Architectuur
moet rust geven
Mijn karakters mogen fouten maken
Alain
de Botton
Een Indische vorst
tussen twee werelden
23
Joseph
Finders
Meester-dichter «s
woensdag 29 maart 2006
top nooit arme men
sen in een flat van
acht verdiepingen of
hoger. Dan worden ze dood
ongelukkig. Tegen een com
plexe wereld ziet filosoof
Alain de Botton niet op, als
de architectuur maar simpel
is. 'Helaas denken architec
ten dat het goed is om anders
te zijn'.
Hij is Zwitser van geboorte;
maar verder every inch
een Engelse gentleman. Geen
wonder, want sinds zijn achtste
woont Alain de Botton (36), 'filo
soof van het leven van alledag',
in Engeland. Als er nog iemand
is van wie je zou kunnen bewe
ren en volhouden dat hij overal
verstand van heeft, is het De
Botton. In zijn boeken onder
wijst hij, spelenderwijs en los
jes, over zulke uiteenlopende on
derwerpen als de kunst van het
reizen, de troost van de filoso
fie, hoe Proust je leven kan ver
anderen en de angst voor het ver
lies van status en respect.
In zijn nieuwste boek schrijft
hij over architectuur. Over hoe
gebouwen ons geluksgevoel
beïnvloeden, waarom architec
ten geen artistiekelingen moe
ten zijn en waarom woonflats
van acht verdiepingen of hoger
niet werken. 'Mensen willen nog
niet naar de hemel'.
„Mijn boek is een poging er ach
ter te komen en uit te leggen
waarom sommige gebouwen
mooi zijn en andere niet. Veel
delen van de wereld zijn heel le
lijk. Ik woon in Londen, ik kan
het weten. Vooral in Engeland
zijn veel onuitstaanbaar lelijke
plekken. Daar wordt zwaar gele
den.
Beleving
Maar hoe kan het nou eigenlijk
dat sommige delen van de we
reld lelijk zijn? Van architecten
mag ik het niet hebben over
schoonheid en lelijkheid. Ze vin
den dat je niet' in dat soort ter
men moet denken, maar het zijn
concepten die bestaan. Boven
dien hebben gebouwen grote in
vloed op hoe we ons voelen.
Kijk alleen al naar het boeiende
verschil tussen de katholieke en
protestantse beleving van een
gebouw. De katholieken vinden
dat je dichter bij God bent wan
neer je je bevindt in een aardige
kerk met een schitterend geschil
derd plafond, terwijl de protes
tanten vinden dat al die franje
er niet toe doet. In een kaal ge
bouw met witte wanden of zelfs
een supermarkt kun je ook wel
aan God denken. Dit verschil
heeft zich doorgezet in de secu
liere wereld ook. De een vindt
het heel belangrijk waar hij is
en hoe zijn omgeving er uitziet,
terwijl anderen het niet kan
schelen, althans dat zeggen ze.
Je snapt wel dat mijn sympathie
Alain de Botton: „Helaas denken architecten dat het goed is om anders te zijn."
bij de katholieke beleving en
houding ligt.
Schoonheid is totaal subjectief.
Niemand weet wat mooi was.
Zo wordt beweerd. Maar dat is
zwaar overdreven. Je hoort ook
wel beweren dat niemand weet
wat goed voedsel is. Ondanks de
verschillen in smaak, kun je
best spreken van goed voedsel.
En zo zijn er ook goede gebou
wen. Dus ook al zal niet ieder
een mijn gevoel van lelijkheid
delen over sommige wijken in
Londen, ik denk dat vrijwel ie
dereen zal erkennen dat er een
probleem is. Er is enorm veel
wanhoop over architectuur. En
mensen leggen zich er ook zo
snel bij neer. Bij lelijke gebou
wen krijgen mensen al snel het
gevoel dat er toch niets aan te
doen valt. Net als aan het weer.
Ik wilde een boek schrijven dat
gewone mensen zou aanspreken
en niet alleen architecten. Want
heel veel gewone mensen heb
ben iets met gebouwen, ook al
zijn ze er niet over opgeleid. Op
school leren we met enig geluk
wat over kunst en literatuur,
maar architectuur wordt nauwe
lijks onderwezen. Terwijl gebou
wen ook invloed-hebben op hoe
we leven en hoe we ons voelen.
