Veel leuke paden zijn weg
Alles kabbelt deze lentedag heerlijk voort
Klimaatwisseling
is van alle tijden
Wandelen in Zeeland
21
KINDERBOERDERIJ
dinsdag 2 mei 2006
Een bui boven Noord-Beveland.
archieffoto Willem Mieras
De klimaatverandering zo
als die zich nu aandient -
warmere zomers, zachtere win
ters, veel en hevige regenbuien -
is geen exclusief verschijnsel.
Door de eeuwen heen vertoont
het klimaat in Nederland steeds
schommelingen.
Op de middeleeuwen met een ge
middeld wat hogere tempera
tuur volgt de zogeheten kleine
ijstijd, die aanhield van circa
1430 tot het midden van de 19e
eeuw. Binnen die koudere tijd
zijn er nog weer eens wisselende
perioden. In de eerste helft van
de 16e eeuw en in delen van de
17e en 18e eeuw treden er jaren
op met milder weer. Dieptepun
ten - echt koud - vallen onder
meer in het eerste kwart van de
17e eeuw en de laatste tien jaar
van die eeuw, alsook rond 1800.
Het is te danken aan historisch
geograaf J. Buisman dat de ont
wikkeling van het klimaat uit
de archieven is opgediept. Hij
werkt aan de omvangrijke serie
Duizend jaar weer, wind en wa
ter in de Lage Landen. Na flink
wat geduld oefenen, is daarvan
deel vijf verschenen dat het tijd
vak tussen 1675 en 1750 be
strijkt. In die tijd begint het sys
tematisch opnemen van weerge
gevens met instrumenten; Ni-
colaus Cruquius is de pionier op
dit gebied.
Het vuistdikke nieuwe deel
(bijna 1000 bladzijden) gaat als
gebruikelijk niet alleen over het
weer. Buisman geeft tegelijk een
overzicht van de geschiedenis.
Hij weet veel historische gebeur
tenissen te koppelen aan de
weersomstandigheden.
In het tijdvak dat deel vijf be
strijkt, is van goed weer meestal
geen sprake. Vanaf de jaren ze
ventig van de 17e eeuw neemt
het aantal bijzondere situaties
toe, met naar verhouding veel
warme zomers en koude win
ters. Binnen tien jaar doen zich
drie ernstige stormvloeden toe,
in 1675,1682 en 1686. Die hou
den trouwens in Zeeland niet
het ergste huis; vooral Gronin
gen wordt door de Sint-Maar-
tensvloed van 1686 zeer zwaar
getroffen.
Pas met de vrij zachte winter
van 1699, gevolgd door een war
me zomer, breekt een periode
met vrij zacht weer aan, die de
hele eerste helft van de 18e
eeuw voortduurt. De herfst en
de lentes daarentegen, laten ster
ke schommelingen zien. Naast
de stormvloeden in de kustgebie
den, komen er met name langs
de rivieren vele overstromingen
voor. Zo terugkijkend op die
tijd, geeft het voor de heden
daagse inwoners van de Lage
Landen een zekere herkenning.
Dat is met meer beelden die
Buisman oproept het geval. Bij
voorbeeld een volkstoeloop in
Amsterdam. Niet om voetbal
kampioenen te huldigen of van
wege een koninklijk huwelijk,
maar op 18 maart 1677 vanwege
de begrafenis van zeeheld
Michiel de Ruyter in de Nieuwe
Kerk.
Over de stormvloed van 1682 in
Vlaanderen, Zeeland en Hol
land, meldt Buisman informatie
uit het 'Pertinent verhaelvan de
groote Watersnoot', een pamflet
met brieven uit onder meer Vlis-
singen en Brouwershaven en de
in Middelburg gedrukte lijst
van ingebroken polders. In Sluis
staat het water tot op de Markt;
hier verdrinken veel mensen en
vee. Eenderde van West-
Zeeuws-Vlaanderen komt onder
water te staan. Het oosten be
staat uit het vasteland met
Hulst en het schiereiland van
Hontenisse. Voor de kust liggen
Terneuzen en Axel op een ei
land.
