Kievit is een luchtacrobaat De molen is nu een horecagelegenheid Nieuwe raadkaart Oenêêr ei je hier voo 't lest de kalènder veranderd? c^BK\ dinsdag 28 maart 2006 De PZC sponsort Het Zeeuwse Landschap. In 'Natuurlijk Zeeland' doen medewerkers van deze stichting verslag van wat er speelt in de Zeeuwse na tuurgebieden: onverwachte vondsten en bijzondere ge dragingen passeren weke lijks de revue. En natuur lijk ook de successen en mislukkingen in het be heer. Kie-oe-wieet, kie-oe-wieet-wieet Aan hun roep zijn ze makke lijk te herkennen. Het is slechts een enkel wóórd met een duidelijke, herkenbare klank. Met een beetje fanta sie hoor je de kievit zijn ei gen naam roepen. Net zo herkenbaar als het geluid dat ze produceren zijn de capriolen die ze in het lucht ruim uitvoeren. Je kant 's aovus noe goed zien ee, zegt m'n buurman als hij na het eten nog even met z'n hondje een wandelingetje maakt. En 's morges valt 't wè tegen ee, mee dien nieuwen tiid. Of doe je hie dao nii an meel Daar ga ik maar niets op zeg- ,gen, denk ik. Dat is nu weer zo'n grapje van de buurman. Doe je hie nii an de nieuwen tiid? Met andere woorden: Hie bluuf zeker in de MiddeleeuwenEn dan komt waarschijnlijk daarna fijntjes de volgende vraag: Oenêêr ei je hier voo 't lest de kalènder ver anderd? Uit m'n binnenzak tover ik m'n fototoestel voor d'n dag. Aah, je gao 'npaor fotootjes maoken van de zonne, a tie onder gaot. Jao, da za noe wè lukken, mee die schööne luchten. Ik knik en probeer eens een mooi plekje te zoeken. Daar bij die drie bo men. Nu moet ik zeggen, dat ik vlug tevreden ben met m'n fo to's. Ik ben meer een gelegen heidsfotograaf. Het is altijd raak en er staat altijd wel iets interessants op: Een paar grilli ge boomtakken, een oude fiets of een koe. Het maakt me niet zoveel uit, want tegenwoordig met die digitale camera's lijkt alles wel interessant te worden. Je ziet toch mensen om hos ud der toestelletje voo den dag ao- leri! Of ik z'n 'ondje 's ivil trek ken? Ik ga op m'n knieën op straat zit ten want het beestje is al niet zo groot en schijnt door de lange winter wat gekrompen te zijn. Door de kou of te weinig zon? Of misschien toch ook wel van ouderdom. Ik weet wel toen het diertje pas in de straat was, dacht ik: Die kan je wel in een zaddoek knoppen. Maar al was tie klein, horen kon je 'm wel. Een hoog piepstemmetje. Wel vriendelijk en vrêêd nieuwsgie rig. De tweede dag had ie al een gaatje in de schutting gevonden. Toen stonden daar nog een drie tal tegels rechtop, om te voorko men dat Blacky onder de houten schutting zou doorkruipen. Maar de opening was toch nog te groot voor die tegels en Blac ky stak steeds z'n snoetje door een klein gaatje. (Toen die trou wens na een paar weken op straat mocht lopen en ik 'm dus voor de eerste keer zag, bleek het een bruine hond te zijn. Maar Blacky vonden ze toch een schööndere naomé). 11c zitten d'r nii mee 'öör, had ik over de schutting geroepen. En wudder ook nii, was het antwoord. Tientallen keren had ik daarna naar z'n snoetje zitten kijken. Hoe het langzaam door het gat kwam. Dan de vriendelijke oog jes en z'n voorhoofd. Meer was er nooit te zien geweest. Had ik toen maar een fotootje gemaakt. Kort daarna was dat gaatje tus sen de tegels gedicht. De aard van het beestje was echter niet veranderd. Nieuwsgierig en vriendelijk was Blacky altijd ge bleven. En de hoge piepstem was ook gebleven. Aan dat alles