De consument vertrouwt ons PZC Zeeuwse wijn nog geen kassucces Het kan niet hard genoeg waaien Weetjes over voedselveiligheid Oppervlakte landbouwgrond zaterdag 1 april 2006 W 4 Dick Moelker had nimmer verwacht dat hij in de wijn bouw terecht zou komen. De in teresse van deze zoon van een fruitteler uit Oudelande ging aanvankelijk uit naar de bloe men- en groenteteelt. Na de Groene School in Kapelle ging hij dan ook naar een vervolgop leiding in Naaldwijk en werkte vier dagen per week bij een ech te glastuinder in het Westland. Na afronding van die studie zet te hij op het bedrijf van zijn va der een kleine kas neer en begon met de teelt van tulpen, chrysan ten, snijbonen, andijvie en fram bozen. Zijn vader bleef de ap pels en peren trouw en over en weer hielpen ze elkaar. De jonge Moelker kwam er in de loop van de tijd wel achter dat Oudelan de niet ideaal gelegen is voor de teelt van bloemen. De afstand tot de veiling was gewoon te lang. En door het helpen van zijn vader kreeg hij meer en meer de smaak te pakken van de fruitteelt, aldus de 39-jarige on- nemer Veertien jaar geleden nam hij het bedrijf van zijn vader over en stopte met de teelt van groen ten en bloemen. Na verloop van tijd wilde hij wel wat uitbrei den. Hij stond voor de keus om land bij te kopen of op bestaan de grond iets nieuws te begin nen. Na het nodige lees- en stu diewerk en tal van werkbezoe ken koos hij voor de wijnbouw. In 2000 rooide.hij een oud per ceel appelbomen en zette daar wijnstokken in de grond. Hij noemt de wijnbouw een mooie teelt. Maar wijnbouw is niet al leen het telen van druiven. De wijn moet ook verkocht worden, en dat is heel wat anders dan het verkopen van appels en pe ren. Die breng je naar de veiling en daar worden ze verkocht. Als fruittelers hoef je daar nauwe lijks moeite voor te. doen. Het verkopen van wijn is heel ande re koek. Dat moet zelf gedaan worden. Daar moet veel tijd in geïnvesteerd worden. Je moet zelf restaurants benaderen, zelf aankloppen bij slijterijen en ver volgens is het afwachten of die partijen later opnieuw willen ko pen. Ook geeft hij zelf rondlei dingen in de hoop dat aan het einde er wat flessen worden ver kocht. Enigszins jaloers kijkt hij wel eens naar wijnbouwers die bij Utrecht en Nijmegen hun be drijf hebben. Die slagen er pro bleemloos in hun flessen te ver kopen voor een bedrag van rond de negen euro. Op de een of an dere manier vinden de mensen het daar wel leuk om een fles Utrechtse wijn te kopen terwijl de animo om een Zeeuwse wijn te kopen geringer is. Zijn wijnbedrijf is nog steeds in opbouw. Dus hij kan niet zeg gen of het al een succes is. Ook is hij drie jaar geleden begon nen met het kweken van jonge wijnstokken die vooral via de tuincentra bij particulieren te recht komen. Hij wijst naar de grote kas achter het woonhuis. „Toch weer een kas." Emile Calon fotografie Lex de Meester Melissa Ernst van de Zeeuwse Milieufe deratie (ZMF) zegt de indruk te hebben dat het met de voedselveiligheid steeds beter gaat, terwijl zij het was die vijf jaar geleden nog stelde dat de consument het vertrouwen in de veiligheid van het voedsel volledig kwijt was. Het was dan ook in een tijd dat voedselschandalen bijna aan de orde van de dag waren en gerotzooi met veevoer ook regelmatig de kolommen van de krant haalde. Er is sindsdien veel veranderd „Natuurlijk zijn er nog steeds boeren die knoeien, om dat het allemaal zo goedkoop mogelijk moet, maar die zul je altijd blijven hou den", zegt Ernst. „Toch is de kans dat ze gepakt worden veel groter." Ernst roemt vooral het feit dat fóuten nu gemakkelijker traceerbaar zijn. Het zoge heten ketenproces, een systeem dat de he le keten controleert, van producent tot consument, heeft daar aan bijgedragen. „En gaat er iets mis, dan wordt het pro duct gelijk uit de handel genomen", zegt ze. Al met al is ons voedsel ten opzichte van vijf jaar geleden wel een stuk veili ger geworden, denk ik. Dat betekent niet dat de ZMF op haar lauweren rust. De milieuclub blijft biolo gische producten promoten. „Die genie ten gewoon onze voorkeur", zegt Ernst. „Biologische boeren