De straat, daar wou en wil ik zijn
Armando schildert nog steeds omdat het moet
Ari Marcopoulos
in Eindhoven
foto Ari Marcopoulos
29 maart 2006
Marjon van Iwaarden zingt 27
kunstenaar Armando schildert nog iede-
\je dag en dat voelt als een straf. Hij
Mt ze maken, die doeken vol tragiek en
islemis. In het Cobra Museum in Arnstel-
sénis nu een overzichtstentoonstelling met
jjn beelden en schilderijen te zien.
Èen verloren dag dit. Nu heb ik geen tijd
ie® om te schilderen." Armando (77)
Mdt niet van praten over zijn kunst. Hij
®ft wel betere dingen te doen. „Ik werk
isestal aan meerdere schilderijen tegelijk,
bar er gaat een lang proces aan ieder werk
wraf. Dan maak ik schètsen, denk over
dïdee na. Ik doe het rustig aan. Toch mis
ter wel eens iets."
imando is perfectionistisch. Wat niet goed
^moet kapot. „Als iets niet goed is, ben ik
Jar honderd procent zeker van. Het is een
«voel dat ik nauwelijks kan verklaren,
bar dan móet het stuk, gaat het doek eraf.
ik laat het desnoods door anderen kapot
aken. Soms gebeurt het dat ik jaren later
1?ens ontevreden ben over een werk. Dan
fobeer ik het terug te krijgen en alsnog te
ïnietigen.
«kunstenaar werd in 1929 geboren in Am-
Wam, maar bracht het grootste deel van
p jeugd door in Amersfoort. Tijdens de
weede Wereldoorlog maakten de verschrik
ken in kamp Amersfoort een onuitwisba-
findruk op de puber Armando, die in het
05 naast het kamp speelde en daar de gelui-
?nvan angst opving. Hij kwam al op jonge
Wjd tot het inzicht dat de mens in wezen
:et goed is. „Wat ik schilder, komt vermoe-
dijk voort uit wat mijn jeugd heeft meege-
Echt. Dat is de tragiek van de mens."
ij werkte bij Andy
Warhol, is zo'n beet-
:,je de hof fotograaf
van de Beastie Boys en de
freestyle snowboarders, maar
fotografeert net zo lief zijn
zoontjes. Voor het eerst is een
overzicht van het werk van
Ari Marcopoulos te zien in
Europa: in MU in Eindhoven.
Hij blijft kijken naar een
van zijn landschapsfoto's.
„Eigenlijk zijn ze heel verve
lend." Zegt Ari Marcopoulos, de
maker van de foto's.
De in Nederland (1957) geboren,
maar al tientallen in Amerika
wonende fotograaf en filmer
heeft een voorliefde voor men
sen en blijkt moeite te hebben
met cle landschappen. Want met
mensen kan hij nu eenmaal pri
ma, overweg. Hij communiceert
gemakkelijk en voelt zich snel
thuis in welke omgeving dan
ook. Marcopoulos is steeds weer
in staat om zijn onderwerpen
heel dicht op de huid te kruipen
en ze vervolgens vast te leggen.
Hij zócht verandering, in 1979
en trok daarom naar Amerika.
„Het had ook Parijs of Milaan
kunnen zijn hoor; ik had tenslot
te iets met modefotografie en
dat zijn natuurlijk ook prima
steden om je brood te verdienen,
maar ik koos voor New
York. "Hij was daar ook al eens
eerder geweest. Toen hij twaalf
was logeerde hij er tijdens de
kerstvakantie. Met slechts een
fotocamera, kleren en wat cen
ten kocht hij in die eerste dagen
vooral tijdschriften: „Kijken
wie de foto's had gemaakt, ver
volgens het telefoonboek erbij
en maar bellen - vragen of'ze
een assistent.nodig hadden."
Na zo'n vier maanden te hebben
gezocht kon hij terecht bij Pop
Art-idool Andy Warhol. „Daar
heb ik heel wat zwart-witaf-
drukken gemaakt." Na een tijd
je werd hij assistent van Irving
Penn om daarna bewust te kie
zen voor zijn eigen werk. Geen
modefotografie meer, daar wa$
hij niet meer in geïnteresseerd.
„De straat, letterlijk en figuur
lijk, daar wou ik zijn, daar voel
de ik me, en voel ik me nog
steeds het beste thuis."
