PZC Ik speel met mijn eigen hoofd Ik doe gewoon Liselore, al mijn hele leven Unieke ontmoeting Gouden meesters 27 Kim van Kooten op tv Biografie Caravaggio en Rembrandt bijeen Kleinkunstenares terug na 20 jaar woensdag 22 februari 2006 Kim van Kooten (32) speelt Evelien in de gelijknamige tv-serie die vanaf 7 maart bij Net 5 te zien is. Ze brak in 1995 door met de hoofdrol in de film Zusje. Inmiddels heeft ze ook een reputatie opgebouwd als scenario schrijfster. „Ik hoop dat Evelien een vervolg krijgt. Ik heb de smaak wel te pakken." Van Zusje naar moedertje. Die overgang heeft u tussen 1995 en nu meegemaakt. „Van Zusje naar moedertje... tja, moeilijk. Ik ben nog nooit zo verliefd geweest, zo gelukkig, zo in de war, zo moe. Die verwar ring, zowel lichamelijk als gees telijk; ik ben er net uit aan het kruipen. Roman is nu bijna twee. Ik vond het twee heftige jaren, in de breedste zin van het woord. Heel bijzonder en fantas tisch. Ik wist dat het leuk zou zijn, maar dat het zo leuk zou zijn, wist ik niet. Ik wist ook dat het zwaar zou zijn, maar dat het zo zwaar zou zijn, wist ik ook niet." Wat leuk dat u over uw eigen kind begint. Ik had natuurlijk naar Evelien gevraagd. „Als moedertje? Ja, dat was ook nieuw voor mij. Ik had gedacht dat ik de rol gemakkelijk zou kunnen spelen nu ik zelf moeder ben, maar omdat Eveliens doch ters, Regina en Julia een stuk ouder zijn, zo rond de tien jaar, was het toch even wennen. Ik wilde graag vriendinnen met ze worden, ik dacht dat we dan ook goed konden samenspelen. Regisseuse Rita Horst wees er terecht op dat ik ze beter als ac trices kon behandelen. Peter Blok, die mijn man Harko speelt, heeft zelf twee wat oude re dochters, dus de fase waarin Evelien en Harko zitten, kent hij al. Voor mij was het meer; hoe ga je met meisjes van die leeftijd om?" Voelt u zich niet te jong voor zo'n rol? Evelien is eerder een veertiger. „In de boeken, ja. Dat is zo. Ik ben iets jonger. Als we er een jongere man tegenover hadden gezet, was het raar geworden, denk ik. Doordat tussen Harko en Evelien én tussen Peter en mij een aantal jaren zit, trekt het wel naar elkaar toe. Ik hoop dat het geloofwaardig over komt. Ik vond het zelf heel fijn iets meer naar mijn levensfase toe te mogen spelen. Ik heb Eve lien niet ouder gespeeld. Ik speel met mijn eigen hoofd, daar hebben we niets aan veran derd, dat is niet ouder gemaakt met make-up of zo." „Evelien is jong begonnen. Als je terugrekent, heeft ze echt jong kinderen gekregen en dat verklaart waarom ze, als wij haar in aflevering één ontmoe ten, nog geen antwoord heeft kunnen vinden op de vraag wat ze nou echt wil. De meeste vrou wen hebben dan allang een baan gevonden. Zij niet. Het ver- Kim van Kooten speelt Evelien in de gelijknamige televisieserie. 1974: geboren op 26 januari in Zuidoostbeemster 1986-1993: gymnasium in Hilversum 1993-1994: opleiding scenarioschrijven aan Film en Televisie Academie 1995: doorbraak als actrice in Zusje (nominatie Gouden Kalf Beste actrice) 1996: schrijft dialogen voor Blind date van regisseur Theo van Gogh 1999: rol in Jezus is een Palestijn 2000: scenario voor en rol in Manken 2001: scenario voor Met grote blijdschap, (Gouden Kalf Beste scenario) 2001: rol in tv-film De belager 2003: Phileine zegt sorry (Gouden Kalf voor beste actrice) 2004: schrijft toneelversie van Met grote blijdschap 2006: rol in tv-serie Evelien klaart ook waarom zij en Harko in een huwelijksimpasse zitten. Ze zijn al heel lang bij elkaar." Ze beleven zowat de naschok ken van 'the seven years itch'? „Ja, en met twaalf jaar komt er toch weer zo'n crisis? Daar zit ten ze tegenaan. Ik vind het leuk te merken dat ik ook veranderd ben, als mens, sinds ik moeder ben. Ik vind het wel grappig te merken dat er dingen verande ren en dat ik die ineens belang rijk vind." Hoe bent u in de rol van Eve lien gerold? „Eigenlijk heel chic, wat je bijna nooit meemaakt als