Natuur kan spannend zijn Ezelsveulen het pronkstuk van de babygolf De markt is nog springlevend Milieu-educatie door acteur Theodoor Braaksma dinsdag 18 april 2006 Theodoor Braaksma als Koos de Vuilnisman op de Willibrordus- school in Hulst. foto's Peter Nicolai Als hij vertelt over zijn bedrijfje kan Theodoor Braaksma niet stil blijven zitten. Zijn opleiding tot ac teur helpt daarbij een hand je. Met gebaren, mimiek en bewegingen maakt hij dui delijk dat de natuur beleven ook spannend kan zijn en dat milieu-educatie niet saai hoeft te zijn. De activi teiten van zijn eenmansbe drijf Natuur Avontuur be wijzen dat. Theodoor Braaksma brengt natuur en milieu in veel ver schillende gedaanten dichtbij. Als Koos de Vuilnisman, meneer De Nette, de Scheldeman, de Bosman. Zijn acts zijn vooral ge richt op kinderen, maar hij treedt evengoed op voor volwas senen. Veel op scholen, waar met name Koos de Vuilnisman duidelijk maakt dat afval eigen lijk geen afval is. Zelfs van poep- luiers kan er nog wat nuttigs ge maakt worden. Hij doet zijn werk, sinds 2003 vanuit Middelburg, met passie. „Ik heb een droom verwezen lijkt. Het is in feite natuur- en milieu-educatie, wel op een ma nier die tot de verbeelding spreekt. Ik heb geleerd dat kin deren het beste iets leren als dat op een aantrekkelijke wijze ge presenteerd wordt. Vandaar dat ik mijn bedrijfje Natuur Avon tuur heb genoemd." Braaksma is naar hij zegt al zijn leven lang met de natuur bezig. „Ik wilde als kind al doen wat ik nu doe. Mijn werk is ook mijn hobby. Het stopt nooit, je bent Met afval valt nog veel te prutsen. er altijd mee bezig." Hij volgde een opleiding aan de toneel school en werkte voor onder meer het Wereld Natuur Fonds. Met Natuur Avontuur doet hij veel voor organisaties in de na tuurbescherming (zoals Natuur monumenten, Staatsbosbeheer) en ook voor musea en gemeen ten (onder meer acht in Zee land). Verfrissend Zijn uitgangspunt is iets nieuws, verfrissend en span nends brengen. „Ik maak combi naties van theater en educatie. Iedereen moet naar huis gaan met het gevoel van: waauw, yes! Ik noem het ervaringsgericht le ren. De deelnemers moeten ook veel zelf doen. Je moet zorgen dat de kinderen een fantastische dag hebben en daarover ook thuis vertellen. Zo werkt het door naar de ouders. Het vuur wat ik in mij heb probeer ik over te brengen naar het pu bliek." Op het programma van Natuur Avontuur staan veel verschillen de excursies op locatie. Op zoek gaan naar paddestoelen en vleer muizen, strand- en zeetochten, nachtwandelingen, jutten langs het strand, sleepnetvistochten. Daarbij staat steeds voorop dat de deelnemers zoveel mogelijk de dingen zelf moeten ontdek ken en er zo achter komen hoe de natuur in elkaar steekt. Veel van de activiteiten hebben te maken met de zee. Daar wil Braaksma zich in de toekomst nog meer op gaan richten. Een aantal van zijn programma's is bestemd voor (Duitse) toeristen. „Ik wil graag een positieve ge dragsverandering, zonder de mensen te veel te willen beleren. Dat is ook niet zo nodig, de men sen weten heus wel hoe het mi lieu erbij staat. Als je op een uit dagende manier iets probeert te veranderen, lukt dat het beste", vertelt Braaksma. „Daarom ge bruik ik veel aparte, speciale materialen en doe ik veel met zintuigenlijke dingen. De fanta sie en creativiteit prikkelen." Hij noemt als voorbeeld de wo ningcorporatie die wat wilde doen aan de vervuiling van een woonomgeving. Bewoners spron gen niet al te fraai met afval om