Jolink heeft er nog steeds zin in
Tegenwoordig mag je een jazzopleiding hebben
De juiste plaats
Normaal
bestaat
dertig jaar
woensdag 19 april 2006
ZD
ee, ik ben niet al
tijd dronken en ja,
ik ben ook wel eens
vrolijk. Wel, ik kan u meede
len dat ik me in tijden niet zo
goed heb gevoeld. Kiplekker
zelfs. Bennie Jolink, een vita
le zestiger. 30 jaar Normaal,
30 jaar heken, 40 albums,
da's een feestje en een tour
nee waard. Jolink 'het er sin
Hij is net terug uit Mexico.
In een bootje tussen rond-
spuitende Moby Dicks, op de
Norton en BSA over verlaten
landwegen, in het café zingend
('t Wurd tied dat wi-j weer es
goat dansen), Jolink had het erg
naar zijn zin.. De indrukken
werden van snedig commentaar
voorzien in het Neder-Saksisch:
'Machtig mooi man'.
De programmamakers van
RTL7 vonden het niet nodig Jo-
links reisreportage (begin maart
uitgezonden) van ondertitels te
voorzien. Het zal Bennie Jolink
goed hebben gedaan. Erkenning
na al die jaren: Ooit werd hij in
zijn Amsterdamse tijd afgeser
veerd vanwege zijn 'boertige,
provinciale accent', anno 2006
hebben dialecten een andere sta
tus.
Hij gromt bij de herinnering.
„Ze beloofden me van alles
maar als ik mijn mond open
deed, zag je de Amsterdamse
scene terugwijken en lieten ze
me vallen als een baksteen",
zegt de Achterhoeker die aan de
vooravond staat van een jubi
leumtournee: Normaal bestaat
dertig jaar.
De aversie tegen het westen is
nooit verdwenen. Dat bleek on
langs nog bij de Edison-uitrei-
king in Amsterdam waar Nor
maal een beeldje kreeg voor het
hele oeuvre ('Ze hadden er ken-
nelijk eentje euver'). „In de aan
loop tot de uitreiking ging het
mis. Gesteggel over het aantal
nummers, wel of niet live spe
len; we hebben uiteindelijk gro
tendeels onze zin gekregen en
het werd dankzij Anouk toch
nog een leuk optreden." Nee,
veel trotser is Jolink op de Jo
hanna van Burenprijs, de cultu
rele onderscheiding voor
Oost-Nederland, die hij de vori
ge maand kreeg vanwege zijn
bijzondere verdiensten voor de
emancipatie en acceptatie van
de streektaal. „In een adem ge
noemd worden met Willem Wil
mink en Herman Finkers, gewel
dig man." Het juryrapport mag
er wezen: 'Met zijn liedteksten
heeft hij de taal verrijkt met tal
van uitdrukkingen als oerend
hard, hoken en anhangerschap'.
En: 'Jolink is met zijn formatie
de wegbereider geweest van de
vele streektaalgroepen die na
hem kwamen, zoals streekge
noot Boh Foi Toch, Rowwen
Hèze uit Limburg en de Drentse
groep Skik'. Tenslotte: 'Daarbij
heeft Normaal en in het bijzon
der Bennie Jolink veel bijgedra
gen aan het zelfbewustzijn van
de Achterhoekse jongeren'. 'Hij
is de ambassadeur van de Ach
terhoek', verwoordt een boer uit
Beek (Montferland) de gevoe
lens van veel agrariërs ten oos
Bennie Jolink: „Ik heb twintig jaar lang geschreeuwd."
ten van Hoevelaken In zijn twee
de woning in de bossen bij
Haaksbergen glimlacht Jolink
om die loftuitingen. „Tja, wat
zal ik er van zeggen?", luidt de
retorische vraag. Het klinkt
bijna verlegen uit de mond van
iemand die zich nooit heeft la
ten leiden door angst en gêne.
„Dat heb ik van mijn vader. Die
zat in de oorlog in het verzet en
had een hekel aan angst en laf
heid. Dat krijg je mee. Boven
dien, als plattelandsjongere
toon je geen angst; althans, dat
is niet de gewoonte. Ik was een
waaghals, vloekte om het hardst
en was bij tijd en wijle roeke
loos. Ik wist dat dë sloot te
breed was, maar sprong toch."
