Ik heb t alleen maar omhoog zien gaan Zorro heeft straks slechts 40.000 handtekeningen nodig Willem Bakker, stukadoor in ruste 23 Wat is een burgerinitiatief? zaterdag 22 april 2006 Willem Bakker is, zo op het oog, een ongecompliceerd mens. Hij maakt het leven niet moeilijker dan het is en geeft in klare taal zijn visie op het leven. Gewoon is gek genoeg, iedereen poetst zijn eigen straatje en het draait in de wereld allemaal om de drie K's. Kapitaal, kerk en de derde, nou ja, die kan Bakker zo voor de krant niet zeggen. „Maar op de televisie hoor je niet an ders als dat woord. Begrijp je?" Hij weet het nog goed, die vergade ring van De Schelde. „Die gede puteerde was erbij. Op tafel stonden glaasjes met sigaretten en sigaren. Na afloop pakte de gedeputeerde de siga ren van tafel. Anders pakt de schoon maakster ze maar mee, zei hij. Dan leer je de mensen kennen. Er zullen best goedbedoelende figuren tussen zitten, maar toch. En dan die keer dat ik via een aannemer een klus bij de Cokesfabriek in Sluiskil had. 's Och tends klokte ik aan de voordeur in. dan reed ik er achter weer uit om pri vé bij de directeur te gaan stukado ren. 's Avonds klokte de aannemer je uit, zodat het net leek of je die dag op de fabriek gewerkt had. Gesjoemeld wordt er dus overal. We weten het alle maal: iedereen veegt zijn eigen straat je schoon. Zo zit de wereld gewoon in elkaar. Logisch dat het in de politiek net zo is." Hij haalt zijn schouders op. „Ik kreeg gewoon mijn centen, dus ik had er geen probleem mee." Oorlog Toen hij vier was, begon de oorlog. Bakker heeft er geen trauma's aan overgehouden, al werd zijn vader naar Duitsland gevoerd om bunkers te bouwen. „Niks tegen te doen. Je werd opgeroepen bij het arbeidsbu reau en dan ging je de trein in", zegt hij nuchter. „Ons gezin woonde in de Vlissingse binnenstad, maar die werd geëvacueerd en dan werd je een ander adres aangewezen. Maar wij zijn toen ingetrokken bij een oom in de Spoor straat op Souburg, een soortje onder gedoken. Ik weet niks meer van de be zettingsjaren. Pas van 1945, de bevrij ding en dat de dijken waren doorge broken. Het water liep zo Souburg in en in het water zag je de appeltjes drij ven van de boomgaard die daar was waar nu de voetbalvelden zijn. Wij za ten op de zolder en staken dan een panlat met een spijker d'r door uit het raam om die appeltjes binnen te ha len. Die kwamen met hoog water bin nen je bereik. Dan had je droog brood met appelmoes te eten. Op Souburg had je een slager die noodslachtingen hield en daar kon je spek halen. Veel anders dan spek en appelmoes en droog brood was het niet, want wij hadden geen voedselbonnen, mijn moeder en ik, omdat wij officieel niet bestonden in de administratie. Mijn oom werkte op De Schelde, die had wel bonnen. Dus die oorlog, dat was veel droog brood eten, maar verder had je d'r niks geen last van. Ja, ik heb wel bommenwerpers gezien en Duitsers die op parachutisten scho ten, maar dat dat echt mensen waren waarop geschoten werd... dat drong allemaal niet zo door. Het was net of je naar een film keek, zeg maar. En op school - we zaten in een noodgebouw - daar moest je soms onder de tafeltjes duiken als er een bombardement was. Nou, dat deed je dan gewoon." Gebluste kalk Vader kwam heelhuids terug. Het le ven ging door. „Spelen en naar de la gere school, tot en met de zevende klas. Toen was ik vijftien en was het tijd om eens wat te gaan