Franse jongeren hebben geen illusies
Niet iedere Egyptenaar is blij met islamfeesten
Pas na acht jaar
een vaste baan
De rellen in de voorste
den en de huidige jon-
gerenprotesten tegen het ar
beidscontract zijn behalve
een zucht naar spanning
ook de uiting van een diepe
malaise die heerst onder
veel Franse jongeren. Onze
kerheid en angst voor de toe
komst domineren hun le
ven. Honderden sollicitatie
brieven zijn vaak niet ge
noeg voor een felbegeerde
baan.
Het is woensdagochtend, de
dag na de grote staking die
volgens verschillende schattin
gen één tot drie miljoen Fransen,
ter been bracht uit protest tegen
het jongerenarbeidscontract
CPE. Bij het arbeidsbureau La
Chapelle in het relatief arme
noorden van Parijs is het nog
niet zo druk. Laurent Bertrais,
ongeschoren, begin dertig, rookt
voor de deur een sigaret. De
paarse map in zijn hand vormt
zijn dossier.
Behalve zijn eindexamen in het
voortgezet onderwijs - Frank
rijk kent geen onderscheid tus
sen vmbo, havo en vwo - heeft
hij geen diploma's. Hij zoekt
een baan als magazijnwerker,
een brede sector. Bertrais: „Ik
ben inzetbaar voor kleine win
kels en voor grote industriële be
drijven. Er moet werk zijn,
maar ik heb geen idee waar ik
het kan vinden. Helaas kunnen
ze ons dat hier ook niet vertel
len." Hij hekelt de werkwijze
van het arbeidsbureau. „Om je
in te schrijven moet je eerst bel
len, dan een stapel papier invul
len bij een ander orgaan en ver
volgens weer bellen voor een af
spraak. Er gaan maanden over
heen voordat je eindelijk eens
ontvangen wordt", zegt hij.
Zijn vriend en naamgenoot Lau
rent Noé, dagelijks bezoeker
van het arbeidsbureau, komt er
aan gelopen. Ze kennen elkaar
van een eerdere baan. „We had
den een felbegeerd vast con
tract, totdat het bedrijf naar een
lagelonenland verhuisde. Sinds
dien zijn we zoekende", zegt
Noé.
Zoals de beide Laurents zijn er
tienduizenden late tieners, twin
tigers en dertigers, die maan
den, zo niet jaren nodig hebben
om vaak slechts een tijdelijk -
contract binnen te slepen. Vol
gens de Europese samenwer-
kings- en ontwikkelingsorgani
satie OESO doen jonge Fransen
er acht tot soms elf jaar over om
een stabiele positie op de ar
beidsmarkt te verwerven. Ande
re Europeanen hebben daar ge
middeld drie tot vijf jaar voor
nodig.
„Ik begrijp jullie niet", zei Jac
ques Chirac vorig jaar tegen een
groep jongeren, tijdens een
tv-deba-t waarin hij het Franse
volk moest overtuigen van de
noodzaak van het EU-grondwet-
verdrag. De Franse president
kon niet bevatten dat de jonge
generatie de toekomst met zo
veel angst en wantrouwen tege
moet ziet. De afloop is bekend:
Frankrijk wees het voorstel net
als Nederland per referendum
af. Alleen zestigplussers stem
den in meerderheid voor.
Ook tijdens de rellen in de get
to's rond de grote steden eind vo
rig jaar en bij de huidige studen
ten- en scholierenprotesten te
gen het CPE is toekomstvrees
een bindende factor. Hoewel
een brandende auto of de bezet
ting van de universiteit niet met
een uitgelegd dient te worden
als hun manier om onvrede te
uiten - zucht naar spanning en
overheidje pesten zijn in veel ge
vallen minstens even belangrij
ke factoren - maken beide ge
beurtenissen wel duidelijk dat
de jongste generatie Fransen te
maken heeft met een diepgaan
de malaise.
Hoogopgeleiden zijn bang dat
ze geen goede, vaste banen kun
nen vinden, een vereiste voor
een stabiele toekomst met een
eigen huis, auto en kinderen.
Twee derde van de twintigers
heeft op dit moment een tijde
lijk contract of werkt als uit
zendkracht.
Het CPE, dat de arbeidsmarkt
moet flexibiliseren en zo meer
banen moet creëren, leidt in hun
ogen tot een veralgemenisering
van de onzekerheid. Ze vrezen
dat iedereen binnenkort een
proeftijd heeft van twee jaar,
waarin ze zonder schriftelijke
opgaaf van redenen ontslagen
mogen worden.
Discriminatie
In de voorsteden, waar de werk
loosheid op kan lopen tot veer
tig procent, zijn de veelal laag
opgeleide jongeren zelfs bang
helemaal geen baan te vinden.
Behalve discriminatie is het ge
brek aan opleiding en werkerva-
- ring daarvan de oorzaak. De zen
der France 2 toonde vorige
maand in een reportage het cv
van een werkzoekende twinti
ger. Dat bestond uit vier regels:
hij had geen opleiding, had drie
schoonmaakklussen verricht en
zijn interesse was voetbal. Veel
voorstadbewoners zijn minder
fel gekant tegen het CPE, dan
hun studerende leeftijdsgeno
ten. „Ook al geldt er een proef
tijd van tien jaar, als ik maar
mag werken", vinden velen.
