PZC Boeren horen niet in het dorp O Voorheen ontving ik bezoe kers daar onder de parasol, wijst Dieneke Klompe naar het groene hok achterop het 7,5 hec tare grote terrein. Het klinkt bijna als een excuus op haar vluchtige rondleiding door één van de twee nieuwe gebouwen. In wat de verwerkingsruimte moet worden voor de 'bijzonde re groenten' van de Zonnemaire Consumptieve Kwekerijwacht gasten straks een heel ander ont haal. Als er vraag naar meekrap is, moetje daar toch op inspelen Slowfood kleurt de zomer bont Aantallen bedrijven zaterdag 1 april 2006 W 6 Jan de Wilde De fabriek die het gewas tot verfstof verwerkt, moet nog worden geopend. Maar de eerste oogst is binnen.. Een groep van tien Thoolse akker bouwers haalde afgelopen jaar al zo'n 40.000 kilo meekrap van de akkers. Daarmee keerde, na ruim een eeuw afwezigheid, een typisch Zeeuws product in de Delta terug. Akkerbouwer Jan de Wilde: „Als er vraag naar is, dan zou het dwaas zijn daar niet op in te springen." Of de teelt rendabel is moet nog blijken. Op woensdag 14 juni wordt in Steenbergen een fa briek geopend die rode verfstof gaat winnen uit de wortels van de plant. In eerste instantie wordt gemikt op afzet in Neder land en Duitsland, maar ook in de rest van Europa, en in de VS zouden fabrikanten van luxe kle ding, tapijten en schoenen weer om de natuurlijke verfstof zit ten te springen. De eerste oogst viel iets groter uit dan verwacht. Maar teler Jan de Wilde uit Sint Maartens dijk, die op Tholen de kar trok, wil nog geen halleluja roepen. „De kosten liegen er niet om. De uiteindelijke opbrengst hangt af van de hoeveelheid bruikbare wortels die resteert nadat alle afval, zoals zand, is verwij derd." De teelt blijft niet tot Tholen be perkt. Ook in West-Brabant en in Oost-Brabant is een groepje akkerbouwers actief. De Wüde verwacht pas na twee tot drie jaar te kunnen zeggen of er toe komst in zit. „Je moet dit soort dingen niet doen uit financiële nood. Je moet dat een stap voor zijn. Als je aan de kant blijft staan, gebeurt er niets." De Wilde ziet het als pioniers werk. „Je zag de plant nog wel in heemkundige tuinen. Maar alleen in Groningen was nog ie mand die de meekrapteelt in stand hield op een iets grotere schaal dan de hobbysfeer. Daar hebben we dan ook de eerste stekken vandaan. We zoeken nu naar de beste teelt- en oogstme- thodes. Uit oude boeken is nog wel wat bekend. Maar we kun nen niet werken zoals honderd jaar geleden. Alleen al de oogst. Daar kwam veel handenarbeid aan te pas. Dat is niet meer te betalen. We werken nu met spe ciale machines." Henk Postma Dieneke Klompe Na vijf jaar vechten tegen de bierkaai krijgt Dienekes droom eindelijk de bedachte vorm. De houten muren van de nieuw bouw ruiken versgezaagd en zijn klaar voor de (van schadelij ke stoffen ontdane) teerverf. De biologische boerin prijst zich ge lukkig dat de lente op zich laat wachten. Want zodra de zaadjes beginnen te ontkiemen, slokt de tuin al haar aandacht op en zal ze de bouw (ook de afwerking doet Klompe grotendeels zelf) links moeten laten liggen. Maar dit jaar komt het af, weet ze ze ker en komt de kwekerij volop beschikbaar voor de educatieve kant (waaronder rondleidingen en proeverijen) die de innovatie ve inwoonster van Ellemeet te vens nastreeft. Artisjokken, citroenkomkom mers, gele en rode snijbiet, ijs- kruid, verse knoflook, gele peul tjes, borlotto- en yin-yang bo nen, kardoen, tomatillo's, haver wortel en blauwe suikermaïs kleuren de zomermaanden bont op de boerderij aan de Korte- weg. Naast de groenten staan