Een probleem is nu dat we leven
in een samenleving waarin archi
tecten enorme autoriteit hebben
omdat we weinig over architec
tuur hebben geleerd. We kijken
uit onwetendheid op naar archi
tecten. Iemand als Rem Kool
haas. Mensen beschouwen hem
als een Leonardo da Vinei met
trekjes van Christus. Een soort
profeet. Velen haten zijn gebou
wen, maar ze denken: misschien
weet hij iets waar ik niets van
weet. Architecten zijn de roek-
stars van deze tijd. Vreselijk!
Een interessante architect is een
al even schrikbarend idee als
een interessante piloot of een in
teressante chirurg. Ik wil geen
interessante piloot, maar een
goede. En wie aan zijn hersens
moet worden geopereerd is be
ter af met een goede chirurg dan
met een interessante, geloof me.
Helaas zijn architecten opge
voed met het idee dat het goed
is om anders te zijn. Het artistie
ke model. Als je een architect te
genkomt die zegt dat hij een ar
tiest is, niet inhuren! Het ge
bouw zal negen keer zo duur
zijn als nodig en de schoorsteen
ontbreekt of de dakgoot. Het
idee is dat je alleen goed kunt
zijn als je afwijkt. En hoe afwij-
kender en aparter je bent en ont
werpt, hoe beter het is.
Denkfout
Tegen de tijd dat je Daniel Lie-
beskind, Zaha Hadid of Rem
Koolhaas bent, heb je het hele
maal gemaakt.
En zitten wij met gebouwen zon
der daken, ramen, omgekeerde
ramen of zonder toilet. Het is
een vreselijke, vreselijke, vrese
lijke denkfout. De grootheid
van architectuur ligt in het vol
gen van regels en in aan mensen
het gevoel geven van orde en
•rust;
Dat zien ze niet. Wat de mensen
willen van een gebouw is orde
en rust. Het leven is chaotisch.
Huizen moeten een schuilplaats
bieden uit de chaos. De moder
ne wereld is zo rijk. Vroeger
bouwden we kerken, daar zijn
we mee gestopt en dus bouwen
we nu musea. Daar gaat het
geld naar toe. Maar musea zijn,
na een tijdje, stomme plekken.
Je hebt goede schilderijen nodig
en er zijn niet zo veel goede
schilderijen, dus hangen ze
maar van alles op. Het onderlig
gende idee is: laten we een bij
zondere plek creëren. We zou
den seculiere kerken moeten
bouwen. Om binnen te gaan en
alleen maar rond te kijken. Plek
ken van schoonheid. Kathedra
len voor de geest.
Mysterie
Architectuur is geen ruimte
vaarttechnologie. Het is geen
mysterie. Het mysterie is waar
om overheden en projectontwik
kelaars niks leren. Goede archi
tectuur is simpel. Goede archi
tectuur gerealiseerd krijgen, dat
is moeilijk. Ze hebben gewoon
niet hard genoeg nagedacht.
Wat mis ging bij Brasilia en bij
de stad die Le Corbusier bouw
de in India is niet raadselachtig.
In de eerste plaats moet je geen
achtbaans toegangswegen aan
leggen als je bouwt voor mensen
die zich nog op ezels voortbewe
gen. Basale dingen: je gebruikt
geen beton in een warm klimaat
met veel regen, want dan rot het
beton weg. Dan breekt het, en je
kunt beton niet repareren. Een
dom idee. En: bouw geen hoge
woonflats. Mensen willen nog
niet naar de hemel. De enigen
foto Harmen de Jong
die wel hoog willen wonen, zijn
de rijken, mits je zo'n flat bij
het water bouwt. Torens werken
niet, alleen voor de super-, su
perrijken. Stop nooit arme men
sen in een toren. Nooit hoger
dan acht hoog. Dan worden ze
diep ongelukkig.
Ik zou dolgraag een stad ontwer
pen. Alleen wil ik niet eerst ze
ven jaar moeten studeren. Ik
heb wel andere dingen te doen.
Ik schets het wel. Tot de twintig
ste eeuw had je veel huizen die
door leken werden ontworpen.
Dat kan heel goed. De wereld is
zo verdomd gespecialiseerd.
Voor het meest simpele baantje
moet je een opleiding van jaren
volgen. Daardoor worden ande
re talenten bij die mensen niet
aangeboord. Het leven is te
kort.
Ik wil schrijven over alle gebie
den van de gewone menselijke
ervaring, van het dagelijks le
ven. Ik schrijf nu aan een boek
over werk en ik heb plannen
voor twee boeken over twee gro
te onderwerpen: religie en onder
wijs. Over religie wil ik schrij
ven voor atheïsten. Voor mensen
die religie aantrekkelijk vinden
maar er niet in kunnen geloven.
