PZC Aan de toog wordt ook hard gekoerst De jongsten oefenen lettertjes met de papa en de mama Wielercafés in Vlaanderen zaterdag 1 april 2006 Vandaag en morgen staan de provincies Oost- en West-Vlaanderen, van Brugge tot Meerbeek in het teken van de Ronde van Vlaan deren. Morgen, zondag, vertrekken de profren ners vanaf de Grote Markt in Brugge om na zo'n 260 kilometer uit te maken wie zich een jaar lang de leeuw van Vlaanderen mag noemen. Het moet wèl gek gaan wil Tom Boonen die eer niet naar zich toetrekken, na alle krachtsdemonstra- i ties die hij de afgelopen weken op elke Belgische helling heeft laten zien. Maar niet alleen de bal ris rond. Dat geldt ook voor een wiel uit een 'koersfiets. De medailles en het portret van Theo Middelkamp, we reldkampioen in 1947. foto Peter Nicolai Vandaag is het aan de wielertoeris ten. Dan mogen zij zich een keer de kampioen wanen en sleuren zij zich met duizenden tegelijk de hellin gen van de Ronde van Vlaanderen over. Brugge is een weekeinde lang wielerhoofdstad van Europa. En temidden van dat tumult aan de Grote Markt van Brugge wordt een boek over Vlaamse wielerkroegen ge presenteerd. Een boek over een zekere cultuur in Vlaanderen. Over de K3, geen meidengroep, maar Kroegen, Kermis en Koers. Een boek over Vlaamse wielergeschiedenis met een pint in de ha'nd van wielerjournalist Walter Rottiers. Het is exact een week vóór de Ronde van Vlaanderen. Kieldrecht tegen de grens van Zeeland en Vlaanderen is uitgestorven. Het is wat vreemd om rond een üur of één op zondagmiddag in café Theo Middelkamp in Kiel drecht een kopje koffie te bestellen. Dan ben je de enige in het bijna volle café die geen alcohol drinkt. Als troost krijg, je een paaseitje bij de.kofr. fie. In het café herinnert nog slechts één foto aan de uit het naburige Nieuw-Namen afkomstige wielrenner Theo Middelkamp. Eén foto en drie blinkende medailles voor de man die als eerste Nederlander een etappe in de Tour de France won (1936) en als eerste Nederlandse wielrenner wereld kampioen werd (Reims 1947). Middel kamp had nog nooit een berg van dichtbij gezien. Maar hij won in 1936 uitgerekend de zevende rit, over de Col du Galibier, een Alpenreus, een van de zwaarste bergen die de Tour kende. In het naar hem genoemde café dat ooit van hem was heeft de in 2005 overleden Middelkamp inmiddels con currentie. Want aan een andere wand hangt een foto van tafeltennisser Nor- bert van de Walle uit Kieldrecht. Mid delkamp is een fenomeen, maar kreeg te weinig erkenning. De Tweede We reldoorlog doorkruiste zijn carrière en zelf koos hij voor de inkomsten van kermiskoersen boven - misschien - eer volle en prestigieuze overwinningen in internationale wedstrijden. Er moest brood op de plank komen. Had hij met voetballen meer kunnen ver dienen, was hij voetballer geworden. Het café Theo Middelkamp is een van de vele wielerkroegen uit het boek Renners vliegen voorbij café In 't Jagershoekje in Brakel. Wielercafés in Vlaanderen van Walter Rottiers. Vandaag.wordt de Neder landse vertaling van het oorspronke lijk in het Duits geschreven boek in Brugge aan de schrijver aangeboden. Rottiers heeft de geschiedenis van de Vlaamse wielersport - zo staat het in het voorwoord - vanaf de toog be schreven. Kapstok Het is natuurlijk maar welke kapstok je kiest om in de geschiedenis van de Belgische wielerhelden te duiken. Rot tiers koos voor de kroegen en uit de tekst blijkt dat hij niet alleen de voor gevels van de cafés bewonderde. Het boek gaat niet alleen over cafés. Het gaat natuurlijk over renners. Zo haalt hij naar aanleiding van het café van Theofiel Middelkamp het verhaal van de Ronde van Duitsland in 1939 aan. „In 1939 stond Theo Middelkamp zelfs op het punt de Ronde van Duits land te winnen. Maar omdat de nazi- propaganda hoe dan ook wilde voorko men dat er een Hollander als winnaar gehuldigd zou worden, werd er 's nachts een paar keer aan mijn koers fiets gezaagd. Geloof me, dat was puur sabotage zodat ik zelfs voor lijf en leden moest wezen", vertelde hij me enkele jaren geleden. De Ronde van