dacht ik helemaal niet, toen ik gisteren voor Blac ky op m'n knieën zat om een fo tootje te maken. Dat probeerde ik althans. Maar hij bleef niet zitten, bleef niet staan, hield z'n bek niet en kroop als het ware in m'n fototoestelletjes. Ik doen 'm wel even an de liine, hoor ik z'n baasje zeggen. Ik zie het al helemaal voor me: een foto met een keffende hond, wild opsprin gend aan strakke lijn. Bijtend naar m'n camera. Maar 't liep anders af: Blacky draoiende z'n eigen om en kwispelde 's vrien delijk met z'n staart en ik dacht dat ie z'n achterpootje op zou lichten... Maar nog vlugger dan Blacky het sluisje naar de zee kan open zetten, maakt ik m'n foto. Samen met z'n baasje begint hij aan z'n avondwandeling, alsof er niets gebeurd is. Een plasje water glinstert in de avondzon. Net vóór ze de weg oversteken naar het veldje, maakt ik de vol gende foto! Van de ondergaande zon, Blacky en z'n baasje. Op pad naar het grasveldje, dat van avond droog zal blijven. Het is alsof hij de paaltjes langs het grasveld hoort roepen: Allï Blacke, schiet op, wao bluuve hie? Weifelend stopt ie bij het eerste paaltje en licht z'n achter pootje op. Alle bitjes elpen, denkt hij en stapt na een paar druppels verder. Dan draait hij zich even om en kijkt bedroef naar het paaltje als hij wil zeg-, gen: 't Komt- deu de buurman, die mocht zonodig 'n foto mao ken. En toen kon 't nii mêêr ou wen. AJs ik toch nog een foto wil ma ken van de ondergaande zon met de drie bomen, is het al te laat... Morgen beter, denk ik. Morgenochtieng, mao dan van de opkammende zonne. Dan staon 'k toch an d'andere kant van die böömen. Dan draai ik het gewoon om: geen zonsonder gang, maar zonsopkomst. Blac ky draoiende z'n eigen toch ook om? Terwijl ik dat bedenk, loop ik stilletjes te rekenen: Moen 'k dan 'n uure êêrder of laoter op- staon? Rinus Willemsen op. Daarnaast heeft hij nog een afleidings tactiek waardoor je, als je die kent, weet waar het nest zich bevindt. Bij gevaar doet het mannetje net alsof hij zijn vleugel gebroken heeft. On handig, half-vliegend struint hij door het gras. De 'vijand' denkt aan hem een makkelijke prooi te hebben, en besteed geen aan dacht aan een mogelijk nest. Juist op het moment dat hij de kievit te pakken denkt te heb ben, vliegt deze weg. Gefopt! Minder meesterlijk dan zijn capriolen in de lucht en zijn grappen om de aandacht van het nest af te leiden, is het nest zelf. Het is niet meer dan een simpel kuiltje in-de grond of in het gras. Het wijfje legt er bijna altijd vier eieren in. Ze zijn groenachtig van kleur en ver sierd met zwarte spikkels. Rus tig broedt ze die uit. Als het leg- sel om een of andere reden vroegtijdig mislukt, worden er opnieuw eieren gelegd. Rivalen Het mannetje is intussen actief bezig om het territorium af te schermen tegen rivalen. Alles wordt weggejaagd: fazanten, spreeuwen, nietsvermoedende vogels die toevallig langs vlie gen of andere kievitsmannetjes. Kieviten zijn geen solitaire vo gels. Ze leven met enkele tiental len soortgenoten in dezelfde om steeds vroeger gevonden wordt. Dit jaar was dat op zaterdag 18 maart. Niet in Friesland, maar in Brabant. In Friesland werd dit jaar het eerste ei zes dagen later gevonden. Het vroegste kie vitsei is gevonden in 1975, op 3 maart. Dat het eerste ei steeds vroeger in het jaar gevonden wordt, is grotendeels toe te schrijven aan de klimaatsverandering. Het wordt steeds warmer. Door