de lucht Hulpverlening door Zorg verspreidt zich als confetti over de regio ifXbalans /a, balans Donderdag 20 april 2006 Donderdag 20 april 2006 Sinds de start op 1 augustus 1997 is de traumahelikopter Rotterdam 'Lifeliner 2' al meer dan 6.500 keer uitgevlogen. Over het ontstaan, de aanvankelijke scepsis en de vele voordelen sprak In Balans met de medisch verantwoordelijke van het eerste uur Frans Rutten en Basemanager/vlieger Thomas Gassmann van ANWB Medical Air Assistance. De traumahelikopter komt nogal eens voorbij in films. Het levert vaak spectaculaire beel den op als hij landt in onherbergzaam gebied en de slachtoffers weten dat redding nabij is. Maar niet alleen op het witte doek gaat hij de strijd aan op leven en dood. Het is ook de dagelijk se realiteit. Helikopterhulpverlening bij grote/ernstige ongeval len is al jaren gebruikelijk in het buitenland. In ons land kwam half jaren 90 feitelijk pas de ommekeer toen ontwikkelingen in de traumaopvang lieten zien, dat het niet altijd goed is een slachtoffer zo snel mogelijk in een ziekenhuis te krijgen, maar het vaak nuttiger is om hem/haar allereerst op de plaats van het ongeval te stabiliseren. Hierdoor wordt erger let sel tijdens transport voorkomen. Na een tweetal proeven - Amsterdam 1995 en Rotterdam 1997 - met helikopterhulpverlening, die het beoogde suc ces teweeg brachten, heeft op 2 oktober 1998 de toenmalige Minister van Volksgezondheid de beslis sing genomen tot landelijke invoering van traumate ams per helikopter. Hiermee is een helikoptertrau- mateam een vast onderdeel geworden van de hulp verlening aan slachtoffers van ongevallen. Inmiddels is er naast Amsterdam en Rotterdam ook een heli- koptertraumateam gestationeerd in Nijmegen en Groningen. Onbekend maakt onbemind Zo'n traumahelikopter vervoert in eerste instantie het Mobiel Medisch Team (MMT) snel naar de plaats van het ongeval. De arts en verpleegkundige van het MMT verlenen spoedeisende hulp, die dankzij de heli kopter eerder verleend kan worden. Hierdoor kunnen ze de vitale functies (ademhaling, bloedsomloop) van de patiënt sneller optimaliseren, waardoor de patiënt een grotere kans op overleven heeft. Als de patiënt eenmaal gestabiliseerd is, wordt hij of zij met de ambulance of per helikopter naar het ziekenhuis gebracht. Meestal gaat de arts van het MMT mee met Het initiatief voor de inzet van een traumahelikop ter wordt genomen door de centralisten van de Gezamenlijke Meidcentrale Zeeland in Middelburg of door de bemanning van een ambulance die naar een incident wordt gestuurd. Als de aard van een melding dusdanig ernstig is dat de inzet van een traumahelikopter gerechtvaardigd lijkt wordt de heli al op voorhand naar een calamiteit gestuurd. Een ambulance is vrijwel altijd eerder dan de trau mahelikopter bij een incident ter plaatse. Als ter plaatse blijkt dat de hulp van de helikopterbeman ning niet nodig is kan de ambulanceverpleegkundi- ge de heli-inzet cancellen. De helikopter is dan direct weer inzetbaar voor andere calamiteiten. Beter één keer teveel gevlogen dan één keer te weinig blijft het uitgangspunt. "De traumahelikopter heeft anno 2006 zijn bestaansrecht méér dan bewezen," Een bevelvoerder van de brandweer praat de trauma-arts bij op weg naar een ongeval. de ambulance. "In feite was - en is nog steeds - het achterliggende idee dus 'Breng de medisch specialist naar de patiënt, in plaats van de patiënt naar de