Vlaanderen neemt na tuurlijk een prominente plaats in het boek in. Cafés langs de route kunnen een heel jaar een slapend bestaan lij den, maar morgen breekt er de hel los. Daar heeft Rottiers nog wel een pro bleem, want van jaar tot jaar wil het tracé van de koers wel eens wijzigen. Zo sta je het ene jaar eerste rang en moet je het jaar erna in een andere kroeg je toevlucht zoeken. Toch zijn er enkele klassieke cafés waar een beetje wielerliefhebber niet omheen kan. De gekte van de Ronde van Vlaande ren, waarvoor meer dan een half mil joen mensen naar de streek tussen Brugge en Ninove trekken, begint 's morgens al om zes uur op de Grote Markt van Brugge. Dan doen de eerste cafés hun deuren open. De ronde ver trekt ook precies voor de deur van een café, Craeneburg genaamd. Een ander markant punt is In den Hert onder de kerk van het dorpje Lede, aan de voet van de eerste heling uit de ronde, No- kereberg. Daar beginnen vaak de eer ste schermutselingen. In het café met de sprekende naam De leeuw van Vlaanderen ligt een heus gastenboek, waarin mensen als Rik van Steenber gen, Eddy Merkx, Felice Gimondi, Ma rino Basso en Jan Raas eën krabbel hebben gezet. De naam van de uit 's-Heerenhoek afkomstige Raas komt trouwens toch nogal eens terug in het boek van Rottiers. Niet alleen als ren ner of ploegleider, maar ook als bezoe ker van de genoemde cafés en restau rants. Als het over de Ronde van Vlaanderen gaat, mag taverne De Moriaan niet on vermeld blijven. Daar is het compleet kermis op de dag dat de renners langs komen. Weer over Raas: De toch als introvert bekend staande ploegleider Jan Raas van de Rabobankploeg miste vanwege de feestvreugde zelfs de zege tocht van zijn Deense kopmaii Rolf Sörensen. Volgens Rottiers is de Ronde van Vlaanderen voor de bazin van café In den Trap op in Horebeke een ge schenk uit de hemel. De herberg is op en top een sportcafé, met als een van de trofeeën een gesigneerde wereld kampioenstrui van Johan Museeuw. De ligging van deze kroeg is ideaal om dat je hier op slechts enkele kilome ters afstand zit van drie belangrijke passages van de ronde. En als de laat ste renner gepasseerd is vliegt ieder een weer terug naar het café om de rest van de koers op televisie te vol gen. Café Theo Middelkamp in Kieldrecht. foto Peter Nicolai Natuurlijk staat ook bij de muur van Geraardsbergen een café en wel een met de toepasselijke naam 't Hemel- rijck. Daar worden morgen zelfs ten ten aangevoerd om de dorstige wieier- liefhebbers op de grote dag van gerste nat te voorzien. En bij het laatste ob stakel van de Ronde van Vlaanderen, de Bosberg, staat café De Uitkijkto ren, met als uitbater Guido Debleser die ooit ploegleider van verschillende amateurwielerteams was. Zo hebben veel kroegen in Vlaanderen wel wat met wielrennen te maken en dat heeft Rottiers tot zijn boek gebracht. Hij sig naleert ook dat de romantiek van ren ners die zich rond het biljart omkleed den weg is. De coureurs trekken zich terug in luxueuze touringcars waarin ze van alle comfort voorzien zijn. Desalniettemin is de Ronde van Vlaan deren een onvervalst Vlaams evene ment dat zijn weerga niet kent. De ge le vlaggen met de zwarte leeuw er op zullen morgen weer niet te tellen zijn. Het is Vlaamse cultuur, zoals ook de volkscafés bij de cultuur van het land horen. Zo zijn de cafés waar iedere zondag aan het eind van de morgen de wielertoeristen de vermoeidheid uit de benen spoelen niet meer uit Vlaan deren weg te denken. Rottiers noemt ze WTC-cafés; 'wieier toeristen club'. En hij beschrijft de wekelijkse gang. van zaken als zo'n groep wielerfana ten er neerstrijkt: „De eerste geeft een rondje op de goede afloop. En de ande ren hebben vervolgens de eer, maar in zekere zin ook de plicht, om zodra het glas leeg is op hun beurt een rondje te bestellen, met als gevolg dat sommi gen langer aan de toog zitten dan op de koersfiets." Knap Rottiers heeft een boek geschreven over cafés en over het Vlaamse wiel rennen. Het is soms gewoon knap hoe hij er in is geslaagd een willekeurig ca fé op de een of andere