Dat laten zijn foto's dan ook
zien. De skatende kinderen in
Brooklyn bijvoorbeeld, die hij
bij voorkeur niet in actie laat
zien, maar toont via hun schram
men en builen. Sterke foto's zijn
het niet. Ze blinken uit door een
voud; compositorisch rammelt
het aan alle kanten en de belich
ting laat ook vaak te wensen
over. Maar het op de huid zit
ten, aanwijsbaar deelgenoot
zijn van wat hij vastlegt, dat
maakt veel goed. De foto's van
Marcopoulos lijken in die zin
nog het meest op kindertekenin
gen in viltstif: rauw, snel en van
uit de buik gemaakt.
„Ik vind het object of datgene
wat ik fotografeer veel belangrij
ker dan de foto. Ik denk nooit
groothoeklenzen want dan lijkt
de sprong nog hoger en spectacu
lairder. Maar zo kan ik niet wer
ken. Ik doe het meestal met een
gewone 50-mm lens. Nou ja,
soms, voor bepaalde tijdschrif
ten, smokkel ik een beetje. Er
moet tenslotte wel iets verdiend
worden."
Hij weet nog precies wanneer
hij begon met filmen. „Dat was
in New York in 1991. Toen zag
ik een jongetje op straat op een
aan compositie of ritme of zo.
Het valt mij ook altijd op dat ik
mensen pal in het midden foto
grafeer, dat is een soort dood
zonde in de fotografie, maar zo
is het nu eenmaal."
Bij de snowboarders die hij
sinds jaar en dag volgt is het al
niet veel anders. „Voor de tijd
schriften worden soms de meest
gekke dingen uitgehaald. Dan
gebruiken fotografen enorme
emmer drummen. Dat klonk fan
tastisch en zag er geweldig cool
uit. Daar heb ik toen mijn eerste
filmpje van gemaakt." Het klei
ne, handzame formaat van de
videocamera bevalt hem uitste
kend; hij kan er prima mee over
weg en het past ook weer uitste
kend bij zijn ziens- en werkwij
ze om deelgenoot te zijn, anders
dan een beschouwer. „Mijn
films kim je ook zien. als een
soort dagboek, een beetje poë
tisch wel, daar hou ik nu erg
van. Vroeger kon ik niet eens kij
ken naar een gedicht, nu waar
deer ik dat steeds meer."
„Ik weet dat veel jonge mensen
mijn werk waarderen. Dat is
mooi. Ik weet ook dat de poëzie
bij die groep een beetje dood is.
Rap wordt dan wel als een soort
eigentijdse poëzie gezien, maar
dat vind ik meer rijm. Ik hoop
dat die jonge mensen via mijn
foto's meer naar poëzie gaan kij
ken. Het is niet voor niks dat ik
in het boek dat bij deze tentoon
stelling verschijnt, drie gedich
ten heb laten opnemen."
Poëtisch, in ieder geval indruk
wekkend, is de film die Marco
poulos heeft gemaakt van Craig
Kelly, naar verluidt de beste
freestyle snowboarder ooit en
drie jaar geleden overleden als
gevolg van een lawine. De fil
mer toont hem vanuit een heli
kopter en soms van heel dicht
bij, of vanaf een andere berg,
waardoor het beeld wazig en
korrelig wordt. Dat past ook
weer prima bij de aard van de
film; een fraaie hommage aan
een veel te vroeg overleden
vriend.
Rob Schoonen
Flow, foto's en films Ari Marcopou
los - MU, Emmasingel 20, Eindho
ven. Tot 16 april.
verfklodders zeezichten met wel twintig tin
ten blauw. Een schilderij als Landschaft uit
2005, in grijze en groene tinten, lijkt niet
veel vrolijker dan de donkere schilderijen
uit Armando's Schuldige Landschaft - serie
uit de jaren tachtig. Maar het werk oogt wel
een stuk minder agressief, doordat de verf
minder driftig lijkt te zijn opgebracht en
het zwart ontbreekt.
Een verklaring voor die veranderingen
heeft Armando zelf niet. „Kennelijk komt
de kleur weer terug in mijn werk. Zoiets
overkomt mij, ik constateer het achteraf.
Het is niet zo dat ik daar zelf een keuze in
maak. Hoe ouder ik word, hoe meer ik besef
dat de keuzes voor mij worden gemaakt,
van buitenaf. Achteraf ben ik dan oprecht
verbaasd dat ik tot zo'n schilderij in staat
ben geweest. Ik sla mezelf niet zo hoog aan.
Daar ben ik veel te nuchter voor."
Berlijn
In de jaren negentig maakte Armando ook
bronzen beelden. Het bekendste voorbeeld
daarvan is waarschijnlijk de veertien meter
hoge werk De Ladder, dat als oorlogsmonu
ment in 1994 bij Kamp Amersfoort werd ge
plaatst. In het Cobra Museum trekt vooral
het beeld Gestalt de aandacht, een gedron
gen bronzen figuur dat als een koele obser
vator de tentoonstellingsruimte bewaakt.
