Büch voor het laatst bijeen Wie wijs wil worden gaat op reis EIGENLIJK Den Doolaard kan Macedonië helpen Je\ink 23 Letterkundig Museum Den Haag M woensdag 19 april 2006 De vitrine met het Stones-jasje van Boudewijn Büch in het Letterkundig Museum Den Haag ijna vier jaar geleden stierf schrijver, tele visiemaker en colum nist Boudewijn Büch. Na zijn dood kwam zijn persoonlijke archief in handen van het Let- terkundig Museum in Den Haag. Daar is nu een tentoon stelling te zien die, aan de hand van Büchs verzamelin gen, zijn fascinatie belicht j voor eilanden, de dood, het j vaderschap, de Rolling Sto- j nes, Goethe en het verzame- I len zelf. foto Harmen de Jong/GPD Een zelfontworpen rouwad vertentie van Boudewijn Büch, gemaakt op de dag voor zijn 21ste verjaardag. Het op zienbarende document is te zien in het Letterkundig Museum op een tentoonstelling over zijn fas cinaties, waaronder ook de dood. Veel van die fascinaties begon nen duidelijk al op vroege leef tijd. Zo is er ook een kleine maar gedetailleerde tekening te zien van een dorpje waar een rouwstoet langs komt. Het publiek waant zich tijdens de expositie in een bibliotheek, al het uitgekozen archiefmate riaal van Büch is in enorme, voor de gelegenheid gemaakte boekenkasten geplaatst. Het huis van Büch zelf was ook inge richt alsof het een grote biblio theek was. Het stond tot de nok toe gevuld met al zijn verzamelingen en an dere curiosa. De opstelling van de tentoonstelling is daarom één groot eerbetoon aan de schrij ver. Boven in de kasten staan boe ken uit de verzameling van Büch. De meeste ervan zijn na zijn dood per veiling opgekocht door boekhandel De Slegte, die ze voor de tentoonstelling be schikbaar stelde en daarna gaat verkopen. Naast de boeken werd ook de rest van de roem ruchte Büch-collectie geveild, waardoor er een einde kwam aan een van de grootste verzame lingen van het land. Voor wellicht de laatste keer zijn veel van zijn spullen nu sa men te zien, zoals ook het prach tige ouderwetse bureau van de schrijver. De kopers op de vei ling gaven de stukken belange loos in bruikleen. Grappig zijn de foto's van Boudewijn als tie ner met lang haar, toen hij al idolaat was van Goethe. Later in zijn leven kocht hij alles wat los en vast zat over de Duitse schrijver en filosoof, inclusief een oerlelijk servies - dat niet op de tentoonstelling ontbreekt. Op bordjes bij het materiaal staan citaten uit het literaire werk van de schrijver, die tien tallen boeken en gedichtenbun dels schreef. Daarnaast zijn in veel van de kasten televisies op gesteld die beeldmateriaal laten zien, zoals dat van Büch die zijn andere grote idool Mick Jagger nadoet in de Sterrenplayback- show. Vlak daarnaast het leren Rolling Stones-jack dat in het bezit was van de schrijver, sa men met een foto van Büch die het jack met trots draagt. Ook de periode na zijn onver wachte dood krijgt aandacht. De stapel rouwbrieven en e-mails die fans over en voor hem schreven is indrukwek kend. Het manuscipt van zijn laatste postuum verschenen boek De bril van Buddy Holly is er ook. Verzamelaar Vrijwel alle documenten, zelfs de oude kindertekeningen, zijn door Büch zelf van een datum voorzien. Alle objecten samen - de handgeschreven verhalen en gedichten, oude typoscripten, brieven, een oude schoolkrant - geven een goed beeld van de markante persoonlijkheid die Büch was, en vooral van de ver woede en beruchte verzamelaar die in hem schuilde. Büch gaf zijn persoonlijke bibliotheek de naam Didina et Pinguina, naar zijn twee favoriete vogels: de do do en de pinguin. Het Letterkun dig Museum gebruikt dezelfde naam op de bordjes