Steeds meer mannen hebben rare kronkels De herinnering heeft af en toe onderhoud nodig PZC 28 Prestatiemaatschappij bevordert gedragsstoornissen Tachtigjarige Oorlog duurde korter zaterdag 15 april 2006 worden, net als de Griekse held Nar cissus, verliefd op hun zelfbeeld. Ze vinden zichzelf geweldig, bijzonder en beter dan wie dan ook. Volgens psychologische handboeken treft het één op elke 100 a 200 men sen. Precieze gegevens ontbreken, maar volgens hoogleraar forensische psychiatrie Hjalmar van Marle neemt het aantal wel toe. Dat is mede het ge volg van de huidige tijdgeest, waarin allés om de prestaties en successen van het individu draait, zegt hij. Dit stimuleert narcistisch gedrag. Man nen die hier toch al gevoelig voor zijn, ontwikkelen zo makkelijker een psy chische stoornis. Ook ouders dragen bij aan het pro bleem, zegt Van Marle. Ze gebruiken hun kinderen steeds vaker als uithang bord van zichzelf: „Het kind moet goed zijn in sport, viool kunnen spe len en achten scoren." Een nareist kan met zijn grootse verhalen amusant ge zelschap zijn. Tot iemand uit de omge ving het waanbeeld doorprikt en hem met zijn gebreken confronteert. Dan staat hij ineens machteloos en voelt zich in zijn hemd gezet. Woede In plaats van de kritiek met moeite te slikken, ontvlamt hij in een nietsont ziende woede. Soms komt daar nog een onafwendbare vernietigingsdrang bij. Met alle gevolgen van dien. Psycholoog Daan van Beek krijgt re gelmatig met narcisten te maken op de klinisch-forensische afdeling van de Van der Hoeven-kliniek in Utrecht. Zonder uitgebreide behande ling vormt dit type tbs-patiënt vol gens de rechter een te groot gevaar voor de maatschappij. Bijna 75 pro cent van de mensen met een narcisti sche persoonlijkheidsstoornis is man. „Op de afdeling pik je er een nareist snel tussenuit", zegt Van Beek. Het op geblazen zelfbeeld en de zelfoverschat ting waaraan de patiënt lijdt komt in de afgesloten, beveiligde omgeving van een kliniek redelijk makkelijk aan de oppervlakte. „Een nareist informeert na aankomst bij medepatiënten wie de beste thera peut is. Alleen door die therapeut wil hij wordbn behandeld. Want slechts mensen die net zo getalenteerd en slim zijn als hijzelf kunnen hem mis schien begrijpen." Een nareist is een geboren charmeur. Hij weet hoe hij mensen moet inpal men om zijn zin te krijgen. „Als thera peut word je dus eerst helemaal opge hemeld." Dat is best vleiend, geeft Van Beek toe, maar het hoort wel bij het ziektebeeld van zijn patiënt. Zo kan de verering bij een verkeerde op merking van de behandelaar ook in één klap omslaan in verachting. Af en toe gepaard met agressie. Voor een nareist is het leven zwart-wit. Je bent vriend óf vijand. Narcisten willen na melijk vooi*tdurend bewonderd wor den, verklaart ook hoogleraar Van Marle, die oud-directeur is van het Pieter Baan Centrum. „Ze gaan voor al om met anderen om er zelf beter van te worden." Geen actie is geheel onbaatzuchtig. Van de pei'sonen die hij de hemel inprijst verwacht hij op zijn minst dezelfde adoratie terug. Zelf laat hij zich er niets aan gelegen om zijn prestaties, kwaliteiten, kennis en contacten schromelijk te overdrij ven. Ondertussen fantaseert de nar eist mistig door over de grote succes- sen en roem die hem in het leven nog te wachten staan. Wie een nareist in zijn zelfbedachte grootheid belemmert en hem bekriti- seei-t, wordt linea recta door hem inge deeld in het kamp van de vijand. Hooghartig weigert de blaaskaak dan nog langer met de lastpakken om te gaan. Nu immers duidelijk is geble ken dat ze te min zijn om zijn geniali teit te doorgronden. Een goede teamplayer zal een nareist dus nooit worden. Tenzij het hem uit komt. Toch straalt hij met zijn daden drang en enthousiasme wel iets posi tiefs en krachtigs uit. Dit laatste maakt