Rust en ruimte als grote trekkers Bij vloed komt een onderwatertuin tot leven iff fs Landschapscamping Kruytenburg, Poortvliet weerwoord dinsdag 18 april 2006 Het aantal landschaps campings in Zeeland is op de vingers van één hand te tellen. De inrich ting van een landschapscam ping - op een rustige plek in het achterland, met royale staanplaatsen en veel na tuur en landschap rondom - is duur en er moet aan een waslijst vol eisen voldaan worden. Daardoor kost het veel tijd om een voorziening van de grond te krijgen. De familie Van Nieuwen- huyzen van landschapscam ping Kruytenburg weet er over mee te praten. Middenin het weidse Thool- se landschap ligt nabij Poortvliet landschapscamping Kruytenburg. Door de late lente aarzelt het groen nog met uitbar sten. Alleen de forsythia zorgt voor een heldergeel kleuraccent. Aan de einder wacht de Ooster- scheldedijk. Achter de slaper dijk die Kruytenburg deels om ringt, ontwikkelt zich in de Scherpenissepolder nieuwe na tuur. Rust, ruimte en vooral open heid: dat zijn de sterke troeven van de pas uitgebreide land schapscamping van de familie Van Nieuwenhuyzen. Zo'n 15 jaar geleden begonnen Hans en Nan met een mini-camping bij de boerderij. Dat beviel goed en ze wilden wel meer recreatie. De mogelijkheid uit te breiden tot landschapscamping kwam ter ore. Na bijna vier jaar kon die in 2000 geopend worden met 24 staanplaatsen. Vorig jaar werd een uitbreiding met 36 plaatsen in gebruik genomen. En met steun van Vitaal Platte land Zeeland is ook werk ge maakt van kleinschalige dagre creatie. De camping is hulppost van de VW en fietstransferium. In de nieuwe gepotdekselde schuur (de 'planken' zijn van staal, maar dat valt niet op) is een fraaie horecavoorziening (de eterij) ingericht. Aan een winkel voor verkoop van streek producten wordt gewerkt. De Kruytenburgse watergang met brede natuurvriendelijke oevers wacht op roeiboten. Laat de kampeerders maar komen. Geduld Het klinkt allemaal zo gemakke lijk, maar zonder vastberaden heid en doorzettingsvermogen was het nooit zover gekomen. Hans van Nieuwenhuyzen heeft menige ambtelijke (malle)molen moeten slechten en enorm veel geduld moeten oefenen. Want hoewel de provincie de aanleg van landschapscampings propa geert - het komt de leefbaarheid van het platteland én de recrea tie ten goede - is de weg ernaar toe geplaveid met vele voetan gels en klemmen. Regels, regels en nog eens regels. Van Nieuwenhuyzen (59) begon De Kruytenburgse watergang op de camping in Poortvliet. foto's Willem Mieras Campingeigenaar Hans van Nieuwenhuyzen. als vijfde generatie al op negen tienjarige leeftijd zelfstandig te boeren op het ouderlijk bedrijf in de Poortvliëtpolder. Toen met een aardige oppervlakte van 43 hectare, met een gebruikelijk bouwplan (aardappelen, suiker bieten, granen). Na het natte rampjaar 1972 ging hij een sa menwerking aan met een colle ga-boer en dat ging zo een jaar of tien prima. „Ik zag toch op een gegeven moment dat ruim 40 hectare te klein was om er een volwaardige boterham op te halen. Ik ben witlof gaan telen en dat was enkele jaren een leu ke teelt. Tot er te veel telers kwa men en ik er verlies op leed. Ik ben overgegaan op groene asper ges en dat liep goed. Wel ar beidsintensief en moeilijk om aan mensen te komen." Op de achtergrond speelde al het idee om wat met recreatie te doen. „Ik ben een sociaal mens, vind het leuk om met mensen om te gaan. Zowel mijn vrouw als ikzelf vervullen ook heel wat bestuursfuncties. Begin jaren ne gentig is de mini-camping er ge komen. Er kwamen allerlei men sen, van stratenmaker tot arts. Ik kon ook aan een stukje pro motie van de agrarische sector doen. De kennis van de mensen over de agrarische sector is ge ring, maar de belangstelling er voor is er zeker", vertelt Van Nieuwenhuyzen. „Tholen moest nog helemaal op de kaart wor den gezet wat boerencampings betreft." De opschaling van mini-cam ping tot landschapscamping was niet eenvoudig. Eén van de eisen was dat er voor een staan plaats van tenminste 300 vier kante meter, 750 vierkante me ter aan natuur moest bijkomen. Dat resulteerde in 1,7 hectare camping en 2,3 hectare