Vanwege zijn slechte gezondheid woont Ar
mando nu het grootste deel van het jaar in
Nederland. Liever was hij in Berlijn geble
ven, waar hij sinds eind jaren zeventig" een
werkruimte heeft. „Amsterdam is gezellig,
een.knus dorp. Geen wereldstad. Berlijn is
voor mij als kunstenaar een betere plek om
te werken." Ook in Duitsland wordt zijn
werk veelvuldig geëxposeerd, evenals in Ita
lië en Japan.
Maar wat de buitenwereld van zijn kunst
vindt, doet er voor Armando niet werkelijk
toe. „Ik schilder zoals ik dat wil, dat hebben
ze maar te accepteren", sneert hij vlam
mend. Hij schiet even uit zijn rol van de af
standelijke kunstenaar. Op mildere toon ver
volgt hij: „Natuurlijk is het niet geheel onbe
langrijk wat anderen er van vinden. Ik
maak iets wat in mijn visie past, en als ie
mand het mooi vindt accepteert hij die vi
sie. Pas vanaf mijn vijftigste kon ik van de
kunst leven. Ik zal me nooit aanpassen aan
de wensen van anderen." Een boodschap
hoeft zijn werk niet uit te dragen. „Nee bah,
zeg. Een schilderij is een schilderij, daar
hoef ik niets extra's mee te zeggen."
Behalve als beeldend kunstenaar werkte Ar
mando als film- en televisiemaker en muzi
kant. Met Cherry Duyns maakte hij in de ja
ren zeventig de televisieserie Herenleed. Als
violist trad hij tussen 1993 en 2003 op met
het Armando-Kwartet. Schrijven doet hij
nog steeds, hij publiceerde gedichten en pro
za. In februari verscheen de essaybundel Ge
doe, waarin hij observaties van zijn mede
mensen optekende.
„De dingen die ik doe zijn allemaal loten
van één stam. Ik ben wat ik maak. Verder
kan ik ook niks hoor."
Anneke Stoffelen
De overzichtstentoonstelling Armando 1952 - 2005
is te zien in het Cobra Museum in Amstelveen tot
en met 5 juni.
foto Vincent Wilke
Kunstenaar Armando.
Armando's eerste werken ogen nog relatief
zorgeloos. In de tentoonstelling zijn potlood
tekeningen uit het begin van de jaren vijftig
te zien die sterk doen denken aan de Co
foto Harmen de Jong
bra-stroming. Het zijn kinderlijk geschetste
figuren waarin vaag menselijke wezens zijn
te herkennen. Maar die naïviteit maakt al
gauw plaats voor agressie, zoals te zien is in
de schilderijenserie Peinture criminelle van
eind jaren vijftig. De dikke rode en zwarte
verfklodders zijn met woede het doek op ge
smeten.
Armando maakt duistere kunst, letterlijk en
figuurlijk. Met zwarte, agressieve verfstre
ken verbeeldt hij het kwaad. Schilderijen
als Der Zaun (Het Hek) en Gefechtsfeld
(Slagveld) verwijzen direct naar zijn oor
logsherinneringen. De dreigende zwarte
vlakken stemmen treurig.
De doeken had hij vermoedelijk niet kun
nen maken als zijn leven aangenaam was ge
weest.
„Ongelukkig is een groot woord voor mijn
toestand. Melancholie past beter. Dat is
mijn grondhouding. Ik lijd niet onder die
melancholie, nee. Misschien besefte ik op
jongere leeftijd dan andere mensen dat het
leven treurig is, door wat ik in de oorlog heb
gezien. Aan de andere kant hoef je dat niet
gezien te hebben om het te weten, de hele ge
schiedenis van de mensheid zit immers vol
treurnis."
De kunstenaar maakt een koele, afstandelij
ke indruk. Door zijn tragische beeld van de
mensheid kan hij anderen maar moeilijk in
vertrouwen nemen. „Je moet er altijd van
uit gaan dat de ander niet te vertrouwen is.
Zelf ben ik dat ook niet, dat zeg ik er met
een bij."
Schilderde Armando tot eind jaren negentig
vooral in zwart, wit, grijs en soms een rood
accent, de laatste tijd breidt zijn palet zich
uit. In het laatste deel van de tentoonstel
ling hangen schilderijen die hij de afgelo
pen vijf jaar maakte. In de serie Das Schiff
bijvoorbeeld, schilderde hij met golvende
At the soccergame.
foto Ari Marcopoulos