houden meer reke ning met de natuur,, gebruiken geen be strijdingsmiddelen en het welzijn van de dieren is beter gewaarborgd." Rob Paardekam akkerbouw tuinbouw grondgebonden veehouderij intensieve veehouderij combinaties Gegevens Grontmij-Ecorys Erik Dekker De gemiddelde Nederlander lijkt nauwelijks stil te staan bij de voedselveiligheid als hij in de winkel zijn kropje sla of lapje vlees koopt. Terecht, want het voedsel is veilig, vindt veehandelaar Han van 't Hof uit Sint-Annaland. Ook Me lisse Ernst van de ZMF meent dat er veel is verbeterd. Wie op de vleesafdeling van de super markt zijn of haar keuze maakt, laat zich over het algemeen meer leiden door wat lekker is dan door wat veilig is. Zelfs nu de vogelgriep zo prominent in het nieuws is, worden de kipfilets nog net zo makkelijk in de winkelwagen ge legd als anders. Volgens veehandelaar Han van 't Hof uit Sint-Annaland is dat wel eens anders geweest. Eén rund met de gekke koeienziekte, en de mensen kochten massaal geen rundvlees meer. Dat dat soort taferelen niet meer voorko men, vindt hij logisch. Van 't Hof meent dat het voedsel dat we in Nederland ko pen over het algemeen zeer veilig is, om dat er gewoon veel aandacht is voor dat aspect. „Fijn toch? Dat je ook als het ge hakt eens in de aanbieding is, en maar twee euro per kilo kost, niet bang hoeft te zijn dat het rommel is." De veehandelaar uit Sint-Annaland heeft de aandacht voor voedselveiligheid in de loop der jaren zien groeien en vindt het vooral positief dat de handel heel open is op het moment dat er echt iets aan de hand is. „Zo gaat de consument je vertrouwen en word je ook niet meteen afgestraft als er een keer een paar dieren ziek worden. Als tien jaar geleden ergens zieke koeien werden ontdekt, zag je men sen massaal overstappen op kippen- en varkensvlees en andersom. Nu zie je dat soort reacties niet meer." Van 't Hof denkt dat het vertrouwen on der Nederlanders heel groot is. „Wie vraagt zich nu nog echt af of het runder lapje dat hij of zij koopt wel veilig is? Mensen gaan er gewoon van uit dat het in orde is en zo hoort het ook." De vee handelaar ziet vooral de goede traceer baarheid als zeer positief. Na de BSE-cri- sis van de jaren negentig heeft dat een enorme vlucht genomen. In het hele tra ject - zeg maar van de stal tot het bord - zitten controlemomenten, en als het mis gaat is over het algemeen goed na te gaan waar het dan fout zat. Dat af en toe in de krant staat dat de Algemene Inspec tie Dienst ergens verwaarloosde dieren in beslag heeft genomen vindt Van 't Hof ook geen slechte zaak. „Dat die die ren verwaarloosd worden is wel erg na tuurlijk, maar zo'n bericht maakt wel weer duidelijk dat mensen die de regels aan hun laars lappen gewoon worden aangepakt." Beleid Van 't Hof vindt dat Nederland voorop loopt in Europa als het gaat om voedsel veiligheid en dierenwelzijn. Zo moet een rund hier veel meer vierkante meters tot zijn beschikking hebben dan in veel ande re landen. Om die reden vragen boeren uit ons lans al jaren om een uniform be leid in Europa. Het is leuk dat Nederland al jaren de braafste van de klas is, maar het gevolg is wel dat landbouwers hier meer kosten moeten maken, zonder dat dat wordt beloond met een betere prijs. Daarom is Van 't Hof blij met de hygiëne- code die de Europese Unie gaat instellen. „Dan zijn wij door onze vooruitstrevend heid ineens in het voordeel, omdat boe ren in het buitenland soms nog een lange weg te gaan hebben." Voldoende Dat de eisen op Europees niveau steeds meer gelijk worden getrokken is mooi, maar wat de Sint-Annalander betreft niet voldoende. Europeanen eten meer rundvlees dan ze produceren en dus komt een groot deel van buiten ons conti nent. Daar ga je met je uniforme Europe se regels! Zonder nou meteen te willen zeggen dat het vlees dat daar vandaan komt allemaal slecht is, pleit Van 't Hof ervoor om ook strenge eisen te gaan stel len aan leveranciers van buiten de EU. Zo van: dit zijn onze regels en als je daar niet aan voldoet, komt je vlees niet bin nen. Toch heeft hij niet de illusie dat het snel tot zo'n boycot zal