natuur. Watersnoodramp Bij de opzet werd geprobeerd de situatie van voor de watersnood ramp van 1953 terug te halen. Een hoogstamboomgaard, stru weel, een drinkput, natuurvrien delijke oevers langs de water gang en een uitkijkterp. Na twee jaar zat de camping vol. Ook omdat zoon Mart en doch ter Jacky wel in het bedrijf ver der willen, viel het besluit tot uitbreiding. Omgeven door nog pril groen ligt die er. Ook weer met nieuwe natuur. Onder meer een pias-dras gebied, een grote kreek, aansluitend op de water- POLDERPEIL Natuurtekenaar Adri Kar man woont in Colijnsplaat, op Noord-Beveland. Voor Buitengebied trekt hij er el ke week op uit. In deze ru briek vertelt hij in woord en beeld over de natuur in de polder. Polders werden ontworsteld aan de zee en soms gingen ze weer verloren. Ondanks alles heeft de mens in de loop der eeu wen beneden de waterspiegel een bestaan opgebouwd. Voor velen is dit een wonder en ook onbegrijpelijk. Je vestigen op plaatsen beneden de zeespiegel, is vragen om strijd met de na tuur en soms ook het ondervin den van de rampzalige gevolgen ervan zoals in de loop van de ge schiedenis is gebleken. Wat dreef en drijft de bewoners van de lage landen zich hier te vesti gen en onvermoeibaar steeds weer die onvermijdelijke strijd aan te gaan? Duinbewoners die zich op de ho gere, schrale zandgronden ves tigden, moeten al heel vroeg tot de ontdekking zijn gekomen dat die bedreigende zee ook gaf. De zee liet slib achter op plaatsen waar door middel van successie schor ontstond wat van liever lee boven de zeespiegel rees. Het was vruchtbaar slib; op ont- zilt voormalig schorgebied ble ken gewassen het beter te doen dan op de schrale duingronden. Daarbij leverde de zee vis, schelpdieren en wieren; produc ten die alles bij elkaar een grote voedselbron en bruikbare mate rialen betekenden voor zowel eigen voeding en gebruik als voor de handel. Wisselende hoogtes van de zee spiegel maakten perioden le vensgevaarlijk, maar in tijden van lagere waterstand beleef den de bewoners er een grote welvaart. Het Noord-Beveland van voor 1532 stond bekend als 'de lusthof van Zeeland'. Niet zozeer om haar schoonheid (waarom later het eiland Wal cheren 'de tuin van Zeeland' werd genoemd), maar meer nog vanwege de vruchtbare grond, voor het merendeel zeeklei. De steeds bedreigende zee nood zaakte de bewoners, wilden ze dit rijke gebied behouden, tot dijkbouw; een ontwikkeling die maakte dat men minder afhan kelijk was van de grillen van zee en estuaria als de Ooster- en Westerschelde. Om golfslag en stroming te kun nen weerstaan, bezette men de dijken buitendijks aan de glooiing met stenen, onder meer met Vilvoordse keien en basalt blokken. Deze menselijke in greep werd dankbaar door de natuur aanvaard. Van nature kennen de lage landen geen rots kusten zoals die van Normandië en Bretagne in Frankrijk en de krijtrotsen van Zuid-Engeland. De dijkglooiingen werden kunstmatige rotskusten waarop anders hier niet voorkomende organismen zich vestigden. De ontdekking ervan ligt ten grond slag aan de oester- en mosselcul tuur waar onze provincie zo om bekend staat. Een nieuwe voed selbron met een economisch ho ge waarde en exportmogelijkhe den was aangeboord. Daarnaast hebben de dijk glooiingen zich ontpopt als ge bieden met een zeer eigen mari tieme natuurwaarde. Zo vinden we bij de hoogwaterlijn diverse korstmossen. Planten als zeeal- sem, schijnspurrie en zelfs de zeldzame zeevenkel, gele hoorn papaver en zeekool vinden we tussen de basaltblokken groei end op de stikstofrijke voedings bodem die door het aanspoelsel op het vloedmerk wordt ge illustratie Adri Karman vormd. Bij laagwater komen de wieren in allerhande soorten bloot en vinden we er de kru- kels, mossels, oesters, maar ook wulk, schaalhoorn, zeepok en paardeanemoon. Wat saai lijkt het in eerste instantie, door hun gedwongen afwachtend lijken de positie bij eb. Zodra de vloed ze echter weer overspoelt, komt gang en een eiland. De grond die vrijkwam, is gebruikt om langs het terrein een dijk op te werpen. Die weert het geluid en licht van de provinciale weg rond Poortvliet. Van Nieuwen huyzen: „We bieden rust en ruimte en richten ons op oude ren. Geen karaoke, disco of bin go. Gewoon de rust. We krijgen ook veel natuurliefhebbers, vo gelaars en duikers." De nieuwe schuur is voor een deel voor dagrecreatie ingericht en voor winterstalling van cara vans. Ook is er een eigen keuken waar kampeerders zelf een potje kunnen bereiden. Op het terrein staan drie toiletgebouwen met alle sanitaire voorzieningen. Veel hebben de Van Nieuwen- huyzens zelf aangelegd. En 'tus sendoor' is er ook nog het regu liere akkerbouwbedrijf. Dat be perkt zich nu noodgedwongen tot de gangbare teelten. Hans van Nieuwenhuyzen denkt al weer aan een volgend project. Richting dorp ligt nog zo'n 1,5 hectare. Daar heeft hij plannen voor, maar welke houdt hij nog even onder de pet. Rinus Antonisse Valt er vóór Sint Joris geen regen meer, dan komt er na hem des te meer (Sint Georgius is op 23 april) znizzus. Ze was nog geen minuut thuis toen de telefoon ging. Het leven van een za kenvrouw, besefte onze ac countmanager. Zo kwam ze nooit aan zichzelf toe. Hu- bregtse. Ze zag een gezicht voor zich, maar vergat het onmiddellijk toen Hubregt- se haar een tip gaf. Ze moest contact opnemen met ene Remeeus. Wie? Hu- bregtse moest de naam spel len. Een adres had die niet. Tja, Remeeus waar zoek je die in Zeeland? Het telefoonboek geeft ant woord: twaalf hebben een vaste aansluiting. De hoofd stam groeit op Schouwen. Een tak maakt Zeeuws-Vlaanderen onvei lig, een twijgje ontbot in het Goese land. In Zaam- slag is uienhandel Re meeus. Zou Trudy aan de juun gaan verdienen? Ook dat nog? Bijna honderd families Re meeus zijn er in Nederland. De betekenis van de naam is moeilijk te vinden, tenzij je de juiste relaties hebt. In oude documenten komt voor: 'Remeeus, zoon van Filip'. De Latijnse tekst ver duidelijkt de naam van de ze persoon: Remigius Phi- lippi- Zo is het raadsel opgelost voor al wie Trudy op haar levensweg volgt: Remeeus is afkomstig van de Latijn se voornaam Remigius. Het was de naam van de bis schop van Reims in de vijf de eeuw. Geen wonder dat er jongens zijn naam kre gen. In het Frans werd het Remy en ook daarvan kwa men er achternamen in Ne derland. Veel familie van Remeeus bestaat onder verwante na men: Remeysen met varia ties, Remis, Remie. Te veel om op te noemen. Eigenlijk had Trudy geen tijd om achter die Remeeus aan te gaan, ze had een af spraak met Dekker. Die zou ze maar eerst afbellen. Toen ze zijn nummer in toetste, ging in haar tas haai- mobieltje piepelen. Lo van Driel er een onderwatertuin tot leven waarvan we, als we ons niet met duiken bezighouden, de schoonheid niet kunnen vermoe den. Groenwieren in de hoogste de len en bruin- en roodwieren in de steeds lagere zones richten zich op en schaalhoorns begin nen zich te verplaatsen. Alikrui ken komen in beweging en de zeepokken blijken ineens waaiervormige tentakels te heb ben waarmee ze minuscule planktondeeltjes uit het water vissen. Een zeeappel beweegt zich traag over de bodem en schraapt er algen en ander klein gedierte vanaf. Garnalen, krabben en zeesterren komen ieder op hun eigen wijze tot le ven. Roofdieren en aaseters als ze zijn, dragen ze bij tot het na tuurlijk evenwicht door het op ruimen en weer tot voedingsbo dem omzetten van allerlei plant aardig en dierlijk materiaal. De heremietkreeft huist er en de zeeanjelieren en paardeanemo- nen komen tot bloei. Zakpijpen en sponsachtige organismen groeien er in allerlei vormen. Voor wie zich meer wil verdie pen in het onderwaterleven is het boek uit de serie Fauna Zee- landica getiteld Zeefauna in Zeeland uitgegeven door stich ting Het Zeeuwse Landschap een aanrader. Daarnaast kun nen in de zomer op Neeltje Jans allerlei zeedieren, door duikers tijdelijk aan de oppervlakte ge bracht, worden bewonderd. Ook een bezoek aan de daar ge creëerde getijdenpoeltjes is de moeite waard. Sinds kort is het zelfs mogelijk een onderwater excursie mee te maken waarbij een camera het onderwaterle ven aan de mensen bovendeks toont. Een fascinerende erva ring. Adri Karman Dit is de laatste aflevering van Polderpeil.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 17