De druk van de kerosinestraal zorgt voor een stevige link PZC 22 onder spanning RUDEN RIEMENS FOTOGRAFIE Bijtanken op hoog niveau zaterdag 1 april 2006 Ruim acht kilometer boven de Wadden zee, ver van de bewoonde wereld hangt geregeld een mobiel tankstation uit Eindho ven. De brandstof is super: kerosine. F-16's laten zich er met vijfhonderd kilometer per uur vollopen. Precisiewerk in hoger sferen. Het is half tien op een stralende winterse dag. De lucht is helder blauw. De Prins Bernhard staat uitnodigend te wachten op de vliegbasis Eindhoven. De bestemming van de KDC 10 is een blokje Noordzeelucht ten noorden van de Waddeneilanden. Het doel van de missie is air-to-air refueling van een stel F-16's. Bijtanken in de lucht dus. Een klein groepje journalisten en voorlichters-in-opleiding van de lucht macht mag vandaag mee. Mag, want we zijn bevoorrecht. Defensie is terughoudend met het meene men van burgers. De Prins Bernhard is één van de elf transportvliegtuigen op de Eind- hovense militaire basis. Twee daarvan zijn KDC 1 O's. Ze worden gebruikt voor tanken in de lucht en vervoer van vracht en passa giers. Daarnaast telt de vloot twee Herculessen, twee Fokkers 50, twee Fokkers 60 en een Gulfstream. De KDC 10 is het grootste transportvliegtuig. Afgelopen jaar werd voor 8,7 miljoen kilo vracht door de lucht gesleept. Dat is bijna twee keer zoveel als twee jaar geleden en drie keer zoveel als vijf jaar geleden. Naast vracht vervoerde de basis vorig jaar 28.896 passagiers en bijna 1,8 miljoen liter overeenkomt met 0,56 liter. „Gooi maar vol", betekent 2800 liter. De vier Polly's (ge noemd naar de grijze papegaai, de mascotte van het squadron) van de basis in Leeuwar den verbruiken in één uur samen 20.000 pond kerosine. De KDC 10 is per uur goed voor 18.000 pond. Het mobiele tankstation gebruikt daarmee ongeveer evenveel brand stof als er afgegeven wordt. Om het plaatje compleet te makenreen KDC 10 kan brandstof. Daarover gaat het vandaag. Vliegbasis Eindhoven is het mobiele tanksta tion van de Nederlandse luchtmacht. Ten noorden van de Waddeneilanden gaat een F-16 squadron oefenen in luchtaanval len. Tussentijds moet er worden bijgetankt, want straaljagers zuipen bij het leven. Eén F-16 vliegt ongeveer één uur op een volle tank van 5.000 pond kerosine. De lucht macht rekent in ponden, waarbij één pond. 245.000 pond kerosine meenemen. Goedkoop is het niet, dat vliegen. Indruk wekkend des te meer. Het heeft licht ge sneeuwd. De kaart van Nederland ontvouwt zich in groen en wit. De Kempen, Tilburg, Utrecht, Amsterdam in de verte en daarach ter vaag zichtbaar de kustlijn. In ruim een kwartier zijn we ter plekke. Het wachten is op de F-16's. Intussen vliegen we rondjes in een nauwkeu rig omschreven deel van het luchtruim. Het hele luchtruim is als een blokkendoos opge deeld, legt Joost Kuipers uit. Hij werkt op het Air Operations Control Station (AOCS) in Nieuw Milligen bij Apeldoorn. Wij zijn het die de militaire luchtvaart door het luchtruim praten. Wij doen de Approach control tot aan de vliegbasis; daar neemt de lokale verkeersleiding het over. Verder doen we sinds kort de bewa king van het Nederlandse luchtruim." Er vliegt geen kist de grens over of Kuipers en zijn collega's weten ervan. Zo niet, dan heeft zo'n indringer snel een paar F-16's op zijn staart. Wij vliegen rondjes in het tankblok. Van de oefenende F-16's krijgen we helaas niks te zien, dat speelt zich in het oefenblok elders af. Plotseling komen vier stipjes met een rookpluim erachter in duizelingwekkende vaart op ons af. De F-16's moeten flink rem men om zich aan ons sukkeldrafje aan te passen. Dan kan het tanken beginnen. Het zenuwcentrum daarvan bevindt zich voor in het vliegtuig, vlak achter de cockpit. Daar zetelt de boom-operator, zeg maar de Een KDC 10 tankt een F16 bij. pompbediende, in zijn cockpit. De 'boom' is de maximaal vijftien meter lange benzine slang waarmee de brandstof wordt overge pompt, vertelt pompbediende en instruc teur Carl Boerenkamp. Het is een hoogst gespecialiseerd en secuur werkje dat volledig met de hand gebeurt. Tijdens het tanken vliegt het pompstation op de automatische piloot. De boom-opera tor dirigeert de slang precies naar de rug van de F-16, die schuin beneden de staart van KDC 10 vliegt. De operator gebruikt lichtsignalen onderaan de staart van de KDC 10 om de piloot van de F-16 te sturen. Vijf beeldschermen helpen'hem daarbij waarbij op twee daarvan diepte is te zien met behulp van een stereobril. Op die ma nier kan het spuitstuk precies in de vulope ning van de F-16 worden gemanoeuvreerd. De druk van de kerosinestraal zorgt vervol gens voor een stevige link. Dat allemaal op acht kilometer hoogte en met een snelheid van 500 km/uur. Een kunststukje op hoog niveau dat nauwelijks een minuut duurt, en zoefffweg zijn ze weer. Speciaal voor ons blijft de piloot nog even naast de pomp hangen. Voor de bijtanktaak beschikt de vliegbasis over twee KDC 10's. Een derde exemplaar is al gekocht maar staat nog in Italië, waar het wordt omgebouwd voor de nieuwe taak. Halverwege volgend jaar komt het vliegtuig naaf- Eindhoven. Roelof Kleis

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 22