de hogere temperaturen komt het groeiseizoen eerder op gang. Daardoor vinden de kieviten eer der beschutting in de weilan den. Ook vinden ze vroeger in het jaar voedsel. Dat bestaat voornamelijk uit dieren die in de bodem leven zoals insecten, larven en wormpjes. Om die te pakken te krijgen, past de kievit trouwens een slimme truc toe. Op zoek naar voedsel stampt hij heel snel achter elkaar met zijn poot op de grond. Door de tril lende bewegingen komen de bo- demdieren naar het oppervlak, waar ze door de kievit veror-, berd worden. Carolien van de Kreeke- Abrahamse Carolien van de Kreeke-Abra- hamse is medewerkster externe betrekkingen bij Het Zeeuwse Landschap Het kievitvrouwtje legt altijd vier groen met zwart gespikkelde eieren in een nest. foto Jan de Vries Kievitten vliegen in deze tijd, waarin gebaltst en ge broed wordt, geen simpele lijn van A naar B. Ze blijken in het luchtruim ware acrobaten te zijn. Behendig vliegen ze met bo gen en sierlijke lussen, afgewis seld door een tuimelende en bui telende draai. Ze vliegen niet ver weg, want ze blijven in de buurt van hun territorium. Dat is een weiland, want kieviten be horen tot de weidevogels. Maar ook op akkers vinden ze hun plekje. Van veraf zijn ze te her kennen aan hun zwart-witte ve- renpak. Op hun kop hebben ze een parmantige kuif, die sierlijk de lucht insteekt. Bij de vrouw tjes is de kuif iets korter. Het is de moeite waard om deze vogels en hun baltsvlucht te aanschou wen. Een algemeen fenomeen in Ne derland is de vondst van het eer ste kievitsei. In Friesland is het een ware traditie. Wie regelma tig kieviten observeert, komt er redelijk snel achter waar het nest ligt. Het is het eigen gedrag van de kievit dat dat verraadt. De kievit heeft een goede aflei dingsmanoeuvre om zijn nest niet te laten vinden. En juist dat gedrag is een aanwijzing waar het verstopt zit. Als een kievit het nest verlaat, loopt hij er eerst een stukje vandaan. Pas dan vliegt hij laag over de grond De kievit is een fraaie weidevogel. foto Stichting Het Zeeuwse landschap geving. Het zoeken van kievit seieren is al een hele oude tradi tie. In 1852 werd het eerste ei voor de eerste keer feestelijk aangebodenaan Prins Willem V. De vinder kreeg als beloning een geldbedrag. Toen Juliana de troon besteeg, mocht de vinder het eerste ei aan de koningin overhandigen. In 1969 is dat af- geschaft, maar daarmee is de traditie van het vinden van het eerste ei niet verbroken. In de Europese Unie is het verbo den om eieren te rapen. De pro vincie Friesland is de enige pro vincie die een ontheffing ver leent op dat verbod. Wie wil ra pen, dient in het bezit te zijn van een schriftelijke, persoons gebonden verklaring. Daarmee mag in de maand maart eieren geraapt worden. Er is wel een maximum gesteld van vijftien eieren per persoon. Door de traditie van het eerste kievitsei is van lange periode be kend wanneer het eerste ei ge vonden is. Uit de gegevens blijkt dat het eerste kievitsei Bij het zien van de raadkaart van vorige week denkt T. Leistra-de Vrieze uit Re- nesse aan het huis en de molen bij Eikerzee. Dat klopt als een bus. „De molen heette vroeger De Lelie. Nu is het hotel-restaurant De Pepermolen. Op de foto staat ook de tramrails, waarover vóór 1953 de tram van de RTM reed." M. de Meij uit Burgh schrijft dat in het grote huis de familie Costerus woonde, een groot en gezellig gezin. „Het is afgebroken en