Het eigen landje bleef deel van Nederland Beatrix in voetspoor Bemhard naar Argentinië 27 Documentaire over anti-annexatiebeweging zaterdag 25 maart 2006 Voor hetzelfde geld was het allemaal heel an ders gelopen en blikten we nu terug op de succesvolle annexatie van Zeeuws- Vlaanderen door de Belgen in 1919. Maar het plan tot gebiedsuitbreiding liep stuk op fel verzet. De in Hoofd plaat geboren filmmaker Wesley Vermeere wijdde er een documentaire aan: Zeeuwsch- Vlaanderen Ne- derlandsch! Stel dat Zeeuws-Vlaanderen inderdaad Belgisch was ge worden. Het is een schrikbeeld met terugwerkende kracht. Waarschijnlijk hadden Gent en Antwerpen er hun klauwen naar uitgestoken en was het oos telijk deel nu vergeven geweest van de fabriekspijpen en kra nen. En wie zegt dat de lintbe bouwing van Knokke niet was doorgetrokken tot aan Bres- kens? Wesley Vermeere (28) moet er niet aan denken. De uitkomst van de annexatiekwestie voor Zeeuws-Vlaanderen in 1919 vindt hij het meest belangwek kende aspect van heel zijn histo rische expeditie. En het is nog goed nieuws ook! „Het gebied bleef Nederlands, dus de Wester- schelde ook, dus moest Antwer pen steeds weer onderhandelen over bewegingsvrijheid, dus kon den de Belgen Zeeuws-Vlaande ren niet volbouwen, dus bleef het een gebied van rust en ruim te. Dat het zo gegaan is, bete- kent dus meer dan de simpele vaststelling dat Zeeuws-Vlamin gen nog een Nederlands pas poort hebben." „Die rust en ruimte, dat zijn toch dingen om content mee te zijn. Natuurlijk hebben de toen malige tegenstanders van de an nexatie het niet met die vooruit ziende blik gedaan, maar het is wel de uitwerking van hun ac tie. Zeeuws-Vlamingen moppe ren wel eens over hun isole ment, maar het heeft ook voorde len." Slagveld Hoe zat het ook alweer? De an nexatiedrift van België wortelt in de Eerste Wereldoorlog. Ter wijl neutraal Nederland keurig buiten schot blijft, wordt België één groot slagveld. Tallozen sneuvelen, de verwoestingen zijn onbeschrijflijk. Al tijdens de oorlog zinnen de Belgen op genoegdoening: als het straks voorbij is, willen ze er Luxem burg, een deel van Nederlands Limburg en Zeeuws-Vlaande ren bij'. Logische grenscorrecties, vin den ze. Bovendien: 'Wij hebben de klappen opgevangen en die Hollanders zijn goed weggeko men, die kunnen wel wat mis sen.' Zo komt het snode plan op tafel tijdens de vredesonderhan delingen van Versailles. Maai de aanvankelijke, haast wereld wijde sympathie voor het lijden de land, blijkt snel te verdam pen. „Tijdens de oorlog noemde Churchill de Nederlandse soeve reiniteit over de Westerschelde nog onlogisch en de Fransen, die België als een vazalstaatje beschouwden, zagen wel brood in een vlotte toegang tot de Wes terschelde", weet Vermeere. Maar met slimme diplomatieke manoeuvres - waar latere rege ringen een puntje aan kunnen *8J Koningin Wilhelmina bezocht Zeeuws-Vlaanderen twee keer toen België in 1919 dreigde het gebied te annexeren. De Aardenburgse predikant Pattist, voorman van de anti-annexatiebeweging. Wesley Vermeere (rechts) aan het werk op het strand van Groede. foto Peter Nicolai zuigen - weet Nederland het tij te keren. Een land dat buiten de oorlog bleef, weet toch aan te schuiven in Versailles en het plan van tafel te vegen. „Heel opmerkelijk", vindt de filmma ker. Volgens hem heeft Neder land de aloude rivaliteit tussen Engeland en Frankrijk handig uitgespeeld. Ook het leidende principe van Versailles, het zelf beschikkingsrecht van volkeren, kwam van pas. Het sloot vooral goed aan bij de zeer succesvolle anti-annexatiecampagne in Ne derland zelf, niet in de laatste plaats in Zeeuws-Vlaanderen. Voorman hier is de Aardenburg se predikant Jacobus Pattist die, achter de schermen moreel en financieel gesteund door rege ring en koningshuis, de bevol king mobiliseert. Hij bereist stad en land, beklimt de podia. Haast elk dorp krijgt een eigen afdeling van het actiecomité. Als koningin Wilhelmina, tot twee keer toe, het belaagde ge bied bezoekt, lopen de straten vol. Pattist ontpopt zich als een 'verstandige leider'. „De senti menten hadden alle kunten op kunnen zwiepen. Het