Lepelblad verlicht fileleed
PZC
Zou het standbeeld van Vors terman blijven staan?
A je tandpiene eit
dan doe je wat
Nieuwe raadkaart
4^k\
dinsdag 18 april 2006
In de PZC van 13 februari be
sprak Jan J.B. Kuipers in de
rubriek Even omzien 'het poe
der van sympathie'. Dit was een
wonderbaarlijk geneesmiddel
dat tot het begin van de twintig
ste eeuw voor van alles en nog
wat werd gebruikt. Het poeder
van sympathie was niet het eni
ge middel dat werd gebruikt om
kwalen te genezen of te voorko
men.
Bij de Stichting Cultureel Erf
goed Zeeland wordt momenteel
gewerkt aan het streektalenpro-
ject 'De Zeeuwse Klapbank'.
Dit wordt een reizende 'tentoon
stelling' over de verschillende
dialecten van het Zeeuwse taal
gebied. In tekstfragmenten ver
tellen mensen over het leven
van alledag. De gesprekken zijn
opgenomen in de jaren zestig en
zeventig van de vorige eeuw.
Ten behoeve van dit project be
luisterde ik een opname van een
gesprek met een familie uit Wol-
phaartsdijk. Enkele vrouwen en
een man worden ondervraagd
over middelen die ze kenden of
gebruikten om kwalen te gene
zen. Hun herinnering ligt onge
veer waar het poeder van sympa
thie zijn kracht verloor.
Ze herinneren zich, uit verha
len, de uitzonderlijke genees
kunst van dokter De Puut. En
afijn, vuul a die d'r uut zag, ee,
Tc wè 's oare. Die dokter de
Puut, die dronk ommers zo. Oe
zatter at 'n was, oe beter at 'n
j'elpe kon. Die kwam ier naè toe
en die kwam uut Middelburg,
gloav'ik ee.
Welke therapieën dokter De
Puut gebruikte, komt niet ter
sprake. Vervolgens gaat het in
het gesprek over ene dokter Se-
cua, die met behulp van muziek
kon genezen.
En dan gienge ze we's naè de
mart enne dan speeld'n Secua.
En dan genas die ok, ee. Toen-
was ik zö'n meisje en dan zonge
me:
Ei je last van rimmetiek,
ga naar Secua henen,
die genees je mee muziek.
En dan vreev'n over je en dan oa
je hin piene, mae a je thuus was
dan ao je 'i wee.
Voor hoofd- en kiespijn waren
er ook verschillende middelen.
De letterlijke tekst op de band
gaat als volgt:
Ik vroeger vee piene in m'n
oad 'ehad. Dat is misschien wè
om a 'k een bitje te ard most wer-
ke. En dan ao 'k zo 'k een piene
in m'n oad en a 'k dan naè béde
goeng dan van die dinne schief-
jes petoaten, ee, zó mae van dié
velletjes ee en die dauwden je
tegen je veuroad en die trokt'n
d'r an en liet je 'r an en a die
dan te drööge wiere dan were ze
zöö verrot. Maer eh, dat ielp dur-
rem. Wan ik ao aoltied vee piene
in m'n oad or.
Ik meen de familie uit Wol-
phaartsdijk te herkennen, om
dat ik er als schooljongen aan
de deur kwam als olieboer. Toen
dacht ik dat ze olie kochten
voor het petroleumtoestel, maar
nu blijkt dat er meer toepas
singen waren.
A je vee tandpiene eit dan doe je
wat. Boenwas an je gezicht strie-
ke, peterolie in je mond en
vanaolles en brandeioien... Toen
zei voader wat, die zei, ik ao d'r
een weke ofvuufzesse mie 'eze-
te. En, god, ik kwam 'r nie van-
of. Ik ao a van aolles an
'esjouwd or. Peterolie in
m'mond, 'k weet nie wat a'k 'r
an 'edaen mae 't kwam aol-
mae terug. Toen zeit 'n, die zei
tegen me, knauw je wè's es? 'k
Zegge neê, dat e Tc nog hooit
'edae. Die zei dan mö je dat es
ge doe. 'k Zegge, ja mae, dan
wor ik zo kwaelijk as een oen. Ie
zei ja mae ie zei dan mo je eest
mae mie een klein bitje probere
ee. Zo mae een bitje tebak in je
mond steke en zei dat mo je vol'
ouwe en die zei dan za je d'r
wae een bitje van of raeke. En
dat was waer ok. En'sint 7c aol
tied 'eknauwd, wan vroeger, an
ders dee 'k 't noait.