doen. In de bouw, net als mijn vader, dat was dui delijk. Dan kijk je waar je het meeste kunt verdienen, en daar ga je voor. Dat was stukadoor. Ik kwam in de leer bij Marchant, een stukadoorsbe- drijf in de Kolveniersstraat met twin tig man in dienst. Je begon als leerjon gen. Onderaan de ladder. Ik moest al lerhande voorkomende werkzaamhe den verrichten: materialen verzorgen, spullen in gereedheid brengen voor het werk, schoonmaken achteraf en vooral je ogen de kost geven. En kalk blussen. Tegenwoordig koop je kant en klare zakken gebluste kalk, maar vroeger kwamen er van die kalkbrok- ken uit België, kluiten ongebluste kalk. Of uit Limburg, uit de kalkgroe- ven. Die kluiten worden in water ge gooid en dan ontstaat er een chemisch proces waarbij hitte vrijkomt. Daar kon je eieren in koken; dat kookte zo Naam: Willem Bakker Geboren: Vlissingen, 1936 Woonplaats: Oost-Souburg Opleiding: lagere school tot en met de zeven de klas, daarna in de leer bij stu- kadoorsbedrijf Werk: Stukadoorsbedrijven Marchant (Vlissingen), Efferink en Lokker (Middelburg), Schrijver (Goes) Burgerlijke staat: gehuwd met Willie Bleijenberg hard, dat het water gewoon verdamp te. En als leerjongen moest je dan zor gen dat het spul onder water bleef staan. Als de kalk geblust was, had je een pap over. Daar moest je flink in roeren. De bak waarin je bluste, stond hoog, zo'n anderhalve meter van de grond. Als het uitgewerkt was, ging er in de bak een schuif omhoog en dan liep de bak leeg. Voorin lag grof kalk, daarvan werd mortelspecie gemaakt. Achterin lag wat ze noemden de scho ne kalk, daarvan werden plafonds ge legd en ornamenten gemaakt. Over dag liep je mee met de werklui en 's avonds ging je naar school. Daar leerde ik de theorie van het vak. Teke nen bijvoorbeeld, om ornamenten en bogen te kunnen maken. En materiaal kennis. Dat duurde twee jaar, toen was ik broekie-af en ging ik een beet je meetellen." Apart volk Stukadoors, dat is een apart volk, zegt Bakker. „Als de stukadoors kwa men, moest iedereen eruit, want die moesten meters maken voor d'r pre mie. Een stukadoor heeft de ruimte no dig en er mag niks of niemand in de buurt zijn die het verse stucwerk kan beschadigen. Gewone werklui hadden twee weken vakantie, stukadoors een paar dagen meer. Ze waren op vrijdag ook altijd een paar uur eerder thuis en verwisselden makkelijk van baas, of werkten bij een paar tegelijk. Als ze op de éne plek klaar waren, pakten ze er ergens anders net zo makkelijk nog even een klusje bij." Als Bakker 's avonds nog een klus had, wist zijn vrouw Willie precies hoelang ze 'm kwijt was. Van 6 tot 9. „Speciebak vol aanmaken, smeren, tegen de tijd dat het hard is, zorgen dat het strak staat en dan weer vertrekken. Dan zijn er precies drie uur voorbij en staat het vlak, als je goed doorwerkt. Het kan dus nooit uitlopen." Als leerjongen verdiende hij vijf gul den in een week, maar toen de baas zag dat Bakker kon aanpakken, werd het gelijk al zevenenhalf. „Ik heb het in mijn leven alleen maar omhoog zien gaan. Meer geld, meer vrije da gen, minder uren werken. Wij stuka doors waren weer de eersten om min der te gaan werken en de vrijdagmid dag vrij te krijgen, omdat het zulk zwaar werk was hè. Drie jaar heb ik het geprobeerd als ijzerwerker op de Schelde. Maar dat beviel niet. Toch een andere wereld en een andere men taliteit dan die van de stukadoors." Praatjes maken Willem leerde Willie