Alle perken te buiten
PZC
De kosmos rond
in twee minuten
20
Saskia
de Coster
Sean Wilsey past in het
straatje van Dave Eggers
woensdag 3 mei 2006
proza
Erik Hazelhoff Roelfzema: Het
leven van de Soldaat van Oran
je - Erik Hazelhoff Roelfzema
(Soerabaya, 1917) is al bij zijn le
ven de geschiedenis ingegaan
als 'Soldaat van Oranje'. Wie de
film met Rutger Hauer in de
hoofdrol de afgelopen jaren niet
heeft gezien, heeft waarschijn
lijk wel zijn autobiografie gele
zen.
Daarvan zijn er sinds de eerste
druk in 2000 ruim een miljoen
exemplaren verkocht. Hazelhoff
heeft het afgelopen jaar gewerkt
aan een herziene versie, die hij
vorige week trots heeft overhan
digd aan prinses Irene.
Hazelhoff werkte na de oorlog
als journalist, tv-producent en
zakenman in vooral de Verenig
de Staten. Hij was afwisselend
straatarm en schatrijk en slijt
nu zijn dagen op een klein land
goed op Hawaii, mede dankzij
een Nederlands verzetspen-
sioen.
Het verhaal van Hazelhoff is be
kend. Leidse student wordt in
de oorlog Engelandvaarder, oor
logsvlieger en zet een bloedig
mislukte 'lijn' op met het Neder
lands verzet via het strand van
Scheveningen. Het levensver
haal van deze internationale
Hollandse avonturier is nog
steeds fascinerend om te lezen,
maar wat is precies het nieuwe
aan deze herziene versie? Nieuw
is in ieder geval de inleiding van
prinses Irene, die de oude
vriend van de familie een stevig
hart onder de riem steekt.
Nieuw is ook het afsluitende
hoofdstuk waarin Hazelhoff uit
legt dat Nederland maar don
ders gelukkig moet zijn met zo'n -
fantastische koninklijke fami
lie, die het beste voor heeft met
het vaderland.
Uitgeverij Het Spectrum, 447
pag., 19,95 euro.
Svetlana Aleksijevitsj: Wij hou
den van Tsjernobyl -De Wit-Rus-
sische journaliste Svetlana Alek
sijevitsj heeft in de afgelopen ja
ren overal in haar land honder
den gesprekken gevoerd met
brandweerlieden en soldaten
die naar Tsjernobyl werden gedi
rigeerd, met zieke kinderen, met
overlevers, met oudjes die in de
'verboden zone' zijn achtergeble
ven of er naar teruggekeerd
zijn, met weduwen, met een
opa, wiens kleinkind aan leuke
mie lijdt. Het boek dat daaruit
ontstond, Wij houden van Tsjer
nobyl, is een hartverscheurende
kaleidoscoop geworden. Wan
hoop, fatalisme, onverantwoor
delijk gedrag, heldenmoed en fi
losofische beschouwingen rijgen
zich aaneen.
Het verhaal van de Wit-Russen,
die de grootste radioactieve
wolk na de ramp met de kern
centrale, twintig jaar geleden,
over zich heen kregen, is het ver
haal van een oorlog, waarin
geen overwinnaars zijn en waar
in de vijand anders is dan ooit
tevoren: „Vijanden. Het gemaai
de gras doodde. De gevangen
vis, het gejaagde wild. De ap
pel...", schrijft Aleksijevitsj in
een interview met zichzelf, waar
in ze de beweegredenen voor
haar boek uiteenzet.
Vertaling Arjen Uijterlinde en
Jos Vonhoff. Uitgeverij Mets
Schilt, 348 pag., 25,- euro.
elkens wanneer Ge
rard Reve, onze smar
telijk gemiste volks
schrijver, een nieuw werk op
het weefgetouw had gezet,
dankte hij God dat er weer
geen normaal mens in voor
kwam. En terecht. Kunst en
literatuur moeten het niet
hebben van de brave middel
maat die in talloos veel bleke
levens te vinden is. Het zijn
juist de excentriekelingen,
zotten, heiligen en criminelen
die de artistieke kost krui
den. Nog veel eerder dan Re
ve deed Dostojevski daar zijn
voordeel mee. Ik weet niet of
Saskia de Coster ooit bij Re
ve dan wel Dostojevski in de
leer is geweest, maar de les
dat je je als schrijver niet met
onversneden banaliteiten
moet inlaten heeft ze zich ter
dege aangetrokken.