en het was rond de woningen een troep. „Ik heb daarvoor een speciale show gemaakt met Koos de Vuilnisman als centrale figuur. Laten zien dat het ook anders kan en dat het nuttig is afval niet zomaar weg te gooien, maar er iets mee te doen. Zo'n programma is meer aangepast voor volwassenen, maar op scho len gaat het natuurlijk om de kinderen." Omgaan met afval is een beetje een specialiteit van hem. „Ik heb ooit nog aan de wieg ge staan van het gescheiden inza melen van afval in Nederland. Ik ben er altijd mee bezig. Als Koos de Vuilnisman gebruik ik bijvoorbeeld tassen gemaakt van sappakken en oude fietsban den, om zo duidelijk te maken dat hergebruik heel ver kan gaan. Ik laat de kinderen zelf knutselen of demonteren. Afval bestaat niet. Wat voor de een waardeloos is, daar kan de an der iets nuttigs van maken. Scholen spelen er ook meteen op in, al is het maar met zoiets simpels als invoeren van een pa pierbak. Sparen ze nog geld ook: hoe minder afval, hoe min der ze moeten uitgeven voor con tainers." Struinen Veel plezier beleeft Braaksma aan de activiteiten aan zee of in de natuur. Hij gebruikt liefst niet de gebaande paden. „Al die uitgezette routes - dat werkt niet zo. De mensen willen liever struinen." Hij ziet zijn werk voor scholen met name als een welkome aanvulling. „Een school wil graag iets gaan doen aan natuur. De leerkrachten hebben daar zelf niet altijd mo gelijkheden voor. Ik kom naai de school toe met een program ma op maat. Dat is een meer waarde voor de school. Niet even een leskist neerzetten en ze het verder zelf laten doen. Dat is lang niet zo spannend." Door de stijgende vraag naar de programma's van Natuur Avon tuur kan Braaksma het werk niet allemaal alleen meer af. Hij schakelt daarom regelmatig an deren in om een handje te hel pen. Maar in Koos de Vuilnis man of in de Scheldeman kruipt hij nog altijd zelf. Rinps Antonisse Informatie: www.natuuravon- tuur.com Op de markt is je gulden een daalder waard. Het was zo'n wijd en zijd bekende slag zin in het genre van 'een ei hoort erbij' en 'met melk meer mans'. Verdwenen door de komst van de euro. Is er eigen lijk een nieuwe slogan die men sen naar de markt moet trek ken? Of zorgt ook hier internet (marktplaats, en dergelijke) er voor dat de klad komt in het marktbezoek? Afgaande op het aantal markten in alle soorten dat nog steeds in Nederland te bezoeken valt, is het verschijnsel nog springle vend, constateert Henk Povée in zijn boek Markten in Nederland (met levendige fotografie van Rosa Vitalie). Hij geeft aan dat er honderden gewone (week)markten en zeker zovele bijzondere markten zijn, sommi ge vaak al eeuwenoud. In zijn boek gaat Povée met na me in op de bijzondere markten. Paardenmarkten, jaarmarkten, bloemenmarkten, vogelmark ten, schapenmarkten, bijen- markten, boekenmarkten, kunst markten, zelfs een jammarkt, een muntenmarkt, een ganzen markt en een meidenmarkt. Je kunt nauwelijks een onderwerp bedenken waaraan geen bijzon dere markt is gewijd - zo lijkt het wel. Povée vertelt dat bijna alle he dendaagse markten ooit ont staan zijn als aanhangsel van een veemarkt. „De boer kwam allereerst naar de stad voor vee: öm koeien, schapen of varkens te kopen of te verkopen. En om dat hij toch in de stad was, kwam het goed uit dat er nog meer te koop was, ook voor de vrouw, zodat ze er samen een nuttig dagje van konden maken. Als hij geld gebeurd had, dan kon een bezoekje aan café en kermis er ook nog wel af. Dat was altijd de vaste drie-eenheid