manier aan het wielrennen te verbinden. Al was bij voorbeeld de vader van de uitbater be roepsrenner, dan is het al voldoende voor Rottiers. In sommige cafés ko men supporters van een (oud)renners samen. In andere hebben renners een oudedagsvoorziening gevonden. En soms is de ligging van het etablisse ment bij een plek met veel wielerhisto- rie al aanleiding om in het boek opge nomen té worden. Rottiers heeft niet alleen veel cafés be zocht, hij heeft er ook een groot aan tal gefotografeerd. Het zijn echter nog al dode foto's geworden waarop niet veel gebeurt. Alleen de gevels van de kroegen zijn te zien. Als afwisseling koos hij voor uitbaters achter de tap kast of voor beelden uit wielerwed strijden. De illustraties zijn dan oók niet het sterkste punt uit Wielercafés in Vlaanderen. De tekst, in een verta ling van Lucas IJsseling maakt erg veel goed. Allerlei weetjes, anekdotes en stukj es Vlaamse wielergeschiede nis bij elkaar, met als rode draad de kroeg. Daarnaast is het boek éen soort reis gids, langs mooie plekjes in de Zwalm- streek, naar eëuwenoude herbergen en naar het adres van goede eetgele- genheden. Of gewoon naar gekke ca fés met een wielerverhaal. Welke wie- Ierliefhebber kan een bistro met de naam Ronde van Vlaanderen in Belle- gem links laten liggen of de frituur van Wilfried Wesemael in Aalst passe ren? En misschien wel het mafste cy clocrosscafé van België staat ook in het boek. Dat is Dwars door Maxens. Maxens was een café in het Oost-Vlaamse Baardegem, waar de renners eens per jaar op hun fiets doorheen crosten. Het is nu niet meer mogelijk omdat de zaak is afgebro ken. Achterin het boek staan enkele kaartjes waarop de genoemde kroe gen staan aangegeven. Daaruit blijkt ook dat Rottiers er in totaal 121 heeft beschreven. Het boek is een prima re den om zelf eens de sfeer te gaan proe ven. Het weekeinde van de Ronde van Vlaanderen is daar een goed moment voor. René Schrier Walter Rottiers: Wielercafés in Vlaan deren - Uitgeverij Antilope boeken Amsterdam, 208 pag., 25,-, ISBN 90.78360.011. Verkrijgbaar via www.antilope-boeken.nl Onderwijs in Vlaanderen: ouderwetser, gedisciplineerder, gedegener, meer kwaliteit. Een cliché of niet? Bericht van het Rozenberg Secundair Onderwijs in Mol. 'Hoeveel lesuren er jaarlijks uitvallen op zijn school? Daar fronst pedagogisch directeur Lucien Van Craenendonck toch even de wenkbrauwen. Het rooster wordt zo ge maakt dat er geen tussenuren zijn. Als een ■leerkracht ziek is, komt er een vervanger, en die is op tijd. Bij het Rozenberg Secundair Onderwijs (RSO) in Mol valt geen les uit. Hij moet er eigenlijk om lachen. Het idee al leen al. De Rozenberg is een school met historie. Het herdenkingsboek begint in 1663. De zus ters van Gijzegem drukten een zwaar stem pel op het katholiek onderwijs in het stadje Mol, dat in de Belgische Kempen ligt. Mol telt 35.000 inwoners en heeft vijf katho lieke scholen voor voortgezet onderwijs, drie openbare en een voor speciaal onder wijs, en er is een internationale school, Sa men tellen zij 4000 leerlingen, waarvan De Rozenberg met 1560 leerlingen veruit de grootste is. De school ligt in het centrum van Mol. Al in een ver verleden is gekozen voor verschillen- de.leshuizen, die aan twee schoolpleinen lig gen. Daar bevinden zich ook nog een lagere school en een kleuterschool. In Vlaanderen zijn die niet opgegaan in één basisschool. Het is bijna half negen als er een vriendelijk pingelt je over de pleinen gaat. Het blijkt het deuntje van de Big Ben in Londen te zijn. De leerlingenraad, zo legt de pedagogisch directeur uit, is verantwoordelijk voor de electronische oproep. „Die kiezen nu en dan eens wat anders." De kinderen van de lage re school gaan in rijtjes staan. Die van RSO nemen wat langer de tijd. We wandelen langs de ingang van een les- huis. Ondanks het aansporen van Big Ben staat een groepje leerlingen buiten te wach ten. „Mannen, mag ik vragen eens verder te gaan", spreekt de directeur hen toe. Het clubje slentert naar binnen.' Eerst kijken we bij de lagere school. Direc teur Chantal