komen boven dyslectici Oudere Borsttumor verstopt zich Lummelen in de vakantie is nuttig en moet dus kunnen Wat moet als hij het een dokter niet weet? Mannen kwetsbaarder na beroerte Fluoride helpt tegen slijtage tanden Coma is niet realistisch in films Zelfmoord hangt samen met datum Overgewicht wordt vroeg bepaald Volwassenen met lees- en spelproblemen vragen om hulp nu die er is vrijdag 12 mei 2006 WASHINGTON - Mannen die een beroerte hebben ge had, zijn kwetsbaarder dan vrouwen die eenzelfde aanval krijgen. Mannen worden sneller ziek en overlijden ook sneller aan de gevolgen van een verlamming. Dat werd bekendgemaakt op een forum van de Ameri kaanse Heart Association. Niet alleen is de gezondheid van mannen kwetsbaarder, ook lopen zij op jongere leef tijd meer risico op een aanval. Vrouwen krijgen gemid deld op 73-jarige leeftijd een beroerte, terwijl mannen 67 jaar oud zijn. Als de mannen een beroerte overleven, wor den zij wel sneller dan vrouwen ontslagen uit het zieken huis. ANP/RTR GRONINGEN - Fluoride helpt niet alleen goed tegen gaatjes in de tanden, het kan ook een probaat middel zijn tegen slijtage van het gebit. Dat concludeert onderzoek ster Ana Vieira van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Van de drie fluorideproducten die ze onder zocht, bleek fluoridelak het best te werken. De lak maakt een harde laag die beschermt tegen slijtage. Tanden zijn onderhevig aan erosie, de grootste boosdoe ners zijn zuren. Die zitten in frisdrank en vruchtensap, maar ook maagzuur kan het gebit aantasten. Vieira waar schuwt dat het nog te vroeg is om massaal aan de lak te gaan, omdat de lak die nu op de markt is slecht bestand is tegen slijtage door tandenpoetsen. ANP LONDEN - Bioscoopfilms geven een totaal verkeerd beeld van een patiënt die in coma ligt. Zo'n patiënt is nooit gespierd en lekker gebruind, en wordt ook niet bin nen een paar seconden wakker om de familie fris en vro lijk aan te kijken. Dat zeggen twee Amerikaanse artsen die onderzochten hoe acteurs een comapatiënt spelen, aldus de BBC. De we tenschappers vonden slechts twee films er wel in ge slaagd: Reversal of Fortmie (1990) en The Dreamlife of An gels (1998). ANP LIVERPOOL - Wie geboren is in april, mei of juni loopt 17 procent meer risico om zelfmoord te plegen dan wie in de herfst of winter is geboren. Vrouwen zouden zelfs der tig procent meer risico lopen. Dit destilleert E. Salib van de universiteit Liverpool in het vakblad British Journal of Psychiatry uit de gegevens van ruim 30.000 mensen die tussen 1979 en 2001 zelfmoord pleegden. Ook voor risico op haitziekten, kanker, epilepsie, narco- lepsie en Alzheimer zou verband bestaan met de geboorte maand. Een verklaring ontbreekt vooralsnog. GPD LONDEN - Elfjarigen met overgewicht raken dit zelden kwijt. Kinderen die op elfjarige leeftijd een gezond ge wicht hebben, lopen weinig kans later te dik te worden. Overgewicht wordt dus al in de eerste tien jaar van het le ven bepaald, concludeert J. Warde van het University Col lege London in het British Medical Journal op grond van onderzoek onder zesduizend kinderen van elf. GPD !T1' gteeds meer volwassenen zoeken hulp voor dyslexie", zegt prof. dr. Ludo Ver hoeven, orthopedagoog aan de Rad boud Universiteit in Nijmegen. Verhoe ven, tevens voorzitter van de Stichting Dyslexie Nederland, spreekt van een trend. „Harde cijfers ontbreken. Maar we merken het aan alles. Bijvoorbeeld aan de vragen die de stichting krijgt. Of kijk naar het aanbod aan hulpverle ning voor volwassenen. Die neemt sterk toe en flink veel mensen maken er gebruik van." Tot voor kort leek dyslexie vooral iets dat onder scholieren voorkwam. Lo gisch, zegt Verhoeven. „Schrijf- en lees- problemen openbaren zich nu eenmaal MlL sneller in een schoolse situatie. De twee de golf, de volwassenen met dyslexie, is te verklaren, want de informatiedruk in de maatschappij is enorm vergele ken met tien jaar geleden. Vroeger kon je dyslexie nog maskeren. Door de digi talisering