Vleermuis prikkelt fantasie
wmrn
Het beurtschip heette de
Drie gebroeders
Nieuwe Raadkaart
As t'r gedonder van
komt dan moe je
nii bie miin wezen
^EKr%
22
dinsdag 28 februari 2006
Over vleermuizen gaan
al eeuwen lang enge
verhalen rond. Wie zich ech
ter wat verdiept in de le
venswijze van deze dieren,
komt tot de conclusie dat ze
heel erg nuttig zijn. Het ob
serveren van hun levenswij
ze is niet zo eenvoudig,
want vleermuizen zijn
nachtdieren.
De PZC sponsort Het
Zeeuwse Landschap. In
'Natuurlijk Zeeland' doen
medewerkers van deze
stichting verslag van wat
er speelt in de Zeeuwse na
tuurgebieden: onverwachte
vondsten en bijzondere ge
dragingen passeren weke
lijks de revue. En'natuur
lijk ook de successen en
mislukkingen in het be
heer.
Vleermuizen komen over de
hele wereld voor, behalve
in de poolstreken. Daar is de
temperatuur voor deze vliegers
te laag. De in onze streken voor
komende vleermuizen voeden
zich voornamelijk met insecten,
zoals muggen, motten en kevers.
Per nacht weten ze er maar
liefst zo'n 400 te bemachtigen.
Vleermuizen die leven op het
zuidelijk halfrond hebben hun
voeding aangepast aan hetgeen
daar beschikbaar is. Zij eten
Baardvleermuis (links) en watervleermuis in winterslaap.
voornamelijk nectar en fruit.
Een aantal planten en bomen
zijn afhankelijk van de vleermui
zen voor verspreiding van de za
den en béstuiving van de bloe
men. Door de voedselkeuze be
wijzen vleermuizen hun nut
voor andere organismen.
De enge verhalen zijn vooral toe
te schrijven aan een bepaald
De gewone grootoorvleermuis in winterslaap aan het plafond van
een bunker.
soort vleermuis, de vampier
vleermuis. Deze soort lest zijn
dorst graag met bloed. Vooral
voor vee dat buiten slaapt, kan
dit heel vervelend zijn. Als be
paalde dieren vaak aangevallen
worden kunnen ze erg verzwak
ken.
Handvleugeligen
Vleermuizen zijn in tegenstel
ling tot wat hun naam doet ver
moeden geen knaagdieren maar
het zijn chiroptera ofwel 'hand
vleugeligen'. Ze zijn onderver
deeld in megachiroptera (groot
handvleugeligen) en microchi-
roptera (klein handvleugeligen).
Vleermuizen behoren tot de
zoogdieren. Daarin zijn ze een
bijzondere groep omdat ze als
enige soort kunnen vliegen.
Er zijn meer dan 925 soorten
vleermuizen, onderverdeeld in
17 families. Ieder soort heeft z'n
eigen, specifieke kenmerken. De
verschillen zitten in details als
grootte, vleugels, oren, tanden,
snuit of staart. Maar het valt,
zelfs voor kenners, niet altijd
mee om de honderden verschil
lende soorten te onderscheiden.
Om te vliegen hebben ze geen ve
ren, maar vleugels met een vlieg-
huid. Deze bevindt zich tussen
de lange vingers, bovenarmen,
achterpoten en de staart. Alleen
de duimen en de voeten steken
buiten de vlieghuid uit. Als er
niet gevlogen wordt, klappen de
meeste vleermuizen hun vleu
gels helemaal in, of vouwen hun
vleugels zelfs om zich heen.
De meest voorkomende en te
vens kleinste soort, is de Dwerg
vleermuis. Hij heeft een span
wijdte van twintig tot vijfen
twintig centimeter en wordt ge
middeld vijf jaar oud. Er zijn
vleermuizen die veel ouder wor
den. Dat zijn de grotere soorten
zoals de Rosse vleermuis en de
grote Hoefijzervleermuis. Deze
hebben een spanwijdte van
30-35 centimeter en worden tot
zeventien jaar oud.
In de winter houden vleermui
zen een winterslaap. In Zeeland
zijn hiervoor op een aantal
plaatsen speciale vleermuisbun
kers gebouwd. Vleermuizen kun
nen zelf geen nest maken. Daar
om zijn ze voor hun verblijf
plaats aangewezen op bestaan
de holen. Omdat die steeds min
der te vinden zijn, zijn de bun
kers belangrijk. Daar kunnen ze
ongestoord verblijven.