Ik zit zelf ook in die categorie.
Religie heeft een intellectuele
aantrekkingskracht, maar in
'het verhaal' geloof ik niet.
Christus, Mohammed, Mozes -
ik kan daar onmogelijk in gelo
ven. Bepaalde aspecten van reli
gie vind ik heel aantrekkelijk.
Ik sta hier niet alleen in. Er
moet een manier zijn om iets
met deze gevoelens te doen. Wat
onderwijs betreft, ga ik in mijn
boek de ideale universiteit ont
werpen. Dan moet ik wel laten
weten wat naar mijn mening on
derwezen zou moeten worden.
Dat is me nogal een opdracht.
Ja, hier zit een megalomaniac
op de bank. Werelddominan-
tie!"
The© Hakkert
Alain de Botton: De architectuur
van hel geluk. Vertaling: Jelle Noor
man. 308 blz., E 19,90. ISBN
9045012766. Uitgeverij Atlas.
Ik wil niet dat een geoefende
lezer weet hoe het afloopt. Ik
wil ook hem op het verkeerde
been zetten. Joseph Finders
ogen schitteren. De Amerikaan
se thrillerauteur heeft in de
twee dagen dat hij in Amster
dam is, veel complimenten ge
had voor de ontknoping van
zijn jongste, Bedrijfsongeval.
En voor de even verrassende ein
des van zijn eerdere romans, zo
als Paranoia en De krijgsraad.
De 46-jarige Finder belooft dat
Killerinstinct, dat in mei in
zijn geboorteland verschijnt,
niet anders zal zijn, Ook dat
wordt een 'corporate thriller'.
„Ik ben de enige die dit genre
beoefent. Wat ik gek vind. Er ge
beuren spannende dingen in de
wereld van de grote onderne
mingen." Amerikaanse bedrij
ven alleen al verliezen jaarlijks
tientallen miljarden dollars
door bedrijfsspionage, het the
ma van Paranoia waarin Adam
Cassidy namens hét ene high
tech-bedrijf wordt geparachu
teerd in het andere. „Het idee
ontstond door de toenemende
geruchten dat Sony een appa
raatje zou uitbrengen, dat een
revolutie op de muziekmarkt te
weeg zou brengen. Ik stelde me
voor dat iemand het concept
van wat later dus de i-Pod
bleek te zijn, probeerde te ste
len namens Philips. Dat laatste
bedrijf staat eveneens model
voor de firma in Killer instinct
die LCD-televisies produceert."
Vrienden bij de CIA hebben
hem verteld dat geheim agenten
van hun dienst worden inge
huurd door grote bedrijven om
te spioneren bij de concurren
tie. Dat zulke affaires niet of
nauwelijks aan het licht komen,
is zijns inziens begrijpelijk: „Na
tuurlijk bespioneren Airbus,
Boeing en Lockheed elkaar en
worden spionnen betrapt. Maar
ze kopen het liever af dan dé
wals van de pers over zich heen
te krijgen." Hij zegt het met gro-
te stelligheid, „Omdat ik goede
contacten bij de CIA heb."
Hij was zelf bijna werknemer
geweest van 'The Firm'. Tijdens
zijn studies Russische en
Oost-Europese talen en politiek
recruteerde de dienst hem. „Het
leek me wel wat. Glamour,
mooie vrouwen, veel reizen.
Nou, vergeet het maar. Ik zou
het grootste deel van mijn tijd
achter een bureau moeten door
brengen om Russische of Tsje
chische krantenartikelen te ver
talen en te interpreteren." Hij
noemt zichzelf echter wel een
verdediger van de CIA. „Ik laat
de bazen, de schoothonden van
het Witte Huis die de blunder
over de Irakese atoomwapens
trachten te camoufleren, buiten
beschouwing. Wat overblijft is
een gemotiveerde en professio
neel opererende club agenten."
Waarom geen thrillers van zijn
hand over de CIA en zijn werk?