Enorm dier
Er is, ook van alle tijden, aan
dacht voor bijzondere dieren.
Op 5 oktober 1682 ziet schipper
Joost Kok in de Oosterschelde
ter hoogte van Goes een zeer gro
te vis. Enkele dagen later is Jan
Abrahamsz (15) met zijn vader
in het Mastgat bij Stavenisse
mossels aan het rapen, als hij
een enorm dier ziet dat een arm
dikke straal water wel 25 voet
de lucht in spuit. Samen met an
deren loopt hij ernaar toe en
snijdt uit het dier een flink stuk
spek. De vinvis vlucht, maar
strandt op een zandplaat bij
Sint-Annaland. Hij is verloren:
van heinde en ver stromen men
sen toe om spek te halen.
De uitheemse paalwormen dui
ken op: ze vreten gangen in de
houten palen die in de zeewe
ring gebruikt worden. Na stor
men in 1730 blijkt dat van de
Westkappelse zeedijk verschil
lende palen zijn omgevallen, uit
gehold door de paalworm. Men
probeert de dijk te beveiligen
met klipstenen en de palen met
koperen spijkers te beslaan. Na
strenge vorst in 1740 neemt de
schade door de paalworm af,
maar hij verdwijnt niet hele
maal.
Ook in Zeeland beginnen weer
kundige waarnemingen. Astro
noom Jan de Munck (1687-1768)
zet in Middelburg waarnemin
gen van Leonardus Stocke
voort. Naast zijn huis aan het
Molenwater bouwt hij een 24
meter hoge toren, om de sterren
te kunnen bestuderen. Drie
jaren van zijn waarnemingen
zijn op schrift bewaard geble
ven.
Buisman geeft in een bijlage een
overzicht van vloedmerken,
waarmee de datum van een ho
ge waterstand wordt vastge
legd. Hij noemt de Stadsschuur
in Middelburg, met acht vloed
merken, de Sint-Jacobskerk in
Vlissingen (eerste pilaar bij de
ingang) en de visafslag aan de
Turfkade in Goes. Daar is in
1682 een waterstand van 3,6 me
ter boven NAP vastgelegd.
Rinus Antonisse
Duizend jaar weer, wind en wa
ter in de Lage Landen. Deel vijf,
1675-1750. Door J. Buisman; re
dactie A. F. V. van Engelen,
KNMI. Uitgeverij Van Wijnen,
Franeker. Prijs 39,50 euro.
Wie te voet Nederland
wil doorkruisen, kan
gebruik maken van een sca
la aan wandelmogelijkhe
den. De nieuwe overzichts
kaart van lange-afstand-
wandelpaden toont een
bont gekleurd lijnenspel,
met als basis een padennet
werk van Roodeschool tot
Retranchement. Wat opvalt
is dat Zeeland een bijna
maagdelijk gebied is.
Heeft de provincie op wan
delgebied weinig te bie
den? „Zeeland is achtergeble
ven, dat klopt", beaamt Harry
Benschop, bestuurslid van Te
Voet, de vereniging van wande
laars. „In andere regio's, bijvoor
beeld Limburg, zijn er veel meer
paden behouden gebleven die
voor wandelaars aantrekkelijk
zijn. In Zeeland is het meeste
land verkaveld en daardoor is
veel verdwenen."
Wegelingen, kerkenpaden, ka-
velontsluitingspaden, kortom
allerlei dikwijls onverharde leu
ke paden zijn opgeruimd.
„Neem Schouwen, daar is na de
watersnoodramp van 1953 bijna
helemaal niets meer overgeble
ven", zegt Benschop. „Daardoor
is het extra lastig een gebied
weer aantrekkelijk te maken
voor wandelaars."