is nog een wonder dat er geen rellen zijn uitgebroken. Hij heeft de onvre de uitstekend gekanaliseerd." Aan die spannende maanden in 1919 dankt Zeeuws-Vlaanderen ook een eigen volkslied. Beroem de en veelzeggende strofe: 'Van d'Ee tot Hontenisse, van Hulst tot aan Cadzand, dat is ons ei gen landje, maar deel van Neder land!Het is geen toeval dat do minees en onderwijzers een lei dende rol krijgen. Ze hebben een groot bereik en in die tijd ook nog veel gezag. Heel Zeeuws-Vlaanderen, ook het ka tholieke volksdeel - 'ze hadden er toch een beetje twijfels over of daar het protestantse konings huis wel zo goed zou liggen' - staat als één man achter de be weging. Propaganda „Er was best wel sympathie voor het leed van de Belgen. In de oorlog zijn in Zeeuws-Vlaan deren oök veel Belgische vluch telingen opgevangen. Daarom werd dat annexatieplan gezien als stank voor dank. De propa ganda ertegen was zeer effec tief. Overal in het buitenland liet Nederland de beelden zien van mensen die de straat opgin gen om tegen de annexatie te protesteren." „Wilhelmina, zelf ook fel tegen stander, was daarbij de troef kaart. Zoals Zeeuws-Vlaande ren tijdens haar bezoek Oranje in het hart sloot, dat was een vernietigende slag. De Belgen stelden er in eigen land weinig tegenover. Franstalige propa ganda, dat werkte niet. Zo kon Nederland in Versailles eèn klin kende overwinning behalen. Dat hij dat tot ruim een jaar ge leden allemaal niet wist! Een ge boren Zeeuws-Vlaming die ge schiedenis studeerde in Leiden, en hij had geen flauw idee. „Ik had er zelf nog nooit van ge hoord. Nee, thuis ook niet, die wisten het evenmin en ik denk dat dat voor veel Zeeuws-Vla mingen geldt. Ja,-het volkslied, dat kennen de meesten wel, maar waar het vandaan komt...?" Dat hij er nu alles van weet, is te danken aan een medestudent die de dreigende annexatie van Limburg onderwerp van een scriptie maakte. Als daarbij de vergelijkbare toestand in Zeeuws-Vlaanderen aan het licht komt, is dat voor Wesley Vermeere gefundenes fressen. Hij is al een paar jaar actief in de filmwereld, deed veel histo risch onderzoek voor bedrijven als tv Dits, maar begon dat beu te raken. „Je verzint veel, spoort veel op, maar moet het vervol gens allemaal uit handen geven aan een regisseur. En dat is wel eens frustrerend. Daarom, en omdat ik even zonder werk zat, ben ik een eigen productiebe drijf begonnen, Glory Days. De opzet is om geschiedenis aan schouwelijk te maken door mid del van filïn." „Ik was net op zoek naar een eer ste project toen dat annexatie- verhaal op mijn pad kwam. Bin go! Ik ben er op mijn achttiende weggegaan, maar Zeeuws- Vlaanderen trekt nog altijd. El ke keer kom ik er weer een beet je thuis. Die affiniteit is een voordeel, plus het feit dat je er makkelijker de weg vindt. Dat het zo'n onbekend en tegelijk boeiend onderwerp was, gaf de doorslag." Euregio Zonder budget geen film! Maar de oplossing van dat probleem dient zich onverwacht snel aan als hij contact legt met het Zeeuws Archief in Middelburg. Daar ligt het dossier Pattist op geslagen in de donkere kelders, daar moet hij zijn. En, sterker nog, daar bedenkt directeur Roe lof Koops meteen een manier om het project te financieren. Een Europees potje! Koops: „Als particulier kun je geen Eu ropese subsidies aanvragen, dus hebben wij als instelling die kar maar getrokken. Het is een mooi, grensoverschrijdend pro ject dat goed past in de doelsteh- ling van de Euregio en in de on ze, namelijk om het archief voor een groot publiek toegankelijk te maken. Het is bovendien een kans om ons enigszins Middel burgse imago wat bij te scha ven," Vermeere: „Uiteindelijk hebben de Euregio Scheldemond, de pro vincies, de drie Zeeuws-Vlaam se gemeenten en een paar Vlaam se gemeenten een bijdrage gege ven. Zelf heb ik er vooral veel tijd in geïnvesteerd. Het verliep allemaal nogal traag, maar alle partijen waren wel zeer coöpera tief." Hoe maak je zo'n onderwerp aanschouwelijk? Veel bewegen de beelden zijn er niet meer. Hij had gehoopt nog van die aan doenlijke zwart-wit filmbeelden te vinden van de triomfantelijke intocht van