ac teur; ik werd gevraagd. Meestal moet je gewoon auditie doen, nu werd ik benaderd door de produ cent, iemand bij Endemol. Ik be greep dat Martin Bril, de auteur van Evelien, bereid was zijn geesteskind af te staan voor de serie en dat hij het heel leuk Zou vinden als ik het deed. Dat was al vleiend. Toen viel de naam van Rita Horst. Dat is ook ie mand die ik heel hoog heb zit ten, als regisseuse. Zij heeft ook de film Romeo gemaakt, en de kinderseries Knofje en De Dal- tons. De Daltons is echt een van de mooiste televisiedingen die ik de laatste jaren heb gezien. Dus dat maakte het ook al een stuk gemakkelijker. Daama werd ook nog Peter Blok ge noemd. Die had ik al stiekem in mijn hoofd om ooit eens mee te spelen, maakt niet uit in wat. Ri ta had hem als Harko op num mer één staan, dat kwam mooi en luxe samen. Iedereen kon en wilde, heel bijzonder." Peter Blok past ook precies in die rol. „Nou! Hij heeft de rol ook naar zichzelf toe getrokken, hoor. Het personage is in de boeken veel minder uitgesproken dan Peter hem speelt. Hij heeft het echt gemaakt tot wat het nu is. Dat hij de hele tijd zo stom om zijn eigen grapjes lacht, dat is gewoon Peter, dat heeft hij zelf bedacht. Zo maakte hij het voor mij ook fijn en gemakkelijker die irritatie van Evelien te 'spe len over zo'n man van wie je al zo lang die grapjes moet aanho ren. Echt leuk!" Hebben uw vingers niet ge jeukt mee te schrijven? „Natuurlijk, maar ik kan het niet als ik er zelf in speel. Dan blokkeer ik, hoe graag ik ook zou willen. Ik ben eigenwijs ge noeg om me overal tegenaan te bemoeien. Tijdens het repeteren merkte ik, als we het erover had den met andere acteurs, dat ik soms op andere dingen kwam. Die vrijheid was er tot op zekere hoogte wel. Het leuke van de se rie is dat die kijkjes in het door sneeleven van een gezin geeft. Dat is aardig voor telkens 25 mi nuten. Je voegt er een spannend element aan toe en je hebt een boogje." Hoe lang duurden de opna men? „Tien weken, in een móórdend tempo. Ook omdat het deels in de vakantieperiode moest val len, voor de kinderen. Al heb ben die op de set gewoon huis werk gemaakt. Het moest snel; acht minuten per dag, tegen drie minuten voor film. Een on gelofelijk verschil. We hadden weinig repetitietijd, speelden een scène zowat voor het eerst als de camera draaide. Meer dan acht minuten erop knallen red je gewoon niet. Aan het eind van zo'n dag gaat iedereen al huilend naar huis." Hoe is het uiteindelijk beval len voor televisie te werken was het heel anders dan film? „In elk geval heel goed. Veel zwaarder dus. Het is leuk in tien weken heel snel stappen te ma ken, snel in het diepe te sprin gen. Bij film heb je, als er een lichtombouw is van drie uur, nog even de tijd om na te den ken hoe je de volgende scène zult spelen. Dan gebeurt het ook nog vaak dat die scène over moet, omdat het licht niet goed foto Merlijn Doomernik/GPD was of zo. Daar was hier de tijd niet voor, of het geld. Je moet dus heel geconcentreerd en scherp te werk blijven gaan. Ik wil eigenlijk geen scène spelen als ik hem eerst niet helemaal gerepeteerd heb. Hier moest het soms." Het is een herkenbaar ver haal. „Dat is de bedoeling, dat hoop ik echt! Dat was het leuke tij dens het draaien ook, dat ik op de set af en toe een lachje van herkenning hoorde."Zit er wat u betreft nog meer televisie in? „Ik hoop echt dat Evelien een vervolg krijgt, ja, ik heb de smaak wel te pakken. Er wor den ook heel mooie telefilms ge maakt. Wat scenarioschrijven betreft zou ik niet direct een se rie willen maken. Ik vind het leu ker het verhaal in anderhalf uur te passen. Voor 25 minuten schrijven lijkt me nog moeilij ker." Bent u onder invloed van de ze serie meer actrice of meer scenarioschrijfster geworden, of gebleven? „Dat gaat nog steeds heel gelijk op. Ik ben bijna klaar met een nieuw scenario, ik moet er nog één versie van schrijven. Het heet Alles is liefde. Volgend