring voor dorpen als
Heinkenszand, Kloosterzande,
Cadzand en andere plaatsen
met zand(e) aan het eind is sim
pel. Het zi jn zandplaten die als
eiland bedijkt zijn, Vervolgens
zijn daaromheen als schillen de
jongere polders ontstaan. „Dat
patroon kun je nog precies op de
kaart herkennen", stelt Jacobus
se. „Het mooiste zie je het nog
bij Heinkenszand en Cadzand."
Ook voor de plaatsen eindigen
de op nisse (Scherpenisse, Stave-
nisse, Nisse), nesse (Renesse, He-
denesse) of neuzen (Terneuzen)
ligt de verklaring in het land
schap. „Een nisse is een neusvor-
mig uitsteeksel van het land.
Het ontstaat doordat een kreek
of stroom zich buitendijks ver
Een 'nisse' is een neusvormig uitsteeksel van het land. Bij plaatsen die de 'nisse' in hun naam hebben gehandhaafd is de 'neus' in de landschapslijnen te herkennen.
De valdijk in het heggengebied bij Nisse foto Willem Mieras
takt en-twee kanten opgaat. De
neus blijft als. uitsteeksel liggen.
Bij Stavenisse isdat heel goed
zichbaar en ook bij Bruinisse,
Nisse en Terneuzen zie je het
nog. Renesse was een rietnesse
in een uitstekende neus, be
groeid met riet. Je ziet het ook
elders, denk aan Cap Gris Nes
en Spijkenisse."
Het verklaren van plaatsnamen
vindt Jacobusse taalkundig een
leuke speurtocht. „Maar je kunt
er ook de landschapsgeschiede
nis uit leren. Hoe het allemaal
ontstaan is. Omdat het in Terra
Maris over natuur én landschap
gaat, hebben we ons er meer in
verdiept. Je komt boeiende din-
iets anders op het spoor. „Dan
blijkt dat Zuid-Beveland en
Oost-Zeeuws-Vlaanderen oor
spronkelijk aan elkaar vast za
ten, met dezelfde cultuur. Een
waard is een stuk land aan het
water. Je vindt het ook terug in
uiterwaarden en Alblasser-
waard. Als er op zo'n waard
veel vogels zitten wordt het Vo
gelwaarde en grazen er schapen
dan ligt Lamswaarde voor de
hand."
Beest
Als je weet waar een naam van
daan komt, gaat de geschiedenis
meer leven, meent Jacobusse.
„Zo lijkt het erop dat ze in
gen tegen. Op Zuid-Beveland
kom je vaak de uitgang inge te
gen. Kruiningen, Oud-Sabbin-
ge, Kloetinge, Biezelinge. Inge
was een waterloop. Eén met bie
zen erin werd dus Biezelinge."
Kijkend naar de uitgang waarde
- Vogelwaarde, Lamswaarde,
Waarde - kwam Jacobusse weer
Oost-Zeeuws-Vlaanderen vaak
een beest eraan toegevoegd heb
ben: Hengstdijk, Ossenisse, Vo
gelwaarde. Er is eigenlijk met
alle dorpen wel iets. Het leuke is
er lijnen in te ontdekken. Ik heb
ook gezocht naar een tijdlijn.
Dan zie je het beginnen met de
Karolingische burchten, zoals
gewoon, Burg en ook Middel
burg, Souburg. Niet zolang erna
ging men kreken afdammen:
Brigdamme, Poppendamme.
Daarna kreeg je de nisses en de
dijken."
Strategisch
De hele strijd om het Zwin - dat
almaar dreigde te verzanden en
ook strategisch van belang was
- leest Jacobusse af uit de plaats
namen. „Het begint al met Brug
ge. Daar zal een brug over het
Zwin gelegen hebben. Daarna
Damme, een afdamming,
Sint-Anna ter Muiden is de mon
ding (een mui is monding, zo is
Amemuiden de monding van de
Arne) en dan Sluis, net als een
spui of sas. Tenslotte als mili
tair verdedigingswerk Retran-
chement."
Eenmaal bezig, raakt Chiel Jaco
busse niet uitgepraat. Hij noemt
de grensstreek, waar Nieuw Na
men vroeger de Kauter heette
en verwijst naar het in Saeftin-
ge verdronken Namen. En Over
slag, waar schepen werden over
geslagen, terwijl Heikant voor
zich spreekt. „Er zit zo ongeloof
lijk veel in. Je blijft bezig. Het
brengt Zeeland op een aparte
manier tot leven."
gen en wordt het havenplateau
opgeknapt. Dat als onderdeel
van het project waterkeren in
de breedte.
