PZC
I
Zelfs opa zit in het kartteam
Voor gamers die
willen nadenken
Wat er mis is met
het meisje met de
grote rode oma-tas
GEBOEKT
W12
zaterdag 22 april 2006
Illustratie uit Moet dat nou zo??! door Peter Schössow
Het is een wonderlijk tafe
reel dat we op de eerste pa
gina van Moet dat nou zo??! te
zien krijgen: links een onalle
daags groepje klein grut dat op
een zomerdag een beetje rond
hangt in het park met daarnaast
op de rechterpagina een kribbig
grietje in een tuttig jurkje en
met een veel te grote handtas:
'Wisten wij veel wat er aan de
hand was. Ze kwam opeens voor
bij'.
Die eerste prent in Moet dat nou
zo??! van Peter Schössow is er
een om lang naar te blijven kij
ken. Zijn die lange lijs, dat jong-
broekje met zijn jojo, het heertje
met bolhoed en koffer, het vent
je met vleugels, de teddybeer en
de teckel werkelijk wie ze zijn?
Of moeten we ze zien als de ver
beelding van een nogal onbe
stemd clubje vrienden, tevreden
met eikaars aanwezigheid? En
wat of wie heeft de boosheid ge
wekt van het meisje dat die rode
handtas achter zich aan sleurt?
Je nieuwsgierigheid wint het
echter van je fantasie en dus wil
je snel met de hele bubs erach
teraan, 'die met de beste neus
voorop'. Maar wat we op de vol
gende pagina's ook zien, niets
waardoor we zelfs maar iets
kunnen vermoeden van wat er
aan de hand mag zijn: mensen
die in het gras luierend genieten
van het zonnetje, op het water
spelevaren, met elkaar hebben
afgesproken voor een barbecue
in het park. En toch tegen ieder
een dat knorrige 'Moet dat nou
zo??!'
Dan, nadat 'die lange (ja die
hoort ook bij ons) durfde te vra
gen: „Meisje, wat is er dan
mis?", blijkt dat we al die tijd
op het verkeerde been zijn ge
zet. Niet boosheid maar verdriet
was de reden om tegen iedereen
tekeer te gaan, want Elvis is
dood!" Prachtig is de prent met
de vrienden die verslagen door
zoveel opgekropt verdriet, met
afhangende schouders stame
lend meetreuren: Aja, die arme
man..." „...terwijl hij zo mooi
kon zingen..." „...en met zijn
heupen draaien..." „Tutti Frut-
ti..." „Woef!" En daarnaast snik
kend het meisje, met hulpeloze
knuistjes: „Niet die Elvis..."
Ontredderd toont ze op de vol
gende pagina het stelletje vrien
den én ons in haar wijdopen
oma-tas van rood lakleer haar'
Elvis, een kleine gele vogel -
dood. Moet dat nou zo??! dat het
eerste (prenten)boek van Peter
Schössow in het Nederlands is,
doet nieuwsgierig uitkijken
naar een tweede. Vanwege het
verhaal dat over een groot ver
lies in een ontwapenend laconie
ke taal met flarden van zinnen
zo geestig troost biedt, maar
ook om de illustraties. Tegen
een vage achtergrond met op de
voorgrond op ooghoogte de
hoofdrolspelers in steviger kleu
ren en begrensd door een klare
contourlijn, is de suggestie van
diepte groot genoeg om bij elke
prent te denken dat je er met je
neus bovenop staat. Juist dat ef
fect biedt volop gelegenheid
mee te voelen met dit verdriet
om een gestorven troeteldier.
En dan is er nog het slot met
wat gesnuf, wat vrolijkheid en
helemaal aan het eind dat af
scheid: 'Mooi. Heel mooi'.
Hondenpoepplaats
In Toen pappa mij het heelal liet
zien vertelt Ulf Staik bij tere
kleurpotioódtekeningen van
Eva Eriksson het verhaal over
een vader dié niet kan wachten
zijn zoontje kennis te laten ma
ken met de wonderen van het
heelal: '„Waar ligt het?", vroeg
ik. „O, een eindje weg."
Na een enerverende wandeling
rechtsaf, rechtdoor, linksaf,
even de supermarkt in om pro
viand in te slaan, voorbij het
park, langs de ijzerwinkel en de
visboer houden de twee aan de
andere kant van een slootje ten
slotte stil op een heuveltje aan
de rand van de stad: „Is het
hier?"
En ik keek verbaasd in het rond.
Ik dacht dat ik hier al eens eer
der was geweest. En dat dit het
weiland was waar de mensen
hun hond uitlieten.'