Elke pagina van Saskia de
Costers roman Eeuwige
roem getuigt daarvan. En dat
vooral vanwege de onverschrok
ken manier waarop De Coster
alle perken van waarschijnlijk
heid, maat en fatsoen te buiten
gaat.
Ze laat dieren denken en spre
ken, wekt overledenen op uit
het graf en laat ze even zo rustig
weer dood gaan. Haar persona
ges snuiven en slikken dat het
een aard heeft en gaan voor
geen schelmenstreek opzij. Alles
in dit boek neigt naar overdaad
en overdrijving. Vrijwel alle han
delingen en gebeurtenissen
staan in het teken van het exces,
het verteltempo is afgesteld op
de snelheid van de achtbaan en
de stijl die stijf staat van zwie
pende beweringen en zwierige
bewoordingen giert de lezer als
onversneden alcohol door keel
en aderen.
Hoe sprookjesachtig Eeuwige
roem hier en daar ook lijken
mag, we bevinden ons wel dege
lijk in het volle bestaan van an
no nu, de wereld van metropo
len en megasterren, glitter en
glossy. Julie, een van de twee
heldinnen om wier levens deze
geschiedenis gesponnen is,
schopt het na een gegarandeerd
traumavrije opvoeding in een
seksclub tot beroemd zangeres
en geliefde van de popmuzikant
Michael (die zijn agressiviteit en
vrouwenhaat met rapper Emi
nem gemeen heeft).
illustratie Martien Bos/GPD
Julie's tegenpool is ene Babs,
een meisje dat begiftigd is met
een meer dan uitzonderlijke in
telligentie. Voor haar geboorte
kon ze al zo goed lezen dat ze be
gon te stampvoeten wanneer
haar moeder de bladzijden van
het boek niet snel genoeg om
sloeg. Eenmaal op aarde heeft
ze de wijsheid definitief in
pacht. Veel nut of voordeel
brengen die talenten haar niet.
Aan de dood van haar oudere
zusje Laura (die wordt bedolven
onder een zelfgemaakte sneeuw
bal) zal Babs zich altijd schul
dig blijven voelen. En nadat ze
een relatie heeft aangeknoopt
met Ruben (leider van de be
weging der Sterfelijkeii en in
die hoedanigheid de gezworen
vijand van hoogbejaarden die
op kosten van de gemeenschap
stug doorgaan met leven), ver
schilt haar lot niet zo heel veel
van dat van Julie, die zich stel
selmatig de geweldsuitbarstin
gen van Michael moet laten wel
gevallen.
Zodra de wegen van deze twee
vrouwen elkaar kruisen, vallen
ze elkaar als overrijpe vruchten
in de armen. Ze laten hun man
nen in de steek en besluiten
voor altijd bij elkaar te blijven.
Het is een voornemen dat in de
goede bedoelingen blijft steken.
Michael en Ruben, hoogst ver
wonderd dat ze het op dit punt
zo goed met elkaar kunnen vin
den, verstoren de prille dames
liefde uit alle macht, ook al moe
ten ze dat met een verblijf in de
gevangenis bekopen. Aan Julie's
bestaan zal een vroegtijdig ein
de komen als de door haar be
stuurde bolide zich in een gevel
boort.
Twee vrouwenlevens die zich
als polen tot elkaar verhouden,
waar doet dat aan denken? We
moeten er tweehonderd jaar
voor teruggaan, om uit te ko
men bij de befaamde Markies de
Sade en zijn karakters Justine
en Juliette. Babs die geen vlieg
kwaad doet, vertoont gelijkenis
met de brave Justine, die moet
ervaren dat deugdzaamheid niet
loont. Zusje Juliette daarente
gen praktiseert alles wat God
verboden heeft en vaart er wel
bij. Toch loopt het script van
Saskia de Coster in omgekeerd
evenredige zin af.