van de traditionele jaarmarkt: veemarkt, warenmarkt, ker mis." De plaats op de kalender van die markten werd vaak ingege ven door de boerenagenda. In het voorjaar als het weer alle maal ging beginnen op de boer derij, in het najaar als al het vee wat de boer 's winters liever niet in de kost hield, weg moest, en tussendoor als de hooibouw voor de deur stond en er extra trekkracht nodig was. Povée stelt dat de agrarische functie van de meeste oude markten de afgelopen halve eeuw steeds ver der is afgezwakt. Mond- en klauwzeer, varkenspest en ande re bedreigingen zorgden de laat ste jaren voor steeds strengere eisen. Nu wordt hooguit voor de show en uit sentiment nog wat vee aangevoerd. De paardenmarkten, bedoeld voor de handel in werk- en trek paarden, gingen in de jaren zes tig van de vorige eeuw al geruis loos over in markten voor hobby- paarden en pony's. Dankzij de opkomst van het recreatiepaard is de paardenmarkt als enige beestenmarkt overgebleven. Ook hier zijn de eisen wel stren ger geworden. Zo moet elk paard sinds 2004 een eigen pas poort hebben en een ingebrach te chip, waarop zijn identiteit vastligt. In de jaren tachtig vonden win keliers de braderie uit. Eén dag per jaar zetten ze een kraam met daarin vooral winkeldoch ters voor de winkeldeur en speel den ze gezamenlijk voor jaar markt. De braderie was enige tijd razend populair, tot de men sen er genoeg van kregen, ook al omdat er behalve de uitstallin gen in de kramen weinig te bele ven viel. Tegenwoordig probe ren de middenstanders de brade rie weer nieuw leven in te bla zen, door activiteiten te organi seren. Een paardenmarkt is er één van. Povée schrijft dat de laatste de cennia de markt als 'toneelstuk' is ontstaan. Als voorbeelden noemt hij de kaasmarkten van Alkmaar, Gouda en Edam, die alleen gehouden worden ter ver strooiing van toeristen en waar geen enkele echte transactie plaatsvindt. Ook de oude am bachtenmarkten die 's zomers in veel plaatsen georganiseerd wor den, hebben maar in beperkte mate een echte marktfunctie. Het ziet ernaar uit dat de belang stelling voor deze folklore aan het tanen is. Wat opvalt is het enorme aan bod aan eten en drinken op een markt. Van veemarkt naar vreet- markt, stelt Povée. „Vroeger stond er aan het eind van de markt één patat- of haring- kraam, tegenwoordig zijn tien kramen op een grote markt geen uitzondering. Het assortiment snelle happen dat valt aan te treffen, breidt zich ook steeds meer uit. En natuurlijk staan er overal 'Oud-Hollandse' gebak kramen." Povée bespreekt per provincie kort een aantal bijzondere mark ten. Dit informatieve deel van het boek, een soort gids voor rei zen in eigen land, is het omvang rijkst. Voor Zeeland heeft hij er uit gehaald: de nachtmarkt in Goes, de internationale jaar markt in Koewacht, de kust- markt, rommelmarkt en snuffel- markt in Middelburg, de jaar markt in Sint-Jansteen, de mid- zomernachtmarkt en de De Ruy- termarkt in Vlissingen, de jaar markt en mosseldagmarkt in Yerseke en de. paardenmarkt in Zierikzee. Voor wie zich verge ten waant: het boek bevat slechts een uitgebreide selectie. Rinus Antonisse Markten in Nederland. Door Henk Povée en Rosa Vitalie (fo to's). Uitgeverij Thoth, Bussum. Prijs 24,90 euro, 272 pagina's. Veemarkt Goes, 1956 foto archief PZC De kinderboerderij aan de Evertsenlaan in Terneuzen is een drukbezochte plek. Even brood brengen voor de dieren, even eruit met de kinderen, even een ommetje ma ken. Verstandelijk ge handicapten van