is dat nu lastig. Vroeger kori i je nog iemand in je directe werkomge ving inschakelen om de inhoud mee te krijgen van een memo of om die te la ten schrijven. Maar nu is het snelle en makkelijke e-mailen niet meer weg te denken. Iedereen mailt, vanaf zijn ei gen pc. Een ander vragen een mail na mens jou op je pc te schrijven doet men met gauw. Ook in temet is voor dyslecti- ci confronterend." Lezen Schrijven Een andere ontwikkeling is dat hulp verleners oudere dyslectici beter weten te vinden. Dat klinkt negatiever dan ihet is. Verhoeven: „Die volwassenen hebben echt een probleem. Er zijn meer hulpverleners, er is meer begeleiding en er zijn meer faciliteiten. Vroeger was dat allemaal minder. Zo bestaat sinds 2004 de Stichting Lezen Schrij- Deze stichting, een initiatief van prin ses Laurentien, strijdt tegen analfabe- Tot voor kort leek dyslexie vooral iets dat onder scholieren voorkwam. Ook volwassenen hebben ermee te kampen. Door de digitalisering kunnen ze het moeilijk meer maskeren. foto Frank Jansen/GPD tisme en laaggeletterdheid met training en scholing. Ook het taboe dyslexie ver dwijnt. „Nu is er het besef dat je er iets aan kunt doen. En je hoeft je niet te schamen, je bent niet de enige." Anneke Haveman van Woortblind (in derdaad, met een t), voor volwassenen met dyslexie, merkt dagelijks dat er steeds meer belangstelling is voor de te lefonische hulplijn van de belangenver eniging. „Vroeger was je dom of_suUig als je lees- of schrijfproblemen had. 'Doe maar beter je best', werd er ge zegd. Als je dat honderd keer te horen krijgt, dan loop je niet met je probleem te koop." Mia van der Westen heeft een dagtaak aan begeleiding van volwassenen in haar leercentrum in Brummen. „Men zoekt ons op eigen initiatief op, omdat men vastloopt op het werk. Ook bedrij ven komen vaker in actie om het perso neel te helpen." Fietsenfabrikant Gazel le stuurde onlangs een werknemer op cursus. „Hij wilde er nu eens wat aan doen", zegt personeelsfunctionaris Pe- tro Roukema. „Hij is enorm opgeknapt. Hij heeft het gevoel meer uit zijn werk tejkunnen halen." Het Dierense bedrijf maakte cursus en begeleiding finan cieel mogelijk. „Een deel van ons perso neel werkt al decennia bij ons. Het pro ductieproces wordt steeds ingewikkel der, men moet meer lezen, met gedetail leerder voorschriften, noem maar op." Dyslexie is niet te verhelpen, maar spel len en lezen zijn - ook bij volwassenen - zeker te verbeteren. Van der Westen: „Door helemaal terug te gaan naar de basis en van daaruit taalstructuren en spellingsregels hel der te maken, met veel persoonlijke aandacht, dat stelt mensen op hun ge mak." Ook hoogleraar Verhoeven zegt dat aanpak van dyslexie op latere leef tijd succesvol kan zijn. .jVergeet niet dat bij veel volwassenen vroeger op school er nooit aandacht aan besteed is, dyslexie bestond niet in die tijd. Er zijn mensen die een modus hebben om ermee om te gaan. Zij her kennen veel voorkomende woorden, maar nieuwe woorden zijn problema tisch. Door met hen stappen terug te gaan in het leerproces kun je dat verbe teren." Ook met makkelijk leesbare boeken is een en ander te verbeteren, terwijl tech nologische ontwikkelingen een uit komst zijn. Verhoeven: „Zoals de spraakcomputer, die gesproken tekst omzet in geschreven tekst." Haveman: „Iets nieuws is de 'reading pen', ideaal als men etiketten of werkinstructies moet lezen. Je haalt de pen over een re gel tekst en de ingebouwde computer leest het voor en kan het vertalen. Er zijn bedrijven die al in zulke zaken in vesteren. Een probleem zit bij de verze keraars. Het is erg dat diagnose en be handeling van dyslexie niet in het basis pakket zitten. De kosten die men nu moet maken zijn vaak een belemme ring." GPD Meer informatie op www.dyslexie.startpa- gina.nl. Hnnr Martiin Ubels NIJMEGEN - Dyslectici hebben proble men met het lezen en spellen van woor den. Het omzetten van woorden in klan ken hapert, ook schrijven kost moeite. Dat is vooral zo bij nieuwe