Voor lopen heb je niets nodig Ms wordt voorspelbaar Ziekenhuis is geen leuke verblijfplaats Mogelijk genezing diabetes type één Amphia opent Brain Care Unit Mobiel leidt niet tot hersentumor Bepaald antibioticum helpt wel Diabetes bepaalt overleving hart Cholesterol stimuleert tumoren Bewegingswetenschapper heeft negen marathons op zijn naam staan Meer gevallen van kanker in Verenigde Staten onder ex-Sovjets vrijdag 21 april 2006 BREDA - Het Amphia Ziekenhuis in Breda opende deze week de Brain Care Unit. Het is een speciale afdeling op de locatie Molengracht voor patiënten die extra bewa king, observatie en registratie van de vitale functies no dig hebben na een herseninfarct. Ook neurologiepatiën- ten die extra bewaking behoeven door traumaletsel of an dere ziektebeelden kunnen er worden opgenomen. Met de Brain Care Unit zijn er twee nieuwe verpleegafde lingen bijgekomen, wat het aantal neurologiebedden op 72 brengt. Extra geschoolde verpleegkundigen bewaken er vanuit de centrale verpleegpost met behulp van monito ren en ECG de bloeddruk, hartritme en temperatuur van patiënten. DEN HAAG - Het veelvuldig gebruik van de mobiele tele foon leidt niet tot een grotere kans op hersentumoren. En ook niet tot hoofdpijn bij mensen die beweren dat zij ge voelig zijn voor de elektromagnetische golven die de mo biele telefoon uitzendt. Dit blijkt uit twee studies, be schreven in het Bi-itish Medical Journal, onder respectie velijk ongeveer 2700 en 120 personen. GPD LONDEN - Mensen die vanwege een acute, ernstige ast- ma-aanval opgenomen moeten worden in het ziekenhuis, herstellen sneller als zij, naast de gebruikelijke medicij nen, tevens het antibioticum telithromycine krijgen toege diend. Dit meldt S. Johnston van het Imperial College Londen in het medisch tijdschrift New England Journal of Medicine op grond van een onderzoek onder 278 patiënten. Het is onduidelijk waarom dit antibioticum het herstel bespoe digt. Andere antibiotica hebben geen effect op het her stel. GPD ALBERTA - Een donorhart van een donor ouder dan vijf tig jaar doet het na transplantatie net zo goed als een do norhart van een donor jonger dan 50 jaar. Dit concludeert S. Meyer van de Universiteit van Alberta in het vakblad Journal of Cardiac Surgery op grond van een analyse van de overleving van 388 ontvangers van een donorhart. De overleving van het donorhart wordt vooral bepaald door het al of niet hebben van diabetes van de ontvanger, blijkt uit de studie. GPD MILAAN - Het lijkt erop dat een hoog cholesterolgehalte niet alleen de kans op hart- en vaatziekten verhoogt, maar ook de kans op prostaatkanker. Bij mannen met prostaatkanker komt in ieder geval vaker een verhoogd cholesterolgehalte voor dan bij mannen zon der prostaatkanker, schrijft F. Bravi van het Istituto di Ri- cerche Farmacologiche 'Mario Negri' in Milaan in het vak blad Annals of Oncology op grond van een studie onder een kleine 3000 mannen. Onderzoek bij muizen wees eer der al uit dat cholesterol, de grondstof voor mannelijke hormonen, de groei van beginnende prostaattumoren sti muleert. GPD HnnrPirk Wolthekker AMSTERDAM - Er is alleen de beweging en verder niets. Maar marathonloper en bewegingswe tenschapper Maurice Maas beeft wel een hartslagmeter bij zich. Bewegingswetenschapper aan de Universiteit van Amsterdam en marathonloper Maurice Maas (34) had er kortgeleden flink de smoor in. „Er was de eerste Nescioloop in Amster dam, een loop van negen kilome ier over de gloednieuwe Nescio- 'orug. Terwijl op diezelfde dag ook de 26ste marathon van Rot terdam was. Aan beide had ik wel mee willen doen. Ik had na tuurlijk een keuze moeten ma ken, maar nu was de keuze voor mij gemaakt: ik ben gebles seerd. Al twee maanden. Ik loop zo'n drie tot zes keer per week, maar een tijdje terug kreeg ik last van mijn achillespees. Het werd steeds erger. Veel blessu res sluipen er geleidelijk in tot dat je opeens zwaar geblesseerd bent. Op een gegeven moment was ik misselijk van de pijn. De dokter wil het geen ontsteking noemen, maar het is wel de op een na ernstige achillespees kwaal. Ik zit op één fase