Wilhelmina. „He laas, we hebben gezocht van In donesië tot Noorwegen en van Amerika tot in het archief van het koninklijk huis, maar ze ner gens gevonden." Wat is het alternatief? Wesley Vermeere is nog aan het monte ren, wil vooraf geen tipje van de sluier oplichten, maar wekt de verwachting dat het resultaat er mag wezen. Veel materiaal uit het archief is erin verwerkt, fo to's, correspondentie, pamflet ten, zelfs het oranje gekleurde menu van een feestmaal dat in IJzendijke op tafel komt nadat de annexatie is verijdeld. Ook is veel op locatie in Zeeuws- Vlaanderen gefilmd. Als histori ci - onder wie de bekende Wil- helmina-biograaf Cees Fasseur - aan het woord komen, gebeurt dat niet in hun studeerkamer, maar meestal tegen een Zeeuws-Vlaams decor. Een acteur brengt dominee Pat tist tot leven in zijn eigen Aar denburgse Sint-Baafskerk, een kinderkoor zingt het Zeeuws-Vlaamse volkslied, en er komen toch nog originele beelden uit die tijd langs. Zij het niet de gehoopte. Jan Jansen De documentaire over de verge ten annexatie-episode gaat in première op 7 april in het Ledel- theater in Oostburg. Daarna volgt een rondreis langs film- en dorpshuizen in Zeeuws- en Bel gisch Vlaanderen. k"oningin Beatrix bereidt zich samen ixmet Willem-Alexander en schoondoch- Maxima in Argentinië voor het op het Öatsbezoek, dat 30 maart begint. Ze wordt an net als haar vader 55 jaar eerder met ceremonieel ontvangen. Beatrix hoeft 'liter geen steekpenningen te betalen of pt lintjes te strooien om orders binnen te kien, zoals Bernhard in 1951. war Argentinië gaat een Oranje niet zon- problemen. Koningin Beatrix moest j"ejaar geleden haar voorgenomen staats bode uitstellen vanwege de politieke en ïciale onrust in dat land. Pas na de verkie- *"gvan Nestor Kirchner in mei 2003 kwam •jweer stabiliteit en kon een nieuwe datum forden geprikt. Ook Prins Bernhard moest «tijd geduld oefenen. Al in 1948 stelde oj voor naar het toen rijke land te reizen Mehandel te verbeteren. Grote bedrijven pon hem graag als hun uithangbord en .«bezorger in het buitenland. Er beston- p politieke bezwaren. Het was beter als £Prins zich niet zou inlaten met de omstre- ppresident Perón en zijn vrouw Evita. pgentinië werd daarom overgeslagen bij ^eerste grote reis naar Latijns-Amerika ®1950. De prins gaf echter niet op. Een flater mocht Bernhard, die thuis ijverig jaans had geleerd, dan toch naar Buenos én naar Uruguay en Chili, doel van deze reizen is in de eerste :'aais het geven van bekendheid aan en het kweken van goodwill voor Nederland", al dus Bernhard. De visites leken echter ver dacht veel op staatsbezoeken omdat Bern hard zich graag als een vorst Het ontvangen, compleet met volksliederen-, erewacht, sa luutschoten en rijtoer. Zijn gevoel voor thea ter en show, zijn liefde voor uniformen en zijn charme en flair vielen bij de vaak dicta toriale regimes in goede aarde. „Juist in Zuid-Amerika is het contact van persoon tot persoon van het grootste be lang", wist Bernhard. Dat hij af en toe met ongure types moest praten en onderhande len, deerde hem niet. Een buitenstaander moest bovendien heel voorzichtig zijn met het bekritiseren van een politiek systeem dat een land voor zichzelf kiest, meende de prins. „Afgezien daarvan: wanneer Nederland eco nomische belangen in dat betreffende land heeft en ze wil uitbreiden, wanneer daar Ne derlanders werken of er misschien naartoe willen emigreren, dan zie ik geen enkele re den waarom een bezoek aan dat land niet even nuttig zou zijn als aan andere landen", aldus Bernhard. „Zuid-Amerika is een we relddeel waar voor ons tal van mogelijkhe den liggen.'" Macht De sleutel tot succes in Argentinië was Ma ria Eva - Evita - Duarte de Péron. In 1951, een jaar voor haar dood, was ze op het top punt van haar macht. Wie in Buenos Aires Prins Bernhard in 1951 in gesprek met presi dentsvrouw Maria Eva - Evita - Duarte de Perón. foto GPD wat voor elkaar wilde krijgen, kon niet om de toen 31-jarige presidentsvrouw heen. „Deze republiek is in de praktijk een sulta naat, waarin de sultana meer te zeggen heeft dan de sultan", waarschuwde de Ne derlandse