Streekdracht vastgelegd in pastel Veren waren broodnodig tussen de Zeeuwse eilanden weerwoord namen Expositie portretten Zeeuwse Bibliotheek Redactie bijlagen: 0113-31568° tjeaitredactie@pzc.nl postbus 31<460 AA Goes Etentie-exploitatie: SZ Midden-Zeeland: 0113-315520: Es-Vlaanderen: 0114-372770; Snaat 020-4562500. dinsdag 14 maart 2006 Dondert het in de maand van maart, in mei dekt de sneeuw de aard 3(am Het stembureau was in een ouwe school. Ze moest de oproepkaart aan een mevrouw geven. Toen deze haar naam las, zei ze verrast: 'Bent U...? Echt?'. Trudy knikte. De vrouw keek haar ongelovig aan. Ze stelde zich voor als Ka- thelijne de Kam. Toen Trudy ter machine ging, bleef Mevrouw de Kam beduusd achter. Haar achternaam lijkt eenvou dig. Er is gedacht aan het Middeleeuwse woord cam- me voor brouwerij. Maar dan zou de achternaam eer der De Kammer zijn. De Kam lijkt daarom een be roepsnaam voor iemand die kammen maakt of erin han delt. Als je handelt, blijft er natuurlijk wel eens wat aan de kam zitten. De namen Van der Kam Verkammen, met of zonder c, zijn wel afgeleid van cam- me 'brouwerij'. Zo'nnaam betekent 'afkomstig of wo nend bij een brouwerij'. Ook Cambier komt vanei gens van de brouwerij en het bier. Die naam betekent eigen lijk 'brouwsel', 'brouwerij- bier'. De Cambiers wonen bijna allemaal in Zeeuws-Vlaanderen. Op een enkele dwaalgast na in de rest van Nederland. Zo'n 20 Cambiers hebben telefoon, de Walcherse mee gerekend, maar die schrij ven Kambier. In Zeeland komt Vercam- men, met of zonder c, voor al op Tholen voor. Het zul len ongeveer tien families zijn. De Kam daarentegen is vooral op Walcheren po pulair. Van de naar schat ting 250 Nederlandse De Kammen, woont de helft in Zeeland. De goeie helft wel te verstaan. Trudy Murre ging nu stem men voor de dijken en de sloten, de binnenwegen met verkeersdrempels en strepen. Hoe ze het papier ook draaide, ze zocht tever geefs naar een vrouw. Balo rig schreef ze toen haar ei gen naam erbij en maakte er een mooi rood rondje voor. Zie zo, één stem had ze al. Lo van Driel Misschien moet je wel van buitenaf komen om de schoonheid van de Zeeuwse streekdrachten te kun nen zien. Bernadette van Meerendonk en haar partner Ivo Sekhuis spreken uit ervaring. Negen jaar geleden streken ze vanuit Noord-Brabant neer in Middelburg, kwamen bij toeval in aanraking met klederdrachten en zijn nu bezig aan een meerjarig project. Het portretteren van mensen in streekdracht. In de Zeeuwse Bibliotheek is een expositie te zien. Walcherse dracht. Bernadette van Meerendonk voelt zich met hart en ziel kunstenares. Ze wil altijd teke nen en schilderen, al van jongs- af aan. „Het is een soort innerlij ke drang. Ik kan het niet laten, ik moét tekenen of schilderen. Ik wil vanuit mijn binnenste iets scheppen. Een potlood en een schetsboek waren vroeger voldoende om me urenlang zoet te houden." Opgegroeid op een boerderij, waren er ook meer dan genoeg onderwerpen om haar bezig te houden. Van haar ouders mocht ze niet naar een kunstacademie. Ze is, als tweede mogelijkheid, ver schillende opleidingen in teke nen en schilderen gaan volgen. Daar is ze op een gegeven mo ment mee gestopt. „Dan moet het verder uit jezelf komen. En door zelf te doen, leer je ook steeds." Alles bij elkaar is Van Meerendonk (Tilburg, 1946) zo'n vijftig jaar bezig. Niet al tijd even heftig - er was een pe riode waarin het gezin voorrang kreeg. „De mens stond en staat voor mij centraal. Een kop is voor mij een uitdaging", zegt ze over haar werk. Dus vooral portret ten. Daarin heeft ze stilaan een grote vaardigheid verworven. Samen met partner Ivo Sekhuis - een beroepsfotograaf die ook tekent en schildert - is ze dik wijls te vinden op kunstmarkten en andere evenementen, waar ze portretten maken van mensen. Het foto-album levert een di vers beeld op: jong en oud, man en vrouw, alleen of met meerde ren. Kneedbaar Ze werkt met verschillende tech nieken. Olieverf, Oost-Indische inkt, acryl-verf, pastelkrijt. „Wat portretten betreft is pastel voor mij een kneedbaar materi aal. Daar kan ik heel veel mee doen. Voor mij is het een aan sprekende techniek. Je kunt met verschillende tinten