komen. „Als je zelf een overschotmarkt bent, kun je dat gemakkelijk doen. Maar wij zijn een schaarstemarkt. Dat wil zeggen dat het vlees duurder wordt als je dat van buiten af weert. En dat vindt de consument over het algemeen niet zo leuk." Nee, landbouwer Erik Dek- ker uit Hoofdplaat heeft j het niet zo op vee. Als hij wil dat een koe linksaf slaat, gaat j het rund steevast naar rechts, i En dus zocht Dekker naar ande- j re dingen, zaken die hem beter liggen. Resultaat van die zoek tocht? Kersen, graszaad en vijf reusachtige windmolens. Dekker startte ruim vijftien jaar) geleden met graszaadteelt en I het verbouwen van pootaardap- j pelen. „Daarnaast hadden we ook wat kersenbomen aange plant. Op een gegeven moment waren we zo druk bezig met het verjagen van spreeuwen, die on-j ze kersen kwamen opvreten, dat - we maar zijn gestopt met de pootaardappelen. We doen nog j wel in graszaad, al heb ik de in druk dat deze markt in Neder- j land op zijn eind loopt", zegt Dekker. Begin jaren negentig liet hij voor het eerst zijn oog vallen op windturbines. „We wilden er in eerste instantie eentje voor ei- gen gebruik, maar de provincie j bleek plannen te hebben voor j een paar honderd molens in de i Hoofdplaatpolder. Dat zagen wij niet zitten, waardoor we in een patstelling raakten. In 1996 kwamen wij samen met de Windj Energie Ontwikkelings Maat schappij (WEOM) met het plan om vijf grote molens, die tien megawatt opleveren. Op die ma-j nier hadden zowel de provincie als wij allebei een beetje onze De mogelijke komst van nog meer molens in de polder zorgde lange tijd voor hevige commotie bij een aantal inwoners van Hoofdplaat, waarvan ook de fa milie Dekker een tijd nare gevol-i gen ondervond. Nadat de ge meenteraad het plan voor een groot windmolenpark afschoot, j ging de wind van lieverlee weer liggen. In figuurlijke zin is dat i prima, maar de letterlijke verta ling klinkt Dekker allesbehalve j als muziek in de oren. Het kan hem uiteraard niet hard genoeg waaien. „Of de molens inmid dels een must voor mijn bedrijf zijn? Dat moet nog blijken. Het is in elk geval geen onderne ming zonder risico. Ik hoor bij- j voorbeeld ook verhalen van stroomboeren die het niet goed hebben, bijvoorbeeld omdat hun molens vaak last hebben van storingen. Dat is bij ons ge- j lukkig niet zo, ze leveren zelfs al wat op. De eerste zeven, acht jaar krijgen we ook nog subsi- i die, daarna moeten we het zon der doen. Daar had ik eerst een hard hoofd in, maar de energie- prijzen zijn de laatste tijd zo ge- stegen dat ik nu met een gerust hart vooruit durf te kijken." Dekker denkt ondertussen op nieuw na over vernieuwing. De suikerbietenbusiness en gras- j zaadteelt baren hem zorgen en dus is hij in voor een nieuw al ternatief: brandstofgewassen. „De olie raakt een keer op, daar-1 om moeten we steeds breder gaan kijken. Brandstofgewassen zouden wellicht een aardige op tie zijn. Ja, ik begin daar steeds i meer voor te voelen." Raymond de Frel Noord-Zeeland* 31252 ha Walcheren en Z.-Beveland 38353 ha Nederland 1924526 ha Noord-Zeeland: Schouwen-Duiveland, Noord-Beveland enTholen - Vanaf oktober kan iedereen zien welke bedrijven de voedsel veiligheid aan hun laars lappen, door bijvoorbeeld fruit of groenten met veel resten van bestrijdingsmiddelen te verko pen. De Voedsel en Waren Autoriteit maakt de controlegege- vens vanaf dat moment openbaar. - Uit onderzoek van de Keuringsdienst van waren blijkt dat het over het algemeen wel snor zit met groente en fruit uit Ne derland. Slechts vijf procent bevat meer resten van bestrij dingsmiddelen dan wettelijk is toegestaan. Bij geïmporteerde groente en fruit is dat 21 procent. Alleen bij appels constateert de keuringsdienst het tegenovergestelde. Importappels zijn vaak schoner. - Runderen die ouder zijn dan dertig maanden worden sinds 2001 standaard getest op BSE (gekke koeienziekte) bij de slacht. Bij runderen die jonger zijn dan dertig maanden kan de ziekte zich - naar wat nu bekend is - nog niet hebben ontwik keld. Zeeland 120758 ha Zeeuws-Vlaanderen 51152 ha

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 34