„Dan zou ik een van de velen
zijn." Corruptie, boekenfraude,
overheveling van productie
naar lage-lonenlanden en daar
door. massaverlies van banen
staan centraal in Bedrijfsonge
val. Hoofdpersoon is Nick Con-
over, president van een kantoor
meubelgigant. Finder gniffelt:
.„De eerste reactie is dan: Tets
saaiers dan kantoormeubilair
bestaat toch niet?' Klopt. Maar
het bedrijf dat ik vele keren be
zocht voor mijn onderzoek,
maakte dat spul, werd ouder
wets geleid, moest veel mensen
ontslaan en dreigde zijn voor
aanstaande marktpositie te ver
liezen. De nieuwe bazen gooi
den radicaal het roer om. Dat le
vert meer spanning op, dan ik
in één boek kan beschrijven. Ik
beperkte me er daarom tot het
verhaal hoe Conover ten onder
dreigt te gaan in een golf van
manipulatie en doortraptheid."
Cassidy (uit Paranoianoch
Conover is,een 'man van staal'.
„Nee, omdat ik niet geloof in
een held uit één stuk. Mijn ka
rakters mogen fouten maken,
mogen worstelen met morele
kwesties. Dan doen jij en ik
toch ook?" In 'De krijgsraad'
Thrillerauteur Joseph Finders.
speelt een vrouw de hoofdrol.
Advocate Claire Heller, die
haar man bijstaat als die voor
de militaire rechtbank terecht
staat wegens desertie en meer
voudige moord. Als High crimes
werd dit boek meesterlijk ver
filmd met Morgan Freeman en
Ashley Judd.
Finder speelde zelf een bijrolle
tje, als een marinier. „Ik was
een groot deel van de opnames
aanwezig en heb toen meege
maakt hoe bekwame en ervaren
mensen als de regisseur gepie-
foto Diederik van der Laan
peld worden door kwallen van
twintig in maatkostuum die de
manager uithangen bij een film
maatschappij. Daarom zal ik
nooit scripts schrijven, ook niet
voor bijvoorbeeld Paranoia
waarvoor de filmrechten nu
zijn verkocht. Ik laat me niet de
wet voorschrijven."
Arno Ruitenbeek
Joseph Finder - Bedrijfsongeval. Ver
taling: Hugo Kuipers. Uitgeverij Lui-
tingh, 416 pag., 18,95 euro
XP TTP TVTT T TXT was een saa* ieven en hij
XLl VjILlN LIJ XV wist het. Had hij, J.C. Bloem,
niet zelf geschreven: 'Is dit genoeg: een stuk of wat gedichten, voor
de rechtvaardiging van een bestaan?' Pas in 1921, toen hij bijna 35
was, verscheen van deze tijdgenoot van Adriaan Roland Holst de
eerste verzenbundel, Het Verlangen. Daarin handhaafde Bloem, zo
als bijna al zijn generatiegenoten deden, de klassieke versvorm en
de wat plechtige, poëtische taal. Zijn latere werk is soberder. 'Dich
ten is afleren', zo vatte hij samen. Pessimisme en lotsaanvaarding' in
grootse eenvoud kenmerkt het latere werk, ook als hij de buitenwe
reld beziet: Natuur is voor tevredenen of legen./ En dan: wat is na
tuur nog in dit land? Een stukje bos, ter grootte van. een krant,/
Een heuvel met wat villaatjes ertegen.
In J.C. Bloem - meester-dichter ontrafelt Gretha Donker zijn maat
schappelijk leven. Hoe lang deed hij over zijn rechtenstudie? Buiten
sporig lang. Ploe waren zijn studieresultaten? Slecht. Hij promoveer
de op stellingen zonder een proefschrift te schrijven - was dat iets
bijzonders? Nee, juristen konden maatschappelijk niet zonder het
doctoraat, toen meester nog geen titel was. Voor juristen was die
stellingenpromotie normaal. Bloem kreeg de helft van zijn thesen
van P.N. van Eyck, die andere dichter van zijn generatie. Van Eyck
promoveerde een maand na zijn laatste tentamen, Bloem deed ne
gen maanden over de voorbereiding.
Bloems carrière als jurist, als je de serie baantjes zo mag noemen,
wordt onder een vergrootglas gelegd, compleet met tabellen, o.a.
van het aantal sollicitatiebrieven. Vrijwel altijd schreef Bloem het
zelfde formele briefje, soms
i i nog verkeerd geadresseerd.
het kantongerecht te Lem
mer was echter geen sinecu
re: hij heeft er vele formulieren ingevuld en vonnissen geregis
treerd. Het kantongerecht te Breukelen werd opgeheven kort na
Bloems aantreden als griffier. Een aanstelling in Zutphen werd een
catastrofe. Korte tijd was Bloem lid van de NSB. Hij behoorde tot
dé eerste generatie leden, maar was vlug vertrokken, nadat hij ken
nis had gemaakt met Mussert. Toen bood een andere groep hem tij
delijk onderdak.