er staat nu een nieuwe wo ning." C. Zorge-Kristelijn uit Serooskerke (S) koes tert jeugdherinneringen. „De weg ging naar Eikerzee, naar school en de bakkerswinkel. Het grote huis is weg, er is nu een camping gekomen. Ik kan er nog van dromen hoe het eruit zag." Het is een foto van omstreeks 1930, meldt J. A. Reinhoud, eveneens uit Seroos. „Bij molen De Lelie woonde toen molenaar Geene, later A. Coomans met zijn zoons Cor en Co. In het huis woonde me vrouw Van de Bout-Klompe, met zoon Mari- nus en dochter Adrie." Deze inzender geeft aan dat het tramstation Eikerzee vlakbij lag. „Een tramkotje van be ton, met links en rechts plaats om te wach ten. In het midden een gesloten ruimte voor goederen. Daar zorgde M. van de Velde voor, hij woonde tegenover het huis op de foto." J. Strooband uit 's Gravenpolder noemt het een stopplaats. De tramlijn was van 1915 tot de watersnoodramp in 1953 in exploitatie. „Eikerzee heette overigens tot 1942: Elkerzee/Scharendijke." C. F. Stevense uit Middelburg vermeldt eveneens 'stationschef' Marien van de Vel de, met de toevoeging dat hij ook baas van de weegbrug was: het witte gebouwtje links voor de molen. „Bij de molen stond ook het molenhuis met varkensstal en karrekot. De ze gebouwen zijn niet duidelijk op de foto te onderscheiden." Net als de tramrails is de weegbrug na de ramp opgeruimd. Hetzelfde lot trof de historische kerk van Eikerzee. De Mariaklok uit 1456 hangt nu in de toren van Scharendijke. Goed gedocumenteerd als altijd, gaat Ste vense in op molen De Lelie. Een in 1868 door H. Besouyen uit Scherpenisse gebouw de stenen molen van het type grondzeiler. „De molen was gedurende de jaren 1896-1920 eigendom van de familie Dijk man. Later in 1937 is Abraham Coomans ei genaar. Thans staat de molen op naam van de gemeente Schouwen-Duiveland. In 1958 werd er een maalderij bij de molen gebouwd en thans is de molen ingericht als horecabe drijf." Enkele inzenders verwijzen naar molen 't Hert. Niet zo vreemd, want ten onrechte wordt deze molen vaak aangeduid als de mo len van Eikerzee. 't Hert is de molen van El- lemeet, in 1747 gebouwd (er stond een ver vallen standerdmolen) in opdracht van de ambachtsheer. Door de dammenroute is de molen, sinds 1857 in bezit van de familie Dijkman, afgescheiden van het dorp. Tenslotte wijst Stevense nog op de geschie denis van Eikerzee, 'een dorpje waar je niet elke dag langskomt'. De naam komt al voor in de eerste helft van de 12e eeuw. De kerk is een van de oudste van Schouwen, waar schijnlijk gesticht als dochter van de kerk in Brijdorpe. Het was een belangrijke parochie dankzij de aanwezigheid van het klooster Bethlehem, in 1572 door de Watergeuzen verwoest. Rinus Antonisse De waardebonnen gaan naar: P. J. Lodewijk, Renesse, M. de Meij, Burgh en C. Zorge-Kristalijn, Serooskerke (S). Een lastige raadkaart uit de collectie van Hans Lindenbergh. Wel een sfeervolle. Een polder bij een dorp toen tussen Walcheren en Zuid-Beveland nog een Noord en Zuid-Sloc lagen. De vraag is: bij welk dorp ligt de plek op de raadkaart? Nadere bijzonderheden over de situatie toen en nu zijn van harte welkom. Oplossingen moeten uiterlijk zaterdag 1 april binnen zijn bij: Redactie PZC Buitengebied, postbus 31,4460 AA Goes; fax 0113-315669; e-mail redactie@pzc.nl. Voor drie inzenders van een goede oplossing zijn waardebonnen beschikbaar.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 22