voor het afscheuren van de pees." Haalbaarheid Het zijn geen wandelingen die Maas maakt. Elke wandeling wordt 'vertaald' naar een loop. Maas: „De stationswandelingen van de NS zijn prachtig en ook erg geschikt voor een loop. Neem de wandeling van station Naarden-Bussum naar station Weesp. Dat is voor mij een sta tionsloop." Lopen is leuk, maar het moet in één dag haalbaar zijn, Maas: „De route naar San tiago de Compostela is daarom aan mij niet besteed. Dan zou ik toch willen rennen,, maar dat wordt dan een ren in etappes. En dan pleeg je weer roofbouw op je lichaam, dat is te veel. Een echte verre loop zit er daarom niet in. Hoewel, je verlegt steeds je grenzen. Zo wil ik nog altijd een keer de Comrades in Volgens Maurice Maas moet je een marathon onder de drie uur lopen, anders word je niet serieus genomen in 'het wereldje'. foto Peter Nicolai Zuid-Afrika lopen. Dat is in fei te een dubbele marathon van ne gentig kilometer tussen Durban en Pietermaritzburg. Het is de oudste ultraloop ter wereld. Niet de langste. In Griekenland wordt een loop gerend van 255 kilometer. Het zou de oor spronkelijke route zijn van de marathonloper die in 490 voor Christus zijn naam gaf aan de langeafstandsloop die nu een lengte heeft van 42,195 kilome ter. Ik sluit niet uit dat ik.ooit nog eens zo'n loop ren." Lopen is heel erg puur, volgens Maas. „Fietsers hebben een fiets nodig, voetballers of basketbal lers een veld of een zaal. En een bal. Lopers hebben niets, daar om is het ook zo makkelijk. Je bent thuis of op je werk. Hup, schoenen aan en lopen. Je kunt het alleen doen, lid van een club hoef je niet te zijn^-oen clubshirt heb Je niet nodig. Goede schoe nen is voldoende. Dat kan trou wens nog in de papieren lopen. Als je regelmatig traint, hal veert de natuurlijke demping van je schoenen na vierhonderd kilometer. Dat betekent toch dat de meeste lopers hun schoe nen na een halfjaar moeten ver vangen. Ook qua kleding moet je oppassen, wanf alles wat je aanhebt, moet lekker zitten. Dat betekent dat je soms in kleding moet lopen waarmee je in het da gelijks leven nooit gezien zou willen worden. Vooral mannen met een voetbalachtergrond wil len liever niet in een strakke en tight broek lopen, want dan heb ben ze het idee dat ze naakt lo pen." Maas is zo'n tien jaar geleden be gonnen met lopen. „Het kwam een beetje door mijn werk. Als trainer bij het Universitair Sport Centrum moet ik altijd 's avonds werken. Dat betekent dat ik dus niet mee kan doen aan teamtrainingen, want die zijn meestal 's avonds. Dan kom je al snel bij een sport uit die je alleen kunt doen, zoals lopen. Ook mijn studie bewegingswe tenschappen aan de VU heeft bijgedragen aan mijn liefde voor het lopen, want die studie is erg gericht op duursport." Omgeving „Door te lopen ervaar je de we reld ook beter en mooier dan bij andere sporten. Je kijkt eens een beetje om je heen, je laat de omgeving op je inwerken. Hele maal goed. Ik woon in Amster dam-Oost, en dan loop ik bij voorbeeld een rondje Durger- dam en Ransdorp", zegt Maas. „Tegenwoordig loop ik ook wei eens over IJburg. Dan loop ik he lemaal naar het einde van het ei land, ga over de nieuwe brug en dan kom ik uit bij de Maxis in Diemen. Dan loop ik terug via het Diemerpark. Onderweg laat ik dan de omgeving op me inwer ken: zand, bouwstenen, huizen, architectuur. Heel leuk om al lo pend te zien hoe zo'n wijk uit de grond wordt gestampt." „Als ik loop, heb ik altijd de hartslagmeter bij me. Dat is de getallenfreakerie die is overge bleven van mijn studie. Je maxi male hartslag is een makkelijke rekensom: 220 min je leeftijd. Dat betekent voor mij dus onge veer 190. Voor het gemak trek ik daar nog 20 van af en stel de me ter in op 170. Als mijn hartslag daar tijdens het lopen boven komt, gaat er een piepje. Mijn hartslagmeter heeft een geheu gen, zodat ik achteraf kan zien hoe hoog mijn hartslag was tij dens het lopen. Maar waar het mij vooral om gaat is dat ik tij dens het lopen mijn gevoel check. Ik ken het gevoel dat bij een bepaalde hartslag hoort. Als mijn aandacht voor de omge ving verslapt, weet ik dat mijn hartslag