ook goed mengen." Van Meerendonk schilderde mensen, dieren 'en dingen die ik zag gebeuren'. Stil levens komen nu even op het tweede plan: ze specialiseert zich nu in het maken van por tretten. Zo zijn ook de klederdrachten in beeld gekomen. Daar ging hun komst naar Zeeland aan vooraf. Terugkerend uit Vlaan deren reisden ze via Walcheren. „We werden getroffen door de ruimte, het licht en de hele sfeer. Die spraken ons erg aan. We hoorden dat het niet zo moei lijk was om aan een huis te ko- tevoorschijn kwamen, toonde ze aan bestuursleden van Mooi Zee land. Die waren erg enthousiast en moedigden haar aan ermee verder te gaan. Het project 'por tretten in klederdracht' was ge boren. Aanvankelijk ingeschat op twee jaar, maar dat wordt er zeker één meer. „Ik heb ze nog niet allemaal en er liggen nog veel mooie dingen. Ik wil in elk geval nog een portret maken van een man met zo'n hoge hoed." Bernadette maakt de portretten aan de hand van foto's. Ze heeft de mensen wel allemaal in streekdracht gezien en gesprok ken. Hoewel ze liever met een levend model werkt, is het niet zo praktisch om mensen in dracht naar het atelier in Mid delburg te laten komen, waar ze vervolgens urenlang moeten po seren. Gemiddeld werkt ze twee maan den aan één portret. „Het is kij ken, zien en invoelen. De mond- foto's Ruben Oreel hoek, het, trekje om de mond, is voor mij belangrijker dan de ogen." In de foyer van de Zeeuwse Bi bliotheek te Middelburg hangen de resultaten. Voor Bernadette haar eerste officiële expositie. De portretten (vier zijn er door Sekhuis gemaakt) tonen een va riatie in streekdrachten. Een protestantse Zuid-Bevelandse vrouw in zondagse dracht (met de grote kanten muts), een Thoolse vrouw in de japonach tige kledij rond 1900, een katho lieke Zuid-Bevelandse vrouw rond 1800-1825, met twee meis jes, uit dezelfde periode een ka tholieke Bevelandse man in een fel rode hemdrok en versierde hoed - kortom, de streekdrach ten en hun ontwikkeling (van heel kleurrijk naar somber) in één ruimte. Van Meerendonk is er gewoon ingedoken. „De koe bij de ho rens vatten. Misschien dat som migen het oubollig vinden, wij niet. De streekdrachten zijn toch iets van Zeeland. Het gaat om cultuurhistorisch erfgoed. Het is een stukje cultuur wat verloren gaat en nooit meer te rug komt. Dankzij de kleder- drachtgroepen blijft er nog wat in stand. Mijn portretten peggen dat vast." Rinus Antonisse Portretten. Expositie in de foyer van de Zeeuwse Bibliotheek, Middelburg, tot en met 1 april. Portret met Arnemuidse dracht. Bernadette van Meerendonk. men. En inderdaad, binnen drie maanden kregen we een woning toegewezen", vertelt Sekhuis. Vanuit Middelburg-Zuid gingen ze Zeeland verkennen. Zo belandden ze op een zonnige middag in 2003 in Serooskerke op een pompoenbijeenkomst. Daar was ook een optreden van de klederdrachtgroep Mooi Zee land. Tot hun aangename verras sing. Bernadette: „We vonden het meteen prachtig. Die kle ding, de presentatie, de uitleg erbij. De Zeeuwse klederdrach ten kenden we helemaal niet, we hadden alleen wel eens ge hoord van de margarinereclame van Zeeuws meisje. Ivo mocht van twee mensen foto's maken. Hun gezicht in combinatie met de dracht. Daarmee ben ik aan de slag gegaan." De twee portretten die hieruit ^pQLD^EIL Natuurtekenaar Adri Kar man woont in Colijnsplaat, op Noord-Beveland. Voor Buitengebied trekt hij er el ke week op uit. In deze ru briek vertelt hij in woord en beeld over de natuur in de polder. Veren waren voor de eilan den in het Zeeuwse letter lijk en figuurlijk broodnodig voor het contact met overig Zee land en aan- en afvoer van goe deren. Reizen was voor de twin tigste eeuw een tijdrovende en met veel moeite gepaard gaande onderneming. Je bedacht je wel tweemaal om aan zo'n reis te be ginnen. Toen Jacob van Lennep en Dirk van Hogendorp in 1823 op hun reis door Nederland ook het ei land Noord-Beveland wilden be zoeken, kwamen ze voor een on aangename verassing te staan. In hun verslag delen zij het vol gende mee: 'Te elfder ure kwa men wij aan 't veer (te Veere). Een klein schuitje bracht ons naar de overkant maar niet aan wal, maar aan 't slik: want van de plaats waar wij