Sluwe rovers passen zich aan wmm Veel Belgen bleven er na de inpoldering wonen Nieuwe Raadkaart Me zü d'n es flienk bie d'n beer doe dinsdag 21 maart 2006 ■bruine kiekendief. Die moet het hebben van kreekrestanten met riet. Maar boomloosheid in de directe omgeving is minstens zo belangrijk. De achterliggende gedachte dat kiekendieven lie- De PZC sponsort Het Zeeuwse Landschap. In 'Natuurlijk Zeeland' doen medewerkers van deze stichting verslag van wat er speelt in de Zeeuwse na tuurgebieden: onverwachte vondsten en bijzondere ge dragingen passeren weke lijks de revue. En natuur lijk ook de successen en mislukkingen in het be heer. ver geen bomen zien, heeft alles te maken met de zwarte kraai. Deze vindt nestgelegenheid in de bomen en is vaak erg geïnte resseerd in de prooiaandragen- de kiekendieven. Dat rovers zullen blijven roven is niet te verhelpen en dat hoeft ook niet. Het houdt de natuur in balans. Als er weinig prooi is, zal het vanzelf ook slechter gaan met de rovers en als er veel prooi is, gaat het beter. Als een soort zeldzamer wordt, zal de rover niet gaan zoeken naar de laatste individuen maar kiezen voor een makkelijkere prooi, dat spaart energie. Zodoende zal er bijna nooit één soort kun nen uitsterven door een roof dier. Beschermen Omwille van natuurbescher ming is het vervolgen van de rovers maar zelden de beste op lossing en al helemaal niet de makkelijkste. Een betere oplos sing is soorten die het al moei lijk hebben, bijvoorbeeld vanwe ge verstoring door menselijke invloed, te beschermen tegen de- ze rovers. Dit kan door middel van beheer. Denk bijvoorbeeld aan het natter maken van wei landen, zodat de vos sneller kiest voor een andere prooi dan weidevogels; een prooi waarbij hij geen natte voeten krijgt. Of denk aan het zo open mogelijk houden van grasland- of kreek- gebieden zodat zwarte kraaien en eksters geen nestplaats kun nen vinden in de buurt van wei devogels en kiekendieven. Uit dit alles blijkt dat menselijk ingrijpen in de natuur soms no dig is. Maar het is wel van be lang dat er gezocht wordt naar een duurzame oplossing om za ken weer in balans tè brengen. Dat is in ieder geval een een stuk ethischer dan het bestrij den van leven. Wannes Castelijns Wannes Castelijns is medewer ker bij Stichting Het Zeeuwse Landschap De oproep om een leuze te bedenken als steuntje in de rug voor de Zeeuwse dialecten heeft geen weerklank gevonden. Jammer, want het was zo een leuke bezigheid. De heer of me vrouw M. J. de Poorter uit Clin- ge hoorde bij de winnaars van de landelijke wedstrijd om een slogan te bedenken voor de Ne derlandse taal. Zijn inzending luidde: je hoort meer als je luis tert naar je eigen taal. Die taal zou dus ook een Zeeuws dialect kunnen zijn. Een andere mooie inzending vond ik: een vader land kan je verliezen, een moe dertaal nooit. (Guido Aerts, Kor- tenberg) Mevrouw Trompert - Peute uit Goes reageerde met enkele mooie woorden, zoals kerdoenze en veraltereerddie bij de mees te dialectsprekers wel bekend zijn, denk ik. Een andere uit drukking die ze noemde is bie d'n beer doe. Me zü d'n es flienk bie d'n beer doe. Dat betekent iemand voor de gek houden of bedriegen. Wat een eigenaardig gezegde toch, want een beer is, in dit geval, een mannetjesvar ken. En als letterlijk een zeug bij de beer gedaan Wordt, dan is er toch van bedrog maar weinig sprake. Beer heeft meerder bete kenissen, maar ook daarmee is de uitdrukking niet te verkla ren. Beer staat onder andere ook voor menselijke uitwerpse len en is terug te vinden in beer- kar, beerton