jaar beginnen de opnames. Het is een romantische komedie. Het wordt een speelfilm, naar een idee van Job Gosschalk, casting director en vriend van mij. Het is een beetje gebaseerd op de film Love Actually. Er lopen zes liefdesverhalen door elkaar, het speelt zich af rond sinterklaas." Dus die moet begin december 2007 in de bioscopen draaien. „Goed geraden." Maurits Schmidt Evelien: Net 5, tiendelige serie, vanaf dinsdag 7 maart, 21.30 uur. Ter gelegenheid van Rem- brandts vierhonderdste ge boortedag zijn werken van Cara vaggio en Rembrandt, de groot ste kunstenaars van de Gouden Eeuw, voor het eerst samen te zien. 'Michael Agnolo van Cara vaggio, die te Room wonder- lijcke dinghen doet', ontmoet zijn Hollandse collega in het Van Gogh Museum. Wereldwijd gaven musea en par ticulieren voor deze ontmoeting topstukken in bruikleen. Om de grootheden van de Zuid- en Noord-Europese barok te kun nen vergelijken worden verwan te werken groepsgewijs gepre senteerd. Wat is bijvoorbeeld de gelijkenis tussen Rembrandts 'Blindmaking van Simson' door Delila en Caravaggio's Judith met afgehouwen hoofd van Holo- fernes? Naast de realistische uit beelding van bloeddorst, vooral óók de innerlijke verbeelding van tomeloze wraakzucht. Voor de sceptici: het thema van deze expositie is geen publici teitsstunt ter gelegenheid van het Rembrandt-jaar. Conserva tor buitenlandse schilderkunst Duncan Bull van het Rijksmu seum herinnert eraan dat Rem brandt en Caravaggio voor het eerst met elkaar werden vergele ken in de 18-de eeuw. De bereis de auteur Francesco Algarotti noemde Caravaggio in 1762 de 'Rembrandt van Italië' en Luigi Lanzi beschreef Rembrandt in 1782 in een boek over Italiaanse schilderkunst als de 'Caravag gio van het volk benoorden de Alpen'. De tentoonstelling is een project van het Rijksmuseum en Van Gogh Museum. Dat Caravaggio (1571-1610) en Rembrandt (1606-1669) elkaar nooit hebben ontmoet, lag aller eerst aan het leeftijdsverschil. Maar ook zonder generatiever- schil had een ontmoeting niet voor de hand gelegen. Via Con- stantijn Huygëns, secretaris van een aantal Oranje-stadhouders, is overgeleverd dat Rembrandt geen enkele aandrang voelde om - in navolging van collega's - naar Italië te reizen. Voor zover bekend heeft ook Ca ravaggio nooit overwogen de tocht over de Alpen te maken. Maar zijn kwaliteiten waren tij dens zijn leven al wel bekend in de Nederlanden. Karei van Man der, schilder en kunstenaarsbio- graaf, vermeldde hem in 1604 in zijn Schilder-boeck en volgens de Nijmeegse hoogleraar Volker Manuth heeft Rembrandt die tekst zeker gelezen. Bekijkt men de lijst van aan Ca ravaggio toegeschreven schilde rijen die in de 17-de eeuw in Holland waren, is volgens Ma nuth duidelijk dat Rembrandt slechts een klein aantal met ei gen ogen gezien kan hebben en dan ook nog overwegend kopie ën. Rembrandt vond in de jaren twintig meer dan genoeg inspira tie in het werk van Hendrick ter Brugghen, Gerard van Hont- horst en Dirck van Baburen, kunstenaars die wél naar Rome waren gereisd en het werk van Caravaggio 'in het echt' kenden. Deze zogenoemde Utrechtse Ca- ravaggisten waren stilistisch hun eigen weg gegaan met, zo als vaak bij imitatoren, niet al te subtiele uitvergrotingen van stijlkenmerken. Rembrandts ca- ravaggeske werk droeg een ei gen karakter en was uiteraard veel sterker, maar zijn experi menten met composities, natura listische figuren en kunstlichtef fecten in die jaren laten zien dat de Italiaan via deze Utrechtse omweg ook onmiskenbaar in vloed op Rembrandt uitoefende. Wat is op deze expositie de gelij kenis tussen werken als Amor vincit omnia en de Malthezer ridder van Caravaggio met Ga- nymedes ontvoerd door Jupiter, en dominee Johannes Wtenbo- gaert van Rembrandt? Beide kunstenaars staan bekend om hun superieure vaardigheid in het gebruik van licht- en donker om voorstellingen kracht bij te zetten en dat tonen ook