'Angst en geld heb ik nooit ge
had, het enige wat ik maak is ru
zie en schuld', citeert Jolink een
fragment uit een van zijn vele
liedteksten. De capriolen van on
verschrokken motorcoureurs
beïnvloedde Jolink ook. Zoals
Jan Clijnk, zijn grote held. „Jan
Clijnk, atoomkanon uit Hel
mond. Uit de tijd dat kerels van
ijzer en motoren van hout wa
ren", declameert Joling met sten
torstem. Of de legendarische De
Pröhs uit zijn geboortedorp
Hummelo, die op de Norton met
veel kabaal door de nauwe stra
ten van Hummelo scheurde, on
derweg om één brood bij een
klant af te leveren.Zij brachten
hem de liefde voor de motor
sport (cross) bij. Dat het dan wel
eens mis gaat, en hij letterlijk
uit de bocht vliegt, lijkt inhe
rent aan zijn wilde leven. Jolink
heeft nogal eens in de kreukels
gelegen. De laatste keer bij een
wedstrijdje racen met gitarist
Paul Kemper met als inzet wie
het eerst in het café zou zijn.
Dat eindigde in het ziekenhuis.
Ooit riep hij: 'Als ik de 30 haal,
heb ik geluk gehad. Word ik 40
dan heb ik pech, want zo oud
wil je toch niet worden?' En nu
wordt-ie zestig en staat aan de
vooravond van de zoveelste veld
tocht.
De jubileumtour gaat niet langs
feesttenten maar langs theaters.
Jolink: „Tent of theater, het is
een verschil van dag en nacht.
Voor een concert in het theater
ben ik best nerveus, je duikt als
het ware in een zwart gat. Er
worden hoge eisen aan je ge
steld. Muziek, teksten, presenta
tie, alles moet kloppen, want
door de goede akoestiek is elke
uitglijder te horen. Hoe anders
is het in tenten. Daar is het feest
al in volle gang als wij aanko
men. En als ik dan roep: 'Boe
ren, wat kwamen wij hier doen'
en vierduizend kelen schreeu
wen je toe: 'Hoken', dan weet je
dat zo'n avond niet meer stuk
kan. Een verkeerd akkoord of
tekst, dat valt geen hond op en
doet ook geen enkele afbreuk
aan de algehele feestvreugde.
Jolink zegt beide graag te doen,
de tenten 's zomers met het tra
ditionele bier gooien, het thea
ter waar zijn subtiele liedjes zo
goed tot hun recht komen,
's winters. En voor beide geldt;
alles uit de kast. Nog steeds, ook
na dertig jaar.
Beeldvorming
Daarom zet Jolink zich af tegen
de beeldvorming die uit de film
Ik kom ciltied weer terug naar
voren komt, alsof hij oud, versle
ten en der dagen zat is. Jolink
met stemverheffing: „Niet dus.
Er is een scène dat ik na een op
treden in een feesttent aan het
zuurstof moet omdat ik hele
maal kapot ben. Zo'n show
vergt het uiterste van je krach
ten en ik geef nu eenmaal alles.
Weet je hoe Rintje Ritsma zich
voelt na een slopende 5000 me
ter? Net zo, durf ik te wedden.
foto Wim Corduwener
Dan wordt er toch ook niet geze
verd over de geleverde inspan
ningen?" Ook de teneur van Jos
Palms boek Oerend Hard stemt
hem niet vrolijk. Naar aanlei
ding daarvan kreeg hij een uit
nodiging om over zelfmoord, de
pressies en partnerruil te komen
praten. Hij gruwt bij de gedach
te.
Jolink voelt zich kiplekker,
loopt hard, gaat vaak naar de
sportschool, zit als het even kan
op de motor en bruist van de
creativiteit. „Ik werk momen
teel aan drie albums, waarvan
twee voor Normaal. Heb al weer
28 nieuwe liedjes geschreven.
En weet je wat zo geinig is? Ik
zing met een stem die een stuk
lager klinkt dan vroeger. Bevind
me op Johnny Cash-niveau. Ie
mand wees me daar laatst op;
zing eens met je eigen stem. En
verdomd, wat een eye-opener...