Terwijl Julie in het harnas van
haar zonden sneuvelt, mag Babs
blijven leven. Ze smaakt uitein
delijk nog het geluk dat Laura
zo maar, 'op de rug van de
zwemmende tulp of de bloeien
de vis', in het door haar te schrij
ven Boek van Wijsheid terecht
komt. En daarmee is het ogen
blik aangebroken dat zij én Sas
kia de Coster weer opnieuw mo
gen beginnen. 'Wij zullen er al
tijd zijn, wij zullen verder ver
slag uitbrengen, wij zullen dro
men binnenmarcheren, Wij zul
len vertellen Wij zullen vertel
len over Wij zullen vertellen
over die ene seconde die de
schuld is van de hele wereld.
Wij zullen u alles vertellen.'
Wel, mevrouw De Coster, heel
graag, als het u behaagt.
Jaap Goedegebuure
Saskia de Coster: Eeuwige roem - Uit
geverij Prometheus, 232 pag., 15,95
Holey Moley, meldt Dave Eg
gers op de omslag van
Sean Wilseys Oh the glory of it
all. „Dit is een fantastische lees
ervaring: waarschijnlijk het
meest verslavende boek dat ik
in jaren gelezen heb."
Kijk, daar kun je wat mee, met
zo'n aanbeveling. De Ameri
kaan Eggers schreef met zijn de
buut Een hartverscheurend ver
haal van duizelingwekkende ge
nialiteit op dertigjarige leeftijd
het meest sensationele boek van
het jaar 2000. En dat van leef
tijdsgenoot Wilsey, met als Ne
derlandse ondertitel O, wat
schitterend allemaal, past hele
maal in Eggers' straatje. Wilsey
schrijft niet voor niets voor Eg
gers' tijdschrift McSweeney's.
Oh the glory behoorde volgens
de Amerikaanse critici tot de
'meest memorabele memoires'
van 2005.
Wilsey schrijft over zijn high so
ciety moeder, die zowel Black
Panthers als filmsterren ont
vangt in haar penthouse in San
Francisco. Haar scheiding van
Wilseys vader is voer voor de
roddelbladen, maar ze ziet af
van zelfmoord om zich vervol
gens op de wereldvrede te stor
ten.
Marjolijn de Cocq
Sean Wilsey: Oh the glory of it all/O,
wat schitterend allemaal - Vertaling
Ineke Lenting en Sandra van de Ven.
Uitgeverij Rothschild Bach, 550
pag., 20,-.
Rauw
Poëzie
is wording die
blijft steken in de
rauwe, gebarsten
onhandige gaafheid
van het ongenoemde
haar voltooiing
is toeval, het stokkend
ongerepte uit haar krom
getrokken pen
poëzie
polijst niet wat
ze zegt, ze schuurt zich uit
in haar ontluistering.
Roland Jooris (geb. 1936)
De toekomst is aan de com
pacte krant, horen we van
alle kanten. Het kan dus niet an
ders of de toekomst is óók aan
de compacte literatuur. Niet
aan het proza dus, maar aan de
poëzie. De roman, dat is de
kunst om in eindeloos veel blad
zijden ongelooflijk weinig te ver
tellen. Het gedicht, dan komt
het erop aan in zo min mogelijk
woorden alles te zeggen. Daar
om was het wel terecht dat vori
ge week Mark Boog werd onder
scheiden met de VSB Poëzie
prijs.
Zijn De encyclopedie van de gro
te woorden is een ideaal boek
voor de snelle lezer. In zeventig
bladzijden worden ze allemaal
VSB Poëzieprijs
afgewerkt, al onze aandoenin
gen tussen afgunst en zuiver
heid, tussen dood en liefde, tus
sen wanhoop en geluk. Met een
goede winnaar heb je vanzelf
een goede prijs, lijkt het. Toch
heeft de jury, onder voorzitter
schap van Lut Missinne, zeker
geen goed werk geleverd. Dat
blijkt als je haar bloemlezing
De 100 beste gedichten van 2005
doorleest, de uitgave die tradi
tioneel aan de VSB Poëzieprijs
is verbonden.