de stichting Tragel ver zorgen de dieren en on derhouden de stallen. In deze rubriek weke lijks bericht over het wel en wee op de Ter- neuzense kinderboer derij. Het is niet meer bij te hou den. Weken werd er reik halzend uitgekeken naar de ge boorte van klein spul. En maar wachten, en maar hopen. Nadat schaap Betsie op een vrij dagnacht het startsein gaf, is de babygolf dan eindelijk in alle he vigheid losgebarsten. Met als klap op de vuurpijl de geboorte van Frelleke, het grijze veulen tje van ezelin Ramechan. Tragel-cliënte Jacqueline kwam donderdagochtend nog wel met veel bombarie de kantine bin nen, maar al snel maakte de stil te zich van haar meester. Ze proefde dat er iets aan de hand was. Beheerster Angelique ver telde haar het grote nieuws, maar ze wilde het niet geloven. Zelfs toen haar een plateau met beschuit met roze en witte muis jes onder de neus werd gehou den, bleef haar kwebbel geslo ten. Eerst zien, dan pas geloven. En dus stapte Jacqueline voor zichtig en vooral doodstil de stal binnen. Een minuut staarde ze roerloos naar het dottige nieu we leven, dat bij moeder Rame chan aanklopte voor een portie moedermelk. Het lawaai dat daarna volgde? Niet te omschrij ven. Gejuich, gelach en vooral: een blijk van vertedering. Beheerster Andrea had Rame chan 's nachts rond twaalf uur nog een bezoekje gebracht, om dat ze een donkerbruin vermoe den had dat het weieens heel snel zou kunnen gebeuren. Ra mechan was immers de hele dag al chagrijnig, er viel geen land mee te bezeilen. „Er moet dus al het een en ander in haar buik hebben gerommeld. Maar net als de vorige keren heeft ze net zolang gewacht tot iedereen uit de buurt was. Ramechan heeft nu zes veulens ter wereld ge bracht. Onze voorganger op de boerderij, Jaap den Dekker, is 5» - s- fa - Ramechan met haar ezelsveulen. bij de geboorte van haar eerste dochter -de nog altijd op de kin derboerderij aanwezige Lynn- geweest, maar daarna heeft ze foto Peter Nicolai het altijd helemaal alléén ge daan", vertelt Andrea. Frelleke valt vooral op door haar grote oren: twee ontzetten de joekels, waar menig konijn jaloers op zou zijn. Andrea: „Toen ik haar voor het eerst zag, stond ze nog wat wankel op haar poten. Ze schudde eens met haar kopje, waardoor die enorme flappers alle kanten op gingen. En vervolgens viel ze om. Ik bekommerde me gelijk om haar, maar Ramechan keek naar me met een blik van 'zeg, doe eens normaal, het is maar een veulen hoor'. Zo'n bevalling is ook maar een kwestie van tien minuten." Verder is Frelleke een tenger ding met opvallend lange poten. „Ramechan had een ontzettend dikke buik. Op zich is haar veu len een klein, mager exemplaar. Maar ja, die lange poten moes ten natuurlijk ook ergens in die buik liggen", zegt Andrea. Het veulentje moet nu tenmin ste honderd dagen bij haar moe der blijven. Daarna wordt beke ken of haar karakter het toelaat of ze voor de boerderij is te be houden. „Het vorige veulen van Ramechan, een hengstje, werd op een bepaald moment lastig. Met kinderen in de buurt moet je het risico dat een ezel bijt of trapt natuurlijk niet nemen", vertelt beheerder Jan. Het ezeltje is het pronkstuk uit de geboortegolf, die momenteel over het boerderijterrein spoelt. Zo heeft schapenram Jack heeft duidelijk zijn stempel gedrukt op de ooien, want tot nu toe heb ben alle lammetjes een zwarte vacht. Net als Jack. Slechts een enkeling vertoont een wit plek je. Raymond de Frel

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 19