Uit die tijd herinner ik me nog
dat mijn vader geadviseerd
werd om een koalblaere onder je
pette te doen tegen, ik meen, rug
klachten. Ook een paar verse
kastanjes in je zak was ergens
goed voor, maar ik weet helaas
niet meer voor wat. Een probaat
middel was ook paerevet mie ter
pentine tegen rimmetiek. Dat
lijkt me nogal een gedoe, mae te
gen eenflienke verkoud'eid een
zakje juun onder je béde, divan
bin 'k heilig overtuugd net as
van een kojakje voe aj'r ni toe-
gaèt.
De Zeeuwse klapbanke wordt
vast en zeker een succes. Behal
ve dat je straks rond kan neuzen
in het dialectlandschap, kom je
via de tekstfragmenten ook nog
allerlei wetenswaardigheden te
gen. De presentatie van 'De
Zeeuwse Klapbank' staat ge
pland voor vrijdag 30 juni 2006.
Vanaf oktober gaat de klapban
ke door de provincie toeren. Hij
kan dan bezócht-wórden in bibli
otheken, scholen, gemeentehui
zen e.d..
Engel Reinhoudt
Agenda:'
In het Kerkje van Ellesdiek (El-
lewoutsdijk) wordt zondag weer
een oecumenische bijeenkomst
in het Zeeuws gehouden. Eliza
beth Reijnhoudt houdt een over
denking in het dialect van West-
kapelle. Het thema is 'Gezond'
eid geve me deur'. Engel Rein
houdt zingt liedjes. Aanvang:
14.30 uur.
Het aanhoudende koude
winterweer lijkt op
het eerste gezicht slecht
voor de natuur. Maar wat is
slecht? Er zijn organismen
die profijt hebben van de
aanhoudende kou en de
bloeiperiode wat oprekken.
Het zijn planten die gedu
rende de winter bladgroen
vormen en heel vroeg in het
voorjaar bloeien om het ver
volgens bij de eerste de bes
te flinke zomertemperatu-
ren af te laten weten. Zij
overzomeren meestal als
zaad. Voor verscheidene
voorjaarsplanten geldt dat.
Eén daarvan is Deens lepel
blad. Het is klein en je ziet
het snel over het hoofd. Er
is echter vrijwel geen auto
mobilist in Nederland, die
deze plant niet dagelijks
passeert.
Deens lepelblad behoort tot
de familie van de kruisbla-
digen. Herderstasje behoort bij
voorbeeld ook tot deze familie.
Het is bekend als een lastig on
kruid in de tuin. Met het ge
slacht lepelblad uit die familie
is dat beslist anders. In Neder
land kennen we drie soorten. Al
le drie groeien ze in onze Delta.
Dat is niet zo vreemd; het zijn
voornamelijk soorten die aan de
kust in brakke- en zoute wate
ren op dit noordelijke deel van
het halfrond hun groeiplaatsen
hebben.
De naam lepelblad voor dit ge
slacht is al heel oud. In het boek
van Petrus Hondius, De Soe-
ticheydt des Buyten-levens uit
1621, beschreef deze plantkundi
ge de gunstige eigenschappen
van deze plant: 'Alsme vande
scheurbuyck claecht en vanbin
nen is geplaecht; salmen ner
gens in versparen. Gheen van
been de lepelblaren...' etc.. Le
pelblad werd dus gebruikt tegen
scheurbuik. Dat ligt een beetje
voor de hand voor een plant die
aan de kust groeit, vroeg in het
voorjaar bloeit en vol van de
noodzakelijke vitaminen zit.
Een andere naam voor lepelblad
was blauwschuitblad en blauw
schuit is weer een andere naam
voor scheurbuik en spataderen.