ambassade vooraf. Het klikte echter meteen tussen de prins en het presidentspaar. Later is zelfs gesugge reerd dat er tussen Bernhard en Evita meer aan de hand was. Onzin, aldus Bernhard. „Ik heb niets gehad met Evita. Ik vond haar geen charmante vrouw, helemaal niet. Ze was ambitieus, wilskrachtig, allesbehalve vrouwelijk." Hij sloeg zelfs een uitnodiging van haar af om zich te kunnen vermaken met ander vrouwelijk schoon, zo bekende de prins een halve eeuw later tegenover De Volkskrant. Het doel van de reis was helder: een miljoe nenorder binnenhalen voor Werkspoor, de Utrechtse treinstellenfabriek. Het ging om de levering van 553 rijtuigen en locomotie ven ter waarde van zo'n 250 miljoen gulden. Voor die opdracht gooide Nederland graag alle principes overboord. Ekster Evita bijvoorbeeld verzamelde als een ek ster juwelen en decoraties. Uit Nederland verwachtte ze minstens de allerhoogste ko ninklijke onderscheiding. Dat nooit!, riep koningin Juliana, maar helemaal niks kon ook niet. Evita Perón kreeg daarom van Bernhard het Grootkruis in de Orde van Oranje-Nas- sau omgehangen. „Een daad van wijs be leid, die zonder enige twijfel heeft bijgedra gen de goodwill voor Nederland in Argenti nië te bevorderen en dus indirect een steen tje bij te dragen tot Nederlands welvaart", noteerde zijn secretaris F. de Graaff. Belangrijker nog dan het lintje was dat tege lijkertijd op een bankrekening dertig mil joen gulden smeergeld werd gestort, be stemd voor het Argentijnse presidentspaar. De deviezencommissie van De Nederlandse Bank had buiten directie en kabinet om de ze provisie goedgekeurd onder het motto 's lands wijs, 's lands eer. De prins wist daar op dat moment niets van. Tegen De Volkskrant zei Bernhard er pas in 1976 of 1977 van te hebben gehoord, maar in werkelijkheid had de hoofddirecteur van Wei-kspoor hem in 1952 al uit de droom ge holpen. „Ik was boos. Ik dacht: had dat dan direct gezegd." De Peróns deden alles om het Bernhard naar zijn te maken. Voor de ontvangst in het regeringspaleis Casa Rosada werd hij in een open koets opgehaald. In ruil voor het lintje kreeg de prins het Grootkruis in de or de van verdienste en werd hij benoemd tot erevlieger van de Argentijnse luchtmacht. „De prins heeft door zijn sympathieke een voud de harten van alle Argentijnen gesto len", meende generaal Perón. Voor een kor te vakantie in ski-oord Bariloche - ook favo riet bij Maxima's familie - kreeg Bernhard het regeringstoestel mee. Tussen de bedrijven door kon een subtiele Argentijnse chantagepoging diplomatiek worden verijdeld, aldus de prins. „Evita vroeg mij op een goed moment of ik mee wil de naar een bijeenkomst waar zij arbeiders zou toespreken. Ik zat met Evita en een aan tal vrienden van me op de tribune. Haar broer nodigde ons uit voor het avondeten." Daar vloeide de champagne rijkelijk, maar toen er mooie jonge meisjes binnenkwamen, veinsde Bernhard hoofdpijn en vertrok. „Die poging om vermoedelijk foto's te ma ken, films, ik weet wel zeker dat dit de be doeling was, die heeft het niet gehaald. We waren daar erg trots op." De prins kreeg in Buenos Aires ook een de monstratie van een nieuw type Argentijnse straaljager, de Pulque II. „Het behoeft geen betoog dat de prins niet moe wordt techni sche details te vragen, die hem als ervaren vlieger belang inboezemen", aldus secreta ris De Graaff. Na een uitstapje naar Chili en warm onthaal bij de Nederlandse land bouwkolonie in Tres Arroyos, stonden alle seinen voor Werkspoor op groen. Vier jaar later, toen hij was afgezet, rekende hij op een tegenprestatie. Bij een tussenstop in Su riname, waar Juliana en Bernhard net op be zoek waren, vroeg Perón om een onderhoud. Hij kreeg geen antwoord. „Ik had van een Duitse heer wat anders verwacht", aldus de boze Perón. „Wie is die Bernhard? Een mier- da zoals wij zeggen, een stront." Hans Jacobs F.A. de Graaff: Met de prins op reis - Uitg. Boom- Ruigrok, 1951. Pieter Broertjes, Jan Tromp: De prins spreekt. Interview in De Volkskrant. In boekvorm verschenen bij uitgeverij Balans, Amsterdam.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 27