Ik heb dus twintig jaar ge
schreeuwd."
Henk Waninge
Bennie Jolink (zang), Willem Ter
horst (bas), Ferdi Joly (gitaar), Fokke
de Jong (drums), Jan-Willem Tol-
kamp (gitaar) en Jan de Ligt (saxo
foon) o.a. maandag 24 april vanaf
20.15 uur in stadsschouwburg De
Maagd in Bergen op Zoom.
Als Google Earth nu eens
niet alleen op het heden
maar ook op het verleden kon in-
Met Google Earth kun je op je
computerscherm de hele wereld
oproepen, zoals vanuit de ruim
te gezien. Ik houd ervan het pro
gramma te starten en dan te
klikken op mijn laatste Parijse
adres: eerst komt er dan heel
vanzelfsprekend en zelfverze
kerd een ruimtefoto van Ameri
ka, en dan, wanneer het besef
doordringt dat ik naar de Oude
Wereld wil, vliegen we als een
naar huis terugkerende postduif
in één ruk de Atlantische
Oceaan over, rechtstreeks naar
een luchtfoto van Parijs en dan
neerdalend tot boven het dak
van ons huis aan de rue
Blanche. Daar, dwars er voor,
loopt de rue Chaptal; en daar
heb je place Clichy, place
Blanche, het kerkhof van Mont-
martre; het is er allemaal en je
denkt, met je trage brein, dat
het gewoon op een landkaart
lijkt - kijk maar, alles is precies
zoals in werkelijkheid.
Maar nee, niet alles. Ik ben
er niet. Een van de dingen
waar ik in Parijs het meest van
hield, was door de stad lopen.
Dat gevoel deed zich de eerste
keer voor op een mooie herfst
dag: ik was net gearriveerd, ik
stapte uit op het RER-station
Luxembourg en begon de boule
vard St Michel af te dalen rich
ting Seine: het was alsof ik voor
het eerst' in mijn leven heel diep
frisse lucht inademde. Daar was
ik, volkomen alleen in Parijs,
geen sterveling die wist waar ik
was. En elke keer dat ik ergens
lopend naartoe ging, zoals altijd
in Parijs, of je er nu woont of op
bezoek bent, had ik dat gevoel
opnieuw. Het is alsof je dan, ein
delijk en onbetwijfelbaar, op de
juiste plaats bent aangekomen.
Zo had ik graag op Google
Earth willen zijn; ik had graag
de foto van de rue Blanche wil
len bekijken, of van de boule
vard du Montparnasse of waar
dan ook, Montrouge wat mij be
treft - met de gedachte dat ik
daar had kunnen zijn, dat ik op
weg was naar de winkels, dat ik
in bus nummer 68 zat, of op een
terras met een sandwich jambon
beurre en een glas bier, en bijna
mijzelf op het scherm had kun
nen zien. Maar ik ben in geen
twee jaar in Parijs geweest, ik
woon er al zestien jaar niet
meer, en wie er al zichtbaar is
op Google Earth, niet ik.
Het is inconsequent: blij dat
geen mens wist waar ik
was en tegelijk zichtbaar willen
zijn op Google Earth - en dat
ben ik misschien ook wel, op
een fiets ergens tussen Leiden
en Oegstgeest, dat is niet te ver
gelijken. Maar weg te zijn ge
gaan uit Parijs na er lang te heb
ben gewoond, dat vult je (of het
vult mij) met de meest verschrik
kelijke naijver jegens degenen
die er nog wonen. En niet alleen
jegens hen, maar ook en nog ver
schrikkelijker jegens hen die ei-
even naartoe gaan, jegens vrien
den die zomaar terloops aankon
digen dat ze een paar dagen
naar Parijs gaan. Dan zou ik
met mijn vuist op de tafel willen
slaan en brullen: Nee! Ik ben de
gene die naar Parijs moet gaan
niet jij
Ik wil niet dat iemand anders
dan ikzelf ziet wat er veranderd
is, nieuwe metrolijnen uitpro
beert, naar de film gaat, boek
handels binnenloopt of door de
rue des Ecoles wandelt. En als
ze dat doen en er dan op staan
mij er over te vertellen, dan wil
ik het niet horen. Parijs behoort
niet hun toe, maar mij.