enz. Ik wete nog dat ik as kind een keer dubbel bie d'n beer 'edae bin deur m'n buurman, 't Was op een zaèter- dagmirreg en tied om de plee te legen. Die zei gae mae nae je moeder om een scheuteltje. Ik gae straks d'n beer slachte en dan krieg je een stikje. Daè ao 'k we oaren naè, wan slachte stoeng voe mien glieke an zwir- ten, leverwoste en zb meer. M'n moeder ielp me gauw uut d'n dróóm. Ik most vrom en zegge dat 'n het zelf mae op most ete. Toen bin 'k dus flienk voe 't lap je 'ehouwe of aars ezeid flienk bie d'n beer 'edae. Nog zo een vreemde uitdrukking: voe 't lap je ouwe. Voe welk lapje, zou dat weze? D'r een voe 't lapje ouwe zou, volgens het spreekwoorden boek van Dr. Stoett, komen van lap dat vroeger een dom, traag mens betekende. Van uitdrukkingen naar mooie woorden. Door heel Nederland zijn in de afgelopen twee jaren allerlei verkiezingen van het mooiste woord gehouden. In Zee land werd dat platte zeuge. Als mooiste Nederlands woord kwam liefde uit de bus, maar de lezers van de Volkskrant maak ten er wijen van. In Friesland werd een woord gekozen dat ons bekend in de oren klinkt: fer- divedaasje (amusement). Een an dere verkiezing in Friesland le verde babbel egüchjes (praatjes) op, net als in Drente, hoewel ze het daar anders schrijven. Gro ningen koos voor snoetjeknow- len (knuffelen). In het Westfries kwam warskippertje bovenaan te staan. Dat betekent logeetje. Gelderland koos voor de huul- bessem, een huilbezem, beter be kend als stofzuiger, In Amster dam kwam drijfsijssie (eend) op nummer een. En de leden van het Genootschap Onze Taal ko zen voor desalniettemin. In Vlaanderen kwam goesting als nummer een uit de bus. Zo zie je maar dat mooi of mooiste een rekbaar begrip is en in veel ge vallen opgevat als leukste. Wie interesse heeft in dat soort weetjes kan terecht op www.taal.paginablog.nl. Daar vond ik ook bovengenoemde uit slag. Er is op taalgebied heel veel te vinden op internet. De cabarockgroep GRYSL brengt aanstaande week een tweede cd uit met als titel ZEG HET. De cd wordt zaterdag ge presenteerd in het Blokhuis te Kattendijke om 20.00 uur. GRYSL Mest, na aanvankelijk in het Engels gezongen te heb ben, ervoor om Nederlands te zingen en de groep gaat ook hun dialect niet uit de weg. Op de cd Nooit meer slapen stonden al en kele nummers in het Zeeuws .(van Zuid-Beveland) en ook nu weer zijn vier van de elf num mers in dialect. Hinmensouter- vaaj aaijin de hoote ligt en in je zakken hin rooierotcent, en tuus hin vrouwe die a joe es ver went... Lezen doen de teksten niet gemakkelijk, want GRYSL schrijft zoals ze het zingen. Bin- nenburherman mie hoedfer- soen, Hekke Eine is mien naem, je kan mien alles littn doem. Hek ke Eine is mien naem, sprieng merrinndulv ik spriengerachter- an... Hekke Eine, zohekaseen- deure, is een, zo zie ik het, kri tisch lied over de mens als kud dedier. Kworstelenverzuup is een tegenhanger van het 'luctor et emergo', waarin gewag ge maakt wordt van het ontpolde- ren om de zee voor te blijven. De cd eindigt met Zwerver en dat gaat over het willen worden wie je eigenlijk wil zijn. Aalles wakooit wezenwou iszo varre- wig. Kon ik meword wattak wou... En azzik bin ivat ik wou zien dan binnikpas een vrieman. De cd is weer een stap in de rich ting die de actie Zing Zeeuws be oogt: Meer jongere motte meer Zeeuws zienge. Dan komt het aolhoed! Engel Reinhoudt Agenda Zondagmiddag, 't Kerkje van El- lesdiek, Poëzie en muziek mie Theo Raats, Laurens Geerse, Jo hanna W., Coenraedt van Mee- renburgh en Jo Jobse. Muziek: EEG-ensemble