Tegenwoordig kennen wij drie
soorten lepelbladen, Engels-,
Gewoon- en Deens lepelblad.
De eerste twee soorten lijken
heel sterk op elkaar. Plantensys-
tematici hadden zelfs moeite de
soorten uit elkaar te houden, om-
dat geïsoleerde groeiplaatsen
soms heel afwijkende vormen
produceerden. Beide hebben
echter de karakteristiek gevorm
de bladeren, die op lepels lijken.
Dat is ook de reden dat dit plan
tengeslacht lepelblad wordt ge
noemd. De bladeren van Deens
lepelblad lijken minder op le
pels en daardoor is deze plant
van de andere twee lepelbladen
te onderscheiden.
Ook de standplaats van Deens
lepelblad wijkt af van de andere
twee lepelbladen. Deens lepel
blad vinden we in de zogenaam
de spatzone van zout water. De
duinenrij direct achter de bui
tenste zeeduinen is bijvoorbeeld
zo'n plek. Ook vinden we de
soort tussen de basaltstenen van
de zeeweringen. De andere lepel
bladen groeien in het zoute- en
brakke moeras. De Rumoirt-
schorren op Sint Philipsland en
het brakke schor van Saeftinghe
zijn in het oog vallende groei
plaatsen. Uitbundig zijn de
groeiplaatsen nooit. Vooral het
Engels lepelblad is erg zeld
zaam.
Lepelbladen zijn planten die ui
terst kieskeurig zijn als het gaat
om hun standplaatsen. Vaak
ook is het niet duidelijk waar
toe- of afname aan gekoppeld
is. De planten zijn ook geen vol
ledige zoutspecialisten. Steeds
is er een factor van zoet water
aanwezig in de vorm van drang-
water of grondwater.
Het komt niet vaak voor dat
planten met zulke extreme spe
cialistische eisen aan het milieu
nieuwe groeiplaatsen kunnen
bezetten. Vooral de invloed van
de mens doet eerder planten af-
dan toenemen. Typische plaat
sen waar vroeger nog al eens
nieuwkomers terecht kwamen,
waren spoorwegemplacemen
ten, havenkaden en windmolen
erven. Op deze plaatsen vond
transport plaats uit het buiten
land. Zulke allochtone planten
worden adventieven genoemd.
Een echte plek op de Nederland
se plantenlijst kregen ze echter
niet omdat de meeste soorten na
een tijdje weer verdwenen. Hoe
wel Deens lepelblad in deze sa
menhang niet echt een adventief
genoemd kan worden, heeft de
ze plant een verbeeldende naam
gekregen: de pekeladventief.
Nieuw milieutype
Met het pekelen van de wegen,
waardoor spat- en drangwater
in de bermen komt, is een verge
lijkend nieuw milieutype ont
staan, waar Deens lepelblad
zich goed thuis voelt. Vooral de
middenbermen, waar de begroei
ing in de zomer wordt verwij
derd en die vaak met grind zijn
afgestrooid, vormen ideale groei
plaatsen. Deens lepelblad is
soms de enige plantensoort die
er staat. Ze staat nu volop in
bloei. Een goed tegenwicht te
gen al te hevig fileleed en nare
voorjaarskoude.
Ron Brouwer
foto Het Zeeuwse Landschap
Deens lepelblad
De eerste raadkaart vijf jaar
geleden ging over Aarden
burg. Het lustrum werd vorige
week 'gevierd' met weer een af
beelding van deze plaats en dat
is veel inzenders niet ontgaan.
„De Markt van Aardenburg met
het standbeeld van Vorsterman
van Oven. Het gemeentehuis
staat op de achtergrond",
schrijft P. Andriessen uit Vlis-
singen, die een portret van Vors
terman bij sluit. „In het tweede
huisje rechts van het stadhuis
heeft de familie Daansen ge
woond. De Markt had toen nog
een kruispad met vier grasper
ken", aldus Andriessen. „Tegen
woordig is er een vijver met fon
tein."