hem ook seksueel aantrekke lijk. Van Marle herinnert zich uit zijn tijd als oud-directeur van een tbs-kliniek dat er altijd wel een stagiaire aan een nareist bleef hangen. „Hoe kan het toch, vroeg ik me dan af, maar een nar eist weet precies wat hij moet zeggen tegen zo'n knap, pienter meisje." Dat zij, bijvoorbeeld, de enige is die hem helemaal begrijpt. „Het jammere is wel dat ik weet dat hij dat tegen ieder een zegt." Status Een nareist heeft maar wat graag een vrouw aan zijn zijde, constateert Van Beek. „Dat levert natuurlijk ook sta tus op." Een relatie aangaan met ie mand die aan een narcistische per soonlijkheidsstoornis lijdt is echter stukken minder prettig. Het is vooral heel eenzaam. De hele relatie staat na melijk ten dienste van zijn eer en glo rie. De nareist is ook nog eens stront ja loers. Hij beschuldigt zijn partner vaak valselijk van overspel. Ironisch genoeg is het juist de nareist die bij ge brek aan aandacht van zijn eigen In hun ongevaarlijke gedaante kunnen ze tot grote hoogte groeien, maar ze zijn ook in staat verwoestingen aan te richten, van grootschalige bedrijfsfraude tot het uitmoorden van hun ge zin. Narcisten zijn van alle tij den, maar in deze maatschappij, waarin op leiderschap en be roemd zijn een bonus staat, lij ken ze in aantal toe te nemen. Als er echt sprake is van een stoornis, is het oppassen gebla zen. Geertje Pelgrim werd door haar ex-man opgewacht in het huis van haar ouders in Appingedam. Met een mes hakte hij veertien keer op haar in. Vervolgens viste hij hun vijf maanden oude zoontje uit haar bebloe de armen. Het kind moest samen met hem in het Eemskanaal verdrinken, vond hij. In Tolbert slachtte vorig jaar een man met een kandelaar en een mes de twee kinderen van zijn vriendin af. Eerder had hij al een poging ondernomen om zijn geliefde te laten stikken door zijn eigen kunstgebit in haar keel te du wen en haar nek om te draaien. Dat mislukte. Voor de Turkse Gül Tanriverdi werd een ontmoeting met haar agressieve echtgenoot wèl fataal. Ze was voor hem op vlucht toen hij haar schuila dres ontdekte. Voor het blijf-van-mijn-lijfhuis in Koog aan de Zaan schoot hij, op klaarlichte dag, zijn pistool tweemaal op haar leeg. De moeder van zijn drie kinderen over leed aan tweeëndertig schotwonden. Het is maar een greep uit de ï-ecente familiedrama's in Nederland. Wat zich vóór het buitensporige geweld in het gezin precies heeft afgespeeld, blijft vaak gissen. Want niet zelden slaan de mannen na de gruweldaad de hand aan zichzelf. Hun motieven ne men ze mee in het graf. Mannen die het er wel levend van af brengen, leggen later voor de rechter verantwoording af. Ze waren destijds jaloers, achterdochtig, wanhopig of doodsbang om te worden verlaten, ver klaren ze bij de rechtbank. Emoties die bij een gezond mens nog geen moord rechtvaardigen. Hoe werkt de psyche van familiemoordenaars? Welk steekje zit bij hen los? Mannen die in staat zijn hun vrouw en kinde ren bruut af te slachten, blijken gere geld aan een narcistische persoonlijk heidsstoornis te leiden. De mannen vrouw verering buiten de deur zoekt. Hier ligt ook de kern van de huwelijks problemen waarover je bij familiedra ma's vaak leest, legt Van Marle uit. De man hangt op zijn werk, sportclub en in zijn vriendenkring de leuke jon gen uit. Thuis wil hij behaagd worden en steekt hij geen poot uit. De vi'ouw moet het gezin alleen draaiende zien te houden, maar krijgt wel met de soms onredelijke eisen en het wantrou wen van haar man te maken. Als ze uiteindelijk besluit dat ze dan nog be ter alleen af is en de man verlaat, is de nareist tot in zijn diepste gekrenkt. Deze vernedering wordt sommige nar cisten te veel. Als hij kapot wordt ge maakt dan moet op zijn minst de ver antwoordelijke voor de ellende mee de afgi-ond in worden