Deze jaloezie is alleen be
perkt tot het heden. Ik kan
uren luisteren naar gepraat over
Parijs in het verleden, in mijn
tijd of eerder. Dat gebeurde
kortgeleden toen ik iemand ont
moette die er in dezelfde tijd ge
woond had als ik. Ze had een ap
partement in de rue de la Chaus-
sée d'Antin, waar ik elke dag
langs kwam in de bus, en zij
volgde net als ik colleges aan.de
Ecole des Hautes Etudes en
Sciences Sociales. We hadden el
kaar gemakkelijk kunnen ont
moeten, misschien zaten we wel
naast elkaar in een bus 68, die
in haar straat stopte (en daar
nog steeds stopt) als hij Noord
waarts gaat, en in een parallelle
straat op de Zuidwaartse route.
Je kunt ook echt bussen zien op
de foto's van Google Earth, je
kunt de route van de 68 de hele
weg volgen tot aan het eindpunt
in Montrouge; maar aangezien
het foto's zijn die uit de hemel
Zoek en
>vervang<
loodrecht naar beneden zijn ge
nomen zie je alleen maar hun
witte daken en niet de num
mers. Misschien kunnen ze dat
later nog verhelpen, als ze er in
slagen ook het verleden er in te
krijgen.
Niet alle straatherinnerin
gen zijn goed. Ik kan nog
steeds voor me zien, zo duidelijk
alsof het net gebeurd was, een
jongeman overreden door een
bus op de boulevard St Michel,
dicht bij het Luxembourg, niet
ver van waar ik liep op mijn eer
ste dag in Parijs. Hij moet van
het trottoir op de busbaan zijn
gestapt en door een bus zijn ge
grepen. Hij lag in de goot, in
jeans en met een bodywarmer
zoals alleen Amerikanen droe
gen in die tijd, en uit zijn positie
en uit het ontbreken van haast
bij de politieagenten die er om
heen stonden was op te maken
dat hij dood was, niets meer aan
te doen.
Ik zie hem vaak - zoals ik ook de
Ierse setter zie die door een taxi
wordt oven-eden op de rue Mon-
ge - en ik wou dat ik het niet
zag. Zijn familie wist ook niet
waar hij was, op die zonnige och
tend, maar later moet iemand
het ze hebben verteld. Het zou
niet moeilijk geweest zijn om
hem tegen te houden, hem te be
letten onder die bus te komen;
één terloops woord van waar
schuwing en hij zou naar links
hebben gekeken en niet in Pa
rijs zijn gestorven.
Sarah Hart
VTee, niet met The New Cool Collective.
Bij de uitreiking van de Boy Edgar
Ns, speelt Benjamin Herman (37) met gita-
'ist Anton Goudsmit, bassist Ernst Glerum
drummer Han Bennink. En verder raakt
«winnaar die avond zijn sax niet aan. Hij
Nt de draaitafeljongens C-Mon Kypski
ruimte en hij laat het de Japanse speed-
jjzzband Soil Pimp overkomen. „Ik vind
jongens goed. Mooi dat de verzamelde
fczpers dat ook eens hoort."
'■ndelijk een Boy Edgar Prijswinnaar uit
let niet-gesubsidieerde circuit. Eindelijk
fat de belangrijkste Nederlandse jazzprijs
'aar een op een jazzopleiding geschoolde
ousicus. Woensdag 26 april overhandigt
"les Deelder de plastiek van Jan Wolkers
bet geldbedrag van 12.500 euro aan
«'Saxofonist en componist Benjamin Her-
Dan. De man die voor zijn jazz een nieuw
wliek aanboorde. De initiatiefnemer van
beerlands bekendse eigentijds swingor-
Benjamin Herman
kest The New Cool Collective. Toen hij on
langs een flinke zak geld had verdiend in de
blazerssectie van popmuzikant Paul Weiier
ging hij met het geld naar Londen om daar
met trombonist Bart van Lier en het trio
van de eigenzinnige Britse pianist Stan Tra
cy een cd op te nemen. En zo gaat hij het
geld van de Boy Edgar ook in zichzelf inves
teren. Zo zorgt hij ervoor dat hij aan het spe
len blijft, als een perpetuum mobile, zegt
hij. Benjamin Hei-man gaat met het geld z'n
derde vinylschijf voor Japan opnemen met
net als op de eerste twee rauwe funk. En hij
gaat eindelijk een cd maken met zijn kwar
tet met gitarist Jesse van Ruller, organist
Carlo de Wijs en drummer Martijn Vink.