er ook nog kruiden als platte peter selie, rode shiso, salie, thijm, roomse kervel, diverse soorten basilicum en knoflookui. Bij el kaar zo'n 20 tot 25 verschillends gewassen. Ze hebben één aspect gemeen, benadrukt Klompe: „Al les groeit op eigen kracht. Ik kweek slowfood. Het is ontzet tend arbeidsintensief, maar het resultaat is topkwaliteit." Van het zaaien tot de oogst en levering aan landelijke groot handels en regionale horeca, Klompe (dochter uit een land bouwersfamilie uit Dreischor/ Zonnemaire) doet alles zelf. In haar vrije tijd wel te verstaan, want naast de biologische kwe kerij werkt ze nog parttime als assistent-bedrijfsadviseur voor de Groene School in Goes. Haar kracht en kennis schuilt in de boeken en het uitgebreide net werk ('mijn man is hovenier, m'n broer is boer, bij weer een ander kan ik altijd een tractor lenen en zo zijn er nog meer waar ik altijd een beroep op mag doen') dat ze de afgelopen jaren heeft opgebouwd. „Toen ik nog tijd had, las ik veel. Dat vormt je basiskennis. Maar daar naast zijn de mensen in mijn net werk ieder op hun gebied een soort professor. Ze zorgen er voor dat ik geen stomme fouten maak. Toen ik begon, pakte ik gelijk uit met honderd gewas sen! Dat kan natuurlijk nooit in je eentje, wil je het serieus doen." Marcel Modd< fotografie Lex de Meester naar buiten verhuizen maar waren wel gedwongen op het moment dat ze geen vergunning kregen om ter plaatse uit te breiden. De gemeenten hebben namelijk in bijna alle gevallen via de bestemmings plannen het zo geregeld dat het niet mo gelijk is om als landbouwer een boerderij in een kern over te nemen en vervolgens voort te zetten. Dan rest niets anders dan het bedrijf verkopen aan een projectont wikkelaar of overheid zodat op die plaats huizen gebouwd kunnen worden of iets anders. Het vertrek van de boeren uit de kernen kan wel het karakter van de dorpen aan tasten. Boerenbedrijven zijn vaak beeld bepalend voor een dee! van de kernen. Denk maar aan de zwarte gepotdekselde schuren in tal van Bevelandse dorpen, al dus Stapels. Zijn gemeente probeert zo veel als mogelijk te voorkomen dat die schuren worden gesloopt. Als het kan krijgen zé een andere functie. Het voor beeld daarvan is wel de Boerderij in Heinkenszand, recht tegenover het ge meentehuis. In die volledig gerestau reerde monumentale schuur vergadert de gemeenteraad en worden allerlei bijeen komsten gehouden. En in de vlakbij gele gen nieuwbouwwijk Over de Dijk staan zelfs niéuwe Zeeuws aandoende boerde rij woningen. Terwijl de echte boeren uit de dorpen moeten vertrekken zijn daar, uit een hang naar nostalgie, de namaak- boerderijtjes weer de dorpskern binnen gehaald. Emile Calon ^Noordelijk Zeeland: Schouwen-Duiveland, Noord-Beveland enTholeo Gegevens Grontmij-Ecorys Boerderijen in de dorpen en de steden, dat is tegenwoordig een grote zeldzaamheid. Bijna net zo zelzaam als een transportbedrijf of een mengvoederbedrijf midden in een kern. Nog niet zo heel lang geleden was het de gewoonste zaak van de wereld dat dat soort bedrijven in een kern geves tigd waren. Ze zorgden voor levendig heid en bedrijvigheid in de dorpen. In de zaaiperiode was het dan ook een komen én gaan van eerst paarden met wagens en later tractoren die in en uit het dorp reden. En als 's zomers de boeren met hun wagens vol tarwe van het land terug keerden en losten bij de graanhandelaar wist iedereen dat even gewacht moest worden met het buitenhangen van de was. Dat was ook de tijd dat het heel nor maal was dat velen op het dorp een var kentje hielden, herinnert