De meeste roofdieren zijn geliefd bij men sen, zoals een leeuw of een arend. Naar alle waarschijn lijkheid heeft dit te maken- met him stoere uiterlijk en kracht. Maar zodra een roof dier het niet van kracht moet hebben maar van slu we tactiek, wordt het roven vaak lastiger te accepteren. Denk bijvoorbeeld aan de vos of de zwarte kraai. De 'sluwe rovers' accepteren de mens makkelijker dan de krachtpatsers; in de huidige samenleving blijken juist de in telligente jagers meer kans op overleven te hebben. Ze hebben een groter aanpassingsvermo gen, waardoor ze lcunnen'overle ven in, en zelfs profiteren van, een gecultiveerde en ecologisch verstoorde omgeving. Tot de kraaiachtigen behoren onder andere kauw, ekster, gaai en zwarte kraai. Zwarte kraaien kunnen vaak lastig zijn tegen over bijvoorbeeld roofvogels als buizerd en bruine kiekendief, maar ze zijn ook nuttig. Ze zor gen voor veel nesten die later ge bruikt worden door andere vo gels zoals boomvalk of ransuil, maar ook bosuil of slechtvalk willen nog wel eens gebruikma ken van een oud kraaiennest. Eksters maken een bolvormig nest, met invlieggat, en een dak erop. Het invlieggat is maar net groot genoeg, zodat kraaien (die groter en sterker zijn) niet zo Kauwtje op een paal. in Nederland, maar nu zijn ze niet meer weg te denken, iedere dorpskern heeft zo zijn eigen groep. Dit is letterlijk de dorps- groep, de vogels zijn namelijk partner- en plaatstrouw. Alle kraaiachtigen zijn overigens hun hele leven redelijk trouw, ze blijven bijelkaar tot één van de twee sterft. Maar je ziet die paarvorming nauwelijks in de winter, dan leven ze namelijk in groepen. Deze groepen vallen rond deze tijd van het jaar uit een in paren. Alleen de jonge, vrijgezelle vogels blijven in groepjes aan de rand van het ter ritorium. Daar wachten ze hun kans af bij de vrouwtjes. De ge paarde mannetjes moeten dan ook op hun hoede blijven, want vreemd gaan is voor bijvoor beeld eksters niet ongebruike lijk, ondanks hun levensband. Nestgelegenheid Veel dijken in Zeeland zijn be plant met populieren, een tradi tie van een tiental jaren. Daar naast worden er ook recreatie- en houtproductiebosjes aange plant met deze snelgroeiende boomsoort. Dit geeft nestgele genheid voor boombroeders als boomvalk, buizerd, zwarte kraai en ekster. Daar is op zich niets mis mee, maar het kan wel verstorend werken voor soorten die van oorsprong meer thuis ho ren in het open Zeeuwse land schap. Gedacht moet worden aan bijvoorbeeld broedende wei devogels op moergronden en be graasde kreekoevers, maar ook aan een misschien nog karakte ristieker soort voor Zeeland: de De bruine kiekendief (onder) vliegt met prooi naar zijn nest en wordt vanuit de bomen belaagd door een zwarte Maai. foto Ludo Goossens makkelijk bij de jongen of eie ren kunnen. Kauwen waren tot de jaren ze ventig nog behoorlijk zeldzaam foto Chiel Jacobusse In de volksmond wordt de plaats op de raadkaart van vo rige week 't turp genoemd, mel den verschillende inzenders. Het is Hoofdplaat, een van de jongste dorpen van West-Zeeuws-Vlaanderen, ont staan in 1778. „De foto is geno men vanop d'n aopril, waar ui terst links een stukje van de dijk te zien is, waarachter de kaoie lag", weet M. N. j. de Poorter uit Hoofdplaat. „Hier werden schepen geladen met graan vanuit de aangrenzen de silo, bier van de plaatselijke brouwerij en in de bamesse bie ten, aangevoerd met paard en kar, om verder te worden ver scheept. De getijhaven aan de Westerschelde was tevens de thuishaven van het beurtschip Adriana Pietemella van de fami