Wat dat betreft moet er nog veel
gebeuren, stelt hij. „Er is veel
asfalt en je zoekt toch meer naar
wat aantrekkelijker halfverhar-
de en onverharde wegen met
ook een aardig landschap", al
dus Benschop. „Dan moet je
over privégronden en het is best
lastig daarover afspraken te ma
ken. Je doet wandelaars geen
plezier met lange routes over
polderwegen in grootschalige
landschappen."
Hij is wel vol goede moed, want
stapsgewijs wordt gewerkt aan
betere wandelroutes in de pro
vincie. „Ik vind het schitterend
dat Zeeland als wandelprovin
cie wat meer op de kaart gezet
wordt, dat is een goede zaak."
Wandelaars bij het Veerse Meer bij Wolphaartsdijk.
Als voorbeeld noemt Benschop
de plannen voor zogeheten land
schapsnetwerken. Het gaat om
wandelen van dorp tot dorp, zo
veel mogelijk over onverharde
paden. Met een route die langs
mooie en aangename dingen in
het landschap leidt, zoals water
lopen en kreken, natuurgebie
den en dijken. De aanleg van de
wandelroute wordt gecombi
neerd met het opknappen van
het landschap, zoals beplanting
en aanleg van natuurvriendelij
ke oevers.
Het eerste beborde landschaps
netwerk wordt over twee maan
den opengesteld, vertelt Ben
schop. „Dat gaan we het Kieken
diefpad noemen." Het ligt in het
gebied rond Wolphaartsdijk en
Oud-Sabbinge en de helft gaat
over agrarisch land. Niet dwars
erdoor, maar langs de kanten.
Ook delen van het heggenland-
schap dat de agrarische natuur-
vereniging Goes heeft opgezet,
zijn erin opgenomen. Aan een
tweede netwerk, in noordelijk
Walcheren, wordt gewerkt.
Op de overzichtskaart staat in
Zeeland uiteraard het lange af
standpad ingevuld, dat via de
Brouwersdam de provincie bin
nenkomt en de kustlijn volgt tot
aan Sluis. VarT daar gaat het
pad Vlaanderen in, maar er is
ook een aftakking langs de
grens. Die kan gevolgd worden
richting Antwerpen. Wie dat
niet wil, kan door de Wester-
scheldetunnel de route over
Zuid-Beveland naar Bergen op
Zoom volgen. De naam: Delta
pad.
De kaart bevat twee streekpa-
den: rond de Oosterschelde (196
kilometer) en in de grensstreek
Hulst-Waasland het Reinaert-
pad. Niet opgenomen is de 70 ki
lometer lange Walcherenroute
van de Nederlandse Wan
delsport Bond, wel vermeld is
d'e tweedaagse NS-tocht Veerse
Wateren (22 kilometer).
Fietsroutes
In Zeeland wemelt het inmid
dels van de fietsroutes. Die kun
nen toch ook ingezet worden
voor wandelaars? Geen goed
idee, merkt Benschop op. „De
combinatie van fiets- en wandel
pad is niet zo gewenst. Fietspa
den betekent vooral asfalt en
zijn niet geschikt voor mensen
die al lopend van het landschap
willen genieten. Bovendien: fiet
sers en wandelaars - dat soort
sportievelingen verhouden zich
slecht tot elkaar."
Mag het wandelen in Zeeland
dan nog een beetje in de kinder
schoenen staan, uit de over
zichtskaart blijkt dat er lande
lijk heel wat mogelijkheden
zijn. Voor de lange afstandswan
delingen en nationale streekpa-
den zijn volop gidsen beschik
baar en op internet staan ver
schillende websites, zoals
www.wandelnet.nl en wan-
del.pagina.nl. Er zijn zelfs boek
jes met routes waar met de hond
mag worden gewandeld.
Rinus Antonisse
Overzichtskaart Lange Afstand
Wandelpaden Nederland,
2006-2008.
Onder meer verkrijgbaar bij
ANWB- en VW-kantoren.
Prijs 3,30 euro.
Langs de Oosterschelde bij Colijnsplaat. foto's Dirk-Jan Gjeltema
De kinderboerderij
aan de Evertsenlaan
in Terneuzen is een
drukbezochte plek.