ex-wethouder Ko Bliek (Reimerswaal) zich nog goed. Het was de tijd dat de smid en de timmer man samen op straat een wagen bouw den en er ook niet echt moeilijk werd ge daan over de geur die uit een koeienstal zo de Dorpsstraat inwaaide. Dat soort be drijven in het dorp was het gevolg van de economische ontwikkelingen. De timmer man, van oudsher in het dorp gevestigd, greep zijn kansen. De smid idem dito. En de molenaar ging zich ook meer en meer toeleggen op de handel in granen en het vervoer. Een of enkele generaties later was dat soort bedrijven gegroeid maar nog wel steeds in de kern aanwezig. Het bedrijfje van de timmerman was veran derd in een wagenmakerij, de smidse in een garage en rondom de molen was een compleet transportbedrijf annex graan handel ontstaan. Daarnaast was ook sprake van een ande re groei waardoor boerderijen in de kern kwamen te staan. Door de toename van de bevolking en de wens wat ruimer te wonen, groeide het dorp en de stad waar door boerderijen, die ooit aan de rand van de kern stonden, geleidelijk aan wer den omsingeld door woningen. Overlast De tijd van boerderijen in de bebouwde kom is zo goed als voorbij, weet beleids ambtenaar Ton Stapels van de gemeente Borsele maar al te goed. Het hoofd van de afdeling Ruimtelijke Ordening en Mi lieu van deze Bevelandse gemeente kent nog een paar boerderijtjes in de Borselse kernen en dat is het dan. Het gaat om en kele fruittelers en akkerbouwers die nog niet verhuisd zijn naar het buitengebied. Het zijn bedrijven die nauwelijks tot niet voor overlast zorgen voor de omwonen den. Dat is ook de reden dat ze er nog steeds zitten, zo geeft hij aan. Maar vee houderijen of gemengde bedrijven, die zijn allemaal of verhuisd naai' het buiten gebied of opgeheven. Want overlast van dat soort bedrijven, dat kan niet meer, vult Bliek aan. Hij vindt dat niet te nos talgisch en romantisch gedaan moet wor den over bedrijven in de woonkernen. Want je zult maar in de ploegendienst werken en niet kunnen slapen omdat een halve straat verderop een landbouwer zijn aardappels aan het drogen is met be hulp van krachtige ventilatoren. Trou wens, zo voegt hij eraan toe, veel van de moderne landbouwbedrijven draaien bijna continu. En het is voor de buren niet leuk om al voor zes uur gewekt te worden door zware tractoren die 's avonds pas na tienen terugkeren. En voor die bedrijven is het ook niet handig. Die kunnen niet uitbreiden, niet verbou wen, want ze worden alleen nog maar ge doogd. En het is beslist niet handig om telkens met je grote machines dwars door het dorp te moeten, aldus de ex-wet houder die afgelopen week afscheid nam van de actieve politiek. Wetgeving Dat verdwijnen van gemengde bedrijven en veehouderijen uit de kernen heeft vol gens Bliek en Stapels alles te maken met het aanscherpen van de milieuwetge ving. Als gevolg daarvan kozen veel agra riërs voor verhuizen naar het buitenge bied of voor opheffen van het bedrijf. Daar in het buitengebied kunnen ze die gebouwen neerzetten die goed werkbaar zijn. Niet te hoog en met brede deuren zo dat ze zonder problemen de grote machi nes in en uit kunnen rijden. Daar kunnen ze werken zonder dat ze bang moeten zijn dat de buren klagen over stank of ge luid. Sommigen wilden helemaal niet Noordelijk Zeeland* totaal 875 akkerbouw tuinbouw grondgebonden veehouderij intensieve veehouderij combinaties Walcheren en Zuid-Beveland totaal 1405 Nederland totaal 83885 Zeeuws-Vlaanderen totaal 1410 Zeeland totaal 3690

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 36