Politicologe Anne Muxel, gespe
cialiseerd in jongerenkwesties,
legt uit dat de demonstraties te
gen het CPE en de rellen van no
vember met elkaar zijn te verge
lijken. „Het is dezelfde behoefte
aan integratie", zei de onder
zoekster van het centrum van de
Franse politiek (Cevipof) in de
krant Libération.
Met andere woorden; Franse jon
geren hebben het gevoel dat ze
er niet bij horen. „Dertig jaar ge
leden, toen ik de arbeidsmarkt
betrad, verliep de overgang van
het studentenleven naar een pro
fessionele carrière soepeitjes.
Nu. is het voor velen een helse
zoektocht"; bevestigt Muxels
collega Jacques Capdevielle.
Een van de problemen op de ar
beidsmarkt is de dominante po
sitie van de babyboomgeneratie.
„Vijftigers hebben carrière ge
maakt ten koste van de nieuwe
generaties, die slechter betaald
worden of simpelweg geen werk
kunnen vinden. In 1977 verdien
den zij 15 procent meer dan der
tigers. In 2000 was het verschil
40 procent", zei politicoloog
Louis Chauvel in de krant Le
Monde.
Bovendien hebben de werkge
vers van die generatie, vooral de
ambtenaren, talrijke sociale ver
worvenheden, waaraan ze be
grijpelijkerwijs niet willen tor
nen. Die maken het enerzijds
duur voor werkgevers om jonge
mensen aan te nemen en hebben
anderzijds tot een torenhoge
staatsschiüd geleid. Daarvoor
zullen de jongere generaties
Fransen een oplossing moeten
zien te vinden.
Sandra Ribeiros (27) kan over
de banenproblematiek meepra
ten. Ze komt uit de Oost-Franse
streek Haute-Marne, waar de
oude fabrieken een voor een
hun deuren sluiten. De werkgele
genheid is daar zeer beperkt. Ze
schreef honderden sollicitatie
brieven, nadat ze was afgestu
deerd met een licence (vergelijk
baar met bachelor) in Spaans en
handel.
„Ik kreeg in ongeveer drie op de
tien gevallen antwoord en ben
een keer of vijf uitgenodigd
voor een gesprek. Daar kreeg ik
altijd te horen dat ik onvoldoen
de ervaring had", zegt ze.'„Mijn
ambities werden steeds lager.
Eerst wilde ik een vast contract
dat past bij mijn opleiding, toen
een tijdelijk contract van een
jaar of een half jaar en uiteinde
lijk wilde ik best genoegen ne
men met een contract voor een
paar maanden. Als ik maar
werk en geld had."
Uiteindelijk sleepte ze er toch
nog binnen een jaar een jaarcon
tract uit, bij een exportbedrijf.
Daarvoor moest ze wel tegen
haar zin naar Parijs verhuizen,
zoals veel jongeren. „Eigenlijk
moet ik tevreden zijn met mijn
lot", zegt Ribeiros. „Een aantal
vrienden van me met een hogere
opleiding moest nog twee keer
langer zoeken voordat ze een tij
delijk contract binnenhaalden."
De slechte aansluiting tussen on
derwijs en de werkvloer is een
tweede groot probleem. Keer op
keer kreeg Ribeiros van poten
tiële werkgevers te horen dat
het haar aan ervaring ontbrak.
Het onderwijs zou daarom vol
gens haar en talrijke Franse poli
tici meer gericht moeten zijn op
de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld
door meer mogelijkheden tot sta
ges.
De Parijs,e werkzoekers Lament
Bertrais en Laurent Noé hebben
hun sigaret inmiddels opge
rookt en besluiten dan toch
maar binnen te gaan bij het ar-
beidsbiireau. Bertrais is somber
gestemd. „Ik heb geen enkele il
lusie hier een baan te kunnen
vinden, maar je weet maar
nooit."
Olivier van Beemen
Info: www.parijsblog.7il
Voor veel Egyptenaren zijn de straatfees
ten ter ere van de Vrienden van Allah
de hoogtepunten van het jaar. Anderen zou
den ze liever meteen verbieden. Samuli
Schielke onderzocht de achtergronden van
deze religieuze tweestrijd.
Wanneer niet-moslims gevraagd wordt
naar islamitische feesten, komen ze meestal
niet verder dan het Offerfeest, de herden
king van het óffer van Abraham, en het Sui
kerfeest, de afsluiting van de vastenmaand
Ramadan. De islamitische traditie is (geluk
kig) veel rijker aan feestdagen.
Deze zogeheten mawlids zijn gewijd aan be
roemde leiders, mystici en nazaten van Mo
hammed, collectief aangeduid als de Vrien
den van Allah. In Egypte vormen de maw
lids, die vele dagen duren, de hoogtepunten
van de religieuze kalender. De steden waar
in ze plaatsvinden, worden dan overspoeld
met pelgrims die in de straten en op de plei
nen bivakkeren, in tentjes of op tapijtjes.