kennen toen hij vijftien was. „Je liep in die tijd rond jes in de stad. Nieuwendijk, Bel- lamypark, Walstraat, Sint Ja- cobsstraat. En dan weer terug. Kijken en praatjes maken, lachen." Wie denkt dat het er spannender op gewor den is in Vlissingen, heeft volstrekt on gelijk. „We hadden toen, begin jaren vijftig, twee bioscopen in Vlissingen: Alhambra en Luxor, aan het Bel- lamypark. Je kon uitgaan naar het Concertgebouw, waar nu het Arsenaal- theater is, en op de boulevard had je nog een aantal nette gelegenheden waar je kon dansen: de foxtrot, tango, walsen, de jive, maar ook rock-'n-roll. Dat waren dan de nettere zaken zoals Cosy Corner. De dansschool van Mat- thijssen, in de Lepelstraat, daar ging iedereen heen. Daar heb ik zelf ook nog les gegeven, als assistent. Verder had je nog een danscafé met piere ment aan de boulevard, Victoria. Daar zorgde een draaiorgel voor de muziek. Pas later kwam er een band je. De Vic had een slechte naam. Daar kwam de marine, en op zondagmid dag kwamen met de Flandria de Bel gen, en daar kwamen dan weer meis jes op af en ook wel van lichtere ze den. Dus als net meisje werd je ge waarschuwd dat je daar niet heen mocht. D'r liepen vroeger meer zeelui rond hier in Vlissingen en dus had je ook meer van dat soort vertier. Asto ria in de Walstraat en De Witte Ballon aan het Bellamypark, dat waren ook van die marinecafés en het café achter de kerk, precies eender. Als man ging je daar wel heen, maar als meisje kon je beter wegblijven, want dan dachten ze gelijk dat je er zo één was." In 1959 kregen Willem en Willie verke ring. „Het ging zo. We waren op een feestavond van buurtvereniging 't Fort en ik vroeg of ik haar even thuis zou brengen. 'Dat gaat niet', zei ze, 'want ik heb het al aan hém be loofd'. 'Geeft niet', zei ik, 'ik ga wel eventjes zeggen dat je met mij mee gaat'." Van het één kwam het ander en dat resulteerde in 1960 in een trou- werij. „Als je jong bent, moet je tegen de regels ingaan", zegt Bakker met een klein lachje.Hij was even naar Stockholm geweest, op het brommer tje. „Toen ik terugkwam, zei mijn meisje: 'we moeten trouwen'. Ik was 20 en zij 22. Het was geen enkel pro bleem. Tegenwoordig zijn mensen op die leeftijd nog aan het studeren en te gelijkertijd nog half kind, maar ik werkte al een paar jaar. En als je iets gedaan hebt, moet je daar de verant woordelijkheid voor nemen. We had den een paar centen voor de uitzet en we trokken even in bij mijn ouders tot we zelf iets vonden. Samen hebben we vier kinderen gekregen. Achter de eer ste aan snel nog een, zodat ze samen konden opgroeien, en na zeven jaar weer twee. De strippenkaart was nog niet vol." foto Mechteld Jansen En nu is Willem met pensioen. Hij strekt de benen. „Ik ben nu 68, maar ik sta nog elke dag om kwart over ze ven op, dat zit er nu eenmaal in. Dat is uitslapen hoor. Toen ik nog werkte, om zes uur eruit en om tien voor half zeven met de boot mee naar Breskens bijvoorbeeld, aan die flats aan de bou levard werken. Elke dag om een uur of vier thuis, koffie drinken, om vijf uur eten en dan om een uur of zes ging ik weer tot een uur of negen hier of daar nog een muurtje stuken. Soms gaan we een stukje rijden en dan wijs ik: daar heb ik gewerkt, en daar, en daar. Op een gegeven moment zei mijn wouw: 'je kunt beter zeggen waar je niet gewerkt hebt!' Dat krijg je als je veertig jaar in het vak gezeten hebt. Ik heb overal gewerkt. Aan