gesleept. „Waar bij een nareist pur sang zich onder scheidt door uiteindelijk wel zijn vrouw en kinderen om te brengen, maar geen zelfmoord te plegen", al dus Van Marle. „Voor dat laatste houdt hij namelijk te veel van zich zelf." Is er een oplossing, zodat familiedra ma's kunnen worden voorkomen? Vol gens de hoogleraar forensische psy chiatrie niet. „Narcisme valt moeilijk te genezen." Een nareist is er namelijk van overtuigd dat hij niets mankeert. „Je kunt beter hopen dat je er snel ach ter komt wanneer je er met één te ma ken hebt." Floor Ligtvoet illustratie Marco Jeurissen/GPD Jan Blokker: „Minister Verdonk is, in haar intolerantie en hysterie, veel Nederlandser dan u en ik leuk vinden." foto Harmen de Jong/GPD Met Waar is de Tachtigjarige Oorlog ge bleven? voert Jan Blokker de lezer mee op een tocht langs de schaarse herinne ringen aan de opstand tegen de Spanjaar den. Een gids voor historisch verantwoord ramptoerisme - van Heiligerlee tot Nieuw- pooi-t. Maar ook een les in nederigheid. 'Dat wij zo'n tolerant volk zijn is grote onzin.' Of het nou in Zierikzee was, in Groenlo of in Steenwijk: overal vroeg hij in de plaatse lijke boekhandel naar de GedenckClanck van Adriaan Valerius. Negen van de tien keer werd hij glazig aangestaard: 'Hoe zei u?' Daar kun je de schouders over ophalen, maar niet als je in de buurt bent van Jan Blokker. Het titelblad van de gebundelde be vrijdingsliederen staat niet voor niets promi nent in het boek afgedrukt, inclusief de ver antwoording: 'Alles dienende tot stichtelijk vermaak ende leeringhe, van allen Lief-heb bers des Vadeiiants.' Een beetje meer eer bied voor deze 'rimen ende liedekens' ('Wilt heden nu treden') zou ook anno 2006 op zijn plaats zijn, meent Blokker. „Ik denk dat de meeste grote mensenlanden die hun ont staan te danken hebben aan zoiets monu mentaals als een Tachtigjare Oorlog, die her innering op gepaste wijze levend zouden houden. Met een boek, een monument, en eens in de tien jaar een opera." Wie zich door Blokker aangesproken voelt en in de voetsporen wil treden van de Spanjaarden en watergeuzen, kan de eerstvolgende va kantie op pad. In zijn jongste boek be schrijft de giïjze eminentie van de journalis tiek, tevens enthousiast aanjager van het historisch bewustzijn, zijn eigen Tocht van de Tachtigjarige Oorlog. Een 'Route Napo leon' op z'n Hollands. Het is reisgids en ge schiedenisboek ineen, al is Blokker niet het prototype van de excursieleider die de dag jesmens bij de hand neemt. Om het toeris- tisch-informatieve niveau kort samen te vat ten: er staat wel vernield dat je op de boot van Stavoren naar Enkhuizen voor 2,80 eu ro een glas whisky kunt kopen, maar men wordt geacht zelf uit te zoeken waar de ka de zich bevindt. Zoals de familie Blokker ook haar eigen weg moest zoeken, toen ze de tocht in de ja ren zestig voor het eerst maakte. Senior kwam op het idee, omdat hij merkte dat zijn kinderen zich maar weinig konden voorstel len bij de jaartallen en gebeurtenissen die ze - toen nog wel - op school van buiten moesten leren. Maar na die zomervakantie hadden de kindei*en Blokker wel beelden bij Heiligerlee, Nieuwpoort en Den Briel. Al was daar weinig spectaculaii-s aan, want van militaire infrastructuur of andere spo- i*en uit die tijd was amper nog iets te zien, laat staan dat er op strategische plekken in- drukwekkende gedenktekens waren opge richt. Verbazing De verbazing daarover is hem van die eerste speurtocht nog het meest bijgebleven, ver telt Jan Blokker. En het is er in de loop der jaren niet beter op geworden, moest hij tij dens latere bezoeken vaststellen. Delen van de tocht beschreef hij in de jaren tachtig al in Vrij Nederland, en voor het boek ging hij ook recentelijk nog weer op pad. Behalve in de boekwinkels bleek ook bij de meeste VW-vestigingen de