spe cialist!'", aldus Frans Rutten. "Daarmee win je name lijk tijd en dat kan van levensbelang zijn in een derge lijke situatie." "Ondanks deze kostbare tijdswinst was In West-Brabant zijn, net als in de rest van Nederland, in de afgelopen tientallen jaren veel voorzieningen uit de directe leefomgeving van de burger verdwenen. Door herindeling is in veel plaat sen de afstand tot het bestuur vergroot. De wethou der woont niet meer in het dorp, het gemeentehuis staat verder weg. Ook zorginstellingen en zorgvoor zieningen gingen op in grotere verbanden. De zorg kwam daardoor letterlijk op afstand van de burger. Een voorbeeld is het kruiswerk, met zijn wijkverpleeg sters, dat werd ondergebracht in de thuiszorg. De kruisgebouwen om de hoek verloren veelal hun oor spronkelijke functie, of sloten zelfs hun deuren. Bloed laten prikken, het consultatiebureau bezoeken of loopkrukken lenen, je moet er voor op uit trekken, vaak zelfs buiten de eigen woonplaats. En wie bij voorbeeld vanuit Halderberge een beroep wil doen op de geestelijke gezondheidszorg, moet naar Roosendaal of Bergen op Zoom, waar GGZ Westelijk Noord-Brabant (GGZ WNB) is gevestigd. 'Mensen kunnen voor veel zorg niet meer in hun eigen woon plaats terecht,' constateert Henk van Tilborg, voorzit ter van het dagelijks bestuur van de Regionale Kruisvereniging West-Brabant, waarvan 42.000 West- Brabantse gezinnen lid zijn. 'Het is een gat in de zorg dat de lokale leefbaarheid niet ten goede komt.' Maarten van Eybergen, beleidsadviseur van GGZ 'De zorg moet weer terug naar het lokale niveau, meer aansluiten op lokale behoeften.' WNB, trekt eenzelfde conclusie: 'De zorg moet weer terug naar het lokale niveau, meer aansluiten op loka le behoeften. Van centraal naar decentraal. Die ombuiging past ook in de trend van vermaatschappe lijking van de zorg: de zorg zichtbaarder maken in de samenleving, dichter ook bij de burger.' Hulpposten Van Eybergen legt uit dat psychiatrische patiënten in de toekomst voor gespecialiseerde hulp steeds dich ter bij huis terecht kunnen. GGZ WNB gaat namelijk steunpunten voor cliëntconsultaties in wijken en dor pen openen. In de komende jaren gaan in West- Brabant meer van dergelijke hulpposten verrijzen, waar sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen bijvoor beeld spreekuur gaan houden. 'De GGZ wordt als een soort confetti door de regio verspreid,' licht Van Eybergen het uitwaaieren van GGZ-voorzieningen toe. In Zeeland is dezelfde beweging zichtbaar. Marianne Stijnman, hoofd communicatie bij de Zeeuwse collega-instelling Emergis beaamt: 'De geestelijke gezondheidszorg moet zich nadrukkelij ker laten zien op die plaatsen waar mensen leven: thuis, op school, op het werk en in de wijken. Niet voor niets luidt onze missie: een goede geestelijke gezondheid voor alle mensen in Zeeland, deskundig, betrokken en dichtbij.' Stijnman somt moeiteloos een aantal voorbeelden op waar de missie al volop wordt toegepast. 'Zo verrichten in Zeeuws-Vlaanderen Emergis-psychologen kortdurende psychologische behandelingen in de huisartsenpraktijk. 