De dichter kwam over het algemeen moeilijk in beweging. Op zijn
werk arriveerde hij veelal te laat: Bloem kon niet uit bed komen, al
thans 's morgens, over andere tijdstippen zijn kennelijk geen gege
vens bekend. Maar het werd altijd laat 's avonds:-hij moest veel le
zen, vooral poëzie, en veel drinken. De aanschaf van boeken en
drank, de povere baantjes, de periodes van werkeloosheid maakten
Bloems bestaan karig, wat weer leidde tot leningen en schulden.
Maar hij droeg altijd een das en was verder een keurige man.
Toen zijn chef op het ministerie van Sociale Zaken iets van 'dat eeu
wig te laatkomen' zei, moet de dichter geantwoord hebben: maar ik
ga ook altijd te vroeg weg. In het wonderlijke precisiewerkje van
Gretha Donker staat wat er .werkelijk gezegd werd: Meneer Bloem,
U komt altijd te laat. Bloem: maar ik ga nooit te laat weg.
Nog voor het begin van zijn carrière heeft Bloem een veroordeling
opgelopen. Onder invloed heeft hij met vrienden enige jongeman
nen onwelvoeglijke taal toegevoegd, handtastelijkheden zijn daar
bij niet uitgebleven. Bloem zelf zou een jonge man in het kruis heb
ben getast.. Bij wijze van uitnodiging. Toen een diender arriveerde,
heeft de benevelde Bloem ook hem op zekere plaats aangeraakt.
Het werd een genante vertoning die Bloem maatschappelijk overi
gens niet zwaar gehinderd heeft.
De dichter van de Dapperstraat had voor 'het onzegbare geheim'
niet veel nodig: schreef hij niet over wolkenluchten die door kleine
zolderramen te zien waren: Het leven houdt zijn wonderen
verborgen/ tot het ze, opeens, toont in hun hogen staat. En leven en
werk' bezag hij. met berusting: Alles is veel voor wie niet veel ver
wacht.
Lo van Driel
Gretha Donker, J.C. Bloem - meester-dichter. De Parelduikerreeks. Uitgeve-
rij Bas Lubberhuizen. Amsterdam 2006.13,90 euro
Vorstenhuizen spreken tot de
verbeelding. De buitenkant
is zichtbaar, maar wat schuilt er
achter de facade? Geen mens
zag kans om het leven van bin
nenuit te schilderen. Alleen al
daarom is het boek Vorst, tussen
twee werelden bijzonder.
Nog interessanter is dat hier
met Mangkoenegoro VII een
vbrst wordt geportretteerd, die
regeerde toen zich in de eerste
helft van de vorige'eeuw een re
volutionaire ontwikkeling aan
kondigde in de verhouding tus
sen Nederland en het koloniale
Indische rijk.
De schrijfster Madeion Djajadi
ningrat is in die beide werelden
de ideale gids. Ze is Nederland
se, maar ook getrouwd met een
kleinzoon van deze vorst. Zo
kreeg ze toegang tot bronnen
die normaal hermetisch geslo
ten zouden blijven en kon volop
putten uit de dagboeken en de
persoonlijke correspondentie
van de vorst. Het fascinerende
boek begint met de komst van
de Nederlandse schilder Isaac
Israëls naar de Midden-Javaan
se stad Solo, waar hij het por
tret schildert van deze prins.
Een doek uit de collectie van het
Haarlemse Frans Hals Museum,
want de vorst wilde het schilde
rij niet kopen. Te veel ziet hij in
zijn gezicht de zorgen terug.
Hoe dat komt, vertelt hij aan'
een Nederlandse vriend. De
schrijfster laat hem vooral zien
als een vorst die probeert zijn
rijk om te vormen tot een moder
ne Javaanse staat binnen het Ne
derlandse koloniale rijk. Het
vorstenhuis bestaat nog wel,
maar is nog slechts verguldsel.
Wat ook bleef zijn de recepten
die Partini, dochter van de
vorst, naliet aan haar zoon Hoe-
sein, Madelons man. Hij combi
neerde ze met eigen recepten in
'Eigen wijze recepten'.
Hans Visser
Madeion Djajadiningrat Vorst tus
sen twee werelden. Uitgeverij Conser
ve, 24,95. Hoesein Djajadiningrat
Eigen wijze recepten, 17,50