informatie. Dyslexie heeft niets met intelligentie te maken; één op de twintig mensen heeft dyslexie. Hulpverleners zien steeds nieer volwassenen met dyslexie en spre ken van een tweede golf: vroeger was er voor deze mensen geen hulp. dóór Patricia van der Zalm DEN HAAG - We willen alles uit onze vakantie halen en zo veel mogelijk beleven. We genie ten niet meer echt en rusten niet uit. „Dus komen we bekaf thuis", zegt auteur en adviseur Joep Schrijvers, warm voorstan der van het lummelen. „Als je daar een licht schuldgevoel bij hebt - ik moet nog zoveel - dan ben je op de goede weg." Een kamelentocht door de Saha ra, kajakken in de Orinoco-ri- vier, deltavliegen in de Pyrenee ën of op culturele trektocht langs de Oost-Europese Hanze steden. Ze hebben één ding ge meen: het zijn behoorlijke onder nemingen, inspannend én actief. „We willen het maximale uit het leven halen, van elke mi nuut genieten. Onder het mom dat het leven een eenmalige aan bieding is en de opiatenfabriek in onze hersenen voortdurend in bedrijf is, willen we voortdu rend pieken", zegt Joep Schrij vers, auteur van Hoe word ik een rat? en Het maandagmorgen- gevoel, over het moderne onbe hagen in het werk. Schrijvers: „In het dagelijks le ven willen we kinderen, een baan, promoveren, consumeren. In de vakantie houden velen dat zelfde tempo aan. Genot en vreugde horen bij de huidige economische orde. Je wordt voortdurend opgehitst en geprik keld. De vraag is of je slaaf of meester bent van je emoties. Word je voortgedreven of maak je zelf uit wat je wilt en doet? En kun je nog wel echt genie ten? En - niet onbelangrijk voor een vakantie - rust je ervan uit?" Dat laatste, genieten en uit rusten, schiet er volgens Schrij vers nogal eens bij in. „Vakantie is steeds meer een sta tussymbool. Iedereen vergelijkt zich met zijn omgeving. Als zij gaan kajakken, wil jij dat ook. In een week tijd hoor ik van drie verschillende mensen dat zij naar Dubai met vakantie gaan. Dat is ineens 'hot'. Eerder móest je naar Berlijn. Het hoeft niet al leen duur of ver, het kan ook ar tistiek verantwoord zijn." Welke bestemming het ook wordt, ter plekke moet er zoveel mogelijk worden ervaren, ge daan en gezien. „We hebben voortdurend prikkels nodig, om dat we in een belevenisecono mie leven: we moeten overal iets bij voelen, we willen geprikkeld worden tot het ervaren van ge luk, genot, pseudo-verdriet, kicks. Ik vind dat een van de meest perverse ontwikkelingen. De folders van het tuincentrum, de bouwmarkt of de supermarkt keten vallen in de bus en we schieten overeind: plant nu die petunia's, bouw dat schuurtje, leer 'lentekoken'. De toon van re clame is: als je dit doet, word je blij. Veel aspecten in het leven wor den gezien als een project. Maar het leven is geen project. En shit happens. Ik zou zeggen: gooi weg die folders. En ga eens rus tig in de tuin of naast de cara van zitten, kijk om je heen en rust uit. Doe je dat niet, dan blijf je voortjakkeren. Het alter natief voor het moderne hedonis me (alleen maar genieten) is vol gens Schrijvers lummelen. „Ontprikkelen. Doe eens een week geen horloge om en kijk wat er gebeurt. Of spreek met je zelf af dat je vandaag alleen 'va ge dingen' doet. Ik ben absoluut geen goeroe. Maar lekker rond- lummelen brengt je in contact met de schepping. Het creëert rust. Daarmee breng je emoties tot bedaren, en dat geeft ruimte voor reflectie. Daar rust je van uit." Acclimatiseren Schrijvers: „Lummelen in de va kantie werkt net zo. Probleem is dat velen half overspannen met vakantie gaan, als een motor in de vierde versnelling. In het werk moeten mensen al pieken en omgaan met onzekerheden en angst. Daarom moet je eerst stress afbouwen. Het beste zou zijn om pas vijf dagen na de laat ste werkdag echt met vakantie te gaan, en vijf dagen voor terug keer naar het werk weer thuis te komen. Langzaam acclimatise ren. Vakantie is ook leeg wor den. Maar we willen teveel in te weinig tijd. En dan zijn er weer allerlei campagnes nodig over