die informa tie geven over bepaalde stuk ken. Al het archiefmateriaal van het Letterkundig Museum gaat na de tentoonstelling op verzoek van de erven voor dertig jaar achter slot en grendel. Nora Sinnema Büchs verzamelingen in het Letter kundig Museum in Den Haag. t/m 8 Lang voordat Tommy Wierin- ga doorbrak met zijn ro man Joe Speedboot, reisde hij al de wereld rond. Nu liggen zijn reisverhalen in de winkel. In Ik was nooit in Isfahaan toont hij een verzameling 'splinters van de rijkdom van het leven op aar de'. Het mooie aan de reisverhalen van Tommy Wieringa in Ik was nooit in Isfahaan is dat je met een op de plaats van bestem ming bent. Geen gezeur over wat in de reiskoffer moet wor den gestopt, geen geneuzel over rondhangen op vliegvelden, geen gezanik over het vinden van een hotel, geen gewauwel met taxichauffeurs. Het reis doel, of het reizen in den vreem de, daar is het Wieringa om te doen. Hij verleidt de lezer met verwachtingsvolle, krachtige be ginzinnen, en we zijn waar we moeten zijn. 'Het zijn niet de beste omstandigheden om een Cessna uit Tsjechië terug te vlie gen naar Nederland, de weers verwachting voor Duitsland is al een week erg slecht.' 'De trein rijdt over een enkelspoor naar Asgabat, de hoofdstad van de Turkmenen.' 'Langs Sucker Gar den Road zit een zwarte man op een koelbox.' Wieringa's Wan derlust heeft hem op veel plaat sen gebracht. Een uitspraak van Confucius, 'Wie wijs wil worden gaat op reis, wie wijs is, blijft thuis', is zijn credo. Hij reist naar de Kaapverdische eilan den, Ethiopië, China, Costa Ri ca, Cambodja. Hij bezoekt het doorgangshuis voor mannen in Wenen waar Hitier woonde ('de treurigste tijd van mijn leven', zou Hitier daarover schrijven), en loopt in Volgograd verwach tingsvol naar de oever van de Wolga, omdat er volgens een reisorganisator de mooiste vrou wen ter wereld flaneren. Wierin ga: 'De oever van de Wolga was in beton gegoten en er was geen mens te bekennen.' Wat ook heel erg voor de verhalen spreekt, is dat hij niet alles wil zeggen en benoemen, niet pro beert een heel land met zijn cul tuur en politiek in een paar blad zijden te vatten. Het zou het reis verhaal er niet leesbaarder op maken, en bovendien wü Wierin ga steeds maar verder, meer zien, proberen overal een glimp van het aardse leven op te van gen. Wieringa zoekt mensen op, praat met ze en poogt op die ma nier betekenis aan de vreemde grond te ontlokken. Uitsnedes zijn zijn verhalen, en juist daar door winnen ze aan zeggings kracht. Splinters In zijn poëtica van het reizen ,vat Wieringa het als volgt sa men: 'De reis confronteert me met mijn plaats in de wereld: dit alles was er voor ik het zag, het zal er nog zijn als ik weer ver trokken ben. Dit is ontmoedi gend en hoopvol, en laat zien waarom reizen enig belang heeft; het toont ons splinters van de rijkdom van het leven op aarde.' Liefhebbers van Wierin ga's succesroman Joe Speedboot zullen ook in dit boek weer wor den vergast op mooie beelden en zinnen. Maar het is geen bewus te mooischrijverij, want juist in deze verhalen moet Wieringa het hebben van trefzekerheid. Speciale aandacht dit keer voor de slotzinnen, want behalve goe de beginzinnen, schrijft Wierin ga ook heel mooie, beeldende slotzinnen. 'In de hoofdstad re gende het makrelen die nacht.' 'Sindsdien rijdt ze in zwarte koetsen door mijn dromen.' 'En overal dat opdringende ruisen van de fonteinen.' 