Pa's dood is nooit uit onze gedachten
ipZC
Twee jaar na de roofmoord op berger Polderman
ii
eigen auto terug zou rijden naar
Hansweert", lacht hij tussen zijn tra
nen door. Ook dochter Dineke moet
even lachen om die herinnering. Dat
is de enige keer. Haar stemming la
veert tussen woede en verdriet. Ze
heeft de dood van haar vader nog
steeds niet verwerkt, zegt ze zachtjes.
Hugo, Joyce en schoonzoon Bas even
min. De eerste zucht dat niets meer
hetzelfde is. Elke dag nog staat in het
teken van Leen Polderman.
Joyce vertelt dat de mannen zich
sinds de fatale roofoverval begraven
hebben in het werk. Dat geldt ook
voor Dineke. Ze kan niet meer thuis
zitten. Als ze even kan, komt ze naai
de loods aan de Tramperweg in Hans-
weert en helpt ze de mannen. En
Jeanne, de weduwe van Leen, kan
evenmin thuis zitten, zegt Hugo. Ze
ontvlucht zodra de mogelijkheid er is
het huis waarin de drie Roemenen zo
vreselijk tekeer gingen. „Vind je dat
gek? Wat die daar heeft gezien. Ver
schrikkelijk."
Ontredderd
Hugo herinnert zich de nacht van de
roofoverval nog goed. Direct na het
telefoontje van Jeanne ('we zijn over
vallen') schoot hij in zijn kleren en ra
cete hij samen met Joyce naar het
ouderlijk huis. Daar troffen ze Jean
ne aan, totaal ontredderd. En een le
vensgevaarlijk gewonde Leen. Hugo
kan en wil nog steeds niet in details
treden over wat hij die nacht zag.
Hugo is vol lof over de politie. Die
wist binnen de kortste keren eerst de
drie daders te traceren en aan te hou
op van vijftien tot achttien jaar,
bijna conform de eisen van het OM.
De familie had vrede met die straf
fen, verwoordt Hugo de algemene
stemming. Dineke merkt zachtjes op
dat feitelijk slechts één straf op z'n
plaats is. „Die wordt hier niet toege
past", geeft haar broer als antwoord.
Bijna een jaar na het Middelburgse
proces diende het hoger beroep bij
het gerechtshof in Den Haag. Daar
denken de nabestaanden nog steeds
verbitterd aan terug. Het ging er
daar veel onpersoonlijker, veel afstan
delijker aan toe en de straffen wer
den, tot hun verbijstering, zowat ge
halveerd. Vooral dat laatste kunnen
ze nog steeds niet vatten. „Van zeven
tot twaalf-en-een-half jaar cel", zegt
Hugo sarcastisch. „Hoe is het moge
lijk." Bij de nabestaanden is geen en
kel begrip te vinden voor die straf
maat. Tot hun verbijstering hoorden
ze dat daar ook nog eens eenderde
deel vanaf gaat. Bas: „Wat stelt een
roofmoord dan nog voor." Hugo
noemt de uiteindelijke strafmaat niet
alleen een slag in het gezicht van de
nabestaanden, maar ook een beledi
ging richting de Zeeuwse politie, het
OM en de Middelburgse rechtbank.
„Een zware belediging." Fel: „Het ge
rechtshof vond de door de rechtbank
opgelegde straf te bovengemiddeld.
Hoezo? Welke roofmoord is nu gemid
deld." Hij heeft via geruchten ge
hoord dat één van de bedenkers, een
man uit Zierikzee, af en toe al met
weekendverlof mag. Dineke: „Nu al.
En wij. Wij..." Ze komt niet uit haar
woorden, zwijgt machteloos terwijl
de tranen stromen en wijst de tafel
rond naar de andere familieleden.
Nog steeds lijden ze onder het ver
lies. Hugo: „Geen moment is pa's
dood uit je gedachten."
De roofoverval heeft de familie wan
trouwend gemaakt. Overal zijn nu
alarminstallaties en de zakenrelaties
mogen ook niet meer zoals vroeger
aan huis komen. „Het vertrouwen is
weg", zegt Joyce.
Tijdens de rechtszaak in Middelburg
vertelde Albert Westdijk namens de
familie dat het maar de vraag was of
het bergingsbedrijf het verlies van
Leen kon overleven. Dat laatste is
wel gelukt. Het gaat zelfs goed met
het bedrijf. Het afgelopen jaar heb
ben de bergers van Polderman de ene
na de andere klus kunnen klaren. De
slepers Bravo, Charlie, Foxtrot en
Delta hebben heel wat schepen in
moeilijkheden geholpen. Trots laten
de bergers de plakboeken zien met
daarin foto's van allerlei 'mooie' klus
sen. Er kan niets misgaan op het oos
telijke deel van de Westerschelde of
zij weten het en rukken uit. Hoe dat
zo komt dat ze altijd weten wanneer
er iets aan de hand is? Hugo lacht en
vertelt met een kwinkslag dat het be
drijf een speciale satelliet heeft waar
door het altijd als eerste weet als er
iets mis gaat op de Westerschelde.