burnout en korte lontjes." Wat gebeurt er voor moois als je het lummelen onder de knie krijgt? „Je gaat langzamer lo pen. Je zintuigen worden ster ker. Opeens proef je de diepere smaak van slagroom." GPD door Bert Gerritsen In het centrum van Londen staat een van de grootste kinderziekenhuizen van de wereld. Een aantal jaren gele den werkte ik daar als kinder arts, gespecialiseerd in de diagnostiek en behandeling van kinderen met een ernsti ge stoornis van het afweersys teem. Op een maandagmorgen stap te een vader de spreekkamer binnen met op zijn armen zijn zoon van drie jaar oud. De jongen woog slechts acht kilogram (normaal voor deze leeftijd is 16 kilogram) en was zo verzwakt, dat hij niet meer kon lopen. In zijn medisch dossier had mijn voorganger geschreven dat de jongen leed aan een ge stoorde functie van B-lymfo- cyten. Dat zijn de cellen die de antistoffen maken waar mee we ons verweren tegen ziekteverwekkers. De ziekte is over het algemeen goed te behandelen door middel van infusen met een concentratie van antistoffen. De jongen woonde in de woes tijn van Saoedi-Arabië en was desalniettemin adequaat behandeld met driewekelijk se infusies. Het was daarom voor mij en mijn collega's een raadsel waarom hij toch in zo'n slechte toestand was be land. Voor kinderen met ernstiger vormen van afweerstoornis- sen wordt ook de behande ling beenmergtransplantatie toegepast. De patiënt krijgt dan bloed- stamcellen toegediend, die verkregen zijn uit beenmerg- puncties van een gezonde broer of zus. Ingewikkeld De behandeling is ingewik keld en gevaarlijk. Er is een kans van minimaal tien pro cent dat de patiënt komt te overlijden als gevolg van com plicaties. Om deze reden wordt de behandeling niet uitgevoerd bij stoornissen van B-lymfocyten alleen, zo als bij deze jongen. We besloten hem intensief te gaan behandelen met weke lijkse antistof infusies, fysio- therapie en extra voeding. Na zes maanden was hij nog steeds niet in staat om te lo pen en woog hij nog maai- ne gen kilogram. De medische wetenschap is nog niet in staat alle ziektes nauwkeurig te verklaren en te behandelen. Ook als dok ter is het moeilijk om daar mee om te gaan. De familie van de jongen vertrouwde op Allah. Maar wat moest ik doen om hem beter te maken? Ziektes van het afweersys teem zijn vaak erfelijk. De va der vertelde mij, dat al diver se kinderen in de familie wa ren overleden aan dezelfde ziekte. Transplantatie Na lang wikken en wegen is uiteindelijk besloten de jon gen toch te behandelen met een beenmergtransplantatie. Het gezonde donorbeenmerg begon te groeien en de nieu we B-lymfocyten begonnen zelf antistoffen te maken. Op merkelijker was het dat hij één maand na de transplanta tie al twaalf kilogram woog en in het appartement van zijn ouders de trap op kon rennen. Twee maanden na de geslaag de transplantatie vertelde ik de vader, dat ik met mijn ge zin weer naar Nederland zou vertrekken. Hij wist dat de gezondheid van zijn zoon toestond dat hij met zijn gezin weer naar de woestijn in Saoedi-Arabië kon vertrekken. Toen ik hem vroeg waarom hij moest glimlachen, ant woordde hij: „U bent door Al lah uit Nederland gekomen om mijn zoon beter te maken en nu mag u van Allah weer terug naar uw geboorte land." Nu ik daaraan terug denk, voel ik dat hij gelijk heeft. Dr. Bert Gerritsen is kinder arts immunoloog bij de Oos- terscheldeziekenhuizen door Gerard Akkerman LEEUWARDEN - Twee radiolo gen zijn door de rechter op de vingers getikt, omdat ze op borstfoto's een beginnende tu mor over het hoofd hadden ge zien. Maar hoe makkelijk of moeilijk is het eigenlijk om tu morweefsel op röntgenfoto's op te sporen? Geen twijfel mogelijk. Op de röntgenfoto, ongeveer in het midden van de borst, is een dui delijk wit bolletje te zien, of 'ko kosnoot' zoals radioloog Huub Gort van het Medisch Centrum Leeuwarden het noemt. Dit is overduidelijk een tumor. Op de volgende foto is dat een stuk lastiger. Gort moet aanwij zen waar tussen al het klierweef- sel