Er zijn gebedsdiensten, groepen dansende
derwisjen trekken door de straten om de-
monstra ties te geven, er zijn optochten met
praalwagens die tijdens het carnaval niet
zouden misstaan (en die, als het om maat
schappijkritiek gaat, soms behoorlijk ver
gaan). Ook zijn er markten, kermisattrac
ties en ga zo maar door.
Sommige feesten, zoals de mawlid in het na-
jaar in de stad Tanta of de grote mawlid
van as-Sayyida Fatima an-Nabawiya tij
dens de lente in Cairo, zijn zo populair dat
het leven in de stad gedurende enkele da
gen tot stilstand komt. Iedereen kijkt er
naar uit, iedereen komt kijken.
Diezelfde mawlids geven ook aanleiding tot
controversen, met name in Egypte. Samuli
Schielke onderzocht niet alleen de functie
van de mawlids in het moderne Egypte
maar ook de functie van deze discussies die
deze populaire volksfeesten telkens weer
weten op te roepen.
Men zou verwachten dat de discussies verlo
pen volgens de vertrouwde scheidslijnen
van seculier versus religieus, of orthodox
versus verlicht. Dat blijkt niet het geval. Se
culiere en strenggelovige Egyptenaren vin
den elkaar juist in him afwijzing van de
mawlids.
Voor de moderne, seculiere Egyptenaar is
het een achterlijk verschijnsel, iets wat niet
thuishoort in een moderne staat. Voor cle or
thodoxe gelovige is het een verwerpelijke,
want niet in de koran voorgeschreven ui
ting van geloof. Leden van beide groepen
storen zich aan de chaos, het drankgebruik,
het slapen (en de behoefte doen) op straat
en aan de enorme bende die de pelgrims
achterlaten.
Die eensgezindheid komt voort uit het feit
dat ze in wezen eenzelfde visie op hun land
hebben. Egypte (en dat betekent bijna auto
matisch ook: de islam in Egypte) dient
strakker georganiseerd te worden en gezui
verd te worden van on-Egyptische of onisla
mitische gebruiken.
Al even divers zijn de verdedigers van de
mawlids. Enerzijds zijn het vrome platte
landsbewoners (de progressieve pers in de
steden benadrukt graag met een zekere min
achting dit gegeven), anderzijds zijn het
Egyptenaren die hun geloof niet zo zwaar
nemen.
Vervolgens heb je nog de kinderen en jonge-'
ren. Zij verdedigen de mawlids als een
Egyptische traditie die wellicht gezuiverd
moet worden van uitwassen (het gebrek
aan sanitair, de prostitutie) maar niet ver
boden hoeft te worden.
De Egyptische autoriteiten tot slot (en daar-,
toe behoren ook de geestelijken van de
Al-Azhar Universiteit, de hoogste religieu
ze autoriteiten) staan zeer ambivalent te
genover de mawlids. De feesten vormen een
bron van inkomsten en een belangrijke uit
laatklep voor de arme bevolking, maar ze
worden ook gewantrouwd omdat men er
geen grip op heeft.
De gemeente zorgt voor noodvoorzieningen
als water, de politie bemoeit zich met de
kraampjes en tentjes, maar daar blijft het
bij. Hoe heftig de discussie over de mawlids
ook oploopt (Schielke geeft diverse pittige
voorbeelden, opgetekend uit de media en
tijdens straatinterviews), de geleerden van
de Al-Azhar hebben zich er al vele decen
nia niet meer over uitgelaten.
De mawlids tonen kortom de spanningen
binnen de Egyptische samenleving. Ze roe
pen vragen op over de ware islam, en waar
deze te vinden is; vragen over de toekomst
van Egypte en over dé relatie tussen indivi
duele vrijheid en moderniteit. Wat de maw
lids in de ogen van Schielke vooral laten
zien, is dat religie geen zaak is van geschrif
ten en geleerden.
Traditionele praktijken en esthetische stij
len spelen een minstens zo belangrijke rol.
Zowel hét vieren als het bekritiseren van de
mawlids demonstreert een toewijding aan
een bepaalde visie op de islam en de Egypti
sche samenleving.
Voor de een is het wonen in een tentje, het
gezamenlijk eten koken, feest vieren, snoe
pen en bidden, een belangrijke uiting van
hun geloof. Tegenstanders spreken van
bid'a: een onislamitische nieuwigheid. Uit
de wisselwerking tussen oude praktijk en
nieuwe ideologie ontstaat een levende is
lam.
Marcel Hulspas
Samuel Schielke: Snacks Saints - Maw
lid Festivals and the Politics of Festivity
Piety and Modernity in Modern Egypt.
De islamitische traditie is rijk aan feestdagen: de zogeheten mawlids zijn gewijd aan beroemde leiders, mystici en nazaten van Moham
med, collectief aangeduid als de Vrienden van Allah. foto's Samuli Schielke
foto Taco van der Eb/GPD
Protesterende jongeren in het centrum van Parijs.