lie De Koster, die een wekelijkse beurtdienst op Rotterdam voer", aldus De Poorter. „De uit voering van de Deltawerken be tekende het einde van de haven en de beurtvaart." O. C. Verheije uit Vlissingen bracht ooit producten naar de haven: „De weg naar boven was aan één kant bestraat, de kant van de dijk was onbestraat. Ge laden wagens, denk aan de bie tencampagne, op de keien en le ge wagens aan de kant van de dijk, dus links verkeer. We re den met wagens met korte dissel en geen remmen. Enige ervaring kwam wel van pas. De Duitsers hadden in de oorlog Spaanse rui ters beneden gelegd. Daar ben ik een keer met een vaartje opge- knald." Links vooraan op de foto lag een spuikom, geeft L. C. d'Hert uit Middelburg aan. „Van hier uit werd het overtollige water bij eb naar de Schelde afge voerd. Tegenwoordig ligt er een parkeerplaats met daarop een oorlogsmonument." Haar ouders trouwden in 1928 in Hoofdplaat en als kind bracht deze inzender vaak de vakanties door bij haar grootouders, de fa milie Van Waes-de Kezel aan de Zuidlangeweg. „Als ik over de zeedijk van Vlissingen naar fort Rammekens fiets, zie ik bij hel der weer de torentjes van Hoofd plaat. Dat vergezicht vervult mij altijd met vreugde en dank baarheid." Volgens A. Aaersens-Pielaat uit IJzendijke is links de toren van de hervormde kerk te zien, een zaalkerkje gebouwd rond 1783. Rechts de toren van de rooms-katholieke H. Elegius- kerk, gebouwd in 1860. „Er was een school met de bijbel, die is nu gymlokaal. En een rk-school, die dorpshuis is geworden. Ieder jaar geeft de toneelvereniging Tekst Kwijt er een uitvoering." Bij de bouw van het dorp is des tijds een rechtlijnig stramien ge volgd, meldt J. Freijser uit Bres- kens. „Op de kruising kwam een vierkant plein, met op de vier hoeken respectievelijk een school, een herberg, een kerk en een gemeentehuis. Meerdere dor pen in Zeeuws-Vlaanderen ken nen deze stedenbouwkundige op zet. In het vroegere gemeente huis woont nu oud-wethouder Hanny Thomaes. De herberg is het Wapen van Zeeland. Bij het inpolderen werden veel Belgen ingezet, die zijn gebleven. Van daar dat Hoofdplaat veel katho lieken heeft." De moeder van M. Blaakman uit Aardenburg woonde vlak na de oorlog in het eerste huisje links op de foto, omdat haar ouderlijk huis aan Nummer Zeven (een ge huchtje) kapot geschoten was. „Toen we opgroeiden in Hoofd plaat gingen we altijd zwemmen in de kaoie." Niet zo fris, schrijft A. Harte-Versaevel uit Heinkenszand. „In de kom ach ter de dijk kwam de riolering uit en het water werd in het haven tje geloosd, waar de jeugd dan tussen het rioolwater zwom." De opril naar de dijk is door F. Voogdt uit Groede vaak be klommen. „Linksboven stond de ruïne van een.groot huis. In de haven heb ik vele malen de wa terstanden opgenomen voor het ANP. In het eerste huis rechts onder woonde P. van Opdorp, waar ik dikwijls meel moest brengen voor het varken." Rinus Antonisse De waardebonnen gaan naar: R. Cornelis, Breskens, R. de Ca- luwé, Hoofdplaat en G. Rom- mers, Vlissingen. Met de nieuwe raadkaart uit de collectie van Hans Lindenbergh van zuid naar noord. Om welk dorp gaat het? Nadere bijzonderheden over de afgebeelde situa tie en de huidige stand van zaken, zijn van harte welkom. Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag 25 maart gezonden worden naar: Redactie PZC Buitengebied, postbus 31,4460 AA Goes; fax 0113-315669; e-mail redactie@pzc.nl. Onder de inzenders van goede oplossingen wor den drie waardebonnen verdeeld.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 20