de tumor verscholen zit. Dit keer is het een spinnenwebach tige tumor die zich verspreidt langs de vertakkingen van het bindweefsel in de borst. Dat Gort de tumor toch kon opspo ren, is voor een belangrijk deel te danken aan het feit dat hij ook over eerder genomen foto's van dezelfde borst beschikt. „Kunnen vergelijken is heel be langrijk, clan zie je verschillen optreden in de borst en weet je sneller dat er iets zit." De spin nenwebachtige tumoren zijn heel moeilijk op te sporen. „Die zie je vaak pas in een laat sta dium." Gort wil aangeven dat het soms heel moeilijk is tumoren in een borst in een vroeg stadium op te sporen. „Mensen hebben te veel vertrouwen in het borstonder zoek, maar we kunnen met rönt gen alleen nooit alles opspo ren." Volgens Gort kan een röntgenfo to maar tachtig procent van de afwijkingen die in een borst zit ten zichtbaar maken. De rechtbank in Zwolle oordeel de dat twee radiologen van het bevolkingsonderzoek onzorgvul dig hadden gehandeld. Ze had den op foto's van een vrouw uit Ruinen beginnende tumoren niet gezien die ze volgens de rechtbank wel hadden moeten zien. De Stichting Bevolkingsonder zoek Borstkanker Noord-Neder land (BBNN) gaat in hoger be roep en wil een uitgebreide test van foto's van meerdere borston derzoeken om te kijken of de ra diologen de tumor inderdaad niet over het hoofd hadden mo gen zien. In de test zitten zowel Een röntgenopname van een borst met tumorweefsel. Een duidelij ke witte vlek en een teruggetrokken tepel zijn voor de radioloog een duidelijk teken van een borsttumor. foto GPD foto's van gezonde als zieke bor sten, waaronder die van de vrouw uit Ruinen. Goi't vindt dit een prima idee. „Een foto bekijken en beoorde len vanuit de wetenschap dat die vrouw inmiddels is overle den aan borstkanker doe je an ders, dan wanneer je de foto voor het eerst ziet en niet weet of er sprake is van kwaadaardig heid of niet." Dat de stichting in hoger beroep gaat is begrijpelijk. Het BBNN vreest dat na de uitspraak veel radiologen het voor gezien hou den en niet meer willen meewer ken aan het bevolkingsonder zoek. Gort bevestigt dat. Hij kent nu al collega's die om deze reden niet mee willen doen. „Er is werk genoeg, ze hebben geen zin om extra risico's te lopen op claims." Volgens de radioloog zijn bor sten met röntgen het moeilijkst te onderzoeken lichaamsdeel, omdat er weinig verschil is tus sen een tumor en gewoon klier- weefsel. Vooral bij jonge vrou wen met veel kl ierweefsel is de foto lastig te beoordelen. Bij oudere vrouwen bestaan de bor sten voornamelijk nog uit vet. Gort spreekt van 'lege borsten', waarbij afwijkend weefsel veel eenvoudiger zichtbaar is. „Dit is ook de reden waarom het bevol kingsonderzoek pas begint bij vrouwen ouder dan vijftig jaar." Gort heeft in het ziekenhuis vooral te maken met vrouwen met een verhoogd risico. Ze voe len een knobbeltje, zijn doorver wezen door de huisarts, hadden een verdachte foto tijdens het bevolkingsonderzoek of er komt veel borstkanker in de familie voor. Foto's worden in het zie kenhuis in twee richtingen geno men. Soms is er op de ene foto wel wat te zien, terwijl dat op de ander foto niet het geval is. Bij het borstonderzoek doen ze clit alleen de eerste keer, bij de volgende screeningen - om de twee jaar - wordt steeds maar één foto genomen om de stra lingsbelasting te verkleinen. Ook dat heeft dus een zeker risi co in zich op het missen van af wijkingen. Classificaties Er zijn verschillende classifica ties om de ernst van een mogelij ke afwijking aan te geven, varië rend van niets aan de hand tot echt kwaadaardig. In de 'mid denklassen' schuilt onzeker heid. Bij twijfel beschikt Gort over meerdere onderzoekstech nieken zoals echo en MRI. Daar naast controleert ook de chirurg de borst en voelt of er sprake is van een knobbel of niet. Alle be vindingen worden naast elkaar gelegd en vergeleken om de kans op fouten tot een minimum te beperken. GPD

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 9