R. Rammeloo uit Aardenburg
merkt op dat het een foto uit
1907 betreft, nadat het stadhuis
van de torenspits was ontdaan.
„Tot 1926 bleef het in deze res
tauratietoestand, tot er een to
ren op kwam. Rond september
1944 werd door granaatvuur
het stadhuis zodanig bescha
digd, dat besloten werd het ge
bouw af te breken en op dezelf
de plaats het huidige stadhuis
te bouwen. In 1898 werd ter ge
legenheid van de inhuldiging
van koningin Wilhelmina de
Wilhelminaboom geplant, die in
1953 werd gerooid."
Ook A.M. van den Broecke uit
Middelburg wijst hierop. „Bij
herdenkingen, zoals in 1938,
dansten wij als schoolkinderen
daaromheen. Rechtsachter was
de steilste straat van Aarden
burg: de Vleeshouwerstraat bij
de voormalige stadswallen. De
deur onder het bordes van het
stadhuis gaf toegang tot het ver
blijf van de veldwachter, de
'Beeras' geheten."
Verschillende inzenders gaan in
op de persoon G.A. Vorsterman
van Oyen (geboren 1839).
L. Ducheine uit Aardenburg:
„Het was een veelzijdig man, ac
tief in het onderwijs, land- en
tuinbouwkringen, historie en
bestuur van gemeente, provin
cie en land. En hij was de op
richter van de eerste landbouw
coöperatie in Nederland." Dat
was eind 19de eeuw, meer pre
cies 1878, en de coöperatie
kreeg de veelzeggende naam
Welbegrepen Eigenbelang.
T. Aernoudts geeft aan dat op
de linker zijkant van het stand
beeld de woorden 'Facile Prin-
ceps Erat' staan en rechts een
verwijzing naar de activiteiten
waarmee Vorsterman zich bezig
hield. Deze inzender noemt als
ontwerper van het destijds im
posante gemeentehuis de archi
tect Alleweid. Het werd ge
bouwd in 1864-1865. De toren
werd in 1890 verlaagd, omdat
men bang was dat het gevaarte
bij storm zou omwaaien. Aer
noudts dateert de foto circa
1926. „De kinderen en de vol
wassen persoon, rechts op de fo
to, zouden wel eens de schoolop
ziener met leerlingen kunnen
zijn, van de openbare lagere
school die links achter het ge
meentehuis stond en nu in ge
bruik is als jeugdsoos."
Hij vindt de huidige markt
mooi met beeldbepalende bo
men als beuken, lindes en een
ginkgo. „Maar ook Aardenburg
gaat in de vaart der volkeren
mee en als het aan de gemeente
Sluis ligt gaat de markt op de
schop. Of er in de facelift naar
Romeinse sfeer en uitstraling
ook nog plaats is voor Vorster
man en de muziekkiosk, is niet
bekend."
C.F. Stevense uit Middelburg
ontbreekt ook deze keer niet.
Hij grijpt nog even terug op de
vorige raadkaart van Zanddijk.
Het aanbouwtje dat hij aanzag
voor een kolenhok blijkt een
bakoventje te zijn geweest. Ste
vense herinnert aan de lange ge
schiedenis van kikkerstad Aar
denburg, met omstreeks 200 een
Romeinse vesting en de om
streeks 959 door de monniken
van de Gentse Sint-Baafsabdij
gestichte kerk. Hij geeft als
naam van de stadhuis-ontwer
per Alleweireld.
Rinus Antonisse
De waardebonnen gaan naar:
A.J. Pladdet-Kostense, Terneu-
zen, J. Faas, Terneuzen en
C.A. van de Plassche, Aarden
burg.
Met de nieuwe raadkaart uit de collectie van
Hans Lindenbergh gaat het van Aardenburg
schuin de provincie in. De vraag is: uit welk dorp
is de afbeelding? Nadere bijzonderheden over de
situatie toen en nu is van harte welkom.
Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag
22 april worden gezonden naar: Redactie PZC Bui
tengebied, postbus 31,4460 AA Goes; fax
0113-315669; e-mail redactie@pzc.nl.
Onder inzenders van een goede oplossing worden
drie waardebonnen verdeeld.