Het was vorig jaar een schitte
rende tijd voor de Nederlandse
en Vlaamse poëzie, maar in deze
uitgave is daarvan niet zoveel te
merken. Het boekje kan één
doel dienen, geen onbelangrijk
doel: je krijgt de gelegenheid de
jury te jureren. En die jury ver
dient géén prijs. Het onthutste
mij hoeveel belangrijke bundels
aan de aandacht van de vijf ju
ryleden zijn ontgaan.
Toon Tellegen publiceerde it
2005 ...m nop q..., een dichter
lijk alfabet dat beslist kan wedij
veren met Mark Boogs dichterlij
ke encyclopedie. Uit deze bun
del staat niet één vers in De lOi
beste gedichten van 2005-. Het
zelfde lot trof Underperformer
het veelgeprezen boek-vah Erik
Jan Harmens. Het allertreurig
ste is dat Zonnezucht-'yan:Mai\
van Tongele over het Tioofc
werd gezien, misschien omda;
hij dit nieuwe werk verstopte in;,
een verzameluitgave. Victo:
Schiferli publiceerde Verdie
nen obers, het is meer een kwes
tie van verdwenen bundels ge
worden. Wim Brands, Dimitr.
Casteleyn, Daniël Dee,-de poë
zie van zulke geweigerden is eet
stuk interessanter dan van beni
ge uitverkorene.
Niet minder dan vijf gedichtei
krijgen we te lezen uit Martir
Reints' Ballade van de ivinst-
waarschuwing. In die titePis he:
volop 2005, maar in zijn gedich
ten lijkt het meestal -1895
Reints is geen dichter dit
schrapt, maar een dichter dit
sléëpt. Een poëet die liever zwij
melt dan zwijgt. Hij schrijft din-,
gen op als: 'in de bittere' geur
van het lange lijden groefde ji
schoonheid.'
Regels voor bij de kandelaar ir
plaats van voor onder de neon
lamp. In elk geval word je zo ge
dwongen na te denken over de
vraag wat poëzie moet zijn/Som
mige dichters in deze uitgave ge
ven meteen antwoord. Roland
Jooris bijvoorbeeld in het'ihier-
bij afgedrukte gedicht. Wat poe-
zie is? Heel de kosmos 'rond in!
twee minuten. Het complete
menselijk bestaan op tabloidfor
maat.
Mario Molegraa1
De 100 besté gedichten van 2005 ge
kozen door Lut Missinne - Uitgeven
De Arbeiderspers, Amsterdam-Ant
werpen, 144 pag., €9,95.
Rudy Kousbroek
Misleiding
aar staan ze, zoals damesschoe
nen in een etalage: maar ze zijn
afgehakt. Er hebben dieren aan
vastgezeten. De aanblik is on
herroepelijk.
Foto's waarop iets afschuwelijks te zien is ga
ik uit de weg. Dat is helaas moeilijk, er zijn er
te veel. Sommige fotografen zijn er in gespecia
liseerd; sommige verzamelaars zoeken ernaar.
Ik niet, ik kan er niet tegen. Ik sluit me er zo
veel mogelijk voor af.
Het zoeken in foto's, in alle foto's, dat geldt
ook voor mij - is zoeken naar mysterie: naar
een geheim, naar het verborgene, en het is niet
te loochenen dat dat in gruwelfoto's inherent
aanwezig is. En toch wijk ik er instinctief
voor terug. Het verborgene, dat is duidelijk, is
de dood. Het wekt de nieuwsgierigheid op. Ik
kom hier al snel op onbekend terrein, of moet
ik zeggen op terrein waar ik mij niet verder op
waag - maar ik meen dat het dan uiteindelijk
toch weer blijkt te gaan om iets anders, dat
zich daar weer achter verbergt. De wreedheid
is niet zelf het geheim, wreedheid is eerder
een vorm van sentimentaliteit.