'De huisarts en psycholoog als voordeurdelers'; het is een groot succes. Succesvol zijn ook de homeparty's, versla vingspreventie in huiselijke kring. Op basis van het tupperwareconcept nodigt een gastvrouw familiele den, vrienden en collega's thuis uit, waar een pre ventiewerker van Emergis uitleg geeft over roken, alcohol, drugs en gokken. Vrij nieuw is nog advies en behandeling via het internet. De eerste ervaringen zijn positief. Het blijkt dat mensen die bijvoorbeeld kampen met somberheid of angsten baat hebben bij een dergelijk e-consult.' Het doel is om de geestelij ke gezondheidszorg makkelijker bereikbaar te maken voor mensen die hulp zoeken. Voor die mensen is er vaak nog een drempel, vinden zowel Stijnman als Van Eybergen. 'Er hangt nog altijd een taboe omheen. Het is vanuit preventief oogpunt belangrijk dat de geestelijke gezondheidszorg zichtbaarder wordt en makkelijker bereikbaar. Door die drempel lager te maken, kan iemand die bijvoorbeeld last heeft van somberheid, er wellicht op tijd bij zijn en een depres sie voorkomen.' GGZ WNB wil op deze manier het zorgaanbod zo dicht mogelijk bij de leefomgeving van de cliënt bren gen. 'En,' zegt Van Eybergen, 'door in dorpen of wij ken aanwezig te zijn kunnen wij nauw samenwerken met de plaatselijke maatschappelijke partners, zoals de politie, gemeente, buurthuizen, zorginstellingen, de kruisvereniging en woningbouwcoöperaties. Dat komt de zorg voor de cliënt alleen maar ten goede.' Voor deze decentralisatie gaat GGZ WNB gebruik maken van bestaande gebouwen, waar vaak ook andere zorgaanbieders in gevestigd zijn, aldus van Eybergen. Met die zorgaanbieders gaat GGZ WNB nauwer samenwerken. Ook gaat de GGZ op die plek ken voorlichtingsbijeenkomsten geven. Uitleenpunten De Regionale Kruisvereniging West-Brabant is nu druk bezig met de oprichting van zogenoemde uitleen- en servicepunten in de 28 kernen waar de Kruisvereniging van oudsher al plaatselijke afdelingen heeft. Dat doet de vereniging samen met een lever ancier van hulpmiddelen en met diverse zorginstellin gen in de regio. Daarmee is in het afgelopen jaar samenwerking gezocht. Achttien locaties zijn er inmiddels en diverse andere staan op de rol. Het stre ven is om bij elke plaatselijke Kruisvereniging een der gelijk punt te openen. Kruisleden kunnen er met kor ting, en niet-leden zonder korting, diverse zorgartike- len lenen of kopen. Ook AWBZ-hulpmiddelen. Loopkrukken, bedden, aangepast bestek, toiletverho- gers, noem maar op. 'En uiteindelijk willen we toe naar een echt steunpunt voor zorg,' kijkt Van Tilborg vooruit. 'Met bijvoor beeld een spreekuur voor een fysiotherapeut en waar je het gehoorapparaat kunt laten controleren. We wil len als Kruisvereniging het lokale voorzieningenpeil weer omhoog brengen. Mede door de vergrijzing zijn juist deze lokale zorgvoorzieningen belangrijk in de dorpen. Veel ouderen zijn niet meer zo mobiel.' Van Eybergen: 'De zorg dichter naar de burger bren gen past ook in de komende Wet Maatschappelijke Opvang (WMO), die op 1 januari 2007 ingaat en waardoor gemeenten meer de regie zullen krijgen over de plaatselijke zorg. Die lokale overheid staat ook dichter bij de burger dan de landelijke.' Het initi atief van GGZ WNB, Emergis en de Kruisvereniging sluit dan ook aan bij één van de gedachten achter de WMO: het aanbrengen van meer samenhang in voor zieningen op lokaal niveau zodat cliënten langer zelf standig kunnen functioneren. Té' - Lokale cliëntensteunpunten voor psychische hulp, uitleen- en servicepunten voor zorgartikelen en zorgadvies, een spreekuur om de hoek. Ook in Zeeland en West-Brabant keert de zorg langzaamaan weer terug in buurt en dorp. nu'oisi a ft* seoBoisi a -\n=»\ i i-=i

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 61