„Je kunt het geld ook uitgeven aan dubbele
beglazing", zegt hij. „Of een rijbewijs ha
len, zou ook handig zijn. Maar ik investeer
liever in mijn eigen ontwikkeling. Dat ver
dient zich vanzelf wel een keer terug. Die
plaatopname met Stan Tracy heeft, me veel
geld gekost. Maar hij heeft me naar Aanlei
ding daarvan wel teruggevraagd voor een
optreden met hem in Londen. Dat vind ik
belangrijker dan wat voor soort dubbele be
glazing dan ook." Hij zit in een hotelkamer
in Rio de Janeiro. Midden in een tour met
het kwartet dat hij voor het gemak The Itch
noemt, naar zijn laatste cd. Drie weken Bra
zilië met gitarist Anton Goudsmit. Drum
mer Han Bennink en bassist Ernst Glerum
zijn er niet bij. Die zitten in Amerika met de
Instant Composers Pool. Herman speelt in
Brazilië met bassist Kasper Kalf en New
Cool Collective-drummer Joost Kroon.
Die Boy Edgar Prijs, hij is er heel blij mee.
Boy Edgar Prijs
„Ik gun het elke muzikant. Van de muziek
leven is niet gemakkelijk. Elke steun in de
rug is welkom. Maar ik heb het gevoel dat
ik de prijs aanneem namens een heleboel
muzikanten van mijn scene. Er zijn velen
met mij die het leuk vinden dat ik de prijs
krijg. Er is jarenlang heel veel gekankerd te
gen de conservatoriumgeneratie waar ik
deel van uitmaak. Vroeger heb ik daar veel
last van gehad. Als je een jazzopleiding had
gevolgd, pleitte dat niet voor je. De laatste
zeven jaar geldt dat niet meer. Maar met de
ze prijs heb ik het gevoel dat de hele discus
sie daarover nu definitief afgelopen is.
Het feit dat hij de belangrijkste Nederland
se jazzonderscheiding krijgt, mag een state
ment worden genoemd. En zelf zorgt hij er
voor dat de avond waarop de prijs wordt uit
gereikt, er ook geheel anders uit ziet dan
men van dit soort evenementen is gewend.
Als gebruikelijk mag hij een avond in het
Bimhuis in Amsterdam naar eigen goeddun
ken invullen. Meestal komt dat het erop
neer op dat de winnaar met diverse, liefst
buitenlandse gastmusici optreedt. Benjamin
Herman bedacht wat anders. „Ik heb de
laatste jaren zoveel geïnitieerd en opgezet.
Ik had geen zin om weer iets nieuws te be
denken. Dus ga ik spelen met het bandje
van de Itch, met Anton Goudsmit, Ernst Gle
rum en Han Bennink. En verder heb ik
C-Mon Kipsky uitgenodigd en de Japanse
speedjazzband Soil Pimp.
Van mij hoeft die avond geen presentatie
van mezelf te worden. Ik wil dingen laten
horen die ik te gek vind. Relevante muziek,
jazz vanuit een hele andere invalshoek.
Goed dat de verzamelde jazzpers dat een
keer hoort." Tot de 21ste zit hij in
Zuid-Amerika. Dan heeft hij tot de avond
van de 'Boy Edgar' elke avond een optre
den. Met The New Cool Collective, met trio,
als sessieleider. Maar voorlopig neemt hij
het er in op een van de schaarse vrije dagen
in Rio nog even van. „Ik ga zo nog even naar
het strand, Billen kijken."
Ton Ouwehand
Woensdag 26 april, Bimhuis Amsterdam. Benja
min Herman krijgt de Boy Edgar Prijs.
Met: Han Bennink (drums), Ermst Glerum (bas),
C-Mon Kypski, Soil Pimp, Presentatie: Pete
Philly.