het Goese Meer, bij de bungalows op de kop van Schouwen, die grote villa's in de duinen, en aan tien kerken. Kerken is restauratiewerk, dat is mooi werk. Daar zit nog veel decoratie in. Togen, ornamenten, koepels, lijsten." Extra centje De weekeinden en de avonden vanaf negen uur waren helemaal voor de fa milie. „En als het nodig was, kon je al tijd op hem rekenen. Dan zorgde hij dat hij thuis was", zegt zijn wouw, die vanachter de strijk meeluistert hoe haar man vertelt. Als hij 's avonds op karwei ging, was het niet omdat hij niet liever thuis had gezeten. „Echt om een extra centje te hebben. Ik ben een familiemens." Zijn wouw zet nog een kopje koffie en laat de foto's van de kinderen, de negen kleinkinderen en een achterkleinkind zien. Bakker leeft een leven zonder grote zorgen, in gestaag opgaande lijn. „Al leen de gezelligheid. Die is minder ge worden." Hij kijkt bedachtzaam naar buiten, waar een monumentale boom recht voor het huis zijn nog kale tak ken uitstrekt. „Kijk, je kunt nu de hui zen aan de overkant zien. In de zomer zie je alleen bladeren. En als het blad dan valt, in de herfst, kun je er zo maar achterkomen dat er aan de over kant andere mensen wonen. Je weet mets meer van elkaar." Hij kijkt nog eens naar de uitbottende vleugelnotenboom en herhaalt: „Nee, die gezelligheid, die is minder gewor den." Ondine van der Vleuten Elke Nederlander boven de acht tien met 40.000 handtekeningen ftn medestanders op zak kan na 1 roei een onderwerp op de agenda van de Tweede Kamer krijgen. Dit burger initiatief moet dé methode worden wn de politiek op nieuwe of andere (edachten te brengen. Invergeefse pogingen zijn eis kracht hij te zetten stond hij als Zorro op de daken van gerechtsgebouwen en ko ninklijke paleizen. Als Jos Aalders, voorman van de actiegroep van ge scheiden vaders Familie4justice, ech- 'erdefinitief zijn zin wil krijgen - ge- njke omgangsrechten voor geschei den oudere - zal hij eerst 40.000 hand tekeningen moeten verzamelen. «Nogruim 19.000 te gaan", meldt de Jelpenaar. Spoedig, verwacht hij, zal de Tweede Kamer zich over het door nemzo fel bepleite gelijkwaardig ouderschap moeten buigen. Aalders: -Ik zal eerst nog 'n keer als Zorro de dnken op moeten om die handtekenin gen bij elkaar te krijgen." De'Neder landers zijn nog niet in de ban van kun nieuwe machtsmiddel: het bur gerinitiatief. Toch is de kans om de oureaucratie te omzeilen en snel de onverdeelde aandacht van 150 Ka merleden te krijgen nog nooit zo groot geweest. „Zie maar eens 40.000 handtekeningen bij elkaar te krij gen", zegt onderzoeker Eddy Habben Jansen van het Instituut voor Pu bliek en Politiek dat de maatschappe lijke participatie bevordert. Van alle recente plannen - referen dum, gekozen burgemeester, burger forum - om de burger dichter bij de besluitvorming te brengen is het bur gerinitiatief nog het meest concrete. Een wondermiddel mag het volgens Habben Jansen niet heten. „Het is meer symboliek dan dat het in de praktijk tot resultaten zal leiden." Voor Zorro Aalders en zijn Super man-collega's was het besluit van de Tweede Kamer om het burgerinitia tief in te voeren een geschenk uit de hemel. „Ik zag geen enkele kans meer om politieke aandacht te krijgen voor onze gerechtvaardigde wensen", zegt Aalders. De laatste jaren haalde hij met zijn ludieke acties letterlijk alles uit de kast om het spotlight op de positie van gescheiden vaders te krijgen. Zelfs