'Liefde, ik heb zeven paar schoenen versle ten sinds ik je zoek...' Tommy Wieringa is geen reporter, maar een schrijver. Er staat in Ik was nooit in Isfahaan ook fictie. Hij beschrijft het grote passagiers schip Queen Elizabeth II niet vanuit zichzelf, maar voert een oude dame op die, aan het einde van haar leven, op dat schip is gaan wonen. Dat levert een licht betoverend, teder verhaal op. Grappig is de verzonnen geschie denis van 'de grote ontdekkings reiziger' Hubert graaf von Zin- zendorf, en melancholisch is 'Vijf dromen van Teresa', waar in Wieringa 'de liefde' door Eu ropa laat trekken, de ongrijpba re liefde welteverstaan. Ik was nooit in Isfahaan is geen tussendoortje van een roman- cier. Ik was nooit in Isfahaan is een prachtig geschreven reis boek. Moge Tommy Wieringa nog lang een man blijven die nog lang niet wijs is. Maarten Moll Tommy Wieringa: Ik was nooit in Is fahaan - Uitgeverij De Bezige Bij, 17,90 euro. was het nog onduidelijk toen de trein het Haagse Holland se Spoor binnenreed: naar het Maui'itshuis of naar het Gemeentemuseum. Maar er zat zo veel lente in de lucht dat een volle tram naar het veire Museum onaan- trekkelijk was. Dus zonder nadenken ging het in de richting van het torentje naar het oude Palazzo van Johan Mauiits. Het viel alle maal tegen: niet alleen was er op het Plein een demonstratie, ook reed een stoet pi-aalwagens met bewakers rond, achtex*volgd door een mobiele brigade van journalisten: Kofi Annan. Er viel daar niets te drinken en er schoof bovendien veel wolk voor de zon. Zo werd het toch het gemeentemuseum, daar was bovendien de naakte waarheid te zien. Met Gustave Courbet (1819-1877) in de hoofdrol. Natuurlijk hangt bij de entree een foto van Courbets beruchte schil derij 'de oorsprong van de wereld', het opzichtige vrouwelijke on derdeel. In de andere zalen is op het eerste gezicht al dat naakt van beiderlei kunne niet opwindend, saai zelfs. Het is dan ook betrekke lijk rustig, ook bij de Rodin-beelden van naakte mannen. Trouwens veel blote mannen aanvankelijk. Informatie over de 'naakte waar heid' in de kunst van de tweede helft van de negentiende eeuw moet de drempel slechten: teksten over de werkelijkheid van het lichaam en over de geïdealiseerde naaktheid die we via het classicisme erf den van de oudheid. Waarom lelijke vrouwen en mannen afbeelden als de klassieke beeldhouwkunst ons de ideale verhoudingen voor- spiegelt? Waarom de afwijkingen, de tekortkomingen uitbeelden van een ranzig individu? Kunst zoekt Schoonheid, niet de alledaags heid, de pukkels, de wratten, de vet- 1 builen, de plooien en de rimpels, COUrDet niet persoonlijke. Zo x-ondgaand in Berlage's gebouw zie ik Courbet afscheid nemen van een Ideaal en zich laten inspireren door wat hij werkelijk zag. Naast de Courbets hangen tijdgenoten die vergelijkenderwijs de moeite waard zijn. Het beroemde doek 'de geboorte van Venus' van Alexander Cabanel hangt er, maar eigenlijk zie ik zijn portretten van geklede vrouwen liever. Het duurt lang voordat het raakt. Ik begrijp het niet, kijk ik ver keerd, wat zie ik niet? Ooit was ik in Ornans (niet ver van Besan- con), waar Gustave Courbet in 1819 geboren werd, om Maison Cour bet te bezoeken. Daar vind je het decor van veel van de natuurtafe relen in het werk van de grote realist. Zie ik misschien hier in Den Haag iets over het hoofd? Veel foto's van modellen zijn er in Den Haag te zien. Als ik in een vitrine foto's van een steeds teiugkerend model aan een nader on derzoek onderwerp, overvalt me een onbenoembaar heimwee: naakt op een globe, naakt met pijl, naakt in de wolken. Een verfijnd gezicht met een kleine mond, pruilende onderlip, grote klassieke neus, te dikke, rechte benen, smalle heupen, okselhaar. Plotseling geeft het idee van deze tentoonstelling zich bloot en al lengs raak ik in de ban. Dan