Geestig is het misverstand tus
sen de vader die maar niet uitge
praat raakt over al het opwin
dends boven aan de hemel en
Koen voor wie de echte wonde
ren (een slak, een grassprietje in
de wind, een bloeiende distel,
een spiegelbeeld) zich vlakbij,
op de grond afspelen. Geestiger
nog de reden waarom het twee
tal terug naar huis gaat. Koens
moeder heeft daar intussen iets
lekkers op tafel gezet: '„En hoe
was het in het heelal?"vroeg
mamma. „Het is daar heel mooi
en leuk", zei ik'. Koens vader
heeft eerst nog iets anders te
doen.
Jan Smeekens
Peter Schössoiv: Moet dat nou
zo??! - Uitgeverij Gottmer, van
af 5 jaar, 12,50.
Ulf Stark en Eva Eriksson: Toen
pappa mij het heelal liet zien -
Uitgeverij Hoogland Van Kla
veren, €11,75.
I
v.. V'
-
Alonso doet het voor
Renault, Schumacher
probeert voor Ferrari de
punten te scoren en Mon-
toya stuurt morgen in de
Grand Prix van San Marino
zijn bolide voor McLaren de
baan op.
En Leon Visser? Die rijdt
zijn rondjes voor 't Frie-
tuus. Vooruit, het klinkt wat
minder prozaïsch, maar wie de
12-jarige coureur stuurvast zijn
blauwe kart door de bochten
ziet wringen op de baan van kar-
tingceptrum Middelburg moet
niet gek opkijken als 't Frietuus
ooit zijn talent kwijt zal raken
aan Ferrari of BMW. Was het
niet Schumacher, die tussen
1984 en 1987 als karter zijn eer
ste successen boekte op de diver
se kartcircuits in Europa? Pre
cies.
Aan de inzet en enthousiasme
van Leon zal het niet liggen. De
lichtgewicht uit Vrouwenpolder
zit nog maar twee jaar in de ra-
cekuip en zijn progressie is op
merkelijk.
Leon: „De eerste kneepjes van
het kartrijden heb ik bij de Kids-
club geleerd. Zorgen dat je de
ideale lijn houdt, gas en rempe
daal soepeitjes bespelen en voor
al voorkomen dat je kart gaat
spinnen. Tevens leerde ik ook
wat je moet doen bij een i'ode,
blauwe of zwarte vlag. Veilig
heid gaat tenslotte voor alles.
Een racehelm, een brandmuts,
een nek- en ribprotector, kort
om alles wordt gedaan om bles
sures te voorkomen."
Zijn goede rijden leverde hem
een plaats op in het raceteam
van 't Frietuus. Leon: „-In de
competitie rijd je met vier man
een race van twee uur met om
het half uur een coureurswissel.
Dertig minuten heel geconcen
treerd je rondjes draaien kost
bakken met energie. Een klein
Leon Visser uit Vrouwenpolder in zijn eigen kart.
foutje en je ligt eruit. Dat heb ik
één keertje gehad. Ik knalde in
de autobanden langs de kant.
En brak daarbij mijn pols. Ge
lukkig is het daar bij gebleven."
Ook buiten raast Leon op top
snelheid over het asfalt. „Ik heb
een eigen kart, een Birel. De top
ligt op pakweg 120 kilometer
per uur. Daar gaan we mee naar
het circuit in Strijen of Berg-
hem. Daar kun je het gas hele
maal opentrekken, dat is kicken
hoor!
Fans
Zijn grootste fans en sponsors
zijn Leons ouders. „Ze gaan
overal met me naar toe. Kart
achterin de bus en hupsakee, rij
den maar. Bovendien is mijn pa
ook mijn monteur. Die stelt de
kart heel nauwkeurig voor me
af. Bandenspanning, spoorbreed
te, carburateur, aan alles moet
je denken. En na een trainings
rondje overleggen we samen hoe
we de kart voor de race het bes
te kunnen afstellen. Samen met
mijn ouders vormen we één
hecht team."
In België - tijdens races in Genk
- kreeg Leon in het rennerskwar
tier hoogst persoonlijk van cou
reur Jos Verstappen advies.
„Dat is een toffe kerel, hij heeft
helemaal geen kapsones. Hij
haalde mijn carburateur uit el
kaar, bekeek de bougies en zei:
'Bel me maar als je Formule 1
coureur bent. Dan heb ik nog
wel wat tips voor je'."