een optreden bij het Haagse werkpaleis van de koningin bracht Zorro hoeft straks het dak niet meer op om zijn eisen kracht bij te zetten. foto Jos van Leeuwen/GPD hem geen steek verder. Aalders: „Ge weldig dat we het nu alsnog via for mele kanalen bij de Tweede Kamer kunnen krijgen. Ik verwacht er enorm veel van." Vier jaar geleden maakte de toenmali ge gemeente Eibergen in de Achter hoek een vliegende start als proefge- meente voor het burgerinitiatief op lokale schaal. Nog nooit besloot de gemeenteraad tot zo veel poepvrije veldjes, skatevoorzieningen, speel plaatsen en verkeersdrempels als in die eerste jaren. In de nieuwe, heringedeelde gemeen te Berkelland lijken de burgers juist geen trek meer te hebben in het af dwingen van nieuwe wensen. Griffier Mark Slinkman: „We heb ben onlangs nog een simpele, werven de tekst met een vriendelijk lachend raadslid in de krant laten zetten, maar geen respons. Je gaat bijna den ken dat de inwoners niets meer te wensen hebben, maar dat kan ik me niet voorstellen. Iedereen heeft toch ergernissen in de directe omgeving Of is het toch te moeilijk?" Bestuurlijke vernieuwing of niet, de nieuwe weg naar de agenda van de Tweede Kamer ligt in elk geval be zaaid met spelregels. Zo mag het on derwerp de laatste twee jaar niet in het parlement aan de orde zijn ge weest. Ook een ongetwijfeld breed ge steund idee de belastingen drastisch te verlagen, maakt geen kans. Het burgerinitiatief van de organisa tie Clean Air Nederland heeft daaren tegen veel weg van een tik op de vin gers voor de Kamerleden. De lijst met handtekeningen wordt op 1 mei als eerste aangeboden. C.A.N. streeft naar een rookvrije horeca. „Een rook vrije werkplek voor elke werknemer is een grondrecht. Dat geldt ook voor mensen die in de horeca werken. Toch heeft de Tweede Kamer nooit iets ondernomen om dat recht veilig te stellen. We moeten inderdaad dus iets rechtzetten." Willem van den Oetelaar van Clean Air zag het burgerinitiatief als al lerlaatste mogelijkheid om de sigaret tenrook uit de horeca te krijgen. „We hadden geen toegang meer tot de politiek. Het parlement was niet meer geïnteresseerd in de bevindin gen van artsen over meeroken. We hadden naar de rechter kunnen stap pen, maar dat is zo onvriendelijk." Confrontatie Als de rookvrije horeca straks in de Tweede Kamer aan de orde komt, is dat het resultaat van een confron tatie van twee democratische mid delen: het aloude lobbywerk van ho reca en tabaksindustrie en het nieu we burgerinitiatief. „We willen straks een hoofdelijke stemming. Roken is een onderwerp dat dwars door de politieke partijen loopt. Elk Kamerlid moet zich nu over ons voorstel uitspreken." Als het voorstel van Clean Air in Den Haag geen gehoor krijgt, zal het burgerinitiatief een zachte dood sterven, verwacht onderzoeker Habben Jansen van het instituut voor Publiek en Politiek. „Het vertrouwen verdwijnt dan snel." Michiel Willems Een uitgewerkt voorstel om bij voorbeeld milieu, onderwijs of openbaar vervoer te verbeteren of een regel eenvoudiger te maken dan- wel af te schaffen. Met het burgerinitiatief wordt de Tweede Kamer verzocht het voorstel te bespreken. De Kamer moet er een standpunt over innemen. Een burgerinitiatief is meer dan een klacht en mag geen protest zijn. Een commissie beoordeelt eerst of het burgerinitiatief in de Kamer aan de orde komt.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 23