zie ik hoe de foto's gebruikt werden: het model dat naakt poseert op lappen en gordijnen wordt enigszins verfraaid op een doek tot een droomvrouw in de wolken. Zo ga ik opnieuw door de zalen en zie hoe het klassieke naaktideaal halver wege de negentiende eeuw vervangen wordt door het realistische naakt. De opkomende fotografie speelt daarin een grote rol, Cour bets afkeer van de conventie ovex-schrijdt de barrière van de oplei ding aan de École des Beaux Arts. Tijdens de treinreis terug duik ik in de catalogus en zie: de tentoon stelling wordt in retrospectief steeds interessanter. Prachtige essays en schitterende naaktfoto's naast schilderijen transformeren deze 'moeilijke' tentoonstelling tot een merkwaardige belevenis. Voorbij Bergen op Zoom ken ik ook de naam van het model: Henriëtte Bonnion, naakt op wolken van lappen. Het Zeeuwse licht doet de rest. Lo van Driel Tentoonstelling: De Naakte Waarheid. Gemeentemuseum Den Haag, t/m 18 juni. De Nedexiandse schrijver A. den Doolaard krijgt een park met standbeeld in de Mace donische grensplaats Ohrid. Dankzij zijn boek De Bruiloft der zeven Zigeuners uit 1939 kwamen vanaf de jaren vijftig jaaxiijks dxüzenden Nedexiand se toeristen naar de Middeleeuw se stad. Tijdens de oorlogen op de Balkan, begin jaren negentig, stortte het toerisme in. Toeris ten uit andere landen kwamen terug, maar de Nederlanders lij ken Ohrid vergeten. Den Dool aard, hij stierf in 1994 op 94-ja- rige leeftijd, moet daar postuum verandering in brengen. Den Doolaard trok in de jaren dertig en na de Tweede Wereld oorlog over de Balkan. Zijn boe ken waren in Nederland na de oorlog razend populair. Hij schetste een romantisch beeld van ruige bergvolkeren op de Balkan temidden van overweldi gende natuxxr. In Ohrid, een Mid deleeuws stadje aan een meer op de grens met Albanië, laat hij de dramatische liefdesgeschiede nis tussen de fiere, filosofische Doesjka en losbol Branko afspe len. Opgezweept door zigeuner- muziek. Duizenden Nedexian- ders voelden zich aangetrokken door de Balkan die Den Dool aard schetste. Ohrid werd een begrip. Op het hoogtepunt - eind jaren tachtig - kwamen er per jaar zeventigduizend Ne derlandse toeristen. Toen Joego slavië - waar Macedonië toen nog deel van uitmaakte - in de eerste helft van de jaren negen tig in bloederige oorlogen uiteen viel, kwam de toeristenindustrie volledig stil te liggen. Spookstad „Het was treurig", vertelt Peter Bosse, initiatiefnemer van het standbeeld. Bosse, journalist en ondernemer, werkte zelf jaren lang voor een Joegoslavische reisorganisatie. „Ohrid was een spookstad geworden. Er was op eens geen Nederlander meer te zien, maar er hing nog wel een Douwe Egberts reclame en op de lege terrassen klonk André Hazes." Het wegblijven van de toeristen leidde tot armoede. „En dat terwijl de oorlog hon- derden kilometers verderop woedde en buurland Albanië net open ging na decennia zwaar communisme." Na het einde van de oorlog drup pelden langzaam de Italianen, Is- raëliërs, Albanezen, Fransen en een enkele op de Balkan geleger de Nedei'landse militair binnen. De massa's Hollanders bleven echter weg. Bosse: „Ze zijn Ohrid gewoon vergeten. Sinds de oorlog heeft de Balkan in Ne derland een extreem slechte naam. Iedereen denkt meteen massagraven tegen te komen, niet het lekkere di'ankje, muziek je, bergje op de achtei'grond dat je hier hebt." Marloes de Koning Boudewijn Büch tijdens één van zijn Goethe-reizen. I JAAR VAN INTERNATIONALE SAMENWERKING Hoofdartikel in schoolkrant De Vonk, oktober 1965 RADICALE VERNIEUWING Nummer 750

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 23