Pech
De komende maanden rijdt
Leon afwisselend buiten en bin
nen. „De bedrijvencompetitie is
half juni afgelopen, maar in
Strijen en in Berghem rijd ik dit
jaar voor het eerst mee in de
klasse Rotamax junioren. De eer
ste race viel niet tegen. Met een
vijfde plaats was ik best tevre
den, zeker als je bedenkt dat ik
met een verstuikte pols reed en
een loszittend achterwiel. Het
was een echte pechdag, want bij
foto Mechteld Jansen
de kwalificatie verloor ik mijn
achterbumper en tijdens de race
knapte een luchtslangetje. Nou
ja, het kan dus alleen maar be
ter gaan. In juni wil ik meedoen
aan het Nederlands kampioen
schap in Berghem. Daar ga ik
extra voor trainen en dan maar
kijken hoe de race verloopt. Ik
heb niks te verliezen, maar het
gaat vooral om ervaring op te
doen."
Teamcaptain Richard Reijerse
van 't Frietuus weet het in ieder
geval zeker: „Leon is een talent.
Daar gaan we in de toekomst
meer van horen. Let op mijn
woorden."
Hans Segboer
Eigenlijk is het spel 24 maar één keer leuk om te spelen, foto GPD
Geheim agent Jack Bauer
heeft afgelopen wiriter
zijn vijfde etmaal beleefd op de
Nederlandse tv. In de VS is de
serie 24, die zich in een etmaal
afspeelt, een grotere hit dan
hier. Het magazine en de mer
chandise lopen als een trein. En
nu is er eindelijk ook 24, The Ga
me, een spel voor de Playsta-
tion2.
Het spel ziet er goed uit en de ka
rakters hebben het uiterlijk en
(natuurlijk) de stemmen van
Jack Bauer en zijn collega's.
Zelfs Jacks dochter Kim komt
voorbij. Het spel speelt zich na
melijk af ongeveer tussen sei
zoen 2 en 3.
Voor de echte liefhebbers van
24 is het spel een must. Het eer
ste 'uur' lijkt het nog een simpel
schietspel te zijn. Jack moet een
bom op een schip vinden en
daarbij alle veiligheidsmensen
onschadelijk maken. De niet-ge-
oefende gamer zou daar bijna
afhaken. Voor de volhouders, en
de echte gamers, leidt het spel
echter via allerlei originele hin
dernissen in '24 uur' (maar je
speelt eei'der een uur of acht, ne
gen) door een vei'haal.
Het is alsof je meespeelt in een
aflevering van 24 en dan ook
nog eens in verschillende rollen,
variërend van Jack tot een van
de slechteriken. Alle aspecten
van de tv-serie komen terug in
het spel, inclusief de in drie of
vieren gedeelde beeldschermen
en de zin: 'The following takes
place between 6AM en 7AM'.
In de verschillende rollen moet
je elk 'uur' een ander probleem
U STAM !N MIJN LICHT
Illustratie uit Toen pappa mij het heelal liet zien door Eva Eriksson
oplossen. Als Jack moet je doch
ter Kim bijvoorbeeld bevrijden.
Als 'boef' moet je een 'device'
uit een goed bewaakt gebouw
halen. In een andere opdracht
moet je autoracen en tegenstan
ders zien kwijt te raken. Een bij
zondere optie is het verhoren
van verdachten. Je kunt dan kie
zen uit standaardzinnetjes en
moet het stressniveau van de
verdachte zo hoog maken, dat
hij gaat praten, maar ook weer
niet te hoog, anders zegt hij niks
meer.
Al met al een zeer vermakelijk
spel, met veel verschillende as
pecten. Het is veel meer "dan al
leen een gewoon schietspel. Na
deel is wel, zoals bij meer van
dit soort spellen, dat je het eigen
lijk maar één keer kunt spelen.
Daarna ken je het verhaal en is
het veel minder interessant.
Ilze Rike
24, the game: voor Playstation2,
€67,99.
Baby dolfijn krijgt
hoofdrol in serie
Nederland krijgt zijn eigen
Flipper. Een eenjarige dol
fijn uit het Dolfinarium Harder
wijk wordt de hoofdrolspeler in
de televisieserie Spetter!
Spetter! is vanaf 14 juni te zien
bij Nickelodeon. Nickelodeon
zendt nu de in een dierenpaik
opgenomen serie Zoop uit, maar
deze stopt. Anders dan in Zoop
staan in Spetter! de diei'en cen
traal en draait het minder om de
band tussen de verzorgers en de
dieren.
In de série probeert een 'boze
macht' de dolfijnen in te zetten
voor militaire doeleinden. Een
professor probeert de beesten
met hulp van een groep kinde-
ï'en te redden. Spetter! krijgt
twaalf afleveringen. De opna
men vinden plaats in de eei'ste
twee weken van mei. Bezoekers
zullen dat wel merken. ANP