Hier zien negen eeuwen op u neer PZC De Abdij, hart en hof van Zeeland w *33 dinsdag 21 maart 2006 Hoeveel mensen heb ben tussen 1123 en nu in de Zeeuwse Abdij ge woond en gewerkt? Het moeten er vele duizenden zijn geweest. Van klooster lingen tot commissarissen van de koningin, van bak kers tot bestuurders. Het historische, deels uit de as herrezen, complex in het hart van Middelburg dien de als onderkomen voor van alles en nog wat, blijkt uit het boek De Ab dij van Middelburg. Brouwerij, bakkerij, paarden stal, kerk, bibliotheek, ka- nonnengieterij, Zeelands munt, school, bibliotheek, archief, mu seum, concertzaal, hotel, restau rant, provinciale griffie, zetel ad miraliteit. De politie, de belas tingen, de landmeetkundige dienst, de reclassering, rijkswa terstaat en de nijverheidsconsu lent namen ruimten in beslag. Maar door alle eeuwen heen is de Abdij, ofwel het Hof van Zee land, toch vooral machtscen trum. Eerst van de geestelijkheid, tot in 1574 de Reformatie aan breekt en de laatste zestien nor bertijnen, onder bescherming van de Spaanse admiraal Chris- tobal de Mondragon, gedwon gen Middelburg verlaten. Het is de definitieve ondergang van de abdij. De Staten van Zeeland ne- men.het complex - waar ze toch al vergaderden - in bezit. En ze zitten er nog steeds. Macht en intriges, wellustig uit geoefend en uitgevoerd. Met dik wijls welbegrepen eigenbelang als drijfveer, verpakt als zijnde 'in het belang van Zeeland'. Be langenverstrengeling, vriendjes politiek, begunstiging van fami lie - het speelde (en speelt) zich allemaal binnen de muren af. Vergaarde rijkdom blijkt uit kostbare voorwerpen van kunst en kunstnijverheid. Zelfbewust zijn blijkt uit het laten vervaar digen van wandtapijten die de §trijd tegen de Spanjolen ver beelden. Proost Albald uit het Vlaamse Voormezele sticht in 1123 een proosdij van kanunniken, die al snel overgaat naar de norber- tijner orde. De geestelijken be perken zich allesbehalve tot ker kelijke zaken. Ze dringen door in alle geledingen van het we reldlijke bestuur. De kloosterge meenschap bestaat voor een groot deel uit kanunniken, af komstig van vooraanstaande Zeeuwse families. Dat blijft ook na het gedwongen vertrek van de geestelijken zo. Familieleden volgen elkaar op in politieke functies. Vanaf 1648 worden zelfs contracten afgeslo ten, waarin de regenten onder ling de bestuurlijke posities ver delen. Met de komst van dé Fransen in 1795 moet de oude garde even plaats maken, om bij de vorming van het koninkrijk der Nederlander weer terug te keren. Pas tegen het eind van de 19e eeuw komt ruimte voor nieuw bloed in Provinciale Staten. Een nieuwe, nu meer burgerlijke eli te doet zijn intrede. Plaats voor het gewone volk, anders dan als werknemer, is er niet. Alleen bij manifestaties, vaak ter gelegen heid van koninklijk bezoek, cul turele activiteiten en protestde monstraties is de Abdij van alle mensen. Nu is het complex naast bestuurscentrum van de provincie vooral een toeris tische trekpleister. In plaats van het mislukte Historama-avon- tuur in de kloostergangen (be doeld om de historie van de Ab dij uit te dragen), moet het nieu we Zeeuws Museum daar meer invulling aan geven. De vertegenwoordigers van de steden beschikken over een ei gen onderkomen in het abdij complex. Dat moet wel repre sentatief zijn en meestal wordt het huis van de stad bij aantre den van een nieuwe afgevaardigde flink opgeknapt. Goes be noemt in 1654 Marinus van Crommon tot Gecommiteerde Raad en die betrekt met zijn vrouw Isabella van der Stringe het huis Goes aan de buitenrand van de abdij in de Sint-Pieterstraat. Zes maanden lang wordt er geschilderd en verbouwd. Het Muntplein aan het eind van de zeventiende eeuw. De Staten van Zeeland richten in 1579 een eigen munt op, die wordt gevestigd in de voormalige kloostergang. De Muntpoort vormt de aparte toegang. Koperen draagpenning van een lid van de Raad van Fi nanciën uit de Franse tijd. Christuskop, ongeveer een meter onder de vloer gevon den bij graafwerkzaamheden in het auditorium in 1864. De kerk voogden van de hervormde ge meente schonken de vondst aan het Zeeuws Genootschap. In een deel van de noordvleugel, direct links van de Balans poort (gezien vanaf het plein), komt in 1597 de provinciale Re kenkamer te zitten. In 1642 worden de burelen van de kamer grondig opgeknapt en de leden besluiten zichzelf een cadeau te geven: een gebrandschilderd raam voor hun vergaderruimte, waarop een zitting van de Rekenmeesters is afgebeeld. Een ont werp van glasschilder Cornelis van Berlaer. In de voormalige-gro te refter van de ab dij wordt eind zestien de eeuw het provin ciaal giethuis geves tigd. In Lands Giet huis worden vanaf 1581 vooral kanonnen maar ook klokken ge goten. Op de gravure uit de Nieuwe cronyk van Zeeland van Smal- legange, liggen voor het gebouw kanonnen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 22