te hoog is. Bij een hart slag van 170 gaat alles nog vrij soepel, maar boven de 180 kun je je alleen nog maar concentre ren op je lichaam en zie je alleen nog twee stoeptegels voor je", al dus de hardloper. „Inmiddels heb ik negen mara thons gelopen. Eigenlijk moet ik zeggen: ik ben aan negen mara thons begonnen, want ik heb er acht uitgelopen. De laatste ma rathon die ik liep, was de mara thon van Amsterdam in oktober vorig jaar. Die heb ik uitgelopen in 3 uur en 26 seconden. Wat ik nu ga zeggen, is een heel gevoe lig punt hier op het sportcen trum: ik heb nog nooit een mara thon onder de drie uur gelopen, en dat is toch echt wel de bedoe ling, als je tenminste een beetje serieus genomen wilt worden in de wereld van de marathonlo pers. Voorlopig ben ik gebles seerd, al denk ik dat het niet meer zo lang zal duren." GPD doorC.M. Dijkhuis Mijn nuttigste stage tijdens mijn opleiding tot chirurg was ook de kort ste. Vijf dagen, van dinsdag tot zaterdag. Dat was toen ik voor een onbenullige ingreep zelf was opgenomen. Niet in mijn eigen opleidings ziekenhuis, maar in een vreemd ziekenhuis in een an dere hoek van het land. Zo vreemd dat niemand daar wist dat ik ook in het vak zat. Die vrijdagmorgen liep een jonge assistent, net zo jong als ikzelf, de zaalvisite en hij besliste over naar huis of niet. De heer K. moest nog even blijven tot maandag want het kalkgehalte in zijn bloed was nog een fractie te laag. Maar maandag zou dat vast wel in orde zijn en dan kon hij onge twijfeld naar huis. Zo sprak de assistent en was al bij het volgende bed. De diepe teleurstelling die de I heer K. met al zijn lichaams- talen sprak, ontging hem. Ik zag dit allemaal van een afstand aan en vroeg me af hoe vaak ik zelf al blind en doof was geweest voor derge lijke signalen. Want ik wist dat de heer K. de volgende dag jarig was, dat zijn kinderen het huis hadden versierd en dat hem I al eerder was toegezegd dat hij dan wel thuis zou zijn. j En in een fractie van een se conde lag deze illusie aan gruizels. I Vanaf toen hanteer ik in mijn I ontslagbeleid de stelling dat j na de gevangenis het zieken huis de slechtste plek is om te verblijven en dat elke patiënt zo snel mogelijk naar huis moet, tenzij hij zelf het tegen deel aangeeft. Vroeger Nu speelt dit in de jaren ze ventig en het was toen niet altijd gemakkelijk om deze stelling in praktijk te bren gen. Directies van ziekenhuizen koesterden hun volle bedden want dat was goed voor de in komsten van het ziekenhuis en dokters speelden op safe en ontsloegen pas als de pa tiënt zo'n beetje zelf naar huis kon fietsen. Inmiddels is er veel veran derd. In 1980 stond voor een liesbreukoperatie nog een op name van een week; vandaag is een ééndagsopname dan de standaard. De verpleegduur is in die ja ren gehalveerd en het aantal operaties in dagbehandeling neemt nog steeds toe. Afstand Dit illustreert dat aan de functie en de lokalisatie van ziekenhuizen andere eisen worden gesteld dan toen. Bij korte opnames worden af standen minder belangrijk en daarmee ook de plaats waar het ziekenhuis staat. Natuurlijk wil iedereen graag een academisch zieken huis aan het eind van zijn straat (zonder de bijbehoren de verkeersoverlast), maar niet iedereen heeft een acade misch ziekenhuis elke dag no dig. En toegegeven, er zijn nog steeds patiënten die langer in het ziekenhuis moeten verblij ven en voor hun bezoekers speelt reistijd wel degelijk een rol. Maar dat zijn nu juist patiën ten met complexe aandoenin gen voor wie allerlei com plexe voorzieningen nodig zijn. Voorzieningen die duur zijn en geschoold personeel behoe ven. En dat komt of blijft alleen in Zeeland als deze voorzie ningen geconcentreerd wor den. Anders verdwijnen ze he lemaal uit Zeeland en dan heb je pas echt reistijden. Eén centrumziekenhuis is dus een oplossing, geen be dreiging. Met de heer K. is het toch nog goed gekomen. Dr. C.M. Dijkhuis is chirurg in de Oosterscheldeziekenhui- door Klaas Jan Klein LEIDEN - „Het is niet meer de vraag óf diabetes type één te ge nezen valt, maar wel wannéér het gebeurt." Dat zijn de woor den van