deze werken. Voor het eerst in eik aars nabijheid imponeren de kunstenaars nu echter vooral door hun andere 'inventie': trouw aan werken naar de na tuur en levend model, visuali seerden ze in de kunst van de 17-de eeuw als eersten de 'eeu wige' emoties als liefde, trouw, passie en wraakzucht van 'gewo ne' stervelingen. Wat hen vere nigt, aldus conservator Duncan Bull, is 'beider geslaagde zoek tocht naar picturale manieren om de grote thema's van de mensheid uit te drukken'. Samuel van Hoogstraeten, een leerling van Rembrandt, signa leerde in 1678 ook een verschil tussen de grote schilders: vol gens hem onderscheidde Cara vaggio zich door 'natuerlijk- heyt' en Rembrandt meer door 'lijdingen des gemoeds'. Hij sprak geen voorkeur uit en dat is ook nu in 2006 nog onmoge lijk. Frangoise Ledeboer Rembrandt-Caravaggio in het Van Gogh Museum, Amsterdam, 24 fe bruari t/m 18 juni, dagelijks van 10 -18 uur en vrijdags tot 22 uur. Caravaggio's Bekering van Maria Magdalena '"-"-"S IV." ""VI L.\J 11 111C111 v till vv 11. J<_ Hl lliutl, UiHVAClL 111.1 111.111 1111.1 guiu IIUIUI 1, Cl. O IJ U.U.I "'3 v"i. i'iuiiu ...nynu. I heel toevallig op de teksten van Liselore, een prijs; 'De trap', een prijs voor aanstorm- cert 1, 2, 3 en 4, dat ze de vorm vindt waarin der. Het is niet I die rondslingerden in de studio van haar end cabarettalent. Toch ziet ze zichzelf niet ze het meest zichzelf is. haar zelf verta; fHanfflr*-1 m li "mÊ nnrtnpr Rniiri Jambe T.ieplm-p ie Rinirle ale pabarptiprp 7p1cpv mi nipt TTIpinbunel ie Flo avnrui Koctoot ui( oon uorVunl dnnrT i_ nr\ Vimv n/i Kod foto Harmen de Jong joit vergaarde ze roem in het cabaretge zelschap van haar toenmalige echtge- otPaul van Vliet. Maar twintig jaar gele gerd het stil rond Liselore Gerritsen, inkzij componist Bart Wolvekamp staat nu weer op het podium: „Ik doe gewoon al mijn hele leven. &lore Gerritsen had een heerlijke jeugd, ffelt ze, als domineesdochter in 'tlunond, dorp aan de IJssel, 'de mooiste lier van Nederland'. Ruim honderd men- nitten dicht op elkaar gepakt te luiste raar een tengere, in zwart geklede nuw. Afwisselend leest ze voor uit eigen en zingt ze haar liedjes. Als de lees- fgaat en ze met haar Minoes-ogen de toezingt oogt ze een stuk jonger. „Ze {dt gelukkig weer op", zegt iemand na ®op aan de bar. Gerritsen, een begrip in de wer'eld 3 de kleinkunst in de jaren zeventig, dt de draad weer op gepakt. Twintig ju heeft ze niet meer gezongen. In 2004 au er een nieuwe cd, en nu staat ze weer het podium en maakt een tour langs de |®ere theaters. In die twintig jaar zat ze «stil. Ze is altijd blijven schrijven; lied- gedichten en verhalen over haar leven haar jeugd in het Achterhoekse IJssel- -i Er kwamen verschillende bundels uit haar literaire werk en ze gaf lezingen Liselore Gerritsen staat weer op het podium en maakt een tour langs de kleinere theaters. foto GPD door het hele land. Een ander publiek be reikte ze via de Stichting Schrijvers, School en Samenleving. Maar ze miste de muziek. Gelukkig is het ook wel eens omgekeerd; muziek mist tekst. Het oog van de jonge pia nist en componist Bart Wolvekamp viel heel toevallig op de teksten van Liselore, die rondslingerden in de studio van haar partner Ruud Jacobs. Liselore is Ruuds zoon Roeland eeuwig dankbaar. Hij bracht zijn vriend Bart Wolvekamp op haar pad. „Hij maakt prachtige muziek en heeft aan mijn liedjes een nieuwe dimensie gegeven." Het was de aanmoediging die ze nodig had om weer te gaan zingen. Toch toont ze zich onzeker, wat vreemd is voor iemand met zo'n theaterverleden. In het Haagse kunstenaarscafé De Posthoorn, op een steenworp afstand van theater Pe pijn waar ze met haar toenmalige echtge noot Paul van Vliet jarenlang volle zalen trok, vertelt ze met weemoed over die tijd. „Paul huurde een pakhuis in de binnenstad en verbouwde het tot een schitterend thea tertje met 110 zitplaatsen. Het was keihard werken, vooral