aankwamen, moesten wij nog een half uur door water of moeras, waar wij tot de scheenen inzakten, naar het veer aan de overzij kruis- sen'. Gelukkig maakte hun ver dere tocht over Noord-Bëveland veel goed, getuige hun verdere verslag: 'Hier namen wij onze weg langs fraai beplantte dij ken, schoone binnenpaden, heer lijke landerijen en bouwlanden naar het dorp Wissenkerke, wat één uur gaans van 't veer afligt'. Het oudste veerrecht van Noord-Beveland behoorde toe aan de Heerlijkheid Cortgene. Al in 1478 wordt er in een akte van overdracht melding van ge maakt. Later kwam ook Wol- phaartsdijk onder het bezit van de toenmalige ambachtsheer Wolphaart van Borsselen en waarschijnlijk dagtekent vanaf die tijd het geregelde (over zetveer ten gerieve van deze 'Heer van Cortgene'. Anderen Naast roeiboten w< rden ook hoogaarzen ingezet. illustratie Adri Karman konden tegen vergoeding ook van dit veer gebruik maken. Al dus citaten uit een stuk onderte kend met A. G. C. D. gedateerd 5 April 1901. Van enig comfort bij de veeren in vroeger tijden kan niet ge sproken worden. We halen hier een artikel aan uit een regle ment van 3 november 1837. 'Het veer zal dagelijks waargenomen worden met twee roeiboten waarvan de grootste een inhoud moet hebben van Eén en een hal ve ton en de kleine niet minder dan Eén ton. De boten moeten met zwarte olieverf gemerkt zijn; Veerboot van Cortgene op Wolfaartsdijk waaronder op de groote No 1 en op de kleine No 2 zal geplaatst worden'. Naast de ze roeiboten waren nog onver plicht een hoogaars en een an der zeilvaartuig in gebruik. Open vaartuigen dus die bij slecht weer geen enkele beschut ting boden aan de reizigers. Het veer van Colijnsplaat naar Zierikzee dateerde uit 1599, een jaar na de eerste nieuwe inpolde ring. In het begin was dit veer verpacht aan een veerman, latei- werd het in 't gemeen bediend door beurtschippers. In 1824 wordt van dit veer het volgende vermeld: 'Des woensdagsnachts, of Donderdagsmorgens vroeg, naar dat dit met wind en getijde uitkomt, daar men tegen hoog water vertrekken moet, vaart eene marktschuit die des avonds zo mogelijk terugkeert'. Men was niet alleen afhankelijk van de weersgesteldheid, regen, wel of geen wind maar ook stro ming, eb en vloed, golfslag en soms ijsgang speelden een grote rol. De meeste havens uit die tijd wa ren getij denhavens waar men bij laag water niet in of uit kon varen. Een schipper uit die tijd van de zeilvaart moest zijn schip zowel als zijn vaarwater door en door kennen om zijn vracht en passagiers veilig aan de overkant te brengen. Vanaf de 19de eeuw werd er tot op ze kere hoogte ook aandacht be steed aan comfort en veiligheid ten aanzien van de passagiers. In 1861, nog betrekkelijk kort voor de gemotoriseerde veer diensten, vinden we van het veer Colijnsplaat- Zierikzee in artikel 1 van het reglement het volgende neergeschreven: 'De dienst in dit veer zal worden ver richt met enen overdekten hengst (type zeilvaartuig), hoog aars of eenen overdekten schuit van minstens 18 tonnen inhoud en voorzien van eene roef, waar in tenminste 8 personen behoor lijk kunnen plaats nemen. Bij windstilte en bij ijsgang is het de veerschipper echter geoor loofd gebruik te maken van eene groote roeiboot'. Afzien moet het soms geweest zijn, zo wel voor schippers als passa giers. Het Katse veer moet ook reeds lang bestaan hebben. Vermoede lijk werd voor 1727 vanaf Kats met de beurtschipper overgeva ren naar Goes. Vanaf 1809 da teert het Katse voet-en later ook fietsveer zoals dat tot 1960 heeft bestaan. Werd er eerst met roei boten gevaren, in 1897 schafte de toenmalige veerschipper met de toepasselijke naam Schip pers, zich een hoogaars aan en i'n 1913 stelde hij een motorboot je in dienst. Rond die tijd voeren op alle veren van het eiland ge motoriseerde vaartuigen. Sinds die tijd is het comfort op de veer diensten sterk verbeterd en aan het eind van de twintigste eeuw was een overtocht over de Wes- terschelde voor velen zelfs een plezierreisje, dat nu in 2006 nog met spijt wordt gemist. Adri Karman Bron: Tussen afsluitdammen en deltadijken, De Bruin en Wilder- om.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 21