Die satelliet, zo zegt hij later, dat zijn
de mensen die hem bellen als ze iets
zien, iets horen, 'die ons iets gunnen'.
Dineke: „Pa helpt ons nog steeds."
Emile Calon
De vier woorden van Joyce
zeggen alles: „Ik heb le
ren haten." De schoondochter
van berger Leen Polderman
uit Hansweert beklemtoont
elk van die woorden. Twee
jaar na de roofoverval op haar
schoonvader en zijn dood
schrijnt het verlies nog enorm.
En het vertrouwen in het
recht, de rechtstaat, is verdwe
nen. Haar man Hugo: „Die uit
eindelijke straffen! Een aan
fluiting. Belachelijk."
Twee jaar geleden stierf de tachtig
jarige Leen Polderman. Hij was
het slachtoffer van een zeer brute
roofoverval. Drie jonge Roemenen
drongen zijn woning in Hansweert
binnen en mishandelden hem tijdens
hun zoektocht naar het vermeende
goud van de legendarische berger.
Zijn wouw Jeanne werd evenmin ont
zien.
Kort na de overval werden de drie da
ders aangehouden. Een aantal weken
later ook de opdrachtgevers. Leen
Polderman was toen al overleden. Hij
stierf veertien dagen na de roofover
val in het Erasmus-ziekenhuis in Rot
terdam aan zijn verwondingen. Hij
lag daar al die tijd in een bijna-coma,
zegt zoon Hugo. Eén moment, tijdens
die twee weken, had hij hoop dat zijn
vader de schoppen, klappen en ha
merslagen zou overleven. „Toen
praatte hij. Toen zei hij dat hij in zijn
compleet ondenkbaar. Hugo: „Iets
doen zonder dat hij het wist? Nee.
Nee, oh nee. Dat gebeurde niet." De
eerste maanden zonder hem waren
weselijk moeilijk. Joyce: „De basis
was weg." Hoe ze die periode zijn
doorgekomen? Ze weten het zelf niet
precies. Bas: „We deden wat we moes
ten doen. Dat was het."
De rechtszaak tegen de daders en be
denkers, dat was moeilijk. Eind okto
ber 2004 zag de familie voor het eerst
die drie jonge Roemeense daders en
hun opdrachtgevers, twee Nederlan
ders en twee Roemenen. Hugo bekent
dat hij even diep in zijn hart nog wel
een beetje compassie had met die
drie jongemannen. Die zijn volgens
hem ook alleen maar gebruikt. Bas
en Dineke daarentegen hebben geen
greintje medelijden. De drie hebben
immers hun (schoon)vader zo wese
lijk mishandeld. Die zijn doelbewust
het huis binnengedrongen om te ro
ven. Dineke is nog steeds blij dat ze
niet meegegaan is naar de rechts
zaak. Ze weet zeker dat ze de daders
had aangevlogen. „Dat zou pa ook
voor ons hebben gedaan."
Impact
Wederom zijn de nabestaanden com
plimenteus, nu richting de recht
bank. Zo mocht huisvriend Albert
Westdijk vertellen welke impact de
roofoverval en dood van Leen Polder
man hadden op de familie en het be
drijf. De nabestaanden zelf hadden
daar niet de kracht voor. De Middel
burgse rechtbank legde de drie uit
voerders en vier bedenkers straffen
den en daarna, 'door goed recherche
werk', de opdrachtgevers. „Geweldig
werk." Ook voor de opvang door de
politie hebben de nabestaanden
'niets dan lof'. De Zeeuwse afdeling
van het Openbaar Ministerie wordt
door hen eveneens overladen met
complimenten. Zo kreeg Hugo het
06-nummer van de officier van justi
tie en de boodschap 'altijd te bellen
als er iets is'. Die officier beet zich in
de zaak vast, zegt Hugo. „Het was
voor hem niet zomaar een zaak. Hij
was ook geschokt. Hij wilde de da
ders pakken."
Na het overlijden van de grondlegger
van het bergingsbedrijf leefden de fa
milieleden in een soort trance, zo be
schrijven ze die periode tot aan de
rechtszaak. Hun (schoon)vader was
tot aan de overval letterlijk de spil
van het bedrijf. Hij ging niet meer
mee het water op, maar verder regel
de hij nog alles. Het idee iets te doen
zonder goedkeuring van Leen was
Redactie bijlagen: 0113-315680
J foww.pzc.nl
f.mail:redactie@ pzc.nl
Postbus 31,4460 AA Goes
Advertentie-exploitatie:
Noord- en Midden-Zeeland: 0113-315520;
7eeuws-Vlaanderen: 0114-372770;
j Nationaal: 020-4562500.
t zaterdag 22 april 2006
Sleepboten van het bergingsbedrijf Polderman in Hansweert.
Spektakel aan de Belgische kust