geschiedenis pas bij de Tweede Wereldoorlog te beginnen. Des te meer reden om zelf stappen te ondernemen, wat hem betreft. Het boek volgt niet de chro nologie van de oorlog, maar de logica van een i-eisroute, waarbij Amsterdam voor het gemak als uitvalsbasis diende. Een ouder wets jaaitallenlijstje zorgt ervoor dat de rei ziger in elk geval niet in de tijd verdwaalt. En trouwens: het boek laat zich ook zonder enige verplaatsing prima consumeren, om dat de schrijver - trouw aan de ouderwetse ondexwijstraditie - het mooie verhaal en de sappige anekdote boven wetenschappelijk verantwoorde feiten stelt. Met als enig doel: onderhoud plegen aan de herinnering. Noem het geen missie: „Ik hoef mensen niet tot de Tachtigjarige Oorlog te bekeren." En ja, ook in het boek betitelt hij onze relativering in dezen juist als een deugd. „Ik ben daar dubbel in. Maar wat ik bedoel is: je kunt die bescheidenheid ook overdrijven. Ik heb er geen moreel oordeel over, het vex*wondert me alleen." Natuurlijk zijn er verzachtende omstandig heden, zoals het ontbreken van die ene, over koepelende datum, zoals de Franse veertien de juli. En het feit dat er niet zoiets als een nationaal platform voor deze oorlog be staat. „Dat was er wel tot aan Koningin Wil- helmina, die deed als ze op reis was Heiliger lee nog wel eens aan. Maar ik geloof niet dat Juliana daar ooit is uitgestapt om graaf Adolf te eren." En dan valt er in het Gro ningse Heiligerlee, waar een monument her innert aan de eerste 'Nederlandse' zege, ten minste nog iets te zien. In de Belgische bad plaats Nieuwpoort herinnert geen zandkor rel meer aan de beroemde slag van 1600, ver meldt het onderschrift bij een foto van een kustlijn met treurige torenflats. Het zal nog niet meevallen om op zo'n plek een histori sche sensatie te beleven. Blokker: „Dat hangt heel erg af van je bereidheid om die sensatie te ondergaan. Ben je wel eens in Geertruidenberg geweest? Daar ligt een waanzinnig grote markt, met een oude to ren die er in 1572 al stond. Prins Maurits heeft de stad op ingenieuze wijze belegerd, in een paar maanden tijd ingenomen en nooit meer afgestaan. Op de een of andere manier, als je door al die vreselijke nieuw bouw heen bent en daar op die markt staat - veel meer was het in die tijd ook niet - dan is het toch raar om je te realiseren dat dat daar allemaal is gebeurd. Naast de herden kingen in Brielle, Leiden en Alkmaar zou daar ook op die plek elk jaar even bij moe ten worden stilgestaan. Dat hoeft niet met gezuip of verkleedpartijen. Een kleine plech tigheid, meer niet." Daar is ook nog een ander belang mee ge diend. Want de Tachtigjarige Oorlog is veel actueler dan we geneigd zijn te denken, be nadrukt Jan Blokker. „Al die sprookjes dat we zo'n nuchter en tolerant volk zijn. Het is allemaal gi-ote onzin! Minister Verdonk is, in haar intolerantie en hysterie, veel Neder landser dan u en ik leuk vinden. Als je na gaat dat destijds een kleine mindex-heid van calvinisten een heel grote meerderheid van katholieken het leven zuur heeft gemaakt. En dat hebben ze eeuwen volgehouden. Het is het meest explosieve voorbeeld van onver draagzaamheid dat je kunt bedenken. Ten opzichte van de katholieken kon je je dat misschien nog voorstellen, die vertegen woordigden het Spaanse gezag, maar ze wa ren het ook ten opzichte van de doopsgezin den, de luthersen, de remonstranten. Als je de totale context van de Tachtigjaxrige Oor log nog eens tot je laat doordringen is het snel gedaan met die mythen. Ook die van dat kleine, dappere volk dat in eenheid streed tegen het machtigste land van die tijd. Intussen hadden we onderling gewoon de meest verschrikkelijke heibel!" Sympathie Zo kan deze oorlog ons meer dan drie eeu wen later nog een spiegel voorhouden. „Het vertelt ons iets over onze voorouders. Kijk, prins