Even brood brengen
voor de dieren, even
eruit met de kinderen,
even een ommetje ma
ken. Verstandelijk ge
handicapten van de
stichting Tragel ver
zorgen de dieren en on
derhouden de stallen.
In deze rubriek wordt
wekelijks bericht over
het wel en ivee op de
Terneuzense kinder
boerderij.
Nu even niet! Tragel-cliënt
Maarten is al de hele dag
aan bet werk, maar nu neemt hij
even tijd voor rust. Niemand die
hem ziet, in dit schaduwrijke
hoekje van de speeltuin. Benen
over elkaar, arm over de rugleu
ning van het bankje... laat Maar
ten maar even lekker genieten
van al het kleine grut dat zich
iets verderop driftig uitleeft op
een schommel en een wipkip.
Wat wil je ook, het is heerlijk
weer. Wie wil er deze middag
nou niet genieten van het aange
name zonnetje? Cliënten Jan,
Jacqueline en Trudy zijn daar
om nauwelijks vooruit te bran
den en ook Olga doet het rustig
aan. Olga knipt takjes, al weet
ze niet waarvoor de houtjes die
nen. Maakt ook helemaal niet
uit, het is in elk geval geen ver
moeiend werk. Het is bovendien
op dit moment helemaal geen
straf om in de buurt van de kan
tine te zijn, want de geur van
vers gebakken wafels belooft
veel goed voor de koffiepauze.
Ja, eigenlijk kabbelt alles deze
heerlijke lentedag rustig voort.
Alle cliënten zijn op het gemak
je aan de slag, ezelveulen Frelle-
ke hoeft zich alleen maar te sho
wen aan wat opa's, oma's en
hun kleinkinderen en alle lam
metjes dartelen kolderiek door
het nog frisse groen. Wat is er
deze middag eigenlijk niet lief
lijk te noemen op de kinderboer
derij? Zelfs het geronk van Jac
ques grasmaaimachine klinkt
als een gemoedelijk muziekje in
de oren.
En dat terwijl er eerder op de
dag nog even sprake was van
lichte paniek. Opeens zag be
heerster Angelique iets onbe
kends door de wei rennen. Een
gevlekt ding, dat nog helemaal
niet was verwacht. „Eerst dacht
ik dat één van de twee pasgebo
ren geitjes onder het hek naai
de grotere geiten was gekropen.
Totdat ik in de gaten kreeg dat
het diertje nog maar net was ge
boren. Prachtig hoor, ze liep ge
foto Peter Nicolai
lijk te bokken en te springen",
vertelt Angelique.
De verbazing maakte dus al snel
plaats voor vertedering. En ach,
van een klein beestje meer of
minder kijken ze op de boerde
rij deze dagen eigenlijk ook niet
meer op. Lammetjes, een ezeltje,
geitjes... er is sprake van een wa
re babyboom. Dat zorgt, in com
binatie met het heerlijke weer,
voor drukte. Met name in het
weekend, al zorgen schoolklas
sen ook op weekdagen voor een
onophoudende aanloop van be
zoekers.
Jan en Trudy trekken zich daar
niets van aan. Hoewel Jan eigen
lijk niet zoveel zin heeft om
brood m stukken te trekken, ver
goedt het zonnetje alles. De heer
lijke geur van die wafels zet
hem zelfs aan om extra snel te
werken. Want hoe sneller de
broodton vol is, hoe eerder hij
zo'n lekker gesuikerd baksel
zijn keel in kan laten glijden.
Kantinebeheerster Lia is samen
met medewerkster Peroeschka
aan het uitproberen, aan het
proefdraaien voor het lentefeest
dat binnenkort wordt gehou
den. Met succes, want als alle
cliënten allang hongerig hun
tanden in het deeg hebben gezet
komt ook Maarten binnen. De
wafellucht had even daarvoor
ook zijn hoekje bereikt.
Raymond de Frel
Dit was de 52e en laatste afleve
ring van de serie De Kinderboer
derij.