En sentimentaliteit, dat blijkt telkens op
nieuw, berust op gemakzucht. Zo heb ik een
paar dagen geleden de film Caché van Michael
Haneke gezien, tot mijn machteloze ergernis
en verdriet. In die film is eigenlijk niets. In de
plaats van een geheim komt bedrog, in de
plaats van mysterie komt hocus pocus, in de
plaats van het raadsel komt mystificatie. Iede
re zoektocht naar iets authentieks is vergeefs;
schitterend gespeeld door Franse acteurs -
Juliette Binoche, Daniel Auteuil en, meestal
niet genoemd, Annie Girardot - in feite een
voorbeeld van Franse filmkunst gebruikt in
dienst van Germaanse zelfkwelling. In een el
lendige scène wordt een haan onthoofd, waar
van de stuiptrekkingen daarna eindeloos lang,
onmogelijk lang doorgaan; ik verdenk Haneke
ervan deze agonie kunstmatig te hebben uitge
rekt door herhaling, d.w.z. door verschillende
gelijktijdige opnames achter elkaar te plak
ken, een procédé dat al lang geleden door Ku
rosawa werd ontdekt, maar door hem niet ge
bruikt om de toeschouwer te folteren zoals
hier. De diepere aanleiding, maar dat heeft
niemand nog opgemerkt of durven zeggen, is
natuurlijk dat de naam van de regisseur
haan(tje) betekent.
Zo is het dus ook hier wat al zo menig kunst
werk heeft bedorven: sentimentele preoccupa
tie met zichzelf, masochisme. En ook hier wor
den er modieuze voorwendselen bijgehaald -
racisme, ontrouw, kinderleed, maar het blij
ven alibi's, verdere anlyse onthult alleen leeg
te, er is niets.
Dat geldt niet voor de bijgaande afbeelding,
van de Franse fotograaf Eli Lotar, uit 1929 -
blijkbaar één uit een serie abattoirfoto's die ik
gelukkig nooit heb gezien. Ziedaar, daar heb
je het dus weer: ook als het kunstwerken zijn
kijk ik er liever niet naar - het omgekeerde
van de gangbare belangstelling voor wreedhe
den die geen kunstwerken zijn. Maar deze foto
van Lotar is wel uitzonderlijk, niet berustend
op misleiding; sinds ik hem een keer tegen
kwam op een tentoonstelling ongewild in mijn
hersens gegrift - samen met een aantal toeval
lige andere, zoals de hond in de electrische
kooi, of de Hongaarse foto van een boer die op
het punt staat met een grote hamer de hersens
in te slaan van een koe die voor hem staat - ar
geloos, nietsvermoedend, vol vertrouwen.
En dat weer aan die Vietnamese generaal die
op het punt staat een lid van de Viet Cong
door zijn hoofd te schieten. Dat heeft niets
met kunst te maken. Maar het leidt tot het
raadsel van de schrikbeelden uit de film Le
sang des bêtes, van Georges Franju uit 1949,
de analogie tussen sterven en klaarkomen.
Dat kan geen toeval zijn. Is dat dan wel kunst?
Met die film is iets heel vreemds gebeurd; niet
lang geleden, vermoedelijk na Franju's dood
in 1987, heeft een stel smooth operators, Ame
rikanen naar verluidt, een versie van deze film
('Blood of the Beasts') in de handel gebracht
waar alle liefdesscènes uit geknipt zijn, zodat
alleen de abattoirbeelden zijn overgebleven;
ik kon mijn ogen niet geloven.
Wat het illustreert is waar de mensen in geïn-
Eli Lotar, Abattoir 1929
teresseerd zijn: niet kunst, dat is een voor
wendsel. De liefde wordt gecensureerd, maar
wreedheid mag. Een kenmerk - een van de
kenmerken - van wat in dit domein barbarij
van kunst onderscheidt is ook oneerlijkheid
van opzet.
Wat het ook illustreert is dat een kunstwerk
in barbarij kan worden veranderd door er de
strekking, de opzet, de motivering aan te ont
nemen; dan wordt het inderdaad een gruwel
zonder betekenis, zoals waar de mensen met
kaarsjes en bloemen en Teddyberen voor de
straat opgaan: 'zinloos geweld', alsof er ook
zinvol geweld kon bestaan.