Vleermuizen moeten voor hun
winterslaap een constante tem
peratuur hebben van tussen de
nul en tien graden. Tijdens de
winterslaap daalt hun lichaams
temperatuur van 38 naar 3 gra
den Celsius.
Echo
De vleermuis kan zich in het
donker uitstekend behelpen
door gebruik te maken van zijn
echo-locatie. Om zich in het don
ker te oriënteren, zendt een
vleermuis een signaal uit dat
weerkaatst op voorwerpen in de
omgeving. Die weerkaatsing
(echo) wordt opgevangen met de
foto's Sandra Dobbelaar
oren. Daardoor kan de locatie
bepaald worden van de prooi en
andere voorwerpen waar anders
tegenaan gevlogen zou worden.
De frequentie van die geluidsgol
ven is voor de mens niet te ho
ren.
Er zijn echter insecten die spe
ciale aanpassingen hebben om
aan de vleermuis te onsnappen.
Sommige insecten hebben een
dichte beharing die het sonarge-
luid nauwelijks weerkaatst. An
dere produceren zelf een ul
trasoon geluid, waarmee de so
nar van de vleermuis gestoord
wordt. Weer andere kunnen de
geluidsgolven van de vleermuis
wel horen en hebben dan de mo
gelijkheid om te ontsnappen.
Vleermuizen paren in de herfst
en slaan het zaad op tot de
weersomstandigheden in het
voorjaar gunstig worden. Pas
daarna vindt de bevruchting
plaats. Ze krijgen maar één jong
per jaar. Vleermuizen vormen
een soort kraamkolonies waarin
soms wel honderd vleermuizen
te samenscholen.
Kitty Galle
(Kitty Galle is medewerkster
Externe Betrekkingen bij
Het Zeeuwse Landschap.)
In Bezoekerscentrum Sacfting-
he is van 01 mei tot en met 15
juli een expositie over vleermui
zen. Het Bezoekerscentrum is in
die periode iedere dag, behalve
de maandag, geopend van 13.00
uur tot 17.00 uur.
Wete hie a op wien da je je
hie volgende weke gao
stemmen'vraagt een vrouw in
de winkel als ik mijn boodschap-
penkarretje leeg aan het maken
ben. Het is een vrouw die aan de
andere kant van het dorp woont
en altijd wel tijd heeft voor een
praatje. Niet dat ze nieuwsgie
rig is, maai- ze wil toch altijd
wel zo het een en ander van de
meeste mensen weten.
En als ze dan in de winkel is,
dan treuzelt ze wat bij het leeg
maken van haar boodschappen-
wagentje. Soms staat ze bij de
honden die buiten aan de lijn lig
gen wat te praten of ze rommelt
wat aan haar fietstassen. Ik
schud mijn hoofd. Bel nêê mens,
daor èn 7c nog glad nii an ge
docht. Stemmen voo de
gemeente en ook nog voo 't wao-
terschap.
Stemmen
En dan begint ze met d'r ver
haal. Dat ze de vorige keer was
gaan stemmen en dat ze die
twee oproepkaarten was verge
ten mee te nemen. Toen ze in het
stemlokaal kwam, was ze erach
ter gekomen. En dat ze toen die
kaarten niet kon vinden. Ze had
den zeker twee weken achter
een koperen kannetje gestaan,
naast de radio. En hoe ze ook
zocht, niet te vinden. Dan kanne
hie nii stemmen, had de voorzit
ter {nog maor 'n joenge gast)
van het stembureau vriendelijk
gezegd, want die kaorte moetje
bie ons inleveren. En daarmee
was de discussie afgelopen. Ze
kende het ventje niet, het kon
dus niet iemand uit de buurt
zijn. U kunt zoveel zeggen, had
hij er nog achteraan gezegd. A,
dan stemme kik toch glad nii,
had ze bits geantwoord, je moe
ten het zelf mao iveten, maor as
t'r gedonder van komt, dan moe
je nii bie miin wezen. En met die
boodschap was ze vertrokken.
Den andere diesendag, bie 't stof
afdoen had ze de twee kaarten
gevonden; ze waren achter de
radio gevallen. En keurig had ze
ze bewaard, al die jaren en nu
zou ze die twee oude kaarten de
volgende keer 's meenemen. Om
te laten zien, dat ze niet zo maar
iets had gezegd.