Cuyvers legt uit dat ze het ge troffen heeft met haar inrichtende macht (het bestuur). Er is een maandelijks overleg met de tien scholen van de inrichtende macht. Sommige Vlaamse scholen hebben niet zo'n relatie met hun bestuurders, In Nederland krijgen basisscholen per 1 au gustus hun eigen budget. Hun Vlaamse colle ga's hebben dat al; maar niet tot genoegen. Mevrouw Cuyvers is veel van haar tijd kwijt aan regelarij en papierwerk in de financiële sector. „Moest ik daar vanaf kunnen, dan zo gauw mogelijk", zegt ze resoluut. Ze komt al snel op de rol van de ouders. Die hebben Veel aanmerkingen, soms tot het on redelijke toe en meehelpen op school is er niet bij. Dat is in de gehuchten rond Mol wel anders, weet zij. „Daar komen de ouders, de grootouders, nonkels1 en tantes, De Rozenberg in Mol is een school met historie. foto Jurriaan Balke/GPD heel de familie helpt mee. Mol heeft een ste delijke mentaliteit." Griet Verhaer, juffrouw Griet, geeft les in de vijfde Mas (groep zeven). Het lokaal is vrolijk ingericht, veel eigen werk van de kin deren. Zoals in alle lokalen hangt ook hier een kruisbeeld boven het schoolbord, met daarnaast een zelfgemaakt affiche over de werkwoorden en de d's en t's. Bij juffrouw Griet verlaat geen enkel Mnd het schooljaar zonder te weten hoe het daarmee zit. Er hangen meer van die pedagogisch-didac- tische borden. Ook leuke, zoals een van Bob et Bobette, Sidonie, Lambique et Jéröme en wat zinnetjes in het Frans. De kast met les- boekjes oogt stoffig, de twee afgedankte computers ook. Al vanaf de eerste en tweede klas wordt huiswerk gegeven. De jongste jaargangen een beetje („lettertjes oefenen met de papa en de mama"), de middelste al heel wat en de oudste klassen een stevig pakket. Van de middelbare school kwam de klacht dat de kinderen te weinig geleerd hadden huis werk te maken, maar meer moet het toch niet Worden/vindt Cuyvers. Conversatie Terug naar.de middelbare school aan de overkant. Een groep leerlingen uit het derde jaar oefent Franse conversatie. Er ligt een briefje voor ze met de opdracht: een kamer huren in een hotel. De gesprekjes verlopen vlot, zeer vlot, met een enkele uitvaller. Je kunt de leerlingen zo in Parijs neerzetten. Een huurder geeft aan vanaf quatre cent juillet (400 juli) te willen huren Gelach in de groep. Vlaamse kinderen krijgen vanaf de vijfde klas lagere school Frans. Van Crae nendonck heeft wel eens Nederlandse leer lingen op school gehad. „Vreselijk. Ook al hebben ze jarenlang les gehad in Frans, ze spreken het gewoon niet." De scholieren gaan elke dag tot half vier naar school en één dag tot half vijf. Tussen de middag is er een pauze van ruim een uur. In de aula zijn broodjes en warm eten ver krijgbaar. Vandaag is dat stamppot, met. beefburger of tortellini in roomsaus en sprokkelkaas. Per bord: 2,50 euro. Zelf een broodje kaas of hesp meebrengen mag ook, zegt het reglement. Opa's en oma's in Nederland willen nog wel eens graag vertellen over de hbs en de tijd dat zij in Vele vakken examen deden. De kin deren van de Rozenberg doen dat nog steeds. Neem zo maar een zesde klas: che mie, wiskunde, fysica, biologie, Duits, Frans, Nederlands, Engels, aardrijkskunde, esthetica, geschiedenis, wetenschappelijk tekenen en sport. Je kiest voor een richting en dan zit je aan die vakken vast. Op school mogen mobieltjes niet gebruikt worden. Meebrengen mag wel. Toch is het een probleem, vindt Van Craenendonck. Met regelmaat nemen leraren ze in beslag, omdat kinderen ermee spelen. Hoe kan een leraar zien of het kind zit te sms'en of dat het de rekenmachine gebruikt? De apparaat jes belanden in de directiekamer en blijven daar, een week lang. Diepe zucht: „Ik heb er vandaag weer drie." Er wordt geklopt op de deur. Een van de gedupeerden: „Ik moes mij ne mama nog bellen.Van Craenendonck pakt het mobieltje, kijkt een keer de gang op en geeft het. „Vooruit, maar wel buiten de poort; en meteen terug." Binnen een minuut wordt er geklopt. „Dank u wel meneer." Patrick Wiercx

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 25