Maurits had vanuit militair oogpunt allang bedacht dat hij oostwaarts moest. Maar Holland had - randstedelijke arrogan tie, ook toen al - in de Staten Generaal de grootste bek. Die Geldersen hebben echt met de geldbuidel moeten rammelen om Maurits Groenlo te laten veroveren." En welk 'lieu de memoire' uit de route is Jan Blokker persoonlijk het meest dierbaar? Eigenlijk is er voor hem niet één te noemen, zo blijkt. Maar hij verheelt niet zijn sympa thie voor de underdog in deze strijd. „In Haarlem, Zeeland en Groningen hoor ik vaak zeggen: wij doen er niet zo toe, want wij hebben niet gewonnen. Ik ben niet ka tholiek, ik ben van huis uit remonstrants, dus eerder een beetje anti-papistisch opge voed. Maar ik heb toch een zwak voor zo'n verhaal als dat van die katholieke Gronin gers, die op het moment dat de overgave aan de troepen van Maurits onvermijdelijk was geworden, de dag daarvoor nog één keer naar de Martinikerk gingen om de mis gecelebreerd te krijgen. De laatste mis, want als dat tuig eenmaal binnen was zou het niet meer kunnen. Een beetje overdre ven misschien, dat verhaal, maar toch ont roerend. Groningen is niet de dierbaarste plek, maar het komt er dichtbij." Jan Blokker heeft de beschreven tocht met - zijn kleinkinderen niet herhaald, al hadde: ook zij daar misschien baat bij kunnen hef ben. Ook in dit boek cultiveert hij zijn kri tiek op het gebrekkige geschiedenisonder wijs van 'tegenwoordig'. Maar hoe terechts die nog? „Ik heb mijn kleinzoon van negen tien destijds de klassieke vraag gesteld: Wie was er eerder, Hitler of Napoleon? Ik zweer je, hij zei Hitier. Er is echt een periode ge weest dat het rampzalig was. Maar het is waar: het wordt wel beter. Mijn kleindoch- j ter Lisa van twaalf mailde laatst dat ze in de klas 'Het vooroudergevoel' behandelden en dat de juf had gevraagd of er oudere wa ren die er iets over konden vertellen." Uiter aard kon Lisa op haar grootvader - die des j bestseller samen met zijn zoons Jan en Bas schreef - rekenen. Met die kleinzoon is het J trouwens ook goed gekomen. Blokker lach' „Hij heeft Spaans gestudeerd, is net voor j een poosje naar San Sebastian vertrokken, j Ik heb hem het boek op het nippertje mee kunnen geven, met een opdracht. Uitkijker Je bent op weg naar de vijand van toen!" Ingrid Bosma.' Jan Blokker: Waar is de Tachtigjarige Oor- j log gebleven? - Uitgeverij De Harmonie, 201 pag.,€ 19,90. De Tachtigjarige Oorlog begint in 1568 met de Slag bij Heiligerlee. Aanleiding is de ge welddadige veiwolging van calvinisten door het katholieke Spaanse gezag. In 1566 bie den Nederlandse edelen landvoogdes Margareta van Parma een smeekschirift aan, waarin vrijheid van geloof wordt geëist. Als zij gevoelig lijkt voor de wensen van de protestanten, ontstaat er een openlijke opstand die ontaardt in de beeldenstorm - waarbij heiligdommen in katholieke kerken kort en klein worden geslagen. Koning Filips stuurt een Spaans leger, onder leiding van de hei'tog van Alva, om de rebellis in de Nedei'landen neer te slaan. Als Alva, die een waar schi'ikbewind voert, een belasting wil invoeren om zijn leger te financieren besluit de naar Duitsland uitgeweken prins Wil lem van Oi'anje tot militaire actie. Hij stuurt zijn broers Lodewijk en Adolf met een (huur- lingen)leger en een bevrijdingsopdracht naar het noordelijk deel van de Nederlanden. Offi cieel duurt de oorlog tot 1648 (Vrede van Münster), maar vaak wordt het Twaalfjarig Be stand (1609- 1621) van de 80 jaar afgetrokken. Volgens Jan Blokker was de oorlog na 1609 feitelijk al helemaal afgelopen, omdat de repu bliek toen al haar doelen al had bereikt: vrije handel op Indië, geen Spaanse inmengingm binnenlandse aangelegenheden en erkenning van haar onafhankelijke status.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 28