En bovendien was het bij haar
thuis helemaal geen zootje.
Want die mensen van het stem
bureau wisten helemaal niet hoe
ordelijk daar alles netjes in kast
jes en laatjes was opgeborgen.
En al fantaserend hoe ze dat
mannetje deze keer te woord
zou staan, had ze d'r hele preve-
lementjes al klaar. Noe kanne
hie wè dienken da je 't al te zeg
gen 'eit, mao 'k laote kik me
daorom nog nog niks wiis mao-
keri van een snotaop. En dat ze
d'r hele leven hard had gewerkt,
op het land, soms samen met d'r
man. (Dat wist trouwens het he
le dorp, heel de streek zelfs. En
ook het verhaal van die tanden,
was bij iedereen bekend. Dat ze
alle twee op het land werkten en
hun brood in een stutezak mee
namen. En dat daarin ieders
kunstgebit zat. En toen die man
eens alleen achter in de polder
moest gaan werken en hij 's mid
dags langs de rêêkant goeng zit
ten om z'n boter'ams op t'eten. 't
Was lafwèrm daor achter in de
polder. Kamiel pakte zijn drien-
kespulle en stak z'n tannen in
z'n mond. Maar wat was dat?
Die onderste tanden pasten niet.
Veel te nauw en die bovenste?
Wat was daarmee aan de hand?
Die kletsten direct omlaag. Alli
toch, noe ei ze d'r eigen tannen
meegegeven. En met moeite had
- ie z'n boterhammen wat in z'n
mond laten weken en ingeslikt.
Dat zou Kamiel nooit meer over
komen, want 's avonds had hij
in het schuurtje met wat teer,
zijn achterste kiezen van het on
der en bovengebit zwart ge
maakt).
Telefoon
Gisteravond zat ik dit stukje
voor de krant te tikken. Na het
nieuws gaat plotseling te tele
foon. Stom, denk ik, ik 'ao de
stekker d'ruut moeten trekken.
Altied alles uutstellen toet het
leste moment. Da 's zeker van
de krante. Wao bluufjoen stik-
je? Me ziin bezig de krante te
maoken en noe is joen stikje d'r
nog nii. Schiet 's op, want an
ders laoten me d'r een ivitte
plekke in. Mee allêêne mao je
naome d'r onder.
En zo zit ik te fantaseren en ei
genlijk moet ik mezelf moed in
spreken om de telefoon op te ne
men. Met tegenzin sta ik op en
laat het toestel nog eens rinke
len. Voor de vijfde keer. Met op
zet, want de mensen moeten
toch niet denken dat ik zit te
wachten naast de telefoon. Net
als iemand die contact-arm is.
Nee, die indruk wil ik niet wek
ken en ik spreek me nog eens in:
Nog èên keer laoten bellen en
dan oppakken.
Het is Louisa. Da ze die twii
ouwe oproepkaorten toch mao
nii gieng meenemen. Mao van
morgen zagge kik joe bijde
wienkel. Mao dd bin kik nog ver
geet en te vragen? Wien was toch
dien andere vrouwe, waomee
hie stieng te praoten?
Die kwam me zó bekend voo.
Rinus Willemsen
Op de raadkaart van vorige
week staat de Emmahaven,
gelegen bij Emmadorp in het
oostelijke stuk van
Oost-Zeeuws-Vlaanderen nabij
het Verdronken Land van Saef-
tinge. Zo nauwkeurig geeft
E. Steijns uit Kloosterzande de
juiste oplossing aan. Hij ver
wijst - ook enkele andere inzen
ders doen dat - naar het boek
Heft aan o broeders van de Paal,
waarin de foto ook staat, met
als jaartal 1910.
Steijns merkt op dat vanuit de
haven veel landbouwproducten,
zoals suikerbieten en graan, wer
den vervoerd. „In het huis woon
de de havenmeester. Het is tus
sen 1983 en 1985 afgebroken in
verband met de dijkverzwaring.
De haven kwam te vervallen. Bo
ten zijn nu aangewezen op de ha
ven van de Paal. Hierin liggen
alleen pleziervaartuigen."