dr. B.O. Roep, immuno- loog van het Leids Universitair Medisch Centrum. Roep is nauw betrokken bij de nieuwste ont wikkelingen op het gebied van suikerziekte. Bij type één diabetes produceert het lichaam geen insuline meer. Roep: „De mogelijkheid dat het lichaam zelf nieuwe insulinepro- ducerende beta-cellen maakt. Dat lijkt in de toekomst het be oogde middel om diabetes type één definitief te bestrijden." Bij diabetes type één-patiënten kunnen bepaalde T-cellen uit het afweersysteem overgaan tot het vernietigen van beta-cellen in de alvleesklier. Daardoor wordt er geen insuline meer aan gemaakt. Roep ziet een doorbraak in een methode waarbij antistoffen worden ingespoten bij patiënten met een recent ontwikkelde dia betes. Testen wijzen uit dat met deze nog experimentele thera pie niet alleen de vergissing her stelt, maar dat ook de afbraak van betacellen in de alvleesklier wordt gestaakt. Er zijn zelfs aan wijzingen dat er dan spontaan herstel optreedt van deze 'insuli- nefabriekjes'. Roep: „Met de nieuwe beta-cel len in de alvleesklier kan de pa tiënt weer opnieuw zijn eigen in suline aanmaken. Het spuiten met insulinepen of gebruik van insulinepomp kan dan hopelijk tot een minimum beperkt wor den. Hoewel genezing van diabe tes waarschijnlijk nog minstens een decennium gaat duren en een individuele behandeling door middel van transplantatie nu nog tienduizenden euro's op jaarbasis kost, komen we met grote stappen toch steeds dich ter bij een doorbraak." Samenwerking Roep verwijst naar de vele vor deringen die de laatste kwart eeuw op diabetesgebied ge maakt zijn. Hij voorziet revolu tionaire ontwikkelingen in de toekomst. Verschillende ziekenhuizen in Nederland hebben hun krach ten gebundeld om met nieuwe onderzoeken meer duidelijkheid te krijgen over het behandelen van diabetes. Bij een onderzoek naar de erfelijke factoren die de vatbaarheid voor de ziekte bepa len (de ziekte zelf is niet erfe lijk), zijn groeifactoren gevon den die een rol spelen. Verder wordt naar omgevings factoren gezocht als voeding en hun relatie met groei en diabe tes. Tijdens een symposium over kinderdiabetes type één werd er dieper ingegaan op de verande ringen op kortere termijn. Roep: „In de 'zoektocht naar de toe komst' kwam naar voren dat de diabetesbehandeling vooral door nieuwe geavanceerdere hulpmiddelen zal veranderen. Vooral de sensor-aangestuurde insulinepomp, die binnen enke le jaren verwacht wordt, zal de behandeling aanzienlijk vereen voudigen. Een andere innovatie is de insuline-inhalatie die voor lopig niet bij kinderen wordt toegepast vanwege het onbeken de effect op de jonge longen." In Nederland zijn zo'n 60.000 mensen met diabetes één. Het komt veel minder vaak voor dan diabetes twee. Daar lijden onge veer 600.000 mensen aan. GPD NEW YORK - Het aantal geval len van schildklierkanker in de Verenigde Staten is de afgelo pen jaren stevig toegenomen. Jaarlijks komen er 30.000 nieu we gevallen bij. Volgens artsen komt de ziekte vooral veel voor onder voormali ge inwoners van de Sovjetunie, vermoedelijk als gevolg van de ramp in de kerncentrale van Tsjernobyl op 26 april 1986. De deskundigen roepen immi granten uit Wit-Rusland, Oek raïne en het westen van Rusland op zich te laten onderzoeken. Schildklierkanker is goed té be handelen, mits het in een vroeg stadium wordt ontdekt. Volgens de deskundigen bren gen Amerikaanse artsen ziekte verschijnselen echter niet zo snel in verband met blootstel ling aan straling, waardoor veel gevallen te laat worden ontdekt. Dat berichtte The New York Ti mes gisteren. ANP door Henk Hellema GRONINGEN - Multiple sclero se is een aandoening van het cen trale zenuwstelsel die ernstig kan verlopen. Maar niet bij elke patiënt. Een kwart heeft slechts last van milde klachten. Geeta Ramsaransing heeft een aantal kenmerken gevonden die kun nen wijzen op een mild beloop. „Dit inzicht kan van groot be lang zijn voor de behandeling van deze patiënten." Ze hoopt op 24 april aan de Rijksuniversi teit Groningen te promoveren. Waarom het gebeurt, is nog al tijd een raadsel. Maar bij multi ple sclerose (ms) zet het afweer