Het laatste weekeinde van au
gustus bruist het op de haven.
Dan worden de watersportfees
ten gehouden. „Dit jaar al voor
de 34-ste keer. Het wordt vanwe
ge de regeltjes wel steeds moei
lijker, maar we proberen dat zo
lang mogelijk vol te houden",
aldus Traas.
De watersportvereniging be
schikt over een fraai onderko
men op het havenplateau. Ook
zijn er sanitaire voorzieningen,
ondermeer voor passanten. Wat
verloren aan de waterkant staat
een wit stenen gebouwtje waar
in onmiskenbaar kleedhokjes
zijn gemaakt. Traas: „Die wor
den nog gebruikt. Er zijn enkele
mensen die als het water een
beetje op temperatuur is dage
lijks komen zwemmen en dat
volhouden tot oktober, novem
ber. Tot het niet meer kan."
Rinus Antonisse
watersportvereniging Ellewouts-
dijk vertelt dat de haven - die
gehuurd wordt van de gemeente
- vooral voor de sportvisserij
van belang is. „Zeilen wordt
weinig beoefend, het zijn bijna
allemaal sportvissers. We hou
den ook zes keer per jaar onder
linge viswedstrijden. Een paar
leden zijn recreatie-waterspor
ters."
Traas vist én maakt met zijn
boot ook recreatietochten over
de deltawateren. Het is komend
vanuit thuishaven Ellewouts-
dijk, op de Westerschelde oppas
sen geblazen, ervaart hij. „Door
de verdieping is het er niet veili
ger op geworden. De stroom is
de laatste tien jaar erg toegeno
men."
De getijhaven van Ellewouts-
dijk heeft een eerbiedwaardige
leeftijd. Acten van belening ver
melden eind veertiende eeuw
het recht op veerdiensten. „Ik
ben de haven voor het eerst te
gen gekomen in 1435, als veer
op Antwerpen", zegt Borsels' ge
schiedschrijver Jan de Ruiter.
„Er was waarschijnlijk al eer
der een haven." In 1810 werden
veerdiensten onderhouden op
Terneuzen en Hoofdplaat en in
1866 op Kampen in het Helle
gat.
Hij wijst erop dat Ellewoutsdijk
bijna 200 jaar geleden de derde
haven van Zuid-Beveland - na
Goes en Yerseke - was. „Negen
schepen hadden er hun thuisha
ven: een poonschuit, vier hoog
aarzen en vier hengsten." De
Ruiter merkt op dat er in 1839
in het dorp nog 13 schippersge-
zinnen woonden: 114 personen
op een totaal van 600 mensen.
De haven heeft een zogenaamde
voorhaven - een stuk zonder
aanlegmogelijkheden - als be
scherming tegen stevige wind.
In 1884 werden de kaaimuren,
die gemaakt waren van rijspak-
werk, vervangen door stenen
muren en bij de dijkverzwaring
in 1956/57 (het op deltahoogte
brengen) zijn de havenopritten
verbeterd. Het houdt niet op,
meldt secretaris Traas. Volgend
jaar komen er nieuwe glooiin
ter wiegen aan de steigers zo'n
tien motorboten. Slechts één
boot heeft een mast. Stoere na
men als Zeewolf, Viking, Zeea
rend, maar ook Habbekrats en
Westkapp.
Secretaris Henk Traas van de
Zeeland grossierde vroeger
in haventjes. Veel zijn er ver
dwenen, in onbruik geraakt
of hebben een andere bestem
ming. In de serie Aanmeren
aandacht voor dit maritiem
erfgoed. Deze week: de ha
ven van Ellewoutsdijk
Ze doen bijna alles zelf. Het
onderhoud, het maken van
nieuwe steigers en tweemaal per
jaar baggeren. Het waterschap
voert dan het polderwater aan
en de leden van de watersport
vereniging spuiten met brand
mmmmmm'Hm
slangen de modder in de haven
los.
Ze hebben eer van hun werk. De
haven van Ellewoutsdijk, inge
klemd tussen het oude fort en
natuurgebied Zuidgors, ligt er
keurig opgeruimd bij. In het wa