D. E. Tollenaar uit Tcrneuzen
weet hoe het met Emmahaven
zat. Toen in 1898 de Emmapol-
der werd ingedijkt, kwam er
ook een nieuwe haven met spui-
kom. Dat was een vooruitgang
voor de vissers van Nieuw Na
men. De glorietijd lag tussen
1930 en 1940; er lagen wel een
honderd vaartuigjes in de ha
ven. Elke visser had zijn afne
mers, leurders, vooral uit Kiel-
drecht. Ook kwamen er beurt
schippers.
Op de kaart ligt voor de wal het
zeilschip van beurtschipper Van
Denderen, bericht P. A. Warrens
uit Zierikzee (zelf in 1919 op de
Uit de collectie van Hans Lindenbergh een
wat jongere ansichtkaart van een Zeeuws
haventje.
Hoe heet het en bij welk dorp ligt het in de
buurt?
Nadere informatie erover is van harte welkom.
Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag
4 maart worden gezonden naar: Redactie PZC
Buitengebied, postbus 31, 4460 AA Goes, fax
0113-315669, e-mail redactie@pzc.nl.
Onder inzenders van een goede oplossing worden
drie waardebonnen verdeeld.
gingsplaats van de schipper, te
weten Kieldrecht. De M stond
voor Meerdonk en CLN voor
Clinge." B. Joosse merkt op dat
de hengst K 18 van mosselschip-
per Vermeersen uit Nieuw Na
men was.
De karakteristieke witte woning
van de havenmeester werd het
Schorrenhuis genoemd, aldus
C. F. Stevense uit Middelburg.
„Diverse generaties van de fami
lie Lockefeer hebben de functie
van havenmeester daar uitgeoe
fend., In het linker deurkozijn
was een koperen plaatje aange
bracht met vermelding van de
hoogten der waterstanden tij
dens de watersnoden van 1906
en 1953. Ook was er een sluisje
aanwezig tussen de spuikom en
de haven."
Volgens Stevense waren de vis
serboten zogeheten Lem
mer-hengsten. Hij vermoedt dat
een van de scheepjes de K12 is,
van schipper Penneman. Ter her
innering aan de haven is door
stichting Het Zeeuwse Land
schap aan de voet van de zeedijk
een monument opgericht, be
staande uit de deksteen van de
spuisluis, met daarop een mes
singplaat. De stichting is beheer
der van Saeftinge. In Emma
dorp staat het bezoekerscen
trum.
Rinus Antonisse
De waardebonnen gaan naar:
W. J. Tasseron, Middelburg,
M. Claassens, Hulst en F. E. M.
de Munter, Nieuw Namen.
Paal geboren) en Emmahaven
goed kent. „Als kind heb ik er
mijn jeugd doorgebracht. Mijn
vader was dijkopzichter en kan
tonnier en we hebben er tot zijn
pensionering gewoond."
P. Ivens uit Hulst wijst erop dat
het haventje ook wel dat van
Clinge werd genoemd. „Het was
de thuishaven van garnalcnvis-
sers, kreukelrapers en mosselvis
sers uit Nieuw Namen en Kiel
drecht. Bij eb kwam het slik
bloot. Dit moest dikwijls wegge-
baggerd worden, wat met loop
planken en kruiwagentjes ge
schiedde."
R. Goossens-van der Heyden uit
Oostburg schrijft dat het beurt
schip op de voorgrond van haar
overgrootvader en zijn drie
zoons was. „Het schip heette
dan ook de Drie gebroeders. Het
was geen vissersboot, maar be
stemd voor eigen negotie en wel
voor het vrachtvervoer van kaas
en levensmiddelen, die in Rotter
dam werden opgehaald. Het
schip werd gebouwd op een
scheepswerf te Kruispolder. Het
was een boeieraak die werd afge
leverd aan P. J. van der Heyden
op 30 april 1896. Later is de
Drie gebroeders overgenomen
door de familie Van Denderen.
De drie broers zijn toen ieder
een eigen bedrijf begonnen."
Bij Piet en Miriam Ardonne uit
Kloosterzande hangt dezelfde
foto in de woonkamer. „Die heb
ben we gekregen van mijn
schoonmoeder mevrouw Hooge-
steger-van der Heijden, woon
achtig in Hulst". Zij noemen de
namen van de drie gebroeders:
Constant, Ward en Miel van der
Heijden. C. Blommaert uit Clin
ge attendeert op de rechts gele
gen boot met registratienummer
KI8. „De K slaat op de vesti