systeem de aanval in op cellen van het eigen lichaam. Op cellen van hersenen en ruggenmerg. Die aanval is vooral gericht op het omhullende isolatieweefsel rond zenuwcellen. Die raken be schadigd. Als gevolg daarvan is de geleiding van elektrische sig nalen langs de zenuwen ge stoord. Patiënten met ms kunnen daar door een scala van neurologi sche klachten hebben. Van moe heid, van slecht zien als gevolg van een ontsteking aan de oogze nuw, van dubbelzien en van coördinatieproblemen. Daar naast kunnen ze ook klachten van motorische aard hebben, zo als spierzwakte (een slepend been) en krachteloze en stijve spieren (spasticiteit), waardoor ze uiteindelijk in een rolstoel te recht kunnen komen. Ook kun nen ze last hebben van obstipa tie en piasproblemen. „De klachten hangen nauw sa men met waar in de hersenen en ruggenmerg de schade is aange richt." Ondanks alle individuele ver schillen kan ms in grote lijnen in drie verschijningsvormen worden onderverdeeld, zegt Ramsaransing. „Bij sommige patiënten vindt vanaf het begin van de ziekte een geleidelijke maar gestage achteruitgang plaats, waarbij vooral motorische klachten een rol spelen. Bij anderen beginnen de klachten acuut, maai- verdwij nen deze na verloop van tijd weer. Dergelijke periodes van verslechteringen en verbeterin gen kunnen meerdere malen op treden. In de loop der jaren gaat ook bij deze patiënten de situa tie echter langzaam maar zeker achteruit." Ramsaransing was vooral geïnte- Een dwarsdoorsnede van een deel van de hersenen van een overleden ms-patiënt. De donkere vlekken aan de binnenkant langs de hersenholtes wijzen op door de ziekte veroorzaakte hersenschade. foto GPD resseerd in de derde verschij ningsvorm. „Een kwart van de ms-patiënten vertoont slechts een enkele periode van verslech tering en gaat in de loop der ja ren niet of nauwelijks achteruit. Die groep met een milde, goed aardige vorm van ms zou je graag willen herkennen. Die pa tiënten zou je kunnen geruststel len. Ze zouden ook minder medi cijnen hoeven te gebruiken, die toch vervelende bijwerkingen hebben." Kenmerken Maar hoe herken je een ms-pa tiënt met een mild beloop? Uit haar onderzoek, financieel ge steund door MS Internationaal, kwamen een aantal kenmerken naar voren die verband houden met een milde ms. „De ziekte begint voor iemands veertigste, al in het begin speelt een ontsteking aan de oogzenuw op, er zijn aanvankelijk geen mo torische klachten en in de eerste vijf jaar van de ziekte treedt slechts een enkele verslechte ring van de klachten op. Maar nog altijd geeft dat geen zeker heid, dat de patiënt ook na tien jaar niet verder achteruit gaat." Waar hangt dat vanaf? „Er zijn aanwijzingen dat bij ms niet alleen de isolatie van de zenuwcellen wordt beschadigd, maar ook de uitlopers van de ze nuwen zelf. Dat laatste zou bij patiënten met een milde vorm van ms niet gebeuren." Schade aan zenuwuitlopers wordt veroorzaakt, neemt men aan, door agressieve zuurstofver bindingen, zuurstofradicalen, al dus Ramsaransing. „In bloed heb ik daarom gezocht naar ver schillende stoffen die de aanwe zigheid van deze radicalen verra den." Van al die stoffen vond ze bij ms-patiënten hogere bloedspie gels dan bij gezonde personen. „Zuurstofradicalen spelen dus een rol bij de ziekte. Maar met de onderzochte stoffen kon ik geen onderscheid tussen de ver schillende verschijningsvormen maken." Ook tekorten aan bepaalde voe dingsstoffen zouden van invloed zijn op het beloop van ms. Voedsel Ramsaransing heeft aan tachtig patiënten gevraagd om twee we ken lang nauwkeurig op te schrijven wat ze in die periode aten en dronken. Ze vond dat ms-patiënten minder folium zuur binnenkregen. Met name patiënten met eerst verslech teringen en verbeteringen en la ter een gestage achteruitgang kregen ook duidelijk minder cal cium en magnesium binnen. Maar ze is nog terughoudend om aan deze resultaten gerichte voedingsadviezen te verbinden. „Het enige wat ik wil zegden is, dat ms-patiënten er heel goed op moeten letten dat hun voe ding geen tekorten bevat." GPD

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 7