voor Paul, die ieder jaar een nieuw programma schreef. We deden alles zelf en waren vaak nog aan het opruimen en .afwassen als de merels buiten al weer be gonnen te fluiten. Soms stonden er rijen tot ver in de Dennenweg op kaartjes te wach ten en dan presenteerden we zelf koffie aan de wachtenden." Aanvankelijk zong Liselore alleen teksten van Paul maar ze kreeg steeds meer behoef te aan een eigen inbreng. Het werd 'een ei gen blokje' in het programma van cabaret Pepijn, Opus 4, dat tot een cd leidde en tot een prijs; 'De trap', een prijs voor aanstorm end cabarettalent. Toch ziet ze zichzelf niet als cabaretière, zeker nu niet. Kleinkunst is wel een woord dat bij haar past. „Maar ei genlijk zit ik overal tussenin. Ik doe gewoon Liselore, al mijn hele leven." Shaffy 'Mijn leven is een soort lijdensweg van de ene meevaller naar de andere', schrijft Li selore in het boek, Liselore Nu. Denkt ze daarbij aan 'die man in de zaal', die er steeds weer is op het juiste moment en haar leven een nieuwe wending geeft? Ze zingt Zarah Leander in een café in Leiden. Paul van Vliet is erbij en vraagt haar voor het Leids Studenten Cabaret. Jaren later is het Ramses Shaffy, die haar hoort in het Scheve- ningse Kurhaustheater. Samen maken ze het programma Ramses en Liselore, maar na tachtig voorstellingen heeft Liselore het wel gezien. „Het was hemel en hel tegelijk. Hij kwam soms straalbezopen het toneel op en haalde de meest bizarre dingen uit." Maar toch: „Wie wil er nou niet met Ramses werken?" Ze werkt samen met Henk van Ul- sen in het theaterprogramma Namens Jac ques Brei en omringt zich in haar latere pro gramma's met topmusici, als Christian Bor, Louis van Dijk, Laurens van Rooyen, Ben van der Linden en Harry Sacksioni. Het is tijdens de vier Pepijnproducties; Klein con cert 1,2, 3 en 4, dat ze de vorm vindt waarin ze het meest zichzelf is. De avond bestaat uit een verhaal, door Li selore beurtelings gezongen en gesproken. Klassieke muziek gaat over in pop en een verhaal mondt uit in een liedje. En op een avond zit Ruud Jacobs in de zaal, die haar platen wil produceren en die haar tweede grote liefde wordt. Liselore zocht het jarenlang alleen in tekst. Het boek bij de cd, Liselore Nu, waarin bijna alle liedjes staan van haar theater tour, is dan ook meer dan een begeleidend boekje. Je kunt even goed zeggen: een cd bij een boek. De thema's, waar ze over schrijft en zingt, zijn haar jeugd, de natuur, de lief de, de dood, en het ouder (en wijzer) wor den. De toon is weemoedig en ironisch. Nog steeds heeft ze die duidelijke ABN-uit- spraak, maar haar stem is een stuk doorleef den Het is niet toevallig dat ze ook een door haar zelf vertaald lied van Hildegard Knef op haar cd heeft staan. Soms doet Liselores stem aan haar denken. Knef heeft haar, naast Juliette Gréco, Janis Ian en later Joni Mitchell altijd geïnspireerd. Maar misschien zijn het ook haar roots, als kind van een Duitse moeder en Nederlandse vader, die daarin meespelen. Graag vertelt ze het verhaal over de ontmoeting van haar ouders. Over haar vader die in de crisisjaren een kamer huurde in het ouderlijk huis van haar moeder in Leipzig om daar het Egypto- logisch museum te bezoeken. En hoe hij in Wichmond elk jaar op 10 februari met een bos paarse tulpen de dag vierde, dat hij haar ontmoette. Want op die huiskamerta fel in Leipzig, stond toen een bos paarse tul pen. Ze had een heerlijke jeugd, vertelt ze, als do mineesdochter in Wichmond. Het inspireer de haar tot een ontroerend liefdeslied over haar ouders. 'Mijn moeder zong een lied, mijn vader raakte zacht de toetsen aan, het was een melodie, die een leven lang met mij is meegegaan'. En zo eindigt het liedje: 'Al weet ik soms niet goed, wat ik in of met dit leven